Naam:. Klas: Namen groepsleden:........ Begeleider: 1
Inleiding In deze projectweek ga je onderzoek doen. Dit onderzoek is ter voorbereiding op het sectorwerkstuk in de vierde klas. Dit boekje is jouw leidraad om het project deze week goed uit te voeren. In de projectweek word je elke dag op school verwacht om 9.00 uur. Bij de excursie op dinsdag gelden andere tijden, hierover krijgen jullie een aparte brief. We houden de schooltijden en de schoolpauzes aan. In de projectweek gelden de normale schoolregels. Nadat je werk elke dag als voldoende is afgetekend, eindigt de dag na het 6 e lesuur; de exacte eindtijd is afhankelijk van het programma. Tijdens de projectweek moet je een snelhechter, markeerstift, pen en papier bij je hebben. Daarnaast is het handig om een USB-stick mee te nemen. Als je de beschikking hebt over een laptop, dan mag je die ook mee naar school nemen. De groepen worden ingedeeld in lokalen. In de lokalen kun je als groep werken, kun je materiaal verzamelen en spullen achterlaten etc. Tijdens de projectweek gebruiken we de lokalen 1.07, 1.08 en 1.09. Daarnaast kunnen jullie ook volgens een schema gebruik maken van de mediatheek en de laptopkar. Behalve dat je tijdens deze week werkt aan je onderzoek gaan we ook op excursie en volg je verschillende workshops. De workshops gaan over vaardigheden die nuttig zijn voor de dingen die je tijdens de projectweek moet doen. In de projectweek gelden de volgende spelregels: Je hebt dit GPO-boekje elke dag bij je. Elk lid van het groepje noteert in zijn/haar eigen boekje de onderdelen waar jullie aan werken. Belangrijke informatie om in deze projectweek te gebruiken staat op Magister bij het vak mentoraat. De begeleider tekent de boekjes van alle groepsleden af. Het spreekt voor zich dat jullie het boekje netjes houden en er netjes in werken. Voor verzamelen van gegevens, onderzoek of interviews mag je de school verlaten na toestemming van de begeleider. De begeleider noteert waar jullie heen gaan en hoe laat jullie terug moeten zijn. Alleen de toiletten op de begane grond en de eerste verdieping worden gebruikt. (In verband met de examens van de vierde klas). Aan het einde van de GPO-week geef je met je groep een presentatie van jullie onderzoek. Daarna lever je het projectboekje en het bronnenboek in. Ook lever je een beoordeling in van de wijze waarop jullie als groep hebben samengewerkt. Jullie werk tijdens de projectweek, de presentatie en het bronnenboek worden beoordeeld en daar krijg je een beoordeling voor. De projectweek moet minimaal voldoende worden afgerond. 2
Project in het kort Wat ga je doen? Je gaat in groepjes van vier leerlingen onderzoek doen naar: 1. wat het doel is van de hulpverleningsorganisatie, hoe en wanneer deze organisatie is opgericht 2. hoe de situatie is in landen/het land waar deze organisatie zich op richt. hoe deze organisatie het leven van de mensen die in dat land wonen verbetert op de korte en de lange termijn. 3. hoe deze organisatie aan haar financiële middelen komt. Hoeveel geld gaat er per jaar om en aan welke projecten wordt er geld gegeven. 4. beschrijf een concrete situatie die verbeterd is door deze hulporganisatie. En maak hier een filmpje van. Wat laat je zien aan het eind? Aan het einde van deze week laten jullie de presentatie zien aan klasgenoten en leraren. Jullie werk (het samenwerken, het resultaat, de presentatie, het bronnenboek) wordt beoordeeld. Je groepje moet de resultaten van het onderzoek presenteren. Bij de presentatie moet je gebruik maken van een powerpoint, een video, of een filmpje. Waaraan moet je presentatie voldoen? Hier volgt een checklist van de eisen voor de presentatie: o Iedereen in het groepje doet evenveel o De presentatie heeft een logische volgorde o De presentatie geeft informatie die jullie van tevoren nog niet wisten o De presentatie laat alle onderdelen van jullie onderzoek zien o Er kunnen meer soorten bronnen worden geraadpleegd bijvoorbeeld: internet bibliotheek, kranten, boeken personen interviews bezoek buiten de school o Er zitten geen taalfouten in de teksten o De presentatie ziet er verzorgd uit o De presentatie duurt 10-15 minuten 3
Vrijdag Presenteren en evalueren Woensdag en donderdag Uitvoeren Woensdag Maandag en woensdag Voorbereiden Hoe gaan we aan de slag? - Een globaal overzicht Stap 1 Maak een woordspin over jullie onderwerpen Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Stap 6 Stap 7 Stap 8 Bedenk voor elk onderdeel waarnaar je onderzoek gaat doen een hoofdvraag en vier deelvragen. Voorbeelden van invalshoeken om een vraag te maken zijn beschikbaar. Geef elkaar tips over welke informatie je moet zoeken en waar je die misschien zou kunnen vinden. Zoek informatie en beantwoord daarmee de hoofd- en deelvragen voor elk vak. Maak je bronnenboek. Controleer of de informatie compleet is. Maak de presentatie en controleer alle dia s en afbeeldingen. Oefen de presentatie. Maak een afspraak om te oefenen met een andere groep. Oefen de presentatie met de andere groep en maak aanpassingen indien nodig. Presentatie voor het grote publiek. Stap 9 Maak een lijstje met verbeterpunten voor een volgende keer. Geef de beoordeling voor het werk van je groepsgenoten 4
Stap 1 : Oriënteren Maak voor elk onderdeel van je onderzoek een woordspin waarin je zoveel mogelijk onderwerpen die ermee hebben te maken noteert. Materiaal voor het maken van de woordspinnen is in het lokaal aanwezig. Voorbeeld van een woord spin over rolschaatshockey: snelheid wielen evenwicht hockeystick tenue tactiek Rolschaatshockey spelregels scheidsrechter sponsors materiaal amateurs Als je de 4 woordspinnen ( voor elk onderwerp een) af hebt, bespreek je samen wat jullie hebben opgeschreven. Is het compleet? Wat kan er nog bij? Kies met elkaar de vorm waarin jullie je presentatie willen geven: Een powerpoint Een website Een video ( ook bij een video moet deze door de groepsleden worden toegelicht) Bedenk dat er ook een bronnenboek moet worden gemaakt. Overleg met jullie begeleider of deze stap voldoende is afgerond. Naam begeleider: Paraaf: 5
Stap 2 : Vragen bedenken Bedenk voor elk onderzoeksdeel een hoofdvraag en vier deelvragen voor je onderwerp. Schrijf die vragen hieronder: Onderdeel 1: Jullie hulporganisatie Hoofdvraag: Deelvragen: 1. Naam: 2. Naam: 3. Naam: 4. Naam: Onderdeel 2: De situatie in het land/ het gebied/ de landen/ waar jullie hulporganisatie zich op richt. Hoofdvraag: Deelvragen: 1. Naam: 2. Naam: 3. Naam: 4. Naam: 6
Onderdeel 3: De financiële situatie van de hulporganisatie Hoofdvraag: Deelvragen: 1. Naam: 2. Naam: 3. Naam: 4. Naam: Onderdeel 4: Een concreet probleem en de oplossingen Hoofdvraag: Deelvragen: 1. Naam: 2. Naam: 3. Naam: 4. Naam: Wie gaat welke vragen uitwerken? Verdeel de vragen over de leden van jullie groepje. De groepsleden moeten aan elk onderdeel van het onderzoek meewerken. Zet hierboven de namen van de groepsleden bij de vragen. Laat na dit overleg de vragen en de namen van wie ze uitwerken zien aan je begeleider. Als je begeleider de vragen goedkeurt en aftekent kun je doorgaan met het project. Naam begeleider: Paraaf: 7
Stap 3: Tips geven In stap 2 hebben jullie de vragen genoteerd en de taken verdeeld. Nu is het tijd om aan je groepsleden tips te geven waar ze informatie kunnen zoeken en welke onderwerpen ze kunnen opzoeken. Geef daarvoor bijvoorbeeld: namen van websites, (alleen google of Wikipedia is niet genoeg; wees creatief) trefwoorden voor zoekmachines, namen van deskundigen die je informatie kan vragen of kan interviewen namen van boeken Verder kun je misschien aangeven: welke plaatjes je zou kunnen gebruiken waarvan je grafieken of schema s zou kunnen maken. Vertel je groepsgenoten ook: hoeveel informatie ze moeten verzamelen over het onderwerp Wanneer je informatie gaat zoeken en hebt gevonden ga je daar als volgt mee om: a. De bron die je hebt gevonden lees je door en je beoordeelt de bron b. Als de bron geschikt is, kopieer je de informatie in een WORD document. Je typt de naam van de site waar je de informatie hebt gevonden in het word document; je slaat dit document op ( opslaan als ) en geeft het een passende naam. zodat je het document makkelijk kan terugvinden. In het document markeer je de informatie die je gaat gebruiken. Tips voor (naam leerling) Tips voor (naam leerling) 8
Tips voor (naam leerling) Tips voor (naam leerling) Overleg met jullie begeleider. Laat de planning zien en aftekenen. Naam begeleider: Paraaf: 9
Stap 4: Informatie zoeken en verwerken Kies je bronnen. Je gaat nu aan de slag en op zoek naar informatie en antwoorden op de vragen die jezelf hebt opgesteld bij Stap 3 punt 1 en 2. Je maakt ook gebruik van de tips van je groepsleden en zorgt ervoor dat de bronnen in het bronnenboek komen volgens de aangegeven methode. Zet in dit onderstaande schema je gebruikte bronnen. Bronnen voor je presentatie Internet: (welke websites gebruikte je?) Mediatheek: (welke artikelen, boeken of kranten gebruikte je?) Personen: (met wie heb je gesproken?) Overige: (waar ben je geweest en wat heb je daar gezien?) De informatie die je hebt verzameld, ga je nu verwerken voor je presentatie. De informatie moet je ook printen of kopiëren voor het bronnenboek dat je aan het einde van de week inlevert als onderdeel van je project. Vergeet ook niet de tekst te markeren en samen te vatten en de juiste bron te vermelden. 10
Bespreek samen de antwoorden op jullie vragen. Is iedereen tevreden met de uitwerking van de vragen? Denk hierbij aan het volgende: Is elke vraag volledig beantwoord? Zitten er goede afbeeldingen bij? Wil je er nog iets aan toevoegen Is de spelling goed? Zijn de aanwijzingen van je begeleider goed opgevolgd? Uitwerking van de vragen van (naam leerling) Uitwerking van de vragen van (naam leerling) Uitwerking van de vragen van (naam leerling) Uitwerking van de vragen van (naam leerling) Als je tevreden bent over de antwoorden, bedenk dan met elkaar conclusies over het onderzoek dat je hebt gedaan en antwoorden op de hoofdvragen. Overleg met jullie begeleider. Laat aan je begeleider de antwoorden op de vragen zien en ook jullie conclusies over het onderzoek. Als je begeleider jullie antwoorden, jullie afbeeldingen en conclusies goedkeurt, kunnen jullie verder met het project. Naam begeleider: Paraaf: 11
Stap 5 : De presentatie maken Maak een lijst met benodigdheden. Welke spullen heb je nodig om de presentatie te maken? Maak de presentatie Verzamel je spullen en zorg dat iedereen evenveel doet: iedereen maakt bijvoorbeeld minimaal 2 dia s. Gebruik de tips die achter in dit boekje staan. Controleer de presentatie Controleer met de checklist uit de projectbeschrijving of jullie presentatie aan de eisen voldoet. Zo niet, dan pas je dat aan. Verdeel de taken Wie doet wat? Verdeel het presenteren in verschillende taken. Spreek af wie welke taak gaat doen. Zorg ervoor dat iedereen ongeveer evenveel doet. Noteer hieronder die afspraken: Taak: Wie?: Oefen de presentatie om te controleren of alles goed loopt. Als het niet goed gaat pas dan de presentatie aan. 12
Stap 6: Afspraken maken Kies met elkaar een groepje uit waaraan jullie je presentatie willen laten zien. Noteer ook het onderwerp van dat groepje. Het mag hetzelfde onderwerp zijn, maar ook een ander onderwerp. Schrijf de namen van dit groepje op en ook hun onderwerp: Namen: Hun onderwerp is: Spreek een tijdstip af met deze groep wanneer jullie de presentaties aan elkaar laten zien. Datum: Tijdstip: Laat even aan de begeleider zien met welk groepje jullie gaan oefenen. Als de begeleider dit goedkeurt, kunnen jullie verder met het project. Naam begeleider: Paraaf: 13
Stap 7: Presentatie oefenen Laat jullie presentatie zien aan het andere zelfgekozen groepje. Bekijk de presentatie van het andere groepje. Bespreek als groepjes met elkaar na afloop: Wat ging goed? Wat kan beter? Welke aanpassingen maken we? Hoe doen we dit en wie doet dit? Laat even aan de begeleider zien met welk groepje jullie gaan oefenen. Als de begeleider dit goedkeurt, kunnen jullie verder met het project. Let op stap 5, 6 en 7 moeten donderdag afgerond zijn. Naam begeleider: Paraaf: 14
Stap 8 : Presenteren voor publiek Vrijdagochtend leggen jullie de laatste hand aan de presentaties. Het 4 e t/m het 7 e lesuur vinden de definitieve presentaties plaats! De presentatie wordt beoordeeld aan de hand van een beoordelingsformulier. Bekijk dit formulier in Magister, zodat je weet waar je op moet letten. Stap 9 : Terugkijken Schrijf op wat er bij jullie project echt goed ging: Wat kan beter? Wat vinden jullie zelf het belangrijkste dat je hebt geleerd in dit project? Vinden jullie dat je de hoofdvragen voldoende hebt beantwoord en onderzocht? Tot slot vragen we je om een beoordeling te geven van het werk van de verschillende leerlingen in jouw groepje. Het formulier voor deze beoordeling kun je ook vinden in Magister. 15