Leerdoelen bij Dit is marketing! Loek ten Berge Johan van Kooten met medewerking van Esther de Berg Tweede, herziene druk u i t g e v e r ij coutinho c bussum 2012
Deze leerdoelen horen bij Dit is marketing! van Loek ten Berge, Johan van Kooten en Esther de Berg. 2006 Uitgeverij Coutinho bv Alle rechten voorbehouden. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp, www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.stichting-pro.nl). Eerste druk 2006 Tweede, herziene druk 2012 Uitgeverij Coutinho Postbus 333 1400 AH Bussum info@coutinho.nl www.coutinho.nl Noot van de uitgever Wij hebben alle moeite gedaan om rechthebbenden van copyright te achterhalen. Personen of instanties die aanspraak maken op bepaalde rechten, wordt vriendelijk verzocht contact op te nemen met de uitgever. ISBN 978 90 469 0303 2 NUR 802 2 van 6
Leerdoelen Hoofdstuk 1 kent u de oorsprong en bent u bekend met de belangrijkste ontwikkelingen van het marketingvak; kent u de diverse concepten en kunt u verklaren waarom een specifiek concept in een bepaald tijdvak opgeld deed; kent u de onderdelen van de marketingmix; kent u de theorie van de 3 R en van Storm en kunt u aangeven wat het belang van deze theorie is voor de marketingwetenschap; kent u de onderdelen van de begrippen markt en vraag ; kunt u de verschillende marktvormen en hun karakteristieken benoemen; kunt u het begrip penetratiegraad toepassen; kunt u aan de hand van de formule van Parfitt-Collins een marktaandeel berekenen. Hoofdstuk 2 hebt u een goed inzicht in de diverse soorten planning en de verschillende soorten plannen die binnen organisaties worden toegepast; kent u de standaardopzet van een marketingplan; kent u het drieassenstelsel van Abell en kunt u dit model toepassen voor een willekeurige organisatie; kunt u nut en werking van de swot-analyse uitleggen; kunt u de volgende modellen in de praktijk toepassen: bcg-matrix groeistrategieën van Ansoff generieke concurrentiestrategieën van Porter kunt u segmentatiecriteria en -variabelen toepassen; kunt u een positioneringsstrategie uitzetten. Hoofdstuk 3 kunt u aangeven welke externe factoren er in de macro-omgeving voorkomen; kunt u aangeven welke partijen in de meso-omgeving een rol spelen; kent u de onderdelen van het vijfkrachtenmodel van Porter en weet u hoe dit model in de praktijk wordt toegepast; weet u welke sterkten en zwakten positief dan wel negatief van invloed zijn op de organisatie en kunt u van een willekeurige organisatie de sterkten en zwakten benoemen; kunt u een eenvoudige financiële analyse maken; 3 van 6
kent u de verschillende organisatievormen met hun respectievelijke voor- en nadelen; kent u de waardeketen van Porter. Hoofdstuk 4 kent u de verschillende soorten afnemersgedrag; weet u wat consumentisme inhoudt; hebt u goede kennis van het afnemersgedrag; kunt u de motivatietheorie van Maslow toepassen; weet u welke rol perceptie en attitude spelen in het consumentengedrag; weet u aan welke externe invloeden het consumentengedrag blootstaat; kent u de welstandsklassen; kent u de gezinslevenscyclus; kent u de verschillende soorten koopgedrag; kunt u het adoptie- en diffusieproces beschrijven. Hoofdstuk 5 kent u de verschillende functies van marktonderzoek; kent u de verschillende soorten marktonderzoek; kent u de onderdelen van het marktonderzoeksproces; kent u de verschillende soorten field research en hun toepassingsmogelijkheden; kent u de diverse soorten enquêtes en hun voor- en nadelen; kent u de verschillende vraagsoorten bij enquêtes; kent u de verschillende soorten toegepast marktonderzoek; kunt u diverse schalen en diagrammen toepassen; kent u de verschillende soorten steekproeven; kent u de eisen die aan steekproeven worden gesteld; kunt u rekenen met modus, mediaan en gemiddelden; kunt u eenvoudige berekeningen maken met de standaarddeviatie en de standaardfout. Hoofdstuk 6 weet u dat een product een bundle of benefits is: het bestaat uit objectieve (materiële) en subjectieve (emotionele) eigenschappen; weet u dat de onderhavige theorie zowel betrekking heeft op producten (tastbaar) als op diensten (niet tastbaar); weet u wat de accentverschillen in de marktbewerking zijn tussen producten en diensten; 4 van 6
weet u naar welke invalshoeken producten kunnen worden ingedeeld; kunt u de subinstrumenten binnen de productmix benoemen; kunt u de assortimentsdimensies onderscheiden; kunt u de stappen in het productontwikkelingsproces benoemen; kent u de theorie van de productlevenscyclus en weet u in welke fase van deze cyclus welk(e) marketinginstrument(en) de nadruk krijg(t)(en) in de marktbewerking. Hoofdstuk 7 kunt u de prijs benoemen vanuit economisch perspectief (vraag en aanbod); kunt u de prijs benoemen binnen het bredere marketingperspectief; kent u het verschil tussen de monetaire en niet-monetaire prijs; weet u wat de relatie is tussen de prijsdoelstelling, de prijsstrategie en de prijstactiek; kent u de onderlinge verschillen tussen de prijsstrategieën; weet u wat tactisch prijsbeleid is; kent u de onderdelen van het tactisch prijsbeleid; kent u de drie vormen van prijselasticiteit; kent u de belangrijkste kostprijsmethoden en kostensoorten; kent u de belangrijkste prijsstellingsmethoden; weet u wat het doel is van de gewone en de flexibele break-evenanalyse; hebt u inzicht in de externe invloeden op het prijsbeleid (overheid e.a.); kent u de verschillende soorten kortingen. Hoofdstuk 8 kent u de onderdelen van de distributiemix; weet u dat het distributiebeleid bestaat uit de vaststelling van de distributiedoelstellingen, de distributiestrategieën en de distributietactiek (operationeel); weet u wat het verschil is tussen directe en indirecte distributie; kent u het Van Muiswinkeleffect; weet u welke kanaalconflicten zich kunnen voordoen; kent u het verschil tussen intensieve, selectieve en exclusieve distributie; weet u dat er bij de strategische keuze van de winkelformule een aantal mogelijkheden bestaat van servicedistributie en prijsdistributie; weet u dat bij distributiebeleid veelal wordt gekozen voor een combinatie van de pull- en de pushstrategie. weet u dat het gevolgde distributiebeleid snel kan worden doorgrond door middel van de distributiekengetallen; weet u dat logistiek management (bestaande uit fysieke distributie en materiaalmanagement) deel uitmaakt van het distributiebeleid; kent u de verschillende groot- en kleinhandelsvormen. 5 van 6
Hoofdstuk 9 weet u uit welke onderdelen de promotiemix bestaat en wanneer deze onderdelen het beste kunnen worden ingezet; weet u uit welke onderdelen het communicatieproces bestaat en hoe deze onderdelen in relatie tot elkaar staan; weet u dat bij de communicatie rekening moet worden gehouden met rationele en emotionele motieven in het koopgedrag; kent u de werking van enkele communicatietheorieën; kent u zowel de klassieke communicatiemodellen als de niet-klassieke communicatiemodellen en weet u in welke situatie(s) zij relevant zijn; weet u hoe het promotieplan is opgebouwd en hoe daarbinnen de doelstelling en het budget worden vastgesteld; kent u de toepassingsmogelijkheden van de verschillende soorten reclame; bent u bekend met de wettelijke regelingen die van toepassing zijn op promotie in het algemeen en reclame in het bijzonder; kent u het verschil tussen mediatypen en mediadragers en de belangrijkste mediabegrippen, met name de vormen van bereik; kent u de vormen en doelstellingen van public relations, salespromotion, persoonlijke verkoop en direct marketing; weet u hoe een reclamebureau is georganiseerd en welke andere organisaties direct betrokken zijn bij het reclameproces. Hoofdstuk 10 kent u het doel en de financieringsmogelijkheden van non-profitmarketing; weet u dat bij non-profitmarketing de meetbare doelstellingen (zoals afzet) vervangen worden door andere, minder gemakkelijk meetbare doelstellingen; kent u de begrippen winkelformule en winkelimago; weet u uit welke onderdelen de retailmix bestaat; kent u de verschillende samenwerkingsvormen in een keten; kunt u de belangrijkste retailkengetallen in de praktijk toepassen; kunt u de verschillen benoemen tussen consumentenmarketing en business-tobusinessmarketing (b2b); weet u op basis van welke criteria de b2b kan worden gesegmenteerd; hebt u inzicht in de redenen waarom een onderneming internationaal gaat opereren en daarbij op grond van omgevingsfactoren een keuze maakt voor bepaalde landen; weet u dat de groei van internetgebruik onder consumenten directe invloed heeft op de manier waarop bedrijven moeten inspelen op de klantbehoeften; kent u het verschil tussen push- en pullcommunicatie en kunt u de begrippen e commerce, e-business en e-marketing ten opzichte van elkaar plaatsen; kunt u de diverse e-marketingdomeinen (zoals b2c en b2b) van elkaar onderscheiden. 6 van 6