Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap t.a.v. mevrouw mr. C. van der Laan Postbus 16375 2500 BJ 'S-GRAVENHAGE Datum Onderwerp 3 september 2004 erkenningaanvraag Educom 2005-2010 Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer ZKZ-005556-ho H.F. Ottenhoff (035) 7737 761 Geachte mevrouw Van der Laan, Eenmaal in de 5 jaar hebben de omroepverenigingen en de educatieve omroepinstelling de gelegenheid om bij het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat) een aanvraag in te dienen voor een erkenning ten behoeve van de programmaverzorging voor landelijke omroep. De huidige erkenningverlening eindigt op 31 augustus 2005. Om in aanmerking te komen voor een erkenning ten behoeve van de periode van september 2005 tot en met augustus 2010 heeft de Stichting Educatieve Omroepcombinatie (Educom) daartoe bij ons een aanvraag ingediend. Deze aanvraag treft u, voorzien van onze opmerkingen, bijgaand aan. Wij hebben gecontroleerd of de aanvraag van de Educom voldoet aan de formele mediawettelijke eisen. 1. Inleiding Educom is het samenwerkingsverband tussen Teleac/NOT en RVU. Teleac/NOT zijn beide zelfstandige organisaties met een eigen juridische structuur, die verantwoordelijke zijn voor de programmarealisatie. Educom behartigt de overkoepelende belangen van Teleac/NOT en RVU. 2. Indieningtermijn Artikel 2, eerste lid, van het Mediabesluit bepaalt dat een aanvraag voor een erkenning, als bedoeld in artikel 31 van de Mediawet, wordt ingediend in de maand juni van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de lopende erkenningperiode eindigt. Gelet op de omstandigheid dat de lopende erkenningperiode eindigt in 2005, stellen wij vast dat de aanvraag die, vergezeld van een beleidsplan, op 29 juni 2004 is ontvangen, tijdig is ingediend. 3. Rechtsbevoegdheid Educom is een stichting als bedoeld in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Zij bezit derhalve volledige rechtsbevoegdheid en is zelfstandig drager van rechten en verplichtingen. 4. Doel In artikel 2 van de statuten wordt gerefereerd naar artikel 25 van de Mediawet. In dit artikel wordt ook aangegeven dat zij zich ten doel stelt een breed en samenhangend educatief programma op het gebied van onderwijs, scholing en vorming te verzorgen.
Door in de statuten aan te geven dat de hoofddoelstelling van Educom het verzorgen van een breed samenhangend educatief programma op het gebied van onderwijs, scholing en vorming is, voldoet zij op dit punt aan de eisen die de wet stelt. 5. Bestuur Artikel 6 van de statuten van Educom geeft aan dat het bestuur van de stichting bestaat uit vier leden, onder wie deskundigen uit de kring van representatieve landelijke organisaties op het gebied van onderwijs scholing en vorming. Wij hebben vastgesteld dat het bestuur van Educom ook daadwerkelijk zodanig is samengesteld dat deskundigen uit de kring van representatieve landelijke organisaties op het gebied van onderwijs, scholing en vorming daarin zitting hebben. Educom voldoet hiermee ook aan de eisen die de wet stelt. 6. Programmaraad In de statuten van Educom is in artikel 13 de programmaraad als bedoeld in artikel 25, eerste lid, aanhef en onder d, van de Mediawet, geregeld. Educom heeft een programmaraad ingesteld die is onderverdeeld in kamers (kamer RVU, kamer volwasseneneducatie en de kamer jeugdeducatie). Ten behoeve van de representativiteit is een concept Reglement representativiteit opgesteld. Dit reglement beschrijft de aandachtspunten voor het bestuur bij beslissingen over de samenstelling van de programmaraad en de benoeming van de leden van de raad. Aan de hand van de cv s van de leden van de programmaraad kan de conclusie worden getrokken dat de samenstelling van de programmaraad representatief is in de zin van artikel 25, eerste lid, onder d, van de Mediawet. De programmaraad toetst aan de hand van criteria de meerjarenbeleidsplannen op de wettelijk voorgeschreven taak van het aanbieden van een breed en samenhangend educatief programma. 7. Programmastatuut Ingevolge de Mediawet (artikel 64, eerste lid, onder d, en artikel 64b, eerste lid, van de Mediawet) zijn instellingen die zendtijd hebben verkregen verplicht, in overeenstemming met hun werknemers die zijn belast met de samenstelling van programma s, een programmastatuut tot stand te brengen, waarin journalistiek rechten en plichten van die werknemers zijn geregeld en waarin ten minste waarborgen zijn opgenomen voor de redactionele onafhankelijkheid van die werknemers ten opzichte van de sponsors. De organisaties die de programma s realiseren (Teleac/NOT en RVU) hebben hun programmastatuten aan het Commissariaat doen toekomen. Overeenkomstig de tekst en achterliggende bedoeling van de Mediawet staat in deze statuten beschreven waartoe programmamedewerkers gehouden zijn en welke bescherming ze genieten tegen inmenging van buitenaf, alsmede tegen ingrepen vanuit de eigen organisatie in hun journalistiek product. In de préambule van het programmastatuut staat aangegeven dat het programmastatuut is vastgesteld na overleg met de programmamedewerkers. Nu de wet sinds 1 januari van dit jaar in die zin is gewijzigd dat in overeenstemming met de werknemers het programmastatuut moet zijn aangepast in plaats van na overleg zullen wij Teleac/NOT en de RVU erop wijzen de statuten zo spoedig mogelijk in die zin te wijzigen. Tevens zullen wij Teleac/NOT en de RVU erop wijzen dat ZKZ-005556-ho blad 2
het programmastatuut moet worden afgestemd met de integriteitsrichtlijn die binnenkort van kracht wordt. 8. Naleving Mediawet In uw brief d.d. 26 mei 2004 aan de omroepverenigingen kondigt u aan dat wij in het bijzonder ook zullen beoordelen of het aannemelijk is dat de omroepverenigingen zich zullen houden aan alle bij of krachtens de Mediawet gestelde voorschriften en eisen voor programmering, organisatie en financiering van publieke omroepinstellingen, waaronder ook de regels voor verenigings- en nevenactiviteiten en voor non-commercialiteit. De gedragingen van Educom zijn naar ons oordeel niet zodanig dat daarin grond is gelegen om de aanvraag van Educom voor een nieuwe erkenning met toepassing van artikel 36, tweede lid, aanhef en onder b, van de Mediawet, af te wijzen. In de afgelopen vijf jaar heeft Educom (lees: Teleac/NOT) slechts één (reclame)overtreding begaan. Het betrof het op een verkeerde wijze vermelden van een sponsor. Ten aanzien van de financiële verantwoording hebben wij vastgesteld dat in de afgelopen jaren de verstrekte middelen zijn aangewend voor het doel waarvoor deze zijn vertrekt en dat de financiële verantwoording daarvan in overeenstemming is met de voorschriften zoals die zijn vastgelegd in het Handboek Financiële Verantwoording. 9. Programmabeleid Uit haar missie en ambitie blijkt dat Educom via de haar beschikbare media een breed en samenhangend educatief programma van hoge kwaliteit wil verzorgen. Zij wil toegankelijke, educatieve programma s aan alle lagen van de bevolking bieden. Via Teleac/NOT en RVU wil zij een volledig programma voor doelgroepen uit alle levensfasen verzorgen. Niet alleen wordt gekeken naar de leeftijd, maar er wordt ook onderscheid gemaakt naar schooltypen in het voortgezet onderwijs of naar leefstijlgroepen bij volwassenen. Educom heeft in haar erkenningsaanvraag haar programmabeleid per doelgroep aangegeven. Het gaat daarbij om de vroeg- en voorschoolse educatie, het primair onderwijs, het voortgezet onderwijs en volwassenen 18-55 jaar. Zij wil de laatste doelgroep via bepaalde aandachtvelden benaderen. Het gaat daarbij om de aandachtsvelden: democratisch burgerschap, werk en vrije tijd, opvoeding en onderwijs, gezondheid, wetenschap en techniek, en cultuur (waaronder taal en geschiedenis) in gedachten. Haar programmabeleid is gericht op alle televisienetten en radiozenders en gericht op een breed publiek. Educom heeft een rijke traditie op het gebied van radio. Hoewel haar ambities groter zijn dan het bereik van 747AM, waar zij voornamelijk haar radiozendtijd heeft, wil zich blijven inspannen om bij te dragen aan de verbetering van de herkenbaarheid en luisterdichtheid van 747AM. Zij blijft verder zoeken naar mogelijkheden om het bereik en de maatschappelijke waarde van het Educom radioaanbod te versterken, door voort te gaan met innovatie van inhoud en (crossmediale) formats, door een zo groot mogelijke spreiding van het aanbod over zenders en door gebruik te maken van opties die het internet (zoals radio on demand) en digital radio bieden. ZKZ-005556-ho blad 3
Aangezien Educom op het gebied van educatie de expertise in huis heeft wil zij een brugfunctie vervullen naar de omroepverenigingen die eveneens een educatieve taakstelling hebben. Educom wil zich de komende jaren ontwikkelen tot, zoals zij het zelf noemt, educatief centrum van de publieke omroep. In deze rol kan Educom bijdragen aan een samenhangend educatief beleid van alle netten en zenders. Zij meent dat dit educatief centrum kan bijdragen aan een effectievere en efficiëntere inzet van publieke middelen. Educom geeft in haar aanvraag aan dat zij ook jaarlijks programmabeleid wil vaststellen dat wordt getoetst door de programmaraad. Zij zal in haar jaarverslagen hiervan verslag doen. 10. Programmabeleid en rapport van de visitatiecommissie De visitatiecommissie heeft geen oordeel gegeven over Educom, maar haar onderzoek gericht op de organisaties die verantwoordelijk zijn voor de programmarealisatie, Teleac/NOT en de RVU. De visitatiecommissie is van oordeel dat de RVU zijn programma s ontwikkelt vanuit een duidelijke visie op educatie en op de relevantie van het aanbod voor de samenleving die hij samen met maatschappelijke organisaties bepaalt. Volgens de commissie heeft de RVU ook een duidelijk beeld van zijn plaats in het bestel en de specifieke taak daarbinnen. Volgens de commissie draagt de samenwerking met Teleac/NOT in Educom hieraan bij. De commissie constateert echter dat het aanbod en publieksbeleid slechts in beperkte mate is uitgewerkt in concrete, toetsbare doelstellingen ten aanzien van kwaliteit en kwantiteit. De commissie vindt dat, ondanks de beperkte zendtijd en de wettelijke taak, streefcijfers en toetsbare kwaliteitsdoelstellingen niet mogen ontbreken. Gegevens tot het bereiken van de kwalitatieve doelstellingen, de mate waarin het gewenste effect wordt bereikt zijn niet beschikbaar. De commissie acht voor een educatieve omroep de aanwezigheid van onderzoeksgegevens over de realisatie van aanbod- en publieksdoelstellingen van groot belang. Zij acht dit van belang, niet alleen omdat door terugkoppeling van informatie uit onderzoek het programma- en publieksbeleid kan worden aangescherpt, maar ook om de positie van de RVU in het bestel te onderbouwen. De commissie vindt het van de RVU een sterk punt dat de RVU bij het proces van totstandkoming van programma s en voor het afleggen van verantwoording gebruik maakt van informatie van maatschappelijke organisaties. Ook vindt de commissie de aandacht voor verjonging positief. Ten aanzien van Teleac/NOT merkt de visitatiecommissie op dat de missie, hoewel duidelijk omschreven, erg algemeen geformuleerd is. Haar doelen op het gebied van jeugdeducatie vindt de commissie goed uitgewerkt. De doelen voor volwasseneneducatie zijn echter nog te vaag verwoord. De commissie vindt het programmabeleid wel goed doordacht en laat, in het bijzonder voor jeugdeducatie, duidelijke keuzes en prioriteiten zien. De commissie vindt het ook positief dat de programma s voor een groot deel in nauwe samenwerking met het onderwijsveld en maatschappelijke organisaties tot stand komen. Dit draagt volgens de commissie bij aan de kwaliteit van de programma s. Teleac/NOT heeft criteria geformuleerd voor de kwaliteit van de programma s. De commissie waardeert ook het feit dat Teleac/NOT serieus onderzoek doet naar het bereik van haar programma s en daar ook conclusies aan verbindt. Het succes van het programmabeleid kan Teleac/NOT echter nog niet systematisch aantonen, wegens het ontbreken van normen en ZKZ-005556-ho blad 4
streefcijfers. Op het gebied van volwasseneneducatie ontbreekt onderzoek naar specifieke doelgroepen. Uit de erkenningsaanvraag blijkt dat Educom erkent dat de doelstellingen van haar programmabeleid een algemeen karakter hebben. Zij wijt dit aan het feit dat ze een aanvraag moet indienen voor een middellange termijn van vijf jaar. Educom geeft aan dat zij een organisatie wil zijn met heldere en toetsbare doelstellingen. Waarbij het onder meer gaat om verwachte resultaten in termen van kijk- en luisteraandelen en bereik en ook om, zoals Educom het stelt, het educatieve rendement. Met educatief rendement bedoelt ze het positieve effect dat het aangebodene heeft op de ontwikkeling, het functioneren of de (educatieve) vervolgactie van de gebruiker. Educom gaat daarvoor een eigen aanvullend onderzoek ontwikkelen (en uitvoeren) om het educatief rendement van haar projecten en programma s te bepalen en daarop te evalueren en te sturen. Educom geeft ook aan dat zij jaarlijks het programmabeleid wil vaststellen en aanpassen aan onder meer de wensen en mogelijkheden op net- en zenderniveau. Dit jaarlijkse en ook het lange termijn beleid zal worden getoetst door de programmaraad van Educom. Educom zal hiervan een voortschrijdend verslag maken, dat deel uitmaakt van het (openbare) jaarverslag. De jaarlijkse evaluatie zal mede de basis vormen van een eindevaluatie aan het einde van de erkenningsperiode. Wij menen dat Educom met bovengenoemde doelstellingen tegemoet komt aan de kritiek van de visitatiecommissie voor wat betreft de toetsbare doelstellingen 11. Het programmabeleid en de realisering van de publieke taak Educom is binnen het bestel de organisatie die verantwoordelijk is voor een gestructureerd en gesystematiseerd aanbod op het gebied van educatie. Het Commissariaat heeft voor televisie vastgesteld dat de programmering van Teleac/NOT en de RVU in de afgelopen drie jaar voldeed aan de door de Mediawet opgelegde taak. 12. Bereidheid tot samenwerking Educom streeft naar een nauwe samenwerking met de andere omroepen. Educom voert het beleid om op meerdere netten en zenders actief te zijn. Zij houdt daarbij de zender- en netprofielen en het daaraan gerelateerde publieksprofiel zoveel mogelijk in het oog. Zij wil meewerken aan de verdere versterking en profilering van de netten en de zenders, middels een passende koppeling naar inhoud en doelgroep van het Educom programma-aanbod aan de net- en zenderprofielen. In de tweede plaats wil Educom bijdragen aan de samenwerking op omroepniveau in de rol van educatief centrum (zie onder kopje programmabeleid). Enerzijds als aanbieder van een educatieve omroepexpertise aan andere omroepen, anderzijds als knooppunt voor een breed samenhangend educatief aanbod van de publieke omroep als geheel. In de derde plaats wil Educom op projectmatige basis met individuele omroepen blijven samenwerken, zoals nu al gebeurt met de KRO, Jeugdjournaal, radiodocumantaire.nl en coproducties met andere omroepen RNW, RVU, de VPRO en HUMAN. Zij voldoet hiermee ook aan de kritiek die de visitatiecommissie op het gebied van samenwerking en afstemming met de andere publieke omroepen. Waarbij zij aangetekend dat de commissie Teleac/NOT en RVU aanbeveelt te fuseren. Educom neemt deze aanbeveling ook ter harte, maar is minder geneigd deze aanbeveling te volgen, indien het fusieperspectief niet wordt ZKZ-005556-ho blad 5
gekoppeld aan ambities en taken, zoals die door haar zijn geformuleerd bij het project educatief centrum. Het Commissariaat is uit doelmatigheidsoverwegingen eveneens een groot voorstander van het opgaan van Teleac/NOT en de RVU in één educatieve omroep. Zoals uit onze brief van 3 september 2004, kenmerk ZKZ-005713-ho, blijkt, heeft de Stichting Educatieve Media Allochtonen (STEMA) eveneens een aanvraag voor erkenning als educatieve omroepinstelling ingediend. Uit onze voornoemde brief blijkt ook dat STEMA niet aan alle mediawettelijke vereisten voldoet en zich daar ook bewust van is. Gelet op het feit dat de bedoeling van de wetgever is dat de bestaande educatieve omroepinstelling een open organisatie is, waarin maatschappelijke en levensbeschouwelijke organisaties op educatief terrein deel kunnen nemen, hebben wij de STEMA erop gewezen contact op te nemen met Educom. Tevens hebben wij Educom verzocht, hoewel haar programmaraad reeds vertegenwoordigers kent van allochtone organisaties, de aanvraag van STEMA in serieuze overweging te nemen. 13. Advies Het Commissariaat stelt vast dat Educom aan alle formele eisen van de Mediawet voldoet en dat het beleidsplan een programmering beschrijft die met de Mediawet overeenstemt. Overige in de Mediawet weigeringsgronden doen zich naar ons oordeel niet voor, zodat wij u adviseren aan de Educom de gevraagde erkenning te verlenen. Hoogachtend, COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA prof. dr. Jan van Cuilenburg voorzitter Mr. Inge Brakman commissaris ZKZ-005556-ho blad 6