Position paper. De promotiestudent. Door Liesbeth Enneking en Nicole Grégoire

Vergelijkbare documenten
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Passend Promoveren. Derde fase van het Hoger Onderwijs vraagt om maatwerk

Talent in eigen hand. De positie van jonge wetenschappers in Nederland. december 2006

Arbeidsvoorwaarden van promovendi

PNN position paper: Bursalen en afwijkende aanstellingsvormen

Conferentie Promoveren en promotietrajecten. VU Amsterdam, 15 mei 2013

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Datum 23 april 2019 Antwoord op schriftelijke vragen van de leden Van der Molen (CDA), Tielen (VVD), Beertema (PVV) en Bisschop (SGP)

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Tussen wens en werkelijkheid: carrièreperspectieven van jonge onderzoekers

Promovendi haken massaal af

VAN WENS NAAR WERKELIJKHEID

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Hora est! Vernieuwing in het Nederlandse Promotiestelsel

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Het College van Bestuur van de Rijksuniversiteit Groningen,

Gelet op artikel 1.7a, eerste en tweede lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

Advies en Arbitragecommissie rijksdienst

College van Bestuur Lijst Calimero Dagtekening: 17 december 2014 Notitie Studeren in het buitenland

De aanstelling en inschaling van artsen in promotieonderzoek en hun BIG- (her)registratie

Gareth O Neill bestuurslid PNN (loopbaan) dynamiek op de arbeidsmarkt 24 november 2016 in Utrecht

Eindexamen economie 1-2 vwo 2007-II

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

COR visie op aanpak promotierendement

Het experiment Promotieonderwijs: een tussenevaluatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Position paper College voor de Rechten van de Mens

Er is een principe akkoord bereikt over een nieuwe CAO Nederlandse Universiteiten. Deze CAO zal 1 september aanstaande in werking treden.

Richtlijn Promotietrajecten Universiteit Leiden

Demotie en Promotie Over arbeidsperspectieven in de wetenschap en de positie van promovendi

ONDERZOEKSTALENT OP WAARDE GESCHAT

Quick-scan Jong Talent

Praktijkrichtlijn Inkomenstoets Woningwet 2015

Van de 293 Wageningse respondenten zijn er 109 man (37%) en 184 vrouw (63%). De gemiddelde leeftijd van de respondenten is 28 jaar.

Planning en Evaluatie gespreksverslagen

Rapport. Rapport betreffende een klacht over Commissie Buitenslands Gediplomeerden Volksgezondheid te Den Haag. Datum: 26 maart 2012

Startkwalificatie Het minimale onderwijsniveau dat volgens de overheid nodig is om en baan te vinden. Het gaat dan om een diploma, havo, vwo of mbo.

Vast en flexibel werk in de wetenschap: wensen & verwachtingen van werknemers. Marian van der Klein, Onderzoekersdag Instituut Gak, 7 december 2015

Opleidingsreglement van de PhD-opleiding Graduate School of Natural Sciences Faculteit Bètawetenschappen, Universiteit Utrecht

Resultaten WO-monitor 2013

Veloncongres Promotiebeurs voor Leraren Een basis voor de wetenschapper van de toekomst. Over het programma Promotiebeurs - doel

Betrokkenheid van onderzoekscholen bij het ontwikkelen van onderzoeksgerichte masteropleidingen

Rendement verkend Succes- en faalfactoren van promotietrajecten aan Nederlandse universiteiten

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Samenvatting. onderzoek kortheidshalve aan met de term aangestelde promovendi.

1. De klacht Klager heeft op [ ] bij de ombudsman W.I. [ ] een klacht ingediend tegen Beklaagde. De klacht laat zich als volgt samenvatten.

INTERSECTORALE MOBILITEIT IN HET HOGER ONDERWIJS ROB GRÜNDEMANN (HOGESCHOOL UTRECHT)

Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 4: Aan het werk! Exameneenheid: Arbeid en productie

Het juridisch doctoraat: Van klassiek juweel tot academisch fabricaat?

Yu di Kòrsou: welcome back! Een pleidooi voor fiscale faciliteiten ten behoeve van de terugkeer van in het buitenland afgestudeerde Curaçaoënaars

Onderzoeksrapport: zorgelijke terugloop leerwerkplekken mbo

Werken of vrije tijd?

Beleidsregels inkomstenvrijlating Participatiewet, Ioaw en Ioaz Orionis Walcheren

Eindexamen vwo economie I

Waarom het voor u zo BELANGRIJK is dat wij onafhankelijk zijn! 100% ONAFHANKELIJK

maatschappijwetenschappen pilot havo 2015-I

OPLEIDINGS- EN BEGELEIDINGSPLAN ONDERZOEKSCHOOL IUS COMMUNE

Jane in de universitaire jungle

Rapport. Datum: 28 juli 2000 Rapportnummer: 2000/257

Waarom het voor u zo. BELANGRIJK is dat wij 100% onafhankelijk zijn!

P O S I T I O N P A P E R

Van de 367 Wageningse respondenten zijn er 156 man (43%) en 211 vrouw (57%). De gemiddelde leeftijd van de respondenten is 27 jaar.

De totale bruikbare landelijke respons onder de master- en doctoraalalumni was 18%. WUR is goed vertegenwoordigd met een respons van 23%.

Vraag Antwoord Scores

PLANNING EN EVALUATIE Bijlage F.3

Apeldoorn, 12 november 2013 Betreft: reactie op initiatiefnota Geachte mevrouw Schut- Welkzijn,

Beleidsregels vrijlating inkomsten uit arbeid Participatiewet, Ioaw en Ioaz

OR en PENSIOEN. Edwin Schop 16 november 2016, Vereniging voor Pensioenrecht

Beschikbare premieregeling: mag het iets anders zijn?

Waarom het voor u zo BELANGRIJK is dat wij onafhankelijk zijn! 100% ONAFHANKELIJK

Gezondheidsbeleving en werkhervatting 35-minners (april 2010) Aanleiding

g r a d u a t e s c h o o l UNIVERSITEIT VOOR HUMANISTIEK

Kootstra Talent Fellowship 2015

Algemene beschouwing

Eindexamen economie 1 vwo 2001-II

DE GEVOLGEN VAN DE NIEUWE CAO!

Reglement Kortingsregeling

Op Artt. een notitie over promoveren op artikelen

Statuut voor promovendi

Inleiding Introductie

DE PARTICIPATIEWET VOOR U ALS WERKGEVER

Directie Directe Belastingen. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. 16 november 2007 DB M

IK INSPIREER JONGEREN

Rapport. Datum: 15 maart 2000 Rapportnummer: 2000/095

Notitie over de zorgen m.b.t. het profileringsfonds Studentenraadsfractie ORAS December 2014

SURF ALLE AAN DEK VERSLAG LIVE-EVENT

PLANNING EN EVALUATIE Bijlage F.3 alleen voor onderzoekers in opleiding (oio's)

Actualiteiten arbeidsrecht. 14 november 2011 Stephanie Profijt Astrid Riemslag

van mening dat de oplossing van de Wul-problematiek voor militairen een verantwoordelijkheid is van het hele kabinet;

Algemene info over de vakbond en haar maatschappelijke rol

Examen HAVO. Nederlands. tijdvak 2 dinsdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Tijd rijp voor verplichte scheidingsbemiddeling

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

S A M E N V A T T I N G

Plannen van SEC. / Maurice de Hond

Regeerakkoord: impact MKB en visie De Goudse. NVIA Congres 9 november 2017

Oefenvragen - Human Resource Management A Module Regie in personeelsbeheer

Werken na het bereiken. gerechtigde leeftijd. het bereiken. leeftijd. Deze brochure is een samenwerkingsproduct van:

Transcriptie:

Position paper De promotiestudent Door Liesbeth Enneking en Nicole Grégoire Aanleiding Sinds enkele jaren bestaat er binnen Nederland een discussie over de rechtspositie van promovendi. In 2004 kwam de Vereniging van Universiteiten (VSNU) met de position paper Hora Est! - Vernieuwing in het Nederlandse promotiestelsel (VSNU, 2004), waarin zij zich onder andere uitspreekt voor de mogelijkheid van het aanstellen van promovendi met een studentstatus (alias de promotiestudent). In tegenstelling tot de promovendus met een werknemersstatus, ontvangt de promovendus met een studentstatus geen loon, maar over het algemeen een beurs. Vandaar dat de promotiestudent vaak wordt aangeduid als bursaal. Inmiddels hebben verschillende universiteiten, waaronder de Rijksuniversiteit Groningen (RUG), de Universiteit van Amsterdam (UvA) en de Universiteit van Maastricht (UM) aangegeven dat zij gebruik willen maken van de optie om Nederlandse promovendi als student aan te stellen. Van verschillende kanten is hierop afwijzend gereageerd, onder meer door het Promovendi Netwerk Nederland (PNN), dat fel tegen het bursalenstelsel is (PNN, 2006). Ook de huidige minister van OCW heeft aangegeven geen voorstander te zijn van het bursalenstelsel en zal geen wetgeving ontwikkelen die is gericht op het uitbreiden van het bestaande onderwijs- en wetenschapsstelsel met de categorie bursalen (Plasterk, 2008). Binnen de Universiteit Utrecht bestaat al langer de gewoonte om promotiebeurzen te verstrekken aan buitenlandse promovendi. Sinds korte tijd wordt ook hier op verschillende niveaus een discussie gevoerd over de wenselijkheid van Nederlandse promotiestudenten. Reden voor het Promovendi Overleg Utrecht (PrOUt) om zich uit te spreken over het fenomeen promotiestudent. Deze position paper is geschreven naar aanleiding van een discussiemiddag over het bursalenstelsel gehouden op 20 maart 2008 binnen de PrOUtvertegenwoordiging. De paper is als volgt opgebouwd: We beginnen met een opsomming van de voor- en nadelen van een bursalenstelsel die we zijn tegengekomen in relevante stukken en die naar voren zijn gekomen tijdens de discussie. De opsomming wordt gevolgd door overwegingen die hebben geleid tot het standpunt dat PrOUt in deze kwestie inneemt. 1

Voordelen - Kostenbesparing - Kwantiteit: geld voor meer promotieplaatsen - Kwaliteit: verhoging kennisniveau in Nederland door realisatie van meer promoties (RUG, 2005) - Financiële middelen vrij voor verbetering van de kwaliteit van het promotietraject en van de doorstroommogelijkheden binnen de universiteit - Congruentie met het buitenland, waar de promotiestudent de dominante vorm is (VSNU, 2004) - Meer vrijheid in de wijze waarop de student zijn opleiding en onderzoek inricht (VSNU, 2004) - Geen aanwezigheidsverplichting (VSNU, 2004) - Geen onderwijsverplichtingen (VSNU, 2004) - Geen bestuurlijke en organisatorische verplichtingen (VSNU, 2004) - Minder uitval als gevolg van meer vrijheid en minder verplichtingen (VSNU, 2004) Nadelen - Kwaliteitsverlies - Ongelijkheid op de werkvloer door het naast elkaar voeren van student- en werknemeraanstellingen - Afbreuk doen aan een goed werkend systeem; EU noemt ons systeem als voorbeeld voor de rest van Europa - Concurrentie met het bedrijfsleven: goede kandidaten worden weggekaapt - Concurrentie met het buitenland: goede kandidaten hebben geen reden meer om in Nederland te blijven - Geen onderwijstaken - Geen bestuurlijke en organisatorische taken - Minder inbedding in de academische omgeving - Minder doorstroommogelijkheden binnen de universiteit door de beperktere inhoud van het promotietraject - Devaluatie van de doctorstitel - Ontbreken van rechtsbescherming bij arbeids geschillen - Ontbreken van bescherming bij zwangerschap, ziekte, arbeidsongeschiktheid: als er iets mis gaat staat de promotiestudent met lege handen - Ontbreken van secundaire arbeidsvoorwaarden, niet alleen in financiële zin maar met name ook het wegvallen van kinderopvang en vakantiedagen. - Gevaar van invoering van collegegeld - Meer uitval als gevolg van bovenstaande nadelen 2

Overwegingen Waarom veranderen? De vraag die als eerste bij ons opkomt wanneer we denken aan de potentiële invoering van een bursalenstelsel is: wat is de achterliggende visie? In haar position paper omschrijft de VSNU het Nederlandse promotiestelsel als een goedwerkend systeem: Ons promotiestelsel staat internationaal bekend om de hoge kwaliteit van proefschriften. Nederlandse universiteiten bieden buitenlandse kandidaten een aantrekkelijke academische omgeving om aan een promotie te werken. (VSNU, 2004, p. 7) Desondanks meent de VSNU dat er aanleiding is voor aanpassing van het huidige promotiestelsel. Eén van de genoemde voorstellen in dit kader is een herziening van de rechtspositie van promovendi; overtuigende argumenten voor een dergelijke herziening ontbreken echter. Het lijkt erop dat het financiële gewin voor de universiteiten de voornaamste reden is voor de invoering van een bursalenstelsel. Een Nederlandse promotiestudent is bij een 4-jarige aanstelling gemiddeld 25% goedkoper dan een promovendus met werknemerstatus en een niet-nederlandse promotiestudent is zelfs 50% goedkoper (RUG, 2005). Naast dit financiële voordeel brengt de invoering van een bursalenstelsel echter een groot aantal nadelen met zich mee. Kennisniveau Goedkopere promovendi betekent meer promotieplaatsen, hetgeen zou moeten leiden tot een verhoging van het kennisniveau in Nederland (RUG, 2005). Er wordt echter nergens gesproken over de mogelijkheid dat de invoering van een bursalenstelsel wel eens zou kunnen leiden tot een verlaging van het kennisniveau in Nederland: 1. Binnen sommige vakgebieden heeft men moeite om de huidige promotieplekken in te vullen, er is blijkbaar te weinig animo. Hoe denkt men een extra aanbod van promotieplekken op te vullen? Het per se willen opvullen van beschikbare plaatsen zal neerkomen op het aannemen van meer doorsnee-studenten in plaats van excellente studenten, hetgeen zal leiden tot een devaluatie van het huidige promotiestelsel. 2. Aangezien een omzetting van loon naar beurs en het wegvallen van arbeidsvoorwaarden verre van aantrekkelijk is voor de potentiële promovendus, zal de concurrentiepositie ten opzichte van het bedrijfsleven alleen maar slechter worden. Studenten die je wilt behouden voor de universiteit zijn excellente studenten die bijvoorbeeld naast hun opleiding bestuurs- en/of buitenlandervaring hebben opgedaan, die speciale trajecten hebben gevolgd of afgestudeerd zijn in meerdere richtingen. Door deze extra bagage zullen zij over het algemeen wat ouder zijn wanneer zij afstuderen en 3

zullen zij dus meer behoefte hebben aan zekerheid, hetgeen niet geboden wordt aan promotiestudenten. Degenen die overblijven zijn wederom doorsnee-studenten. 3. Geen onderwijsverplichtingen zal leiden tot het ontbreken van onderwijservaring bij toekomstig personeel, met als gevolg een achteruitgang van kennis die overgedragen wordt aan een volgende generatie. 4. Doordat promoveren minder aantrekkelijk wordt voor de Nederlandse student, zullen meer en meer plaatsen opgevuld gaan worden door buitenlandse studenten. Zij blijven na hun promotie vaak niet in Nederland en nemen hun kennis mee, waardoor deze even snel verdwijnt als hij opgedaan is. Daar gaat de Nederlandse kenniseconomie. Rendement Het rendement van de huidige promotieopleidingen is laag (o.a. EIM, 2005 en VSNU, 2004). De voordelen van de studentstatus, zoals meer vrijheid in de wijze waarop de student zijn opleiding en onderzoek kan inrichten, geen aanwezigheids- of onderwijsverplichtingen en geen bestuurlijke en organisatorische verplichtingen, zouden moeten leiden tot minder uitval en dus een hoger rendement van de promotieaanstellingen. Het is echter maar de vraag of dit inderdaad het resultaat zal zijn. Onze verwachting is dat deze punten juist zullen leiden tot een nog lager rendement, doordat er minder binding zal zijn met de universiteit. Het gevoel niet volledig onderdeel te zijn van het wetenschappelijke klimaat ( je bent maar student ) zal ons inziens resulteren in meer uitval. Het verbeteren van de betrokkenheid is vrijwel onmogelijk gezien het feit dat op grond van recente rechtspraak het aanstellen van promotiestudenten alleen mogelijk is zolang er een duidelijke afstand bestaat tussen de promotiestudent en de universiteit (HR 14 april 2006, LJN AU9722). Financiën De kans is groot dat de financiële nadelen die het bursalenstelsel met zich meebrengt voor promotiestudenten zullen leiden tot meer uitval. Promotiestudenten hebben vier jaar lang geen uitzicht op een verhoging van de inkomsten; bij een verandering in de privésituatie van de student (het krijgen van een kind, een gedwongen verhuizing naar een duurdere woning, het wegvallen van het inkomen van de partner) zal de promotiestudent in veel gevallen geen andere keus hebben dan zijn promotie te staken of een baan aan te nemen naast zijn promotietraject. Het is duidelijk dat dit het rendement van de promotieopleidingen niet ten goede zal komen. Ongelijkheid Eén van de belangrijkste argumenten tegen een bursalenstelsel is de ongelijkheid tussen de promovendus als werknemer en de promovendus als student. Beiden hebben hetzelfde doel, namelijk promoveren, en zullen in vele gevallen hetzelfde traject volgen. Dit wordt nog versterkt door de komst van de 4

Graduate Schools, waarbinnen iedere promovendus, ongeacht zijn aanstellingsvorm, eenzelfde opleiding zal krijgen. Hierdoor is het verschil in status en beloning nog moeilijker te rechtvaardigen: beide promovendi volgen hetzelfde traject alleen de een is werknemer, met alle voordelen van dien, en de ander is slechts student. Deze ongelijkheid zal verder doorwerken na afronding van het promotietraject, wanneer beiden op zoek gaan naar een (vervolg)baan. Waar de promovendus met werknemerstatus kan bogen op enkele jaren werkervaring, met inbegrip van onderwijs- en bestuurservaring, heeft de promotiestudent een veel slechtere uitgangspositie bij de zoektocht naar zijn eerste baan. Standpunt PrOUt PrOUt is van mening dat het financiële voordeel dat gepaard gaat met de invoering van een bursalenstelsel niet opweegt tegen de nadelen die dit met zich mee zal brengen en is dus tegen de invoering van een bursalenstelsel. Voorstanders menen dat de invoering van een bursalenstelsel zal zorgen voor meer promotieplekken met als gevolg een verbetering van het Nederlandse kennisniveau, en verwachten dat dit geen negatieve invloed zal hebben op het rendement van de promotieopleidingen. Onze verwachting is dat een bursalenstelsel juist averechts zal werken: het wegnemen van verplichtingen leidt weliswaar tot meer vrijheid, maar het is maar de vraag of dat ten goede zal komen aan het rendement en het zal zeker niet leiden tot een hoger kennisniveau van pas-gepromoveerden en een verbetering van de Nederlandse kenniseconomie. Wij verwachten dat promotieplaatsen meer en meer door al dan niet buitenlandse doorsnee-studenten opgevuld zullen worden, omdat de topstudenten weggekaapt worden door het bedrijfsleven, het avontuur zoeken in het buitenland, of niet in de positie zijn om vier jaar lang van een beurs te moeten rondkomen. PrOUt is van mening dat de voorgestelde verandering van de rechtspositie van promovendi onherroepelijk ten koste zal gaan van de kwaliteit van het Nederlandse onderzoek, terwijl iedereen het er nou juist over eens is dat dit onze kracht is. Utrecht, mei 2008 Promovendi Overleg Utrecht Contact: Nicole Grégoire (Nicole.Gregoire@let.uu.nl) 5

Referenties EIM, 2005. Rendement verkend Succes- en faalfactoren van promotietrajecten aan Nederlandse universiteiten. Zoetermeer, 2005. Plasterk, 2008. http://www.minocw.nl/documenten/661a.pdf. OCW, 2008. PNN, 2006. Charter Bursalen / Promotie-student. Utrecht, Promovendi Netwerk Nederland, december 2006. RUG, 2005. Nota Een nieuw beurzenstelsel voor promotiestudenten aan de RUG. Groningen, RUG, 2005. VSNU, 2004. Hora Est! Vernieuwing in het Nederlandse Promotiestelsel. Utrecht, 2004. 6