INFOTEC AP/TAVG/MMXP/MUX BEVESTIGING DIAGNOSE BSI ELEKTRISCHE INSTALLATIE BI-VAN CAN COM2000 G08 CONTROLEPROCEDURE VAN DE FUNCTIE MOTOROLIENIVEAUMETER Toepassing bij PEUGEOT 206 (vanaf DAM-nr. 9076) 307 406 (vanaf DAM-nr. 9001) Partner (van DAM-nr. 9457 tot 9478 indien met COM2000) Partner (alle uitvoeringen vanaf DAM-nr. 9479) 807 Behandelde klachten van de klant De motorolieniveaumeter geeft het motorolieniveau onjuist weer of geeft knipperende streepjes of blokjes weer. De elektrische motorolieniveaumeter geeft het olieniveau helemaal niet weer. Overige klachten
Overzicht van wijzigingen van het document Datum Versie Beschrijving van de wijzigingen 11/06/2004 v1.0 Eerste uitgave van het document 22/06/2004 v1.1 Correctie van het procedurenummer onder aan de bladzijden. Het controleschema van het noodprogramma is vervangen door een waarschuwing met betrekking tot de controles vooraf. G08 Diagnoseprocedure van de functie Motorolieniveaumeter 2
INHOUD 1 ONDERWERP...4 2 VERGOEDING IN GEVAL VAN GARANTIE...4 3 WERKING EN OVERZICHT VAN DE FUNCTIE...5 3.1 OVERZICHT WERKING...5 3.2 TELECODEREN...6 4 WAARSCHUWINGEN - CONTROLES VOORAF...7 5 [G08][S01] DE MOTOROLIENIVEAUMETER GEEFT HET MOTOROLIENIVEAU ONJUIST WEER OF GEEFT KNIPPERENDE STREEPJES OF BLOKJES WEER...8 6 [G08][S02] DE ELEKTRISCHE MOTOROLIENIVEAUMETER GEEFT HET OLIENIVEAU HELEMAAL NIET WEER...9 7 [G08][S03] CONTROLE VAN DE WERKING VAN DE FUNCTIE MOTOROLIENIVEAUMETER...9 G08 Diagnoseprocedure van de functie Motorolieniveaumeter 3
1 ONDERWERP Dit document is een diagnoseprocedure voor de functie Motorolieniveaumeter. Deze procedure moet altijd worden uitgevoerd voordat wordt overgegaan tot het vervangen van de BSI in verband met deze functie. 2 VERGOEDING IN GEVAL VAN GARANTIE LET OP: VOOR HET ONDER GARANTIE VERVANGEN VAN DE BSI IS EEN "VOORAFGAAND AKKOORD" NOODZAKELIJK. HET IS VERPLICHT DEZE PROCEDURE UIT TE VOEREN VOORDAT DE BSI WORDT VERVANGEN. Het vervangen van de BSI valt onder garantie als de laatste stap van de gebruikte test als volgt op de claim wordt ingevuld: Procedurenr. Versie van het Testnr. Laatste stap document G01 v1.1 S03 E3.1 Procedurenr.: Versie van het document Testnr.: Dit is te vinden onder aan elke bladzijde. De versie van het document wordt aangegeven in het overzicht van wijzigingen van het document. Dit is te vinden in de titel van de paragraaf van de procedure. Voorbeeld: [G01][S03] De bagageruimteverlichting werkt niet. LET OP: ALLE ONDERDELEN MOETEN WORDEN BEWAARD VOLGENS DE BEKENDE PROCEDURE. DE ONDERDELEN WORDEN STEEKPROEFSGEWIJS GECONTROLEERD. ALS DE STORING NIET KAN WORDEN HERLEID, WORDT DE VERGOEDING GEANNULEERD. G08 Diagnoseprocedure van de functie Motorolieniveaumeter 4
3 WERKING EN OVERZICHT VAN DE FUNCTIE Deze functie geeft de bestuurder informatie over het motorolieniveau. Sensor motorolieniveau Draadverbinding BSM Draadverbinding BSI VAN COMF Instrumentenpaneel Opmerking: De BSM dient uitsluitend als interface voor de via een draadverbinding doorgegeven informatie "Motorolieniveau". 3.1 Overzicht werking Als het contact wordt aangezet, meet de BSI door middel van een op de motor geplaatste sensor het motorolieniveau. Om het motorolieniveau correct aan te geven, berekent de BSI de weergegeven waarde op basis van 5 metingen van het motorolieniveau. Weergave door de motorolieniveaumeter Alle blokjes van de meter knipperen en het pictogram "MAX" wordt permanent weergegeven. Alle streepjes van de meter worden permanent weergegeven. Alle streepjes van de meter knipperen. Alle streepjes van de meter knipperen en het pictogram "MIN" knippert. Mogelijke oorzaken Het motorolieniveau is te hoog of er zit een storing in de motorolieniveaumeter. Het motorolieniveau is te laag - controleer het motorolieniveau en vul olie bij. Het motorolieniveau is veel te laag - controleer het motorolieniveau en vul olie bij. Storing in de motorolieniveaumeter Opmerking: De elektrische motorolieniveaumeter is een optie. G08 Diagnoseprocedure van de functie Motorolieniveaumeter 5
3.2 Telecoderen Deze functie kan worden getelecodeerd vanuit Peugeot Planet 2000 of DIAG 2000. Sluit het diagnosegereedschap aan en voer het type en het DAM-nummer van de auto in. Selecteer het menu: Configuratie en taken elektronische eenheid Test via elektronische eenheid BSI Configuratie Optie klant Motorruimte Selecteren van het motortype De parameters die betrekking hebben op de meting van het motorolieniveau zijn toegankelijk via het menu: Configuratie en taken elektronische eenheid Test via elektronische eenheid BSI Meting gegevens Instrumentenpaneel / Meting G08 Diagnoseprocedure van de functie Motorolieniveaumeter 6
4 WAARSCHUWINGEN - CONTROLES VOORAF LET OP: Voordat u werkzaamheden uitvoert aan de auto, dient u het volgende te controleren: - DE ACCUSPANNING - DE ZEKERINGEN - PROCEDURE G00: "CONTROLE VAN HET NOODPROGRAMMA" - VERVOLGENS KUNT U DE HUIDIGE PROCEDURE UITVOEREN. G08 Diagnoseprocedure van de functie Motorolieniveaumeter 7
5 [G08][S01] DE MOTOROLIENIVEAUMETER GEEFT HET MOTOROLIENIVEAU ONJUIST WEER OF GEEFT KNIPPERENDE STREEPJES OF BLOKJES WEER Uit te voeren handelingen: Voer de test [G08][S03] uit. Ga als de weergave steeds onjuist is verder met de volgende punten. Controleer of de programmering van de BSI is bijgewerkt (Start de herprogrammering). Controleer de telecodering van de parameters die betrekking hebben op de meting van het motorolieniveau. Controleer de weerstand van de niveausensor motorolie (ongeveer 10 Ω). Controleer de bedrading van de sensor. LET OP: Als de motorolieniveaumeter wel een niveau weergeeft, maar met de oliepeilstok een ander niveau wordt gemeten, LIGT DE OORZAAK NIET IN DE BSI EN IS HET NIET TOEGESTAAN DEZE TE VERVANGEN. G08 Diagnoseprocedure van de functie Motorolieniveaumeter 8
6 [G08][S02] DE ELEKTRISCHE MOTOROLIENIVEAUMETER GEEFT HET OLIENIVEAU HELEMAAL NIET WEER Uit te voeren handelingen: Controleer de configuratie van de BSI (parameter "Optie niveausensor motorolie (Ja/Nee)). Controleer de weerstand van de niveausensor motorolie (ongeveer 10 Ω). Controleer de bedrading en de stekkerverbindingen op onderbreking. Als alle genoemde punten in orde zijn, is het vervangen van de BSI toegestaan. 7 [G08][S03] CONTROLE VAN DE WERKING VAN DE FUNCTIE MOTOROLIENIVEAUMETER Voor een correcte weergave van het motorolieniveau zijn 5 opeenvolgende metingen van het motorolieniveau vereist. Uit te voeren handelingen: Zet het contact aan (zonder de motor te starten). Wacht 15 seconden. Zet het contact af. Wacht minimaal 3 minuten (zodat de BSI inslaapt). Herhaal deze handelingen 5 keer zonder de auto te verplaatsen of de motor te starten. G08 Diagnoseprocedure van de functie Motorolieniveaumeter 9