y Raad van Lelystad 2011 N 25 NOTULEN van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Lelystad, gehouden op dinsdag 11 januari 2011 te 21.30 uur in het Provinciehuis van de provincie Flevoland te Lelystad. Aanwezig zijn: mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter; mevrouw J. d Arnaud-Appelo (PvdA), de heren P.L.WJ. Baaten (InwonersPartij) en J. van de Beek (PvdA), mevrouw D.B.J. Bergman (D66), de heren F. van den Brink (InwonersPartij), R.T. Brouwer (Trots), D.W. Bussink (CDA), L.J.J. Caniels (CDA), S.G.J. van Erk (VVD), H.W. Gerritzen (VVD), P.C.W. Hamstra (VVD), E. van der Herberg (PvdA), E. Hers (VVD) en J.M. van den Heuvel (SP), mevrouw J.J.P. van der Hoek-Dubois (Bindend Lokaal), de heren C.J.J. Homan (Bindend Lokaal) en J.L. Jonker (VVD), mevrouw E.C. van der Kleij (PvdA), de heren A. Kok (Christenunie) en H.P.M. van der Kolk (GroenLinks), mevrouw L.A. Kreuger-Sietses (GroenLinks), mevrouw F. Linde (SP), mevrouw E.W. Middelkoop-Ferron (PvdA) mevrouw A.F.M. van Rijnsoever (InwonersPartij), de heren J. Schoone (Bindend Lokaal) en P.A. Schot (D66), mevrouw K. Senf (InwonersPartij), de heer H.P. Soomers (PvdA), mevrouw J.W. Sparreboom-van der Spoel (VVD), de heren C. van Veluwen (Christenunie) en B.E. Visscher (InwonersPartij) en mevrouw E. van Wageningen (ChristenUnie), leden van de raad; alsmede mevrouw M. Jacobs-Haagen en de heren J.A. Fackeldey, W. de Jager, W. Jansen, en R. Luchtenveld, wethouders; en de heren D.G.C. van der Spek, gemeentesecretaris, en J. Woltjer, griffier. Afwezig zijn: de heren M. El Mhassani (PvdA), E.H.G. Marseille (VVD) en W.L.G. Raijmakers (Trots), leden van de raad.
2011 N 26 Agenda 1 Opening N 26 2 Mondelinge vragen N 26 3 Vaststelling agenda N 27 4 Notulen raad van 16 en 30 november 2010 N 27 5 Ingekomen stukken N 28 6 Beantwoording schriftelijke vragen van het CDA N 28 7 Beantwoording verzoek om inlichtingen van GroenLinks N 29 8 Mededelingen N 31 9 Vaststelling A-stukken N 31 10 Voorstel inzake Kadernota Lokale Educatieve Agenda N 32 1. Opening De voorzitter: Dames en heren. Ik open de raadsvergadering. Bericht van verhindering is ontvangen van de heer El Mhassani, de heer Raijmakers en de heer Marseille. De heer Raijmakers ligt op dit moment in het ziekenhuis en zullen wij namens de raad een bloemetje doen toekomen. 2. Gelegenheid tot het stellen van mondelinge vragen (art. 37 RvO) De heer Baaten: Mevrouw de voorzitter. Afgelopen zaterdag heeft er een behoorlijk stuk gestaan in de Telegraaf, onder de kop Afblijven ; het is een A4 formaat. Dat was een stuk dat geschreven is door ombudsman de heer Brenninkmeijer. Het ging, en dat kon iedereen die in Lelystad woont weten, over de Groene Velden en bepaalde heren. De vraag is of het college hiervan eveneens kennis heeft genomen en of het college hier nog op gaat reageren. Wethouder Luchtenveld: Wij hebben ook kennisgenomen van dit artikel. Daar komt de gemeente Lelystad niet positief uit. We weten dat dit dossier dit soort publiciteit kan opleveren. Wij reageren niet op krantenartikelen, maar wij zijn natuurlijk wel in gesprek. In het kader van de hele bestemmingsplanprocedure hebben wij u toegezegd hierover gesprekken te voeren, niet alleen met deze betrokkenen maar met alle belanghebbenden die zich ook in de periode van de zienswijze zullen melden. Dat zullen we inderdaad heel zorgvuldig doen en daar goed de tijd voor nemen. Daarbij nemen uiteraard de uitspraak in acht van de ombudsman die hij eerder heeft gedaan en die u ook is geworden. De heer Van der Herberg: Mevrouw de voorzitter. Op ons bureau vinden wij een brief over windparken in het IJsselmeer. Dank daarvoor. Wij hebben daar een vraag over en die is hiermee nog niet opgehelderd. Vorige week meldde Omroep Flevoland dat mede namens de gemeente Lelystad een brief naar de minister is gegaan met de vraag om minder windmolens bij Urk te bouwen. Want windmolens die geschrapt worden, kunnen wel worden gecompenseerd in Lelystad, zo las ik in dat nieuwsbericht. Twee vragen daarover. Kan de brief die naar de minister is gegaan, ter informatie naar de raad toekomen? Het liefst deze week. Waar in het gemeentelijk klimaat-, of energie-, of ruimtelijke ordeningsbeleid staat dat als wij windmolens toestaan, dat kan betekenen dat andere gemeenten wat minder hoeven te bouwen? Oftewel, wat is er tegen twee windparken? Wethouder Jansen: Om met het laatste te beginnen, het college heeft daar niets op tegen. Er liggen twee initiatieven hieraan ten grondslag. Wat wij aan de minister
2011 N 27 hebben weergegeven, is anders dan in de berichtgeving in de media. Ik heb dat eveneens gezien en gehoord en het is dus anders. Wij hebben gezegd: over het hele gebied van Flevoland zou je je oordeel moeten kunnen vellen over hoeveel capaciteit aan windenergie wij zouden moeten toelaten en om welke redenen, onder welke randvoorwaarden en in welk gebied dat dan zou moeten plaatsvinden. U wordt daarover in deze brief geïnformeerd. Als u aan het eind van de brief kijkt, dan ziet u dat de brief die wij mede ondertekend hebben zou worden bijgevoegd. Ik constateer echter dat hij hier niet bijgevoegd is. Deze krijgt u nog nagezonden. Mevrouw d Arnaud: Mevrouw de voorzitter. Ik heb eind vorig jaar schriftelijke vragen gesteld over kunst en cultuur. Daarvan heb ik bericht gekregen dat 14 december het antwoord er zou zijn en het zou vandaag in de raad behandeld kunnen worden. Ik heb nog niets gezien. Mijn vraag is: wanneer kan ik het wel verwachten en waarom ben ik niet geïnformeerd dat de beantwoording verlaat is. Wethouder Fackeldey: Volgens mij zijn ze vandaag in het college vastgesteld. Ik weet dan nooit helemaal zeker wanneer u ze heeft, maar vast snel. Dan kunnen ze in de raad aan de orde komen. We zijn ons kennelijk onvoldoende bewust geweest van het feit dat de termijn verlopen was, maar misschien zaten er enige feestdagen tussen. De heer Schoone: Mevrouw de voorzitter. Wij vragen ons af of het college nog heeft nagedacht naar aanleiding van de grote brand afgelopen week in Moerdijk, of binnen onze stad deze risico s bestaan. Is daar een inventarisatie van geweest? De voorzitter: Ik kan u zeggen dat wij naar aanleiding van de brand in Moerdijk niet expliciet hebben gekeken. We hebben verschillende categorieën van bedrijven in onze stad en ook risicovolle bedrijven. Daar controleert de brandweer één keer per jaar, inclusief bouw- en woningtoezicht, om te kijken of ze nog voldoen aan de gestelde eisen. Wat we wel gaan onderzoeken bij de brandweer, en dat heb ik vorige week op de nieuwjaarsreceptie ook gezegd, zijn de effecten die er soms kunnen zijn bij het vrijkomen van chemische stoffen of andere situaties, op de gezondheid van de mensen die hulp verlenen; evenals ramptoeristen maar laat ik me even beperken tot de hulpverleners. Dat willen we nog analyseren naar aanleiding van deze brand. Er zullen ongetwijfeld dozen vol met boeken komen over deze brand. Daar maak ik me geen zorgen over. We hebben afgesproken om elke keer als we iets kunnen leren, dat dan ook op te pakken. 3. Vaststelling agenda De voorzitter: U weet dat het voorstel van de grote grazers reeds is behandeld. Dus agendapunt 11 komt te vervallen. Met inachtneming van bovengenoemde wijziging wordt de agenda vastgesteld. 4. Notulen van de raadsvergaderingen van 16 en 30 november 2010 De notulen van de op 16 en 30 november 2010 gehouden openbare raadsvergaderingen worden conform ontwerp vastgesteld.
2011 N 28 5. Ingekomen stukken (stuk nr. A10-03443) -1 Voor kennisgeving aangenomen. -2 Voor kennisgeving aangenomen. -3 Voor kennisgeving aangenomen. -4 Voor kennisgeving aangenomen. -5 Voor kennisgeving aangenomen. -6 In handen van de commissie van de rekening gesteld voor het uitbrengen van een advies. -7 Ter afdoening in handen van het college gesteld. -8 Ter afdoening in handen van het college gesteld. 6. Beantwoording schriftelijke vragen (art. 38 RvO) van de fractie van het CDA inzake geluidbeleid (stuk nr. B10-09041) De heer Bussink: Mevrouw de voorzitter. Dank voor de beantwoording van de vragen. De gegeven antwoorden roepen bij ons nog wel de nodige vraagtekens op. Bij antwoord A wordt gezegd: er zijn geen geluidswallen, maar in rapport 157 uit 1979 van de heer Nicolai, al eerder hier in de raad besproken, is sprake van aarden wallen met een geluidwerende functie. Dat is dan 30 jaar geleden, maar in een recent rapport van de gemeente, Akoestisch onderzoek wegverkeer Westerdreef/Schoener West, van 2 september 2008, staat, ik citeer: "Bij de wijk Schoener ligt langs de Westerdreef een geluidswal. Iets verderop: "De geluidsbelasting zou mede vanwege de enigszins ingezakte geluidswal hoger uitkomen dan wenselijk. Mijn vragen. Spreekt de gemeente hier dan met twee monden, al naar gelang het haar uitkomt? Immers, in het ene stuk staat geluidswal en in de bijgevoegde brief die we hebben ontvangen staat: we hebben geen geluidswallen. Vraag twee heeft betrekking op onderdeel B. Zijn gedetailleerde berekeningen in 2011 echt een probleem? Dat kon men in 1979 ook al, getuige dit dikke rapport over geluid in Lelystad. Vraag drie. Het CDA wil best aannemen dat een geluidswal mogelijk niet overal past, maar waarom neemt het college deze optie niet mee op de locatie waar deze wel past, daar dit immers een veel goedkopere oplossing is. We hebben nog twee vragen, maar ik wil hier even stoppen. Wethouder Jansen: Mevrouw de voorzitter. We hebben zojuist in de sessie over het geluidbeleid een warme discussie gehad, waarbij in ons meningsverschil een aantal zetten zijn gedaan die op hetzelfde uitkomen en dat is dat het college van mening is dat het aarden wallen zijn en geen geluidswallen. Waarom ze in de geluidsberekeningen niet zijn meegenomen, is omdat je eerst met het beleid de norm vaststelt, dat heb ik ook toegelicht in de sessie zojuist, en dan kijkt welke passende maatregel je neemt als die norm wordt overschreden. Aan de kant die u zojuist bedoelde, de discussie over de Botter en de geluidswallen, vallen ze binnen de norm van 58 db(a) en dat vallen ze al vanaf het begin. De norm is 58 db(a) en in het nieuwe geluidbeleid blijft het 58 db(a). Van het ophogen van geluidswallen kan dan ook geen sprake zijn. De voorzitter: Zo voldoen op dit moment? De heer Bussink: Op deze vraag niet. Wat de wethouder zegt: we stellen eerst de kaders vast, betekent, dat hij daarmee aangeeft dat als de kaders vastgesteld zijn, we de optie geluidswallen kunnen meenemen en doorrekenen. En betekent ook, op
2011 N 29 de eerste vraag, dat we het wel hebben over geluidswallen in plaats van aarden wallen. Wethouder Jansen: We hebben het niet over geluidswallen, we hebben het over aarden wallen. Natuurlijk kan een aarden wal ook als geluidswerende wal als maatregel bij normoverschrijding gehanteerd worden. Dat zou een optie kunnen zijn. Maar dan komt het andere vraagstuk aan de orde: wat is duurder, een wal leggen zoals in de berekeningen van het IJmeerrapport zijn meegenomen, of een aarden wal verhogen. Dan kom je meer in de kostensfeer terecht. De heer Bussink: Ik had nog twee vragen. Ik moet constateren dat het woord geluidswallen in diverse teksten kennelijk een omissie is en dat het aarden wallen moet zijn. Dan kom ik op het antwoord bij vraag 2. Betekent het ook dat het bureau IJmeer in haar berekeningen is uitgegaan van verzakte geluidswallen? Wethouder Jansen: Het zijn geen geluidswallen. Daar wil ik echt de nadruk op leggen. Het zijn aarden wallen. Als in het IJmeerrapport geluidswal is gehanteerd, dan is dat een abuis. Het zijn aarden wallen. De heer Bussink: Laat ik het anders stellen. De voorzitter: Bij interruptie. U bent nu aan uw vierde termijn bezig inmiddels. Het komt nog terug in de raad, dus u krijgt nog kans genoeg. Als u zegt: het is me nog niet helemaal helder, of: ik heb nadere informatie nodig, dan kunt u altijd nog de wethouder daarover benaderen. De heer Bussink: Dan kom ik op een ander moment wel met aanvullende vragen. De voorzitter: Dank u wel. 7. Beantwoording verzoek om inlichtingen (art. 40 RvO) van de fractie van GroenLinks inzake Ansa (stuk nr. B10-08841) Mevrouw Kreuger: Mevrouw de voorzitter. De beantwoording van onze vragen geeft ons een treurig gevoel. Het antwoord op de vraag waarom er niet eerder is ingegrepen geeft namelijk feilloos aan waar het probleem ligt. Als uit een onderzoek blijkt dat er niets aan de hand was, terwijl later blijkt dat er op dat moment al heel veel mis bleek te zijn, is de enige logische conclusie dat het onderzoek niet goed was en in elk geval niet volledig. Als je weet dat er iets niet klopt, dan onderzoek je net zo lang tot je weet wat er mis is. Dat is onze instelling. Op vraag 2 antwoordt het college dat de gemeente terughoudend is geweest met doorverwijzen. Wat moet ik daaruit opmaken? Hebben alle betrokken ambtenaren het advies gekregen om niet meer naar de Ansa door te verwijzen, of werd dat aan de desbetreffende ambtenaar zelf overgelaten? Hoe gaat zoiets in zijn werk? Hoe kan het dat Ansa desondanks van één naar elf woningen heeft kunnen groeien? Treurig worden wij ook van het antwoord op vraag 5, over de opmerking dat Ansa niet op het digitaal zorgloket zou staan. Op het digitaal zorgloket staat de digitale sociale kaart van Lelystad. Als daarop geklikt wordt kom je bij ZorgwelFlevoland.nl, als je daar "begeleid wonen intypt, dan stond op de dag dat we deze vragen aan het college stelden Ansa nog bovenaan de lijst, terwijl de directeur toen al twee weken in voorlopige hechtenis zat. Een paar dagen later was Ansa inderdaad van de site verwijderd.
2011 N 30 Natuurlijk had er ingegrepen kunnen worden. Aan alle alarmbellen had tegelijk getrokken kunnen worden. Cliënten en instanties hadden gewaarschuwd moeten worden, zodat er niemand meer doorverwezen zou worden naar Ansa. Dat had jaren geleden al kunnen gebeuren, met of zonder rapporten in de hand, gewoon afgaand op je hart en op je gezond verstand. Tot slot zegt het college niet te kunnen voorkomen dat andere ondernemers soortgelijke praktijken gaan opzetten. Nee, maar wij willen het college het volgende adviseren. Wees alert bij de eerste klacht en grijp in bij de tweede. Dit wilde ik meegeven. Wethouder Jacobs: Mevrouw Kreuger, met hart en gezond verstand regeren is natuurlijk heel erg belangrijk, maar je moet wel feiten hebben waarop een OM, politie en anderen kunnen handhaven. Zoals u in alle beantwoording leest: politie en Openbaar Ministerie die de zaak ter harte hebben genomen, Inspectie van de Gezondheidszorg, het zorgkantoor, en dat er geen strafrechtelijke procedure is gestart. Dan kun je wel vermoedens hebben en met hart en gezond verstand zaken doen, maar als iemand niet schuldig bewezen is dan is hij niet schuldig. Dat is nu eenmaal gelukkig zo in ons strafrecht bepaald. Als u zegt: terughoudend. We hebben de ambtenaren het beleid meegegeven om niet meer door te verwijzen. Dat is ook gebeurd. Het grappige is - het is helemaal niet grappig, maar om het zo uit te drukken - dat mensen die daar woonden, andere mensen hebben geadviseerd om er te komen wonen. Toen wij een cliëntenonderzoek deden, was er helemaal geen sprake van dat de cliënten ontevreden waren, of zich vervelend voelden. Dat hebben wij ook in ons antwoord verwoord. De burgemeester heeft alles ter sprake gebracht in de lokale driehoek. Er was werkelijk niets te vinden. Als het college, en daar kunt u van op aan, en ook de driehoek ook maar iets hadden kunnen vinden om een zaak te maken, was dat gedaan. Wij hadden echter niet meer mogelijkheden dan wij in deze antwoorden hebben verwoord. Helaas. Mevrouw Kreuger: Ik wil daar toch op reageren. Blijft dat ik het heel schokkend vind dat u met al uw inzet die u zegt gedaan te hebben, en dat geloof ik best, niets hebt kunnen vinden en dat het Openbaar Ministerie uiteindelijk zoveel gevonden heeft, dat er voldoende grond is dat de desbetreffende directeur nog steeds in de gevangenis zit. Dat is wel een ongelooflijk grote discrepantie tussen wat u en alle instanties met onderzoek hebben weten te achterhalen en wat er uiteindelijk aan de hand blijkt. Dan blijft mijn eerste stelling: dan is er ergens iets niet goed of niet volledig onderzocht geweest, dat dit zo n discrepantie heeft kunnen zijn. De voorzitter: Misschien moet ik daar even op antwoorden. Enige jaren terug kwam raadslid de heer Zweers op mij afgestapt met het gegeven dat zaken scheef zouden liggen. Ik heb toen verzocht: lever een onderbouwing want dan kan ik het bespreken in de driehoek en kijken welke stappen gezet kunnen worden en dienen te worden. Dat was op zich erg moeilijk. Daar is ook de heer Zweers ruim een jaar mee bezig geweest om dat voor elkaar te krijgen. Desondanks is het wel besproken in de driehoek en dat betekent dat achter de schermen heel zorgvuldig gewerkt wordt en gekeken of het klopt wat vermeld wordt of niet. Achteraf is het altijd makkelijk om te constateren dat iets fout is. Op het moment dat je het binnenkrijgt als tip, moet je bewijzen en een onderzoek plegen. Daar is de politie voor en die heeft de hele opsporing en alle stukken die eraan ten grondslag liggen uiteindelijk bij elkaar weten te brengen. Dat heeft er in geresulteerd dat er nu voldoende bewijs op tafel ligt om inderdaad de directeur vast te zetten tot het voorkomt bij de rechter. In dat soort
2011 N 31 stappen werken we nu eenmaal en dat heeft te maken met onze rechtsstaat. Dan duurt het lang, dat ben ik wel met u eens. Ik was het zelf al een beetje kwijt dat we het hadden besproken, tot de melding kwam: kijk, we zijn zo ver gekomen in deze zaak. De tipgever, de heer Zweers, ik kijk even naar de fractie, ik denk dat dat tweeënhalf a drie jaar terug is geweest. Een jaar later is hij nog een keer bij me geweest. Dat hebben we juist heel stil gehouden, want je kunt erover praten met elkaar, maar je wilt de bewijzen goed op tafel krijgen als iemand een strafbaar feit ondergaat. Dat kan soms wringen, daar hebt u gelijk in. In de beeldvorming komt het raar over. Dat is afwegen in dit soort zaken. Mevrouw Kreuger: Daar wil ik toch nog even op reageren. Ik weet heel zeker dat mijn voorganger, de heer Kok, maar ook mevrouw Linde van de SP al aan de bel getrokken hebben bij het college. Dat was volgens mij zelfs nog voordat de heer Zweers aan de bel trok. Dus dit is nog langer bekend. Ik weet dat er toen vanuit het college wel dingen zijn onderzocht en dat men wel ergens achteraan is gegaan. Mevrouw Linde: Bij interruptie. Ik wil hier het een en ander rechtzetten. De heer Zweers was er al mee bezig voordat mijn fractie daarover vragen ging stellen. Mevrouw Kreuger: Dan haal ik dat door elkaar. Maar goed, ik weet dat men er in ieder geval vanaf 2007 mee bezig is geweest. De voorzitter: Zo voldoende afgedaan, mevrouw Kreuger? Ja, het ligt zoals het ligt. We wachten af tot de zaak voorkomt. Dank u wel. 8. Mededelingen Er zijn geen mededelingen. 9. Vaststelling A-stukken a. Voorstel tot vaststelling van de Nota Meerjarenperspectief Grondbedrijf 2010 (stuk nr. B10-04695) De heer Schot: D66 stemt tegen dit punt, omdat wij van mening zijn dat de Nota Meerjarenperspectief Grondbedrijf in samenhang met het Meerjarenbouwprogramma 2010-2019 behandeld dient te worden. Met de aantekening dat de fractie van D66 geacht wordt tegen het voorstel te hebben gestemd, wordt conform het voorstel van het college besloten. b. Voorstel tot vaststelling van de Beheersverordening Grondbedrijf 2010 van de gemeente Lelystad (stuk nr. B10-02094) Zonder beraadslagingen en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van het college besloten. c. Voorstel tot vaststelling van de bebouwde kom Boswet (stuk nr. B10-07226)
2011 N 32 Zonder beraadslagingen en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van het college besloten. d. Voorstel tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening (gebruik softdrugs) (stuk nr. B10-07900) De heer Brouwer: Ik wil de stemverklaring gebruiken om het college de complimenten over te brengen en te bedanken voor het oppakken van dit punt. Het moge duidelijk zijn dat wij voor zullen stemmen. Zonder beraadslagingen en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van het college besloten. B-stukken: 10. Voorstel inzake Kadernota Lokale Educatieve Agenda (stuk nr. B10-06977) De heer Hers: Mevrouw de voorzitter, zou ik u mogen verzoeken mevrouw Middelkoop als eerste het woord te geven? Vindt u dat bezwaarlijk? De voorzitter: Dat bepaalt u. Ik vind het helemaal niet erg. Het woord is aan mevrouw Middelkoop. Mevrouw Middelkoop: Mevrouw de voorzitter. Ik start ermee dat ik namens de PvdA graag de waardering uitspreek voor de samenwerking en inzet van alle betrokkenen bij de Lokale Educatieve Agenda (LEA), om het onderwijs in Lelystad verder te helpen. Uit de beeldvormende sessies hebben we kunnen vernemen dat de kwaliteitsmonitor in de startblokken staat, maar toch steeds vertraging ondervindt. Het moge duidelijk zijn dat de PvdA, destijds ook als initiatiefnemer, veel belang hecht aan deze kwaliteitsmonitor en hoopt dat deze zo spoedig mogelijk openbaar wordt. Eveneens kwam in de sessies naar voren, dat er aan de ene kant vraag is naar meer passend onderwijs voor, vergeef me de term, meer en hoogbegaafden en aan de andere kant allerlei initiatieven worden ondernomen. De PvdA is van mening dat binnen de LEA prioriteit toegekend dient te worden aan de ontwikkeling van passend onderwijs voor hoogbegaafden en dat hiertoe een concreet voorstel wordt uitgewerkt in het eerste uitwerkingsplan 2011, zoals ook in het vervolgproces in de LEA te lezen is. Wij willen heel graag dat het daarin wordt toegevoegd. Hiertoe dienen wij een amendement in. En daarom ben ik als eerste aan het woord, omdat wij dit gelukkig niet alleen doen. Ik moet mijn excuus maken aan de Christenunie, die had ik er in eerste instantie niet bij gezet, maar zij waren een van de eersten als medeondertekenaar. De Christenunie, SP, InwonersPartij, Trots, GroenLinks, VVD en D66 zijn mede-indieners van dit amendement. Dan heb ik ook nog een meer technisch amendement. Omdat de LEA medio september/oktober was aangeleverd, staat bij punt 6 nog dat de afweging bij de najaarsnota betrokken dient te worden. Die vertraging willen wij absoluut niet. Zoals in de LEA wordt aangegeven, dat de middelen als vliegwiel ingezet worden en een aanjaagfunctie hebben, zijn wij van mening dat de kosten voor de LEA zo spoedig mogelijk beschikbaar moeten worden gesteld. Dus in totaal dien ik twee amendementen in.
2011 N 33 Amendement 1 De fracties van PvdA, VVD, InwonersPartij, ChristenUnie, D66, GroenLinks, SP en Trots stellen het volgende amendement voor: Bij punt 3.f. van het voorgesteld besluit op te nemen: hierbij aan de ontwikkeling van passend onderwijs voor hoogbegaafden in het eerste uitwerkingsplan (2011) prioriteit toe te kennen en een concreet voorstel uit te werken. Amendement 2 De fractie van de PvdA stelt het volgende amendement voor: Bij punt 6 van het voorgesteld besluit de tekst te wijzigen in: 6. de kosten voor uitvoering van de LEA ad 550.000 beschikbaar te stellen. De voorzitter: De amendementen maken onderdeel uit van de beraadslagingen. De heer Schot: Mevrouw de voorzitter. Het woord kwaliteit is al over tafel gegaan. Wij zijn heel blij met de focus op kwaliteit. Dat zou mijn eerste termijn geweest zijn. Ik wil daar graag nu het volgende aan toevoegen, aangezien er een tweede amendement is gekomen over de 550.000. Terugkijkend naar de begrotingsdiscussies, als het bedrag omhoog gaat: waar zit het budget, waar komt het geld vandaan? Mevrouw Middelkoop: Ik neem aan dat u deze vraag aan mij stelt. Het is geen verhoging. Ditzelfde bedrag staat in het besluit. Er staat: de kosten voor de uitvoering te betrekken bij de integrale afweging in de programmabegroting. Daar hebben we vastgesteld dat we het toen niet zouden doen, maar bij het vaststellen van de LEA. De heer Schot: Ik heb niet goed gelezen. Excuus. De heer Van Veluwen: Mevrouw de voorzitter. Ook onze fractie kan instemmen met de vier genoemde speerpunten van beleid in deze nota. Wel willen we nog onderstrepen dat de uitvoering de verantwoording is van de desbetreffende schoolbesturen. Het college heeft dat in de diverse sessies wel aangegeven. Het is een vliegwielfunctie, stimuleren, initiëren, maar de schoolbesturen zijn wat ons betreft heel duidelijk aan zet. Het amendement van de PvdA, dat wij ondersteunen, betreft passend onderwijs voor hoogbegaafden, maar we zitten met nog een groep die wat ons betreft de aandacht mag hebben. Ik weet dat de heer Homan van zins is om daarover een amendement in te dienen en dat amendement spreekt ons aan. Het gaat om de andere groep die net zo belangrijk is voor onze samenleving: de vakmensen, de handjes, de vakopleidingen die onder grote druk staan omdat er in onze optiek nog enige scheefgroei is; de bagage is veel meer theoretisch dan praktisch. We zouden graag in de LEA willen zien dat daar aandacht voor komt, dat op dat gebied de handjes de ruimte krijgen. Ik weet niet precies hoe ik het moet zeggen. De heer Homan zegt dat veel beter en is daar veel deskundiger in, maar ik zou in dit debat met u ook daar de aandacht voor willen vragen en kijken of we daarvoor in de LEA een goede voorziening kunnen treffen, of er in ieder geval een speerpunt van kunnen maken. Over de financiën; de 550.000. Het is een technische correctie. Daar stemmen we mee in. De heer Hers: Mevrouw de voorzitter. De VVD is ook buitengewoon gelukkig met de kwaliteit van de Kadernota LEA en is van mening, dat deze een uitstekende basis vormt voor constructief overleg met het onderwijsveld. Onze complimenten daarvoor aan de opstellers. Wij menen dat de juiste prioriteiten worden gesteld en zijn van mening dat versterking van de horizontale afstemming, maar met name ook de verticale afstemming, ervoor kan zorgdragen dat kinderen tot betere resultaten komen en een zo goed mogelijke startkwalificatie voor de arbeidsmarkt kunnen
2011 N 34 bereiken. Laten we wel wezen, het is deze startkwalificatie die voor een groot deel hun maatschappelijke loopbaan zal bepalen. De VVD is op een aantal vlakken bezorgd, maar evengoed op een aantal andere vlakken buitengewoon verheugd. Zeer bezorgd waren wij met name over de zeer zwakke en zwakke scholen. Afgezien van het feit dat daarmee de kinderen tekort wordt gedaan, maakt het onze stad voor gezinnen met kinderen van buiten die overwegen zich in Lelystad te vestigen, minder aantrekkelijk. Verheugend is het dat door buitengewone inspanning van betrokkenen het nu sterk de goede kant met deze scholen opgaat. We zullen ervoor moeten waken dat dat ook zo blijft. Dan hebben we het vervolgens over de schooluitvallers, met name in het voortgezet onderwijs. Van deze groep weten we dat zonder snel en adequaat ingrijpen, zij vaak verworden tot kanslozen in onze maatschappij. Inspanningen om deze groep weer op het studiepad te krijgen, waarderen wij zeer. Daarnaast is het zorgelijk dat in Lelystad te weinig kinderen tot de Havo en het VWO weten door te dringen. Deze beide bieden immers een opmaat tot het HBO en de universiteit. De vraag is wat daarvan precies de oorzaak is, maar misschien zullen inspanningen om taalachterstanden al bij de allerkleinsten in een vroegtijdig stadium te signaleren en te corrigeren, daar op termijn een verbetering laten zien. In dat verband zien we binnenkort de nota Jongleren. Verheugend is het dat het aanbod van HBO-opleidingen sterk groeit en dat er voor de Roy Heiner Academy veel belangstelling bestaat, met vele aanmeldingen van buiten Lelystad. Tot slot is de VVD blij met de kansen die worden benut in de technische opleidingen rond de ontwikkeling van de Airport. Wat ons als het gaat om het onderwijs volstrekt duidelijk is geworden, is dat om te kunnen sturen goede meetinstrumenten onontbeerlijk zijn. Om een goed beeld te krijgen van de kwaliteit van ons onderwijs, is duidelijk inzicht in het verloop van de schoolcarrières van scholieren van groot belang. De VVD ziet dan ook zeer uit, en het is al even gesteld, naar de publicatie van de onderwijsmonitor. Meten is weten, maar om er beleid op te kunnen inzetten staat of valt alles bij de kwaliteit van de onderliggende gegevens. De VVD zal de komende onderwijsmonitor, en hopelijk komt hij inderdaad zo spoedig mogelijk, uit en te na bestuderen en zo mogelijk ook tot suggesties voor verbetering van deze monitor komen. In die zin staan de gezichten dezelfde kant op, daar ons uit een gesprek met het bestuur van het openbaar onderwijs bleek, dat zij zonder meer een bijzonder sterke focus hebben op verbetering van de vastlegging en gegevensinput van de onderwijsmonitor. Tot slot, er is reeds veel over gezegd in de voorgaande beeldvormende en oordeelsvormende sessies, ten aanzien van de meer en de zogenaamd hoogbegaafden. Elk kind heeft recht op onderwijs, waarbij eruit gehaald wordt wat erin zit. Of dat voor de genoemde groep op dit moment geldt, is een vraag waar ook de VVD nadrukkelijk vraagtekens bij stelt. In dat verband is de lopende rechtszaak over vergoeding van vervoerskosten voor een hoogbegaafde naar het Leonardo onderwijs, in Dronten naar ik meen, een duidelijke testcase. In de beeldvormende en oordeelsvormende sessies heeft de VVD zich lang afgevraagd of Leonardo onderwijs in Lelystad geen oplossing zou kunnen bieden. Misschien is dat ook wel zo, maar er kunnen uiteraard ook andere wijzen zijn om aan meer en hoogbegaafde leerlingen recht te doen. De VVD wil de verantwoordelijkheid van het onderwijsveld vooralsnog respecteren en aan hen de invulling van geschikt onderwijs voor deze groep laten. Wij vinden dan ook het ingediende amendement, om een concreet voorstel uit te werken, heel goed.
2011 N 35 Nog één punt. Ten aanzien van de eerder aangekondigde motie met betrekking tot die van Bindend Lokaal. Daarbij stellen wij dat het niet onze positie is om aan te geven welke vakken exact door het onderwijsveld in het lesprogramma moeten worden ingevuld. De heer Homan: Mag ik een vraag stellen aan de heer Hers? Ik hoorde dat hij in zijn betoog gebruikte het woord vooralsnog; het onderwijs krijgt vooralsnog de kans. Mag ik hem vragen of hij dat wil uitleggen? De heer Hers: Waar het gaat om de discussie ten aanzien van de invulling van geschikt onderwijs voor meer en hoogbegaafden leggen wij de bal bij het onderwijsveld, met het verzoek daarin een concreet voorstel uit te werken. Daarbij laten we het oordeel in de eerste plaats aan het onderwijsveld, dat in de eerste plaats de expertise heeft om de problematiek het beste te kunnen beoordelen De heer Homan: Na het gebruiken van het woord vooralsnog, hoor ik nu: we laten het initiatief in de eerste plaats aan hen. Dan ben ik nieuwsgierig wat er daarna in de gedachten van de VVD zal gaan gebeuren. De heer Hers: Ik denk dat u dan vooruitloopt op zaken. Daar kan ik op dit moment uiteraard niets over zeggen. Maar ik vind het een aardige vraag wat dat betreft. De heer Homan: Ik ben erg blij met het aardige antwoord. Ik was bang voor repercussies, of iets dergelijks. Mevrouw Kreuger: Mevrouw de voorzitter. GroenLinks neemt kennis van de Kadernota LEA. Het is een goede nota en het lijkt ons een nota waarmee goed te werken valt. Landelijk en lokaal is er de laatste tijd veel aandacht voor de begeleiding van hoogbegaafden. Wij delen de opvatting dat op veel reguliere scholen deze kinderen vaak niet de begeleiding krijgen die zij eigenlijk nodig hebben. Daardoor ontstaat het risico van uitval of onvoldoende ontplooiing. Passend onderwijs voor deze groep is belangrijk. Alleen de vorm waarin dit moet, willen we graag overlaten aan de mensen in het veld. Het amendement van de PvdA verwoordt onze zorg voor deze groep kinderen en laat het hoe over aan de deskundigen. Daarom hebben wij dit amendement mede ondertekend. De heer Homan: Mevrouw de voorzitter. Ik sluit me aan in de rij van collega s die positief zijn over de voorliggende nota. Ik noem het zelfs een onderwijsvernieuwings- /verbeteringsalmanak. Aan de ene kant is het heel mooi te constateren dat er zoveel mooie plannen bedacht en beraamd zijn, aan de andere kant zou je kunnen denken: is het dan nog niet zo goed met het onderwijs. Dat wil ik betwijfelen. Het plan is ook uiterst ambitieus. Als alles wat in het plan staat, uitgevoerd moet gaan worden binnen de planperiode, zijn waarschijnlijk alle onderwijsgevenden overspannen en dat willen we natuurlijk niet. Dus ik denk dat er met beleid, met heel veel nauwkeurigheid en nauwgezetheid moet worden gezocht naar betrokkenheid van de mensen die het moeten gaan doen; met de voeten in het veld. We hebben als gemeentebestuur kennelijk een overleg gehad met de schoolbesturen, in het Samen naar School verhaal, maar de allerbelangrijkste personen die het moeten gaan doen, moeten nog aan zet worden gebracht. Dat zijn de onderwijsgevenden. Dat zijn geen machines. Je kunt niet zeggen: we zetten de machine een tandje hoger, twee tandjes beter. Het zijn mensen bij wie je op hun gevoel moet werken om te zorgen, in goed overleg, dat ze betrokken zijn bij de voorgestelde vernieuwingen en dat het gevoel bestaat dat het bottom up zal zijn. Deze nota ademt veel meer de sfeer van top down. Dus het lijkt een geweldig ambitieus uit te voeren plan, en dat is het, maar het moet
2011 N 36 dan altijd nog uitgevoerd gaan worden door de betrokkenen! Daar heb ik een uitroepteken bij gezet, omdat het niet aan te nemen valt dat het zo één, twee, drie uitgevoerd gaat worden. Bindend Lokaal heeft niet mede ingediend of zal niet instemmen met het amendement waar het gaat over het plan voor meer en hoogbegaafde kinderen. Ik zal u en mijn collega s vertellen waarom. Wij kennen allemaal Be Cool. Er is al een aantal jaren een werkgroep hoogbegaafden en daar is ontzettend stevig gediscussieerd en het plan gemaakt om aan deze doelgroep te bieden wat aan deze doelgroep geboden zou moeten worden. Dat heeft geresulteerd in een plan dat eerst is afgewezen en daarna heeft het gelukkig geresulteerd in een prachtig plan, Be Cool, dat 600.000 naar Lelystad brengt en waarin een aantal scholen gefundeerd, natuurlijk met een plan, aan de slag zal gaan voor de hoogbegaafde kinderen. U mag aan elke school vragen of ze hoogbegaafden aan hun trekken willen laten komen. Dat zal per school verschillen. Als ouders vinden dat hun kind op een school niet aan zijn trekken komt, dan zijn er na informatie in te winnen, dus plekken waar er meer, beter, gefundeerd en planmatig gewerkt wordt. Op grond daarvan is de mening van Bindend Lokaal, waar het amendement spreekt dat er een plan moet komen: er Is een plan, er komt 600.000 voor. Niet alle scholen doen nog mee, maar dat heeft zo zijn naijleffect en die scholen komen óf later wel óf hebben daar geen behoefte aan en dat is de eigen bevoegdheid van de school. Wij hebben als Bindend Lokaal de volgende gedachte, en de heer Van Veluwen heeft de opmaat verricht en het college heb ik in de persoon van de heer De Jager bevraagd. Er zijn kinderen die al voordat ze 12 jaar zijn en misschien nog veel jonger, hebben laten zien dat ze met hun handen willen gaan werken. Dat zijn geen kinderen die theoretische vakken met plezier aanpakken, dat zijn kinderen die wel met plezier theoretische vakken pakken die gekoppeld zijn aan de praktische uitvoering van: hoe zaag ik een auto doormidden, en hoe plak ik een band. Daar kun je allerlei sommen bij neerzetten, je kunt er allerlei tekeningen bij aanreiken en je kunt ook gebruikmaken van allerlei prachtige programma s op de computer; Autocad heet dat. Om maar iets te noemen. De voorzitter: Bij interruptie. Mevrouw Middelkoop wil iets aan u vragen. Mevrouw Middelkoop: Het gaat over uw bewoordingen over ons amendement. Waar leest u dat wij die plannen die er lopen opzij zouden schuiven? Omdat dit de plek is waar wij met het onderwijsveld praten over de uitwerking van alle plannen en hoe dat wordt gecommuniceerd met de raad, vragen wij om een prioriteit toe te kennen. Dus ik geloof dat wij niet zo heel ver van elkaar verwijderd zijn. Het blijft natuurlijk uw mening, het is niet zo dat u hiermee moet instemmen. Ik verwijt u alleen dat u aangeeft alsof wij de plannen die er liggen van tafel schuiven. Dat doen we niet. We sluiten niets uit en we leggen ook niets op. Wij vragen alleen prioriteit toe te kennen, zodat het inderdaad binnen de LEA zo snel mogelijk tot een uitwerking komt. De heer Homan: Uw opmerking is mij duidelijk, maar op grond waarvan u meent te veronderstellen dat ik laatdunkend heb gesproken over het aan de kant schuiven van wat er gebeurt, dat heb ik niet beoogd. Als ik het op de een of andere manier gezegd zou hebben, neem ik dat terug. Wat ik lees in uw amendement is: een concreet voorstel uit te werken. Dat wordt al uitgewerkt. Ik neem aan dat de wethouder dat straks namens het college zal vertellen. Ik hoop dat u tevreden bent over het antwoord. Mevrouw Middelkoop: Als dat binnen een uitwerkingsplan van de LEA ook weer naar de raad komt, is iedereen hierover geïnformeerd en zijn we allemaal tevreden.
2011 N 37 De heer Homan: Nu moet ik herhalen wat ik daarnet zei. Het plan dat ingediend is, en waarvoor 600.000 naar Lelystad komt, is er al. En u vraagt erom. Dus u loopt naar mijn mening achter de feiten aan. We zijn het misschien niet helemaal eens, maar onze meningen liggen wel vlak bij elkaar. Mevrouw Middelkoop: Het gaat ook om de uitwerking van het plan. We hoeven het niet eens te worden, maar ik wil wel dat u zich houdt bij hoe wij het amendement hebben opgesteld en daarin sluiten wij niets uit. De heer Caniels: Mag ik een vraag stellen aan de heer Homan? Mijnheer Homan, moet ik nu uit uw betoog afleiden, dat het plan er al is en dat dat hetzelfde is als Be Cool? Met andere woorden, we zouden niet tot 2011 hoeven wachten? De heer Homan: Ik word straks vast gesteund door de bewoording van het college. Het plan Be Cool is ingediend; anders krijg je niet die 6 ton. Ik heb gezegd: daarvoor was er een ander plan en dat haalde het niet. Als er geen plan is dat uitvoerbaar is, dat uitgevoerd gaat worden, krijg je dat geld niet. Het plan waar nu om gevraagd wordt door degenen is er al. Ik heb al geprobeerd een stuk te verduidelijken waar het gaat om wat men ook wel noemt in het land het ouderwetse ambachtsonderwijs. Waar jongens en ook meisjes een vak leren, waar zij met hun handen aan de slag kunnen en waarvoor er in de toekomst volop kansen zijn om dat te kunnen gaan doen, want we missen die mensen in de maatschappij zeer. Wij dienen daarvoor een amendement in, om het college te steunen, want de heer De Jager is er zelfs voor naar Liverpool geweest, en wat je ver haalt is lekker. Dat is dus vast een ondersteuning voor zijn beleid om dat hier voor elkaar te krijgen. Er is nog een amendement van Bindend Lokaal. Ik zal u vertellen dat ik in de erfenis van ons voormalig raadslid de heer Erica een programmaboekje vond; Opinieplein 15 november 2007. Gelukkig had hij het bewaard. Daar staat ook iets in over openbaar vervoer; vandaar. Daar staat het uitwerkingsplan LEA in. Ik zal u vertellen wat daar voor punten in stonden. In november 2007: 110.000 voor de monitor. En vanavond hoorde ik dat iemand dacht dat hij door de PvdA naar voren geschoven was, maar in 2007 stond hij er al in en hij is nog niet gerealiseerd. Het vliegwiel heeft nog niet gewerkt, het staat er nu weer in. Doorlopende leerlijnen 130.000 in 2007. 90.000 aansluiting onderwijs arbeidsmarkt. Onder 4.j. staat dat nu. 110.000 voorkomen vroegtijdig schoolverlaten. In 2007 110.000 vliegwielwerking, het heeft dus niet zo goed gewerkt. Ik ben niet van de gedachte dat het niet in de LEA moet, het is heel belangrijk. Wij stellen voor, en ik bied u nu het amendement aan, om daar wat aan te doen door na bereikte doelstelling het eerste jaar de helft van het geld, het tweede jaar de rest van het geld uit te betalen. Amendement 3 De fractie van Bindend Lokaal stelt het volgende amendement voor: "Bij het voorgestelde besluit 4.i. toe voegen: Versterken van de doorlopende leerlijn primair onderwijs-voortgezet onderwijs, waarbij de realisatie van een breed vak (ambachts)college extra aandacht verdient. Toelichting: 1. Elke leerling dient de optimale kans geboden te worden op een succesvolle schoolloopbaan, die perspectief biedt voor zijn verdere ontwikkeling en leidt tot een voor
2011 N 38 2. binnen het onderwijsaanbod moet aansluiting worden gezocht bij de capaciteiten en het niveau van de individuele leerling; 3. leerlingen van een ambachtscollege zijn leerlingen bij wie de voorkeur uitgaat naar het werken met de handen. De theorielessen zijn voor hen vaker een plaag dan interessant; 4. de ambachtscolleges hebben goede contacten met het bedrijfsleven in de regio, waardoor een baanperspectief na het doorlopen van het college een grote mogelijkheid biedt. Amendement 4 De fractie van Bindend Lokaal stelt het volgende amendement voor: Toevoegen na besluit 7.: 8. Voor organisaties/instellingen die activiteiten in het kader van de LEA uitvoeren zal de geldelijke ondersteuning c.q. tegemoetkoming in twee gelijke delen worden uitbetaald. Indien aan de gestelde doelen na het eerste jaar is voldaan het eerste deel; na het tweede jaar het tweede deel indien aan de gestelde doelen wederom is voldaan. Toelichting: 1. Voor organisaties/instellingen die activiteiten in het kader van de LEA uitvoeren is een geldelijke ondersteuning c.q. tegemoetkoming van harte welkom; 2. Vliegwielwerking van LEA-geld heeft niet altijd langduriger gevolg dan 1 jaar; 3. Ter stimulering van het blijvend werken aan onderwijsverbetering (door middel van uitwerking van in de LEA genoemde activiteiten) zal een gespreide betaling een ondersteuning kunnen zijn. De voorzitter: De amendementen maken onderdeel uit van de beraadslagingen. U wilt een vraag stellen mevrouw Senf? Gaat uw gang. Daarna mevrouw Middelkoop. Mevrouw Senf: Ik heb een vraag aan de heer Homan ten aanzien van de amendementen. In het eerste amendement vraagt Bindend Lokaal extra aandacht voor de jongeren die dat ambachtsonderwijs nodig hebben. Ik wil vragen waar die extra aandacht dan uit bestaat. We hebben toch voldoende voorbeelden van onderwijs hier in de regio waarbij praktijkonderwijs een onderdeel vormt van dat onderwijs. Voor veel jongeren is het inderdaad vaak een probleem om zich de theorie eigen te maken, maar met extra aandacht los je dat niet op. Daarnaast heeft Bindend Lokaal een amendement ingediend ten aanzien van de bijdrage, of dat in verschillende termijnen uitbetaald kan worden, zodat er inderdaad echt uitvoering wordt gegeven aan bepaalde activiteiten. Ik denk dat de uitvoering van het onderwijsbeleid aan het openbaar onderwijs zelf is en dat wij daar geen termijnen aan moeten stellen. Bent u het daarmee eens? De heer Homan: De extra aandacht houdt niet meer en niet minder in dan dat wij hopen dat het college erin slaagt om in samenwerking met besturen zo snel mogelijk te komen tot de realisatie van dat type onderwijs. Waarom is dat nodig, bestaat dat al volop? Nee. Dat is in een heleboel plaatsen in Nederland wel het geval, maar het is geen praktijkonderwijs. Ik moet nadrukkelijk aangeven dat dat het onderwijs is van de school De Steiger, voor minder begaafde leerlingen. Zij gaan vanuit die school naar het voortgezet speciaal onderwijs en dat is de praktijkschool. Dat is dus een andere categorie leerlingen. Mevrouw Senf: Behalen zij daarmee ook een startkwalificatie? De heer Homan: Zij doen daar kennis en vaardigheid op om in het bedrijfsleven een functie te vervullen. De startkwalificatie ligt niet op het niveau van LBO, en lager is er
2011 N 39 niet. Het is wel een scholing om in de praktijk goed geschoold en ervaren aan de gang te gaan. En heel veel van die leerlingen. De voorzitter: Wilt u kort antwoorden, want u bent over uw tijd heen. U had ook nee kunnen zeggen. Ik ben wel vriendelijk om iets meer tijd te geven. De heer Homan: Neemt u mij niet kwalijk. Beroepsafwijking: uitleggen. Mevrouw Middelkoop: De heer Homan verwijt mij dat ik ten onrechte initiatiefnemer ben voor de kwaliteitsmonitor. Ik wil u erop wijzen dat wij destijds met de verzelfstandiging heel nadrukkelijk hebben aangegeven, dat wij het heel belangrijk vonden dat de kwaliteitsmonitor er kwam. Dat initiatief bedoel ik; dat het inderdaad nog steeds van belang is en dat wij het nog steeds belangrijk vinden dat hij er komt. U had ook niet hoeven te verwijzen naar een Opinieplein van 2007, want in deze LEA is juist alles opgenomen van de LEA van 2007 tot 2010. Er staat op blz. 10 een heel lijstje met conclusies hoe het met de financiën is gegaan. Dus ik blijf het niet terecht vinden dat u zegt dat het geen vliegwiel- of aanjaagfunctie heeft. De heer Homan: Een kort antwoord. Als in 2007 die elementen in het plan staan dat uitgewerkt moet gaan worden, en wij mogen veronderstellen dat door middel van vliegwielwerking waar je geld, een incentive, tegenover zet dat het gerealiseerd wordt, dan is dat dus nog niet zo makkelijk. Dat is nogal weerbarstig. Mevrouw Senf: Mevrouw de voorzitter. Wij zien natuurlijk in dat het openbaar onderwijs in Lelystad is verzelfstandigd en dat de invloed van de gemeente Lelystad beperkt is geworden. Het bestuur van het openbaar onderwijs heeft de keuze gemaakt om met het onderwijsproject Be Cool het passende aanbod voor hoogbegaafde kinderen in Lelystad te realiseren. Wij zullen dit project dan ook de komende periode heel goed blijven volgen en zijn benieuwd naar de resultaten. Deze resultaten moeten leiden tot een structureel aanbod voor alle hoogbegaafde kinderen in Lelystad en wij hopen dat hiermee dan ook de ouders van de hoogbegaafde kinderen worden bediend en zij niet meer buiten Lelystad het onderwijs hoeven te volgen. Jammer dat wij nog steeds geen inzicht hebben in het plan Be Cool, waarover wij in een oordeelsvormende sessie met elkaar spraken. Gelukkig konden wij op de website van de basisschool De Tjalk nog wat summiere informatie vinden. Maar de LEA gaat niet alleen om een passend aanbod voor hoogbegaafde kinderen. Als InwonersPartij willen wij het college graag nog de volgende aandachtspunten meegeven. De onderwijsmonitor wordt tijdig en volgens de planning aan de raad voorgelegd. Nu het openbaar basisonderwijs is verzelfstandigd zal de gemeente in vele opzichten een andere rol moeten gaan innemen ten aanzien van dit onderwijs. Beleidsmatig zal er een stap terug moeten worden gezet. Het onderwijs zal meer vrijheid krijgen en wij zullen het onderwijs moeten loslaten. Er kan dus beleidsmatig dan ook geen sprake meer zijn van een top down push richting het onderwijs, maar toch zullen wij graag de vinger aan de pols willen blijven houden. In relatie tot de landelijke ontwikkelingen adviseren wij naast LEA te anticiperen op een regionale educatieve agenda. Wij zien graag dat uit de werkgroep voortijdig schoolverlaten wordt doorgebouwd naar een regionale educatieve agenda met de volgende doelen. - Passend onderwijs in Flevoland voor alle kinderen tot en met 23 jaar. Universitair onderwijs is misschien nog een brug te ver. - Afstemming onderwijs en arbeidsmarkt in Flevoland. Heel erg belangrijk als je gaat kijken naar de toekomst op de arbeidsmarkt waar nog wel wat problemen komen te liggen.
2011 N 40 - Een goede samenwerking van diverse gemeenten en onderwijsinstellingen in de provincie Flevoland, waarbij schooluitval en voortijdig schoolverlaten zoveel mogelijk worden teruggedrongen. - Als laatste aandachtspunt zien wij graag een stimulerende rol vanuit de gemeente Lelystad ten aanzien van contextrijk leren en innovatieve onderwijsconcepten. Dit om het onderwijs aantrekkelijker te maken voor jongeren in de leeftijd vanaf 12 jaar. Dit kan helpen om schooluitval en voortijdig schoolverlaten terug te dringen. De Roy Heiner Academy is zo n voorbeeld, maar hierbij is het van belang dat dit soort opleidingen wel voor iedereen betaalbaar zijn en bereikbaar. Tot slot willen wij onze waardering nog uitspreken voor iedereen die werkzaam is in het onderwijs. Het amendement dat wij mede hebben ingediend is reeds toegelicht door de PvdA. Hierbij wil ik het laten. Mevrouw Middelkoop: Mag ik een vraag stellen aan mevrouw Senf? Vanwaar uw angst voor de verzelfstandiging van het openbaar onderwijs, dat zij dan niet meer bij de LEA aan tafel zouden zitten? Bij de LEA zitten alle partners in het onderwijs. Het bijzonder onderwijs dat al jaren zelfstandig is, is aan tafel. Ik vraag me af vanwaar de angst dat het verzelfstandigd openbaar onderwijs niet meer met de gemeente om tafel zou willen zitten. Mevrouw Senf: Dat zeg ik niet. Ik heb geen angst. De heer Caniels: Mevrouw de voorzitter. Het CDA heeft met waardering kennis genomen van het stuk dat wij vanavond gaan behandelen; de Kadernota Lokale Educatieve Agenda. Wij kunnen ons in hoofdlijnen vinden in de voorgestelde thema s en de daarbinnen geformuleerde prioriteiten. Het zal u gezien onze inbreng op het punt van passend onderwijs bij de behandeling van de najaarsnota niet verbazen, dat wij juist als het gaat om passend onderwijs voor alle Lelystadse kinderen, en zoals het collegeprogramma aangeeft het benutten van talenten, vanavond nogmaals de aandacht vestigen op het feit dat het onderwijsaanbod in Lelystad zoveel mogelijk moet aansluiten op de capaciteit en het niveau van de individuele leerling, zowel in een situatie als deze op een lager niveau blijken te liggen dan die van het gemiddeld aantal leerlingen, als in een situatie waarbij sprake is van een aantoonbaar hoger niveau. Hoogbegaafde kinderen in niet-passend onderwijs dreigen veelal buiten de boot te vallen en vast te lopen, waardoor niet alleen hun talenten verloren gaan, maar ook het gevaar dreigt van isolement binnen de klas met soms niet-wenselijk gedrag tot gevolg. In Lelystad zijn ouders van deze kinderen bij gebrek aan passend onderwijs ter zake, genoodzaakt voor hen buiten Lelystad, ik noem Harderwijk, Dronten, Almere, zelfs Woerden, het daartoe wenselijk onderwijs te zoeken met alle financiële gevolgen van dien, eigen bijdrage, kosten van vervoer, en worden daarbij soms ook geconfronteerd met wachtlijsten. In een tweetal beeldvormende sessies hebben verschillende ouders hiervoor de aandacht gevraagd. Namens het college is daarbij aangegeven dat hiervoor toch wel een inhaalslag dient te worden gemaakt. Het is mijn formulering, niet een letterlijk citaat. De Raad van State heeft 13 oktober uitspraak gedaan in een zaak aangespannen tegen de gemeente Emmen, waarbij de gemeente werd veroordeeld tot het met terugwerkende kracht betalen van de extra kosten wegens het ontbreken van passend onderwijsaanbod in die stad voor de hoogbegaafden. In het jongste regeerakkoord, financieel kader punt 5, is aangegeven dat er meer financiële ruimte ontstaat voor passend onderwijs voor hoogbegaafde leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs. Het CDA is van mening dat aan het aanbieden van passend onderwijs voor de hoogbegaafde leerlingen in Lelystad prioriteit dient te worden gegeven, zeker nu recent in het kader van Be Cool door de rijksoverheid extra