De Hoeksteen 14 juli 2013 Maurits de Ridder. Deuteronomium 30 : 9-14 Lucas 10 : Gemeente van Christus Jezus onze Heer,

Vergelijkbare documenten
De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan.

Je moet de Heere God liefhebben met heel je hart en ziel, met al je kracht en verstand. En je moet je naaste net zo lief hebben als jezelf.

Lucas 10:25-37 Mag Jezus jouw naaste zijn?

Het grote gebod. Het gaat er om, Hem lief te hebben met ons hele hart. We lezen daarover ook in Marcus 12:28 en verder:

Lucas 10: Mag Jezus jouw naaste zijn?

Meter van Barmhartigheid

... NAAR EEN BETERE WERELD

Zondag 7 juli Wat moeten we doen? Lezingen: Deuteronomium 30 : 1 9 Lucas 10 : Wat moet ik doen om het eeuwige leven te beërven?

Protestants Kralingen. Goede buren. Startzondag Protestantse Gemeente Kralingen Hoflaankerk, 20 september 2015

Zondag 11 November 2018

Teksten 11 juni 2017 Soms wordt woestijn oase

Preek van de week: zondag 10 september Predikant: Arend Linde. De Vredehorst. Lezing: 2 Kronieken 28:8-15 Lucas 10: Verhaal.

Van harte welkom! Morgendienst Samenzang. Psalm 133: (Oude Berijming)

zondag 10 september 2017 in het Kruispunt

Afsluiting Startzondag 6 september Ichthuskerk Elburg uur

Dag van de godsdienstleerkracht

Kinderdienst Lukas 10: Wie heb jij lief?

13 september startzondag: naar buiten. Lezing Lucas 10, Voorganger ds. Hetty Boersma

School Gezinsdienst. Prinses Julianakerk Scheveningen. Zondag 5 februari 2017

Orde voor de Baalderdienst

y03 Lucas 10.4 Rinze IJbema - Lucas 10:

Het verhaal van de echo. Preek over Lukas 10: Ja, jongens en meisjes,

zondag 14 juli 2019 in het Kruispunt

Preek Maartenskerk zondag 12 juni 2016 Lukas 10, (herziene Naardense Bijbel) Teun Kruijswijk Jansen I Een paar weken geleden hoorde ik het

Overdenking 11 november 2012, Lev.19:1-2, 9-18, Mc. 12: ds. A.J.Wouda Gemeente van Christus,

Parabels over het Heilige Boek

Voorganger : drs. Paul Sas, geestelijk verzorger van de Mantel Ouderling: Anneke Vader Diaken: Harm Hazewinkel Organiste: Netty Blansjaar

Preek van de leek Zondag 19 juni uur Duinzichtkerk

Zondag 7 februari Welkom in De Regenboog

Zondag 10 september Maaltijd van de Heer. Voorganger: Ds. B. Breunesse Organist: Erik Nijzink

*** Gemeente van onze Here Jezus Christus, jongens en meisjes, broeders en zusters,

OPDRACHT: Lees de vier tekstgedeelten en beantwoord de 4 bijbehorende vragen. Luk 15:11-32 Joh 3:14-17, Joh 15:9-17 Matt 5:43-48, Joh 13:33-35

ORDE VAN DIENST VOOR STARTZONDAG 2015

3e Statie: Jezus valt voor de 1e maal onder het kruis.

3. a. Nee. b. Ze denken dat hij in de menigte meeloopt met vrienden, bekenden of familieleden. c. Drie dagen.

Jezus die ons is voorgegaan

y02 Marcus 15.2 Rinze IJbema - Marcus 15, 2-5. Gemeente van Jezus Christus,

17 september uur Afscheid en bevestiging van ambtsdragers

Vers 25 vertelt: er kwam een wetgeleerde die hem op de proef wilde stellen.

WAT IS HET DOEL VAN MIJN LEVEN?

Welkom in de Menorah. : dhr. H. Meijer. Naam van de zondag : 3 e zondag van de zomer

OVERSTAPDIENST 2 juli 2017

Zondag 22 mei Kogerkerk - 5e zondag van Pasen - kleur: wit - preek Deuteronomium 6, 1-9 & // Johannes 14, 1-14

Tevredenheid 1. Tevreden over wat je hebt gedaan 8 2. Tevreden in alle omstandigheden Tevreden met weinig Tevreden met wat je hebt 14

3 Geprezen zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, de Vader van de barmhartigheden en de God van alle vertroosting, 4 Die ons troost in al

God, laat ons uw liefde zien en maak ons gelukkig.

zondagmorgen 14 november 2010 Welkomkerk ds. W.H. Hendriks-Vogelaar

pgscheemda e.o. Dit document staat t/m 12-7-'19 17:00 uur online op pgscheemda.nl 1

Vraag 1 Waar denk je aan bij het woord heilig? Schrijf dit op de briefjes Antwoord 1 Vraag naar de mening van de kinderen

Toespraak Akke Fokje Stienstra tijdens de bijeenkomst van de Ekklesia Twente op zondag 16 maart 2014

Liederenblad. Passie - Pasen. Hervormde Gemeente Bergambacht

Kinder Woord Dienst van Oase. Elke keer dat je komt, krijg je een Bijbel verhaal, Verzamel ze en je hebt je eigen Bijbel!

Samen Bijbellezen Lukas 10:25-37

Jaar A - Jezus! Samen op weg

Hervormde Gemeente Ouderkerk aan den IJssel

Orde van dienst op zondag 10 september 2017 De Regenboog, aanvang 10:00 uur

De Heilige Doop wordt bediend aan Nina Bolks

Hillegom, De Hoeksteen 7 september 2014 Maurits de Ridder. Jesaja 56 : 1-7 Mattheus 15 : Gemeente van Christus Jezus, onze Heer,

De gelijkenis van de onbarmhartige dienstknecht. (Deze gelijkenis kun je lezen in : Mattheüs 18:21-35 )

Lukas 10 Wie is mijn naaste?

ORDE. voor afscheidsdienst van. Theo Cornelis Heus. Theo. Maranathakerk, Lunteren 30 november 2017

Lezen: Matteüs 5:14-16, 43-48

Toon Uw heerlijkheid Opwekking 505

Gemeente van Jezus Christus, Misschien kent u het verhaal van de man in de put?! Een man viel in een put en kon er niet meer uit.

Nieuwe geboorte in het koninkrijk. les 1 FOLLOW

Zondag 8 november 2015 Sint Maarten de oogst van ons leven

Johannes 8 : 11. dia 1

Het verhaal over de opstanding is de climax van het Nieuwe Testament. Het is een verhaal dat aansluit bij ons diepste mens-zijn.

Liturgie voor de Gezinsdienst op 7 april 2019 Voorganger: Ds. R.A. Houtman, Epe M.m.v. Combo Goede Herderkerk Thema: Wil je Jezus volgen?

Thema van vandaag : Vraag iemand je te helpen!

BLIJF IN DE HERE! Liturgie:

Broeders en zusters, na de zegengroet van de Here zullen we God belijden als ons hoogste goed, door met elkaar van Psalm 63 de verzen l en 2 te zingen

LITURGIE JEUGDDIENST: SCHIJT AAN EEN ANDER

ZONDAGSVIERINGEN Vijftiende zondag C-jaar ( ) Begroeting

Filippenzen 1. Begin van de brief

De gelijkenis van de onbarmhartige dienstknecht

Lucas 10:33 Voor Jezus ben je alles waard

Wie is mijn Naaste? De gedachte is... Bijbelstudie. nr. 58

Liturgie voor de dienst van zondag 14 juli 2019 in de Oosterkerk

Deze bijeenkomst gaat over gelijkenissen, waarbij de barmhartige Samaritaan als voorbeeld wordt gebruikt.

Gastvrijheid, de stijl van het koninkrijk

Gemeente van de Heer Jezus Christus,

Gebedsviering 29 januari 2017 m.m.v. kinderkoor Unisono. Vierde zondag door het jaar. De Bergrede

Preek genezing van huidvraat februari 2018

Zondag 21 februari 2016; 2 e zondag van de 40-dagen; project: zet een stap naar de A/ander; kleur Paars; ds. A.J.Wouda

Gemeente van Jezus Christus

DE WIJZE KONING SALOMO

De barmhartige Samaritaan

OPENING. Welkom door de ouderling van dienst. Intochtslied NLB 218

Bijbel voor Kinderen presenteert DE WIJZE KONING SALOMO

Lucas 19, en Jes. 1, november 2016 Hengelo Gld.,

Orde van dienst op zondag 10 maart 2019 in De Kern. Thema Op weg naar Pasen: een nieuw begin. Eerste zondag van de veertigdagentijd / invocabit

Helaas zijn christenen niet per definitie hartelijke en gastvrije mensen.

WIE IS JEZUS? EN WIE BEN IK?

2b. Zegengroet Genade voor u en vrede van God onze Vader en van de Heer Jezus Christus

Orde van dienst Hervormde Gemeente te Sellingen

1 Tessalonicenzen 1. Begin van de brief

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =

Transcriptie:

De Hoeksteen 14 juli 2013 Maurits de Ridder Deuteronomium 30 : 9-14 Lucas 10 : 25-37 Gemeente van Christus Jezus onze Heer, "Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, wie is de schoonste in het land?". Wie kent dit oude sprookje niet, waarin dit wordt gevraagd? Een verhaaltje met een moraaltje. Zoals dat hoort bij sprookjes. Over trots. En over rivaliteit en jaloezie. Wie is de schoonste, de mooiste, de aantrekkelijkste in het land? Met een beetje variatie zou die vraag ook kunnen klinken in het verhaal over de barmhartige Samaritaan. Dat is geen sprookje. Maar een verhaal van Jezus, die in gesprek is met een wetgeleerde. En dan gaat het natuurlijk niet om de vraag wie de mooiste is van uiterlijk, dat kan ik me tenminste niet voorstellen. Maar wel wie innerlijk de knapste is. Wie het meeste weet van de wetten van Mozes, de Thora. "Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, wie is de knapste wetgeleerde van het land?" Daar waren die mensen vaker op uit, om daar op hun manier achter te komen. Door het stellen van slimme vragen aan elkaar. Over wat de ander wel of niet weet van de wetten van Mozes. Zo vraagt een wetgeleerde vandaag aan Jezus: "Meester", zo spraken wetgeleerden elkaar aan, "Meester, wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven?" Dat moeten we niet verkeerd begrijpen: die man vraagt niet aan Jezus wat hij moet doen om later in de hemel te komen. Of "hoe kan ik het beste de hemel verdienen", of zoiets. Daar gaat het niet om. Hij vraagt naar het eeuwige leven. En dat is niet iets pas voor later, na je sterven, in het hiernamaals. Want je kan er in het hier en nu al voor kiezen. Het hiernumaals, zou je kunnen zeggen als dat woord bestond. Het eeuwige leven is het echte leven, zoals de Here God dat voor de mensen eigenlijk vanaf het begin van de schepping altijd al heeft bedoeld. Dat is dat je 1

niet zomaar voor het vaderland weg leeft. Maar dat je als mens van God inhoud aan je leven geeft. Dat je leeft met kwaliteit. Met eeuwigheidskwaliteit! Daar gaat het om! Dat is de vraag van die wetgeleerde. Wat moet ik doen om te leven met eeuwigheidskwaliteit. Nou, die wetgeleerde weet dat eigenlijk drommels goed van zichzelf. Daar is hij immers een wetgeleerde voor. Vanuit zijn vak is hij dag in, dag uit, jaar in, jaar uit, zijn hele leven met de wetten van de Thora bezig. Zou hij dan het belangrijkste daarvan dan echt zelf nog steeds niet weten? En daarom verwijst Jezus hem daar naar terug. "Wat denk je er zelf van, wat staat er in de wet geschreven? Wat lees je daar?" Nou natuurlijk dat je God zult liefhebben. Met heel je hart en met heel je ziel en met heel je kracht en met heel je verstand. En je naaste als jezelf, is zijn antwoord. Dat antwoord, met die woorden, kan hij wel dromen. Alles wat in de zeshonderddertien geboden en verboden van de Thora staat, komt daar uiteindelijk op neer. Alles draait in feite om dat ene dubbele gebod van de liefde. De liefde voor God en de liefde voor de naaste. De liefde die in onze wereld het verschil maakt, van goed en kwaad, van dag en nacht, van leven en dood. Zo is het. "Je hebt prima geantwoord", zegt Jezus. "Doe dat en je zult leven. Maar dan komt het. Dan wordt het lastig voor de wetgeleerde. Hij lijkt zomaar opeens niet te weten wie van zijn medemensen hij als zijn naaste zou kunnen zien. Zijn Hebreeuwse broeder of zuster? Zijn Samaritaanse buurman? Een soldaat uit het Romeinse bezettingsleger? Een tollenaar? Iemand anders die het met de wet niet zo nauw neemt? Of een priester? Ja, wie is in hemelsnaam volgens Jezus nou toch zijn naaste? Wie is trouwens van ons een naaste? De buurman of de buurvrouw? Je collega? Degene die elke zondag naast je in de kerk zit? Of die Marokkaan op de hoek van de straat? Of die dakloze verkoper van de straatkrant? Ja, wie is eigenlijk mijn naaste? Jezus geeft die wetgeleerde geen rechtstreeks antwoord, maar Hij gaat hem een verhaal vertellen. Het bekende verhaal over de Barmhartige Samaritaan. 2

Dat begint met een man, hij zal wel een Jood zijn, die afdaalt van Jeruzalem naar Jericho. Daarmee gaat hij trouwens wel precies de verkeerde kant op. Ooit trokken de mensen van het oude volk van Israël weg uit Egypte, door de woestijn heen, via Jericho naar Jeruzalem. Dat laatste stukje was de laatste etappe van de tocht uit het angstland van de slavernij, naar de Stad van de Vrede. Dat was toen. Nu gaat de man uit het verhaal weer terug. Hij trekt niet op naar Jeruzalem, maar hij daalt af. En voor je het weet zit je dan weer in de woestijn. Als dat maar goed gaat. En het gaat niet goed. Hij wordt beroofd en ook nog eens zo flink in elkaar geslagen dat hij zo ongeveer halfdood langs de kant blijft liggen. En als hij daar, wie weet hoe lang al, in de gloeiend hete zon ligt te creperen, komen er na elkaar twee mensen aanlopen. De eerste is een priester. De tweede een Leviet. Allebei dienstknechten van God, die in de tempel werken. Mensen die altijd met het geloof bezig zijn. Van wie het zelfs hun baan is. Waar je dus best wel het één en ander van mag verwachten. Zo is het toch!? Nou, vergeet het maar: ze zien die arme man wel liggen, maar ze gaan, de één na de ander, aan de overkant van de weg aan hem voorbij. Jezus vertelt niet waarom ze niets doen. Misschien omdat ze bang zijn dat die rovers nog in de buurt zijn? Dan lopen zij ook gevaar om beroofd te worden. Of dat ze bang zijn om vuile handen te krijgen? Want stel je voor dat ze die halfdode man zouden helpen en dat hij dan in hun handen zou sterven, dan zouden ze een dode hebben aangeraakt en daarmee onrein zijn geworden. En wie onrein is mag niet in de tempel werken, mag er zelfs niet komen. Misschien zouden ze wel willen helpen, maar durven ze niet. Omdat ze dan het risico lopen te botsen met de regels van de tempel. Zo kan het ook nog zijn. We hoeven maar naar onszelf te kijken. Durven wij om iemand te helpen, en voor haar of hem op te komen, altijd te doen wat ons hart ons ingeeft? Ook als dat de nodige heisa met zich mee brengt? In elk geval lopen die priester en die Leviet zomaar aan een hulpbehoevende medemens voorbij. 3

Je zult die mens toch maar zijn. Het is al verschrikkelijk wat ze hem hebben aangedaan. Maar dat hij dan ook nog moet meemaken dat hij daar zo hulpeloos ligt en er zelfs knechten van God zijn, mensen die toch beter zouden moeten weten die, zomaar zonder een hand naar je uit te steken, aan je voorbij lopen... Als een priester en een Leviet, als voorgangers in de tempel het al laten afweten, als de kerk het al laat afweten om voor mensen op te komen. Wie doet er dan in Gods naam nog wél iets? Dan ziet het er wel heel hopeloos uit voor die man. Maar als die twee vrome broeders allang zijn verdwenen, dan ziet de arme man nog iemand komen. Alleen is dat dan wel een Samaritaan. En van een Samaritaan valt voor een Jood niet zo veel goeds te verwachten. Joden en Samaritanen kunnen niet met elkaar overweg en dat is dan nog veel te mooi gezegd. In Joodse ogen is een Samaritaan niet meer dan een halve heiden. Een onreine, een bastaard, een tweederangs iemand, waar je niks mee te maken wil hebben. Iemand die vandaag de dag op Palestijns grondgebied aan de andere kant van die muur zou wonen. Die Samaritaan heeft dan ook alle reden om nu ook maar eens met een grote boog om die gewonde Jood heen te lopen. Maar volgens Jezus gaat het heel anders. Als de Samaritaan de gewonde man ziet, dan wordt hij, ja, die verachte Samaritaan(!), met ontferming bewogen. Dat laatste zegt Jezus niet zomaar, dat betekent nogal wat. Dat wordt op andere plaatsen in het Evangelie speciaal over Jezus gezegd. Jezus raakt soms met ontferming bewogen. Geroerd in zijn ingewanden. Misselijk van medelijden. Laat Jezus hetzelfde nou over die Samaritaan vertellen. Die halve heiden, die allochtoon met dat foute geloof. Die vent waar je niets mee te maken wilt hebben. Uitgerekend hém vergelijkt Jezus hier dus met niemand minder dan zichzelf. Zo zien we maar hoe voorzichtig we moeten zijn met het nawijzen en verkeerd vinden van mensen. Als de Samaritaan die gewonde man ziet, dan wordt hij, volgens Jezus, net als Jezus zélf met ontferming bewogen. Zo raakt het hem, en zo doet het hem pijn om een medemens in nood te zien. 4

En dan stapt hij op die gewonde man af. En dan knielt hij bij hem neer en verzorgt hij zijn wonden. Dan zet hij hem op zijn eigen rijdier en brengt hij hem naar een herberg voor zijn verdere verzorging. En of dat allemaal al niet prachtig genoeg is, belooft hij ook nog aan de herbergier om op de terugreis langs te komen en de eventueel nog bijgekomen kosten te vergoeden. Er is een bekend spreekwoord dat zegt "wie niet geeft wat hij heeft is niet waard dat hij leeft". En dat spreekwoord is bepaald niet zomaar uit de lucht komen vallen. Maar die Samaritaan waar Jezus over vertelt, geeft wat hij heeft. Hij geeft van zijn eigen wijn en zijn eigen olie. En misschien gebruikt hij voor het verbinden van de gewonde man wel een stuk van zijn eigen onderkleed. En hij zet de man op zijn eigen rijdier. De Samaritaan berooit zichzelf, in het belang van de beroofde. En samen komen ze zo, moe en vies van de modder en het bloed, bij de herberg aan. Waarmee de echte barmhartige als twee druppels water lijkt op de beroofde. Je zou waarachtig nog meer aan Jezus gaan denken, de grote Barmhartige, die alles gaf wat Hij had... Die zichzelf ontledigd heeft, helemaal leeggemaakt, weggegeven, tot zijn leven aan toe. Als twee druppels water lijkt die verachte Samaritaan nu op Jezus. Wie kan het verschil nog zien tussen de helper en het slachtoffer? Maar we gaan weer terug naar het verhaal. Waarin Jezus de wetgeleerde opnieuw een vraag gaat stellen. Dezelfde vraag als de wetgeleerde aan Jezus had gesteld, maar nu omgekeerd. "Wie van de drie denkt u dat de naaste was van de man die in de handen van de rovers is gevallen?" Als Jezus het zo vraagt, dan moet die wetgeleerde als het ware in de huid van dat arme slachtoffer kruipen, afgedaald van Jeruzalem naar Jericho, aan lager wal geraakt, beroofd, gewond, er hopeloos aan toe, langs de kant van de weg. De wetgeleerde moet zichzelf voorstellen dat hij dat slachtoffer is. Afhankelijk van de barmhartigheid van die ander. Het zal hem niet meevallen, maar hij moet wel. Om niet alleen maar in theorie, maar vooral als ervaringsdeskundige te kunnen zeggen wie van de drie voorbijgangers zijn naaste is gebleken. Wie is jouw naaste geworden?, vraagt Jezus dus nu feitelijk aan hem. 5

De wetgeleerde kan nu maar één antwoord geven: de man die medelijden met hem heeft getoond, ofwel de man die barmhartigheid bewezen heeft. Ik kan het me best voorstellen als hij als Joodse wetgeleerde het woord Samaritaan in dit geval moeilijk of helemaal niet uit zijn keel kan krijgen. Maar hij kan er niet omheen. Een naaste heb je niet voor het uitkiezen. Dat is iemand die niet aan je voorbij gaat. Die je vraagt hoe het met je gaat. Een medemens die je neemt zoals je bent en die over jou met ontferming bewogen is. Die om je geeft. Die er vuile handen voor over heeft om je te kunnen helpen. Die niet bang is om risico s voor je te nemen. Die barmhartig voor je is. En de allergrootste naaste is Hij die ook voor ons alles wat Hij had, heeft weggegeven, tot zijn leven aan toe. Door ons uit de goot op te rapen en ons terug te halen vanwaar we waren afgedaald. Die ons een nieuw leven geeft. Onze naaste is in de eerste plaats hij die ons barmhartigheid heeft bewezen, die naar ons heeft omgezien. Hij is voor ons allemaal de barmhartige Samaritaan. Jezus, die telkens weer met ontferming bewogen is. Gods barmhartigheid in onze onbarmhartige en vaak zo meedogenloze wereld. Die wetgeleerde vraagt wie zijn naaste is. Maar Jezus is de mens die tot ons aller naaste is geworden: van jou, van u, van mij, net als van die wetgeleerde uit het verhaal. Doe jij dan voortaan net zo, is het laatste dat Hij aan die wetgeleerde te zeggen heeft. Als een oproep. Als een uitdaging. Om zo, met die Samaritaan, maar vooral met Jezus zelf als voorbeeld, voor welk medemens dan ook een teken van Gods liefde en barmhartigheid en ontferming te zijn. Hij daagt ook ons uit om Zijn handen en voeten te zijn op de weg door ons leven. Om in Gods Naam mens te zijn. Doe dit en gij zult leven, zegt Jezus. Leven met kwaliteit. Eeuwig leven dus. Amen. 6