Gereedschap is belangrijk, maar wat doe je ermee?

Vergelijkbare documenten
PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Robots Lubos Galbavy.

DIGITALISERING OVERHEID WAT KUN JIJ DOEN?

Het digitale werken. George Evers 7 juni

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

ROBOTISERING: KANS OF BEDREIGING?

Brink, P. van den, (2003)

Robotisering en de toekomst van werk vloek of zegen?

De toekomst van arbeid? LIVING TECHNOLOGY. Maarten van Riemsdijk. The way we are living is changed fundamentally

Een halve eeuw arbeidsmarkt. 14 december 2018 Paul de Beer, Wieteke Conen

Enterprise Architectuur. een duur begrip, maar wat kan het betekenen voor mijn gemeente?

Na aanleiding van de publicatie van het rapport The future of employment: how

Globalisering, technologische verandering en de polarisatie van de arbeidsmarkt

Vaardigheden voor de toekomst: een economisch perspectief

Strategische Issues in Dienstverlening

Artificiële Intelligentie En De Menselijke Maatschappij

UIT arbeidsdeling

Werknemers en innovatie

The Future of Work: How Technology Will Impact the Workplace and HR

UIT de arbeidsmarkt

VISIE OP WERK. Jeroen Zwinkels 23 november 2015

EEN SIMULATIESTUDIE VAN DE SCHEDULE CONTROL INDEX

Eindexamen maatschappijleer vwo 2006-I

Smart Cities Hoe technologie onze steden leefbaar houdt en slimmer maakt

Nederland zakt vier plaatsen op Human Capital Index: vaardigheden en kennis van oudere leeftijdscategorieën blijven onbenut.

Technologie in de zorg

smartops people analytics

De match tussen mens en machine

Europa: Uitdagingen? Prof. Hylke Vandenbussche Departement Economie- International Trade 26 April 2018 Leuven

Global Project Performance

Gelderland Arbeidswijs

De 4e technologische revolutie en de toekomst van werk

De social profit in macro-economisch perspectief

Student-en-werk of het verschil tussen het aandeel werkenden in Nederland en. in België op. Nederland België

Where innovation starts. Vakken eerste jaar Technische Bedrijfskunde

Deeltijdarbeid. WAV-Rapport. Seppe Van Gils. Maart 2004

HET SALARIS. Welke factoren bepalen je loon?

Over Ren Steenvoorden

Programmaoverzicht Bachelor Open dag

Loonwijzer-rapport. Het ontslag van een collega De gevolgen van het aankondigen van ontslagen voor blijvers. Inleiding. Ontslaan van werknemers

Het creatief vermogen vergroten

Mens en machine. Gert-Jan Lokhorst

Geschiedenis van leidinggevende stijlen

We can't solve problems by using the same kind of thinking we used when we created them. (Albert Einstein)

Voor wie verstandig handelt! Daling personeel

LEEFTIJDSONAFHANKELIJK WERVINGSBELEID Presentatie Marjolijn Blokzijl

Masterclass Value of Information. Waarde creëren voor de business

08/11/2018. Robots, A.I. ende toekomst van AKC/NVvA Najaarscongres 8 november 2018

Het valt nog niet mee om een computer te zijn

Wat doen ingenieurs en wat verdienen ze ermee?

4Limburg. Samenwerking tussen Provincie Limburg en Universiteit Maastricht. contact:

Take on Talent. Take on Talent

200% Economie voor het vmbo Kerndoelen per leerjaar

MASTERCLASS STRATEGIE

Tussentijds advies Arbeidsmarkt Noord-Nederland

De strategische keuzes die moeten gemaakt worden zijn als volgt: Interne controle of zelfcontrole/sociale controle

Baanpolarisatie in Nederland

Het is goed mogelijk dat deze aanpak niet aansluit bij de werkwijze of situatie in uw onderneming. Graag maken we voor u een voorstel op maat.

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s

ROBOTISERING BEDREIGING OF KANS?

NIEUWE TECHNOLOGIEËN, MEDEZEGGENSCHAP EN HET NUT VAN SCIENCE FICTION

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Economie Pincode klas 3 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 5: Aan de slag! Exameneenheid: Arbeid en productie

Case. VolkerWessels Telecom FLOWFABRIC OPTIMISATION ENGINEERS

Pompen of verzuipen Arbeidsmarktontwikkelingen en de noodzaak van inclusieve organisaties

Van Papier naar Papierloos met iventionles,

Research Centre for Education and the Labour Market. Universiteit en arbeidsmarkt: Fictie en Feiten. Rolf van der Velden

VEILIG EN GEZOND WERKEN IN EEN VERANDERENDE ARBEIDSMARKT. Jos Sanders & collega s, TNO

The digital transformation executive study

Achterhoek 2020 Tom van der Horst, TNO 28 januari

Domeinpresentaties Tilburg University per 1 januari 2019

DUAAL LEREN IN VLAANDEREN: KANSEN EN GEVAREN

1 Inleiding. 1.1 De adviesaanvraag

ERP Software. Accountancy ICT benchmark

STEM. Science - Technology - Engineering - Math STEM-vaardigheden onderzoek onder meisjes

WHITE PAPER INRICHTING EN GOVERNANCE VAN VERMOGENSBEHEER

Where innovation starts. Vakken eerste jaar major Technische Bedrijfskunde

Arbeidsmarktdynamiek vanuit een leeftijdsspecifiek perspectief

Omarm de cloud. Een onderzoek naar de acceptatie van cloud computing onder Europese MKB s

knkpublishing Microsoft Dynamics De flexibele, innovatieve uitgeverijsoftware Nieuwe kansen in een veranderende media wereld

Bediende in de logistieke sector: kansen voor vrouwen?

Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden

Aanvraagformulier nieuwe opleiding. Basisgegevens. Contactpersoon/contactpersonen Postbus GG Amsterdam

BUSINESS TOUR november Hoe flexibele contractvormen verenigen onder dezelfde bedrijfscultuur?

Bas ter Weel. Bas ter Weel. voor de Stichting P&V Paleis voor Schone Kunsten (BOZAR) te Brussel 13 juni 2018

In deze folder vind je een beknopt overzicht van de loon- en arbeidsvoorwaarden in de voedingshandel.

Bedrijfsleven en Universiteit Best Practices: T-Labs & LTN

Digitalisering van de voedselketen

De impact van supersterbedrijven op de inkomensverdeling

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

LEREN OP DE WERKVLOER. Dr. Jessica van Wingerden MBA MCC

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

European Public Administration Namen toetsen

Robots houden groei arbeidsmarkt (nog) niet tegen

Workshop 3: Vaardigheden, ongelijkheid en armoede

Eindexamen economie 1-2 vwo 2007-II

Resultaten in een productie-omgeving Inclusief rekenwerk met een machine-uurtarief

Waar blijft de minister

Waar is onze ondernemingsdynamiek gebleven?

Transcriptie:

Gereedschap is belangrijk, maar wat doe je ermee? Technologie, functie-ontwerp en het niveau van toekomstige banen Jos Benders, Steven Dhondt & Geert Van Hootegem * De invloed van nieuwe technologie op de factor arbeid is een permanent actueel thema waarvoor al eerder in TvA aandacht is gevraagd (Batenburg et al., 2002). Vanaf het najaar van 2014 krijgt dit thema weer veel aandacht in de media, dit keer naar aanleiding van het working paper The future of employment; How susceptible are jobs to computerization? van twee economen van Oxford University (Frey & Osborne, 2013). Frey en Osborne bepalen daarin in welke mate 702 beroepen gevoelig zijn voor computerization, dat wil zeggen: zij hebben per beroep ingeschat in welke mate de taken waaruit dat beroep bestaat, kan worden geautomatiseerd. Daartoe ontwikkelden zij een nieuwe methode. Dat was nodig vanwege de voortschrijdende technologische ontwikkeling. Tot nu toe hielden modellen rekening met het mechaniseren en automatiseren van (1) routinematig en (2) handmatig werk. Inmiddels kunnen ook niet-routinematig werk en hoofdarbeid worden geautomatiseerd, en is dus een aanpassing van de bestaande modellen vereist. Frey en Osborne bepalen per beroep het belang van perceptie en manipulatie; de creatieve intelligentie ; de sociale vaardigheden. Hoe hoger een beroep hierop scoort, hoe lager de kans dat dit werk wordt geautomatiseerd. Aan de hand van een bestaande databank verdelen ze de 702 beroepen in drie categorieën: een hoog (een computerization -niveau van minstens 70%), middelmatig of laag (minder dan 30%) risico om te worden geautomatiseerd. Een hoog risico betekent dat de betreffende beroepen relatively soon oftewel binnen twee decennia kunnen zijn geautomatiseerd, uitgaande van Frey en Osborne s inschatting van de technologische ontwikkelingen. Ze concluderen dat 47% van de beroepen in de Verenigde Staten in deze categorie valt. Let wel: het gaat hier niet om 47% van de bestaande banen. Dat valt pas te berekenen als het aantal banen per beroep bekend is. Die exercitie is overigens gemaakt voor zowel België als Nederland. Baert en Ledent (2015) achten 49% van de Belgische banen vatbaar om op termijn geautomatiseerd te worden. Witteman (2014) berekende voor Nederland * Jos Benders en Geert Van Hootegem zijn verbonden aan de Katholieke Universiteit Leuven, Centrum voor Sociologisch Onderzoek. E-mail: Jos.Benders@soc.kuleuven.be. Steven Dhondt is verbonden aan de Katholieke Universiteit Leuven, Centrum voor Sociologisch Onderzoek, en aan TNO. 142 Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken 2015 (31) 2

Gereedschap is belangrijk, maar wat doe je ermee? een potentieel banenverlies van 38,6%. De percentages zijn natuurlijk niet exact en de verschillen tussen beide landen zijn opmerkelijk, maar de richting is duidelijk: een substantiële bedreiging voor veel van de bestaande banen. Frey en Osborne verwachten verder dat nu met name de onderkant van de arbeidsmarkt wordt getroffen. Dat zou een omkering zijn van de klassieke polarisatiehypothese (Kern & Schumann, 1984; en recent: Brynjolfsson & McAfee, 2014): in het recente verleden verdwenen vooral veel banen in het middenstuk van de arbeidsmarkt, waardoor twee polen ontstonden aan de onder- en bovenkant. Overigens wijzen Frey en Osborne erop dat de technologische mogelijkheden niet per se benut worden: de hoogte van de lonen en investeringen, politieke druk en regulering zijn hierop ook van invloed (voor Duitsland maken Kurz en Riegel (2013) het argument dat de recente invoering van het minimumloon investeringen in technologie en daarmee arbeidsuitstoot bevorderen). In hun paper relateren Frey en Osborne de ontwikkeling van de technologie rechtstreeks aan beroepen. Met dit direct koppelen van technologie aan de factor arbeid vertegenwoordigen ze een lange onderzoekstraditie, die haaks staat op andere onderzoekstradities die bestuderen hoe organisaties en individuele gebruikers technologie benutten. Op verschillende manieren wordt hierin aangetoond dat de menselijke omgang met technologie bepalend is voor de uitkomsten. Twee van deze manieren zijn het takenpakket-model en de moderne sociotechniek. Frey en Osborne bepalen de mate van mechaniseerbaarheid (we gebruiken de term hier zowel voor digitale als niet-digitale technologie) van beroepen aan de hand van schattingen over het verlies aan taken. Per beroep, of eigenlijk functie, bepalen ze welke taken te mechaniseren zijn. Maar het is vreemd dat ze geen aandacht besteden aan functie-ontwerp: het combineren van taken in functies. En wat is de rol van technologie daarin? Het takenpakket-model geeft daarop een antwoord (Benders, 1995; Batenburg et al., 2002). Het takenpakket bestaat uit alle taken in de organisatie die (nog) door mensen moeten worden verricht. Bij functieontwerp worden deze taken verdeeld over functies. Daartoe wordt er, impliciet of expliciet, gebruikgemaakt van ontwerpprincipes. Twee uitersten daarin zijn fragmentatie en integratie. Bij integratie wordt ernaar gestreefd om uitvoerende, voorbereidende en ondersteunende taken te combineren, zodat er volledige functies ontstaan waarin werknemers ook zeggenschap over hun eigen werk hebben. Vanuit het fragmentatieprincipe wordt er, daarentegen, naar gestreefd om taken zoveel mogelijk over verschillende functies te verdelen, resulterend in een hoge mate van arbeidsdeling. De belangrijkste rol van technologie in het takenpakket-model is dat de introductie van nieuwe technologie zorgt voor wijzigingen in de taken die (nog) door mensen gedaan moeten worden. Enerzijds wordt door nieuwe technologie werk geautomatiseerd dat voorheen door mensen werd verricht. Daarnaast ontstaan er vaak nieuwe taken in de vorm van bedieningstaken die weer door mensen moeten worden verricht. Figuur 1 geeft deze redenering schematisch weer. Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken 2015 (31) 2 143

Jos Benders, Steven Dhondt & Geert Van Hootegem Technisch Systeem Takenpakket Organisatieconcepten Functies Figuur 1 Het takenpakket-model Als het takenpakket uit taken met verschillende moeilijkheidsgraden bestaat, ligt het voor de hand dat er functies van verschillend niveau worden gecreëerd. Vaak worden eenvoudige taken, zoals machine-invoer, gecombineerd tot functies. Ook meer ingewikkelde taken, zoals machineonderhoud, worden vaak tot functies gecombineerd. De logica hierachter is dat het salaris van werknemers vaak wordt bepaald op basis van de hoogst vereiste kwalificatie. Door eenvoudige taken te combineren wordt vermeden dat hoger geschoolde en betaalde arbeidskrachten worden betaald voor eenvoudig werk. Hiermee is het in de hand houden van directe arbeidskosten een belangrijke drijfveer achter gefragmenteerde arbeidsverdelingen (het Babbage-principe). Bij de invoering van booglas-robots bleek dat zowel sprake kan zijn van hoger geschoolde functies, als de lasser leert programmeren, als van polarisatie: het programmeerwerk wordt door een specialist verricht, het laden en lossen van de robot door ongeschoolden (Benders, 1995). Het beroep lasser evolueert na de invoering van deze robot dus in verschillende richtingen. In andere gevallen kan de technologie het opsplitsen van een bestaande functie mogelijk maken, waardoor polarisatie optreedt. Dit opsplitsingseffect trad bijvoorbeeld op bij handhelds in de horeca. Voor invoering van de handhelds maakte een ober rondes over terrassen: eerst werd de bestellingen genoteerd, aan het eind van de ronde werd het briefje afgeleverd aan de bar, en nadat de barman (of de ober zelf) de consumpties had klaargemaakt, serveerde de ober ze uit. Met de handheld konden de taken bestellingen opnemen en uitserveren worden gesplitst. De ober voert de bestelling in in de handheld, waarna de barman direct kan beginnen met klaarmaken; zodra de bestelling klaar is, kan een runner de bestelling naar het (genummerde) tafeltje op het terras brengen. De winst zit hier overigens in de sterk verkorte levertijd, waardoor de klant per consumptie minder lang een stoel bezet houdt en dus meer kan worden omgezet (Schouteten et al., 2012). Verder kan een technologisch systeem, intentioneel of niet, het ontwerp van arbeidsplekken beïnvloeden doordat hierin ideeën over organiseren zijn ingebed. Een bekend voorbeeld zijn de zogenoemde ERP-systemen: organisatie-brede 144 Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken 2015 (31) 2

Gereedschap is belangrijk, maar wat doe je ermee? informatiesystemen waarmee wordt geprobeerd alle processen te standaardiseren en te automatiseren waarmee in alle voorkomende informatiebehoeften kan worden voorzien. De onderliggende filosofie hiervan is sterk centralistisch. Ook de proces-systemen van call centers staan bekend om de vergaande technologische mogelijkheden om werknemers te controleren. Nog breder zijn tracking and tracing -systemen inmiddels breed geaccepteerd, waardoor eventuele tekortkomingen in producten of dienstverlening zijn te herleiden tot individuele werknemers. Dergelijke centralistische en controlerende systemen werken het ontstaan van centralistische en sterk arbeidsdelige organisaties in de hand, met polarisatie van functies als resultaat. Eenzelfde effect heeft grootschalige technologie. Managers gaan er nog steeds vaak van uit dat systemen met een hoge capaciteit leiden tot een lage kostprijs. Wanneer berekeningen per systeem worden uitgevoerd, lijkt dat ook vaak te kloppen. In die berekeningen wordt vaak niet meegenomen dat de grootschalige technologie ook vaak gepaard gaat met grootschalige organisaties. Die grootschaligheid leidt in de regel tot lastig te bepalen maar vermoedelijk relatief hoge besturingskosten, en met een sterk arbeidsdelige structuur met banen met een beperkte regelcapaciteit. Ter afsluiting: technologie an sich doet niets met mensen, mensen doen iets met technologie. Technologie heeft nooit een direct effect op beroepen c.q. functies. Een nieuw technisch systeem heeft gevolgen voor de taken die nog door mensen dienen te worden uitgevoerd. Het heeft echter geen invloed op hoe die taken tot functies worden gecombineerd, tenzij in dit systeem organisatieprincipes zijn ingebed (Benders et al., 2006; Orlikowski, 2000; Zur Muehlen, 2004). Door technologie direct te relateren aan gevolgen voor de factor arbeid, zoals Frey en Osborne doen, worden de ontwerpmogelijkheden voor functies veronachtzaamd. Juist de beslissingen over de manier waarop deze ontwerpmogelijkheden worden benut, bepalen het niveau van nieuwe banen. Het resultaat van al deze beslissingen is de kwalitatieve structuur van de werkgelegenheid. Het niveau van de toekomstige banen resulteert dus niet eenvoudigweg uit de inzet van nieuwe technologie. Beleidsmatig liggen hier dus veel mogelijkheden. Binnen organisaties dient bewust te worden nagedacht over de vraag welke ontwerpmogelijkheden er zijn, en op basis van welke criteria men tot welke keuzes komt. Op overheidsniveau kan men proberen deze keuzes te beïnvloeden. Zeer belangrijk is de gevoerde loonpolitiek die de arbeidskosten beïnvloedt: waar Kurz en Rieger (2013) wijzen op toenemende werkloosheid vanwege een hoger minimumloon, kan invoering van een basiskomen juist een beweging in de tegenovergestelde richting op gang brengen als dat gepaard gaat met lagere uurlonen. Maar uiteraard kan men ook denken aan studies over ontwerpmogelijkheden rond specifieke vormen van nieuwe technologie. Daarmee worden concrete alternatieven zichtbaar, en kunnen werkgevers gerichte keuzes maken over het soort banen dat ze willen creëren. Uiteraard kunnen de overheid en/of de sociale partners ook proberen deze keuzes in de door hen gewenste richting te beïnvloeden. Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken 2015 (31) 2 145

Jos Benders, Steven Dhondt & Geert Van Hootegem Voor toekomstig onderzoek betekent dit dat het klassiek organisatiesociologisch onderzoek naar nieuwe productieconcepten en de persistentie van bestaande organisatieconcepten nieuw leven dient te worden ingeblazen. Immers, deze concepten geven invulling aan de ontwerpstappen die worden gezet tussen de invoering, het gebruik en de effecten van technologie. Onder de vlag van workplace innovation is daarmee een start gemaakt. Een moeilijkheid hierbij is het operationaliseren en meten. De ontwikkeling van meetinstrumenten en onderzoeksmethoden is cruciaal om verder te komen. Literatuur Baert, A. & Ledent, P. (2015). De technologische revolutie in België. Brussel: ING Economic Research. Batenburg, R., Benders, J. & Steijn, B. (2002). ICT en arbeid: veranderende techniek, veranderende arbeidsvraagstukken? Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken, 18(3), 212-225. Benders, J. (1995). Robots: A boon for working man? Information and Management, 28(6), 343-350. Benders, J., Batenburg, R. & Blonk, H. van der (2006). Sticking to standards: Technical and other isomorphic pressures in deploying ERP-systems. Information & Management, 43(2), 194-203. Brynjolfsson, E. & McAfee, A. (2014). The Second Machine Age: Work, progress and prosperity in a time of brilliant technologies. New York: Norton. Frey, C.B. & Osborne, M.A. (2013). The future of employment: How susceptible are jobs to computerization? Paper Oxford Martin Programme on the Impacts of Future Technology (www. futuretech. ox. ac. uk). Kern, H. & Schumann, M. (1984). Das Ende der Arbeitsteilung? München: C.H. Beck.Oxford Martin Programme on the Impacts of Future Technology www. futuretech. ox. ac. uk/ Kurz, C. & Rieger, F. (2013). Arbeitsfrei; Eine Entdeckungsreise zu den Maschinen, die uns ersetzen. München: Riemann. Orlikowski, W.J. (2000). Using technology and constituting structures: A practice lens for studying technology in organizations. Organization Science, 11(4), 404-428. Schouteten, R., Benders, J. & Ruijsscher, C. de (2012). Handhelds en arbeidsdeling in Nederlandse horecabedrijven. Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken, 28(1), 34-48. Witteman, J. (2014). Robot bedreigt vier op de tien werknemers. De Volkskrant, 2 oktober, 6-7. Zur Muehlen, M. (2004). Organizational management in workflow applications: Issues and perspectives. Information Technology and Management, 5(3-4), 271-291. 146 Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken 2015 (31) 2