Jaarplan RMC 2013 en 2014 Zuidoost-Brabant Regio Eindhoven - De Kempen Regio Helmond - Peelland
1 Inleiding 3 2 Landelijk beleid 4 2.1 Voorkomen voortijdig schoolverlaten 4 2.1.1 Opdracht aan scholen 4 2.1.2 Opdracht aan convenantregio s 4 2.1.3 Opdracht aan gemeenten 5 2.2 Ontwikkelingen 5 2.2.1 Passend onderwijs 5 2.2.2 Transitie jeugdzorg 6 2.2.3 Ontwikkelingen MBO (entree en 3-4 jr maatregel) 6 3 Regionale aanpak VSV 7 3.1 Actuele cijfers 7 3.2 Het regionale VSV-convenant 7 3.3 VSV als onderdeel van het gemeentelijk/regionale beleid 8 3.4 Centrale Leerlingenregistratie 8 3.4.1 Ondersteuning van de leerplichtfunctie / RMC-taak 9 3.4.2 Sturingsinformatie 9 4 Acties en inzet: uitvoering van de RMC-taak 10 4.1 RMC taken 10 4.1.1 Melden en registreren 10 4.1.2 Begeleiden en doorverwijzen 10 4.2 Verslaglegging en rapportage 11 5 Financiën 12 5.1 Rijksinkomsten RMC 12 5.2 Verdeling RMC budget 12 5.3 Uitgaven regio Eindhoven / De Kempen 13 5.4 Uitgaven regio Helmond / Peelland 13 5.5 Verantwoordingsafspraken 13 6 Procedurele route 14 6.1 Gezette stappen 14 6.2 Voorstel aan SRE Portefeuillehoudersoverleg 14 2
1. Inleiding Voor u ligt het jaarplan RMC 2013-2014 (Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voorkomen voortijdig schoolverlaten). De RMC voert wettelijke taken uit om de voortijdig schoolverlaters, jongeren zonder startkwalificatie (havo of vwo-diploma of een diploma op ten minste niveau 2 mbo) in kaart te brengen te volgen en, voor zover mogelijk weer op een traject richting onderwijs te plaatsen. De regio omvat 21 gemeenten verdeeld over 2 subregio s; Eindhoven-De Kempen met 15 gemeenten en de erkende subregio Helmond-Peelland met 6 gemeenten. Zij werken samen aan het terugdringen van voortijdig schoolverlaten en hebben daarvoor een eigen structuur en samenwerkingsverbanden. De contactgemeente Eindhoven ontvangt jaarlijks, voor de uitvoering van de regionale RMC taken, van het Rijk een structurele bijdrage. Tweejaarlijks wordt een meerjarenplan voorgelegd aan het portefeuillehouderoverleg van het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven. In dit plan leest u het wettelijk kader m.b.t. het voorkomen van voortijdig schoolverlaten en wordt u geïnformeerd over tal van landelijke en regionale ontwikkelingen, die verband houden met het voorkomen van voortijdig schoolverlaten. Het plan wordt afgesloten met een voorstel voor besteding van de middelen RMC Zuidoost-Brabant voor de komende 2 jaar. 3
2. Landelijk beleid 2.1 Voorkomen voortijdig schoolverlaten Nog steeds ondervinden te veel jongeren problemen in hun leerloopbaan, waardoor ze te vroeg stoppen met hun opleiding en geen startkwalificatie halen. In 2006 heeft de minister van OCW de Aanval op Schooluitval ingezet. Dit bestond uit een pakket aan extra maatregelen dat schooluitval actief moest bestrijden met de doelstelling: het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters te halveren tot maximaal 25.000 in 2016.De inzet en samenwerking van diverse partijen is noodzakelijk voor het slagen van de Aanval op Schooluitval. Scholen, gemeenten, RMC s, jeugdzorg, maatschappelijk werk, werkgevers, werkpleinen, politie, justitie en ouders zetten zich samen met OCW in om het aantal nieuwe schooluitvallers terug te brengen. Permanente aandacht voor voortijdig schoolverlaten van regio s, vo-scholen en mbo-instellingen is hierbij noodzakelijk. De aanpak van VSV vraagt om een meerjarig perspectief, structurele inzet van middelen, een integrale aanpak gericht op preventie en een strakke organisatie op regionaal niveau. Voor succes op langere termijn moet het voorkomen van uitval onderdeel zijn van de primaire processen binnen scholen, instellingen en de afdeling RMC/leerplicht van gemeenten. 2.1.1 Opdracht aan scholen Het voorkomen van schooluitval begint met goede kwaliteit van onderwijs. Scholen hebben de opdracht om leerlingen onderwijs te bieden, in een veilige omgeving die uitdagend is en hierbij zijn een aantal punten van belang: - boeiend onderwijs; - kwaliteit van leerkrachten en docenten; - handelingsgericht werken; - goede onderwijszorg. Het rijk kent vanuit Aanval op de Schooluitval naast de facilitering aan de convenantregio s - premies toe, aan scholen die hun resultaten op het gebied van VSV verbeteren. Voor elke verminderde uitvaller ontvangen zij een bonus. De maatregelen om schooluitval aan te pakken zijn preventief en gericht op het aanpakken bij de bron, soepele overgang tussen de schooltypen, leerlingen bij de les houden en op de praktijk als leermeester. 2.1.2 Opdracht aan convenantregio s OCW heeft in alle 39 RMC-regio s convenanten afgesloten met de contactgemeente en de onderwijsinstellingen in het VO en MBO. Na een convenant met een looptijd van 2008 tot 2012 komen er nu nieuwe meer op de prestatiegerichte convenanten voor de periode 2013 t/m 2015. Uitgangspunten daarbij zijn resultaatgerichtheid, administratieve eenvoud, continuïteit en borging van de VSV-aanpak na 2015. Afspraken met onderwijsinstellingen en organisaties over inzet en verantwoordelijkheid bij het voorkomen en bestrijden van 4
voortijdig schoolverlaten zijn binnen het convenant vastgelegd in kwantitatieve doelstellingen per opleiding en per niveau. In tegenstelling tot eerdere convenanten worden procentuele normen gehanteerd (het aantal VSV wordt afgezet t.o.v. aantal leerlingen). Duidelijk is dat de voorgenomen reductie van VSV in regio s vanuit een intensieve samenwerking gerealiseerd dient te worden. Het rijk heeft (de financiering van) het onderdeel Plusvoorziening, opvang voor overbelaste jongeren, toegevoegd aan de nieuwe convenanten (voor de periode 2013-2015). De Plusvoorzieningen voor overbelasten zijn de afgelopen 2 jaar ontwikkeld. In paragraaf 3.2.2 leest u meer over de inhoud van het convenant in Zuidoost-Brabant. 2.1.3 Opdracht aan gemeenten Naast de scholen vervullen ook de gemeenten een sleutelrol in de aanpak van voortijdig schoolverlaten. De leerplichtwet 1969 is hierin een belangrijk kader. Het geeft de gemeenten de opdracht om toe te zien op het naleven van de leerplicht. Inmiddels zijn hier een aantal grondslagen aan toegevoegd, namelijk de RMC- en de kwalificatieplicht: twee taken die zich richten op het terugleiden van uitvallers naar het onderwijs. Ook nadat de leerplichtige leeftijd is behaald, blijven gemeenten hun jongeren stimuleren om een startkwalificatie te halen. Gemeenten hebben op grond van de leerplichtwet ook een registratieplicht: ongeoorloofd verzuim en voortijdig schoolverlaten moet geregistreerd worden (en daarop moet passende actie worden uitgezet). Sinds november 2011 is in Eindhoven de Centrale Leerlingenregistratie operationeel (zie 3.4), die alle 21 gemeenten in ons gebied ondersteunt bij deze taak. 2.2 Ontwikkelingen Op rijksniveau zijn er ontwikkelingen die nadrukkelijk van invloed zijn op het voorkomen van voortijdig schoolverlaten. Het kabinet heeft voornemens op de beleidsterreinen onderwijs, werk, sociale zekerheid en op het gebied van de jeugdzorg. Rollen en verantwoordelijkheden worden anders belegd, bezuinigingen worden doorgevoerd en er dient een kanteling plaats te vinden. Het gaat in alle gevallen om een: - beoogde cultuuromslag/transitie/transformatie; - nieuwe (bestuurlijke) inrichting van de verantwoordelijkheden/taken; - een minder bureaucratische inrichting van het indicatievraagstuk. Hieronder wordt kort ingegaan op deze ontwikkelingen. 2.2.1 Passend onderwijs Het kabinet wil het stelsel voor passend onderwijs herzien. In het nieuwe stelsel krijgen scholen de plicht een passende onderwijsplek te bieden aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Ook voor kinderen met een handicap of gedragsproblemen, moet er een passende onderwijsplek zijn; liefst op een reguliere school waar het kind extra begeleiding krijgt, indien nodig is er speciaal onderwijs. Basisscholen en scholen voor 5
voortgezet onderwijs dragen zelf de financiële verantwoordelijkheid voor hun doorverwijzingen naar duurdere vormen van onderwijs. Binnen de aangewezen samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs maken ze hierover op regionaal niveau afspraken. In de loop van deze planperiode zal Passend onderwijs ook in de praktijk gevoeld worden, omdat (Samenwerkingsverbanden van) scholen veel actiever gaan sturen op het plaatsen van leerlingen naar dure of meer ingrijpende vormen van onderwijs. Passend onderwijs zal effect hebben op het (volume aan speciaal) onderwijs. Onze regio 37 kent drie Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs. Voor MBO-scholen zijn andere afspraken in de maak (zie 2.2.3). 2.2.2 Transitie jeugdzorg Het kabinet heeft plannen om vanaf 2015 de ondersteuning en zorg voor de jeugd onder te brengen bij gemeenten. Nu al treffen gemeenten (in nauwe samenwerking met elkaar) daartoe de voorbereidingen. Dit betreft enerzijds de beleidsmatige ontwikkelingen van visies, sturingsmodellen etc. alsook in de praktijk waar pilots worden opgezet die anticiperen op deze transitie. Het is niet vanzelfsprekend dat deze pilots vanaf hun start al goed aansluiten bij de wijze waarop gemeenten hun zorg voor de jeugd in 2015 ingericht willen hebben. Bijstelling is dan ook een continu proces: informatie uit de pilots zal leiden tot aanscherping van het beleid. Andersom zal ook de aanpak in praktijk bijgesteld moeten worden om in de pas te blijven lopen met het beoogde eindplaatje. Dit proces van het aanpassen van de praktijk, zal gedurende deze planperiode voor veel scholen en (jeugd)zorgaanbieders voelbaar worden (we spreken van transitie en transformatie). 2.2.3 Ontwikkelingen MBO (entree en 3-4 jaren maatregel) Het rijk vindt de kwaliteit van een aantal MBO-opleidingen nog niet voldoende. Het kabinet wil de kwaliteit verbeteren door scholen te vragen meer uren les te geven, leerlingen meer te begeleiden en veel mbo-opleidingen te verkorten van 4 naar 3 jaar. Ook wil het rijk het MBO aantrekkelijker maken voor studenten en dat zij gekwalificeerde vakmensen aflevert voor het bedrijfsleven. Daarnaast moet het MBO ook goede mogelijkheden bieden om door te stromen naar het HBO voor die studenten die dat willen. Voor jongeren zonder vooropleiding komt er een entreeopleiding die in de plaats komt van het MBO niveau 1. De entreeopleiding bereidt jongeren die geen startkwalificatie kunnen halen voor op de arbeidsmarkt. Een grote groep jongeren zal ook langer op het VMBO blijven. Daarnaast zullen sommige opleidingen maar 3 jaar mogen duren, en daarmee wordt het maken van een goede keuze voor jongeren nog belangrijker (loopbaandenken). Verder is er ook gevaar voor selectie aan de poort. Het is goed om de dialoog gemeenten en MBO-instellingen met open vizier te voeren, omdat deze maatregelen gevolgen kunnen hebben voor de doelgroep waarmee RMC/leerplicht te maken kan krijgen. De beoogde ingangsdatum voor deze maatregel is 1 januari 2014. 6
3. Regionale aanpak 3.1 Actuele cijfers OCW gaat uit van de cijfers van Duo (Dienst Uitvoering Onderwijs). Deze cijfers worden door de scholen aangeleverd op basis van de in- en uitschrijvingen en verwerkt door DUO. De daling van het aantal voortijdig schoolverlaters is de afgelopen jaren ingezet, maar is nog altijd te hoog. Het MBO daalt licht en het VO stijgt in deze cijfers fors. Hierbij is een kanttekening te plaatsen namelijk de stijging van het VO komt voor het grootse deel ten laste van de witte vlekken, dit zijn o.a. jongeren die vanwege een inschrijving bij niet door OCW bekostigd onderwijs, tellen als VSV-er (particulier onderwijs, school in België of opleiding bij defensie). De regio ligt achter bij de geformuleerde ambitie. VO Ambitie 2005-2007- 2008-2009- 2010-2011- 2006 2008 2009 2010 2011 2012 Deelnemers 41.042 41.430 41.070 40.721 40.869 VSV'ers 732 675 589 615 639 439 MBO Deelnemers 16.362 16.479 16.793 17.125 17.012 VSV'ers 1.470 1.337 1.248 1.413 1.334 882 VO en MBO Deelnemers 57.404 57.909 57.863 57.846 57.881 VSV'ers 2.202 2.012 1.837 2.028 1.973 1321 VSV regio Zuidoost-Brabant. Bron: OCW 3.2. Regionaal VSV-convenant De contactgemeente Eindhoven heeft, in de voorbereiding naar het afsluiten van het convenant VSV 2013-2015, het KBA Nijmegen de opdracht gegeven tot het maken van een regionale probleemanalyse voortijdig schoolverlaten. Op basis van de belangrijkste aanbevelingen van deze kwantitatieve analyses zijn de maatregelen voor het nieuwe convenant geformuleerd. 7
Inleiding: Programmaorganisatie Het programma heeft vier inhoudelijke werkstromen Werkstromen Analyseren uitvalredenen per sector en per cluster van opleidingen Maatregelen beschrijven en doorvoeren m.b.t.: - vinden: verbeteren matching - behouden: betere begeleiding - groenpluk 1. Uitval BBL 2. Uitval MBO 3/4 Bij 15 opleidingen met hoogste % uitval: - probleemanalyse - beschrijven en implementeren maatregelen Toepassing doorstroomportfolio tussen MBOscholen Uitrol bij andere opleidingen 3. Doorlopende leerlijnen VO/MBO Analyseren vanuit welke toeleverende VO scholen het grootste % leerlingen komt dat op MBO uitvalt Verbeteren aansluiting en informatie-overdracht risicoleerlingen VO-MBO en vmbo g/t leerlingen niveau 3/4 bij slechtst presterende scholen Oplossen knelpunten slechtst presterende scholen 4. Overbelaste jongeren In stand houden en verbeteren fysieke plusvoorzieningen - verbeteren samenwerking jeugdzorg en samenwerking tussen fysieke voorzieningen - verbeteren doorstroom naar arbeidsmarkt Preventie overbelaste jongeren in MBO - verbeteren zorgstructuur - samenwerken externe partijen/ schoolteams Bron: Aangepaste inventarisatie aanbevelingen 2012-2015, Regionale probleemanalyse VSV regio ZO-Brabant 1 3018-07A Onze regio 37 heeft in het nieuwe convenant VSV 2013-2015 de volgende vier aandachtsgebieden benoemd: Uitval BBL; Uitval MBO niveau 3 en 4; Doorlopende leerlingen VO/MBO; Overbelaste jongeren¹ Hiermee is in de nieuwe convenantperiode 2012-2015 het accent meer bij het MBO en minder in het VO komen te liggen. Voor de vier genoemde aandachtsgebieden worden plannen uitgewerkt. De regionale ambitie van Zuidoost-Brabant is het realiseren van een reductie van voortijdig schoolverlaten met 1260 VSV-ers aan het einde van het 3-jarig convenant. Dat is een forse doelstelling waarbij focussen op de belangrijkste probleemgebieden nodig is. Gemeente Eindhoven is gevraagd om een passende monitor in te richten (de zgn. monitor VSV in Beeld) (zie ook paragraaf 3.4.2). 3.3 VSV als onderdeel van gemeentelijk/regionaal beleid De gemeenten hebben een bij wet opgelegde uitvoeringstaak bij het voorkomen van voortijdig schoolverlaten middels inzet van de leerplicht en de RMC. De uitvoering van deze taken heeft raakvlakken met diverse andere uitvoerings- en beleidsterreinen. Zo hebben gemeenten op het gebied van werk en inkomen uitvoeringstaken die zij in samenwerking met elkaar uitvoeren (denk aan werkpleinen). Afstemming in het vraagstuk welke jongeren leiden we terug naar school en welke jongeren begeleiden we naar arbeid, is van belang. Voorkomen van voortijdig schoolverlaten is ook een onderdeel van het lokale, subregionale en regionale jeugdbeleid. Vanwege de decentralisaties zullen gemeenten - meer dan voorheen (sub)regionaal jeugdbeleid opstellen. Ook op het gebied van de economische 8
ontwikkelingen in Zuidoost-Brabant is de (sub)regionale schaal een belangrijke om nieuwe beleidsontwikkelingen te initiëren of vorm te geven. 3.4 Centrale Leerlingenregistratie In 2009 hebben de gemeenten in Zuidoost-Brabant de gemeente Eindhoven gevraagd een Centrale Leerlingenregistratie te realiseren. De 21 deelnemende gemeenten uit de SREregio maken sinds 2011 gebruik van een applicatie waarvan het beheer bij de gemeente Eindhoven is belegd. Deze gezamenlijke voorziening heeft een aantal belangrijke voordelen voor de RMC/leerplicht bedrijfsvoering van zowel de gemeenten afzonderlijk als voor de regio in haar geheel, te weten - uniforme werkwijze leerplichtambtenaren binnen de regio: - uniforme managementinformatie; - verminderde kwetsbaarheid helpdesk; - geen lokaal applicatiebeheer meer; - vermindering administratieve lasten voor individuele gemeenten. De samenwerking is verder uitgewerkt in het convenant CLR Zuidoost-Brabant dat een looptijd kent van 16-12-2011 tot en met 31 mei 2015. Hierin is opgenomen dat onder andere wordt uitgevoerd: - leerlingenregistratie Zuidoost-Brabant; - verwerken van verzuimmeldingen; ¹het betreft op dit moment de Rebound en School 23 in Eindhoven, en de Plusvoorziening aan de Willibrordusstraat in Helmond (locatie vso de Korenaar) - NAW-gegevens; - verwerken in- en uitschrijvingen en vsv-meldingen; - registratie RMC. 3.4.1 Ondersteuning van leerplichtfunctie/rmc taak Met de Centrale Leerlingregistratie kunnen de leerplichtambtenaren en studieloopbaanadviseurs in de regio uniform registreren. Ook hun handelen en aanpak wordt meer vanuit deze data gestuurd, en dat bevordert de kwaliteit en uniformiteit van het vak leerplicht/studieloopbaanadviseur. Een andere afspraak die in onze regio is gemaakt is dat vaste leerplichtambtenaren gekoppeld worden aan een school. Daarmee behoudt een school eenzelfde aanspreekpunt waar het gaat om VSV. Deze leerplichtambtenaar werkt over de gemeentegrenzen heen : ook jongeren woonachtig in buurgemeenten worden begeleid. Door de Centrale Leerlingenregistratie wordt ook deze werkwijze transparant en inzichtelijk gemaakt voor direct betrokken professionals vanuit school en gemeenten. 3.4.2 Sturingsinformatie In de Centrale Leerlingenregistratie Zuidoost-Brabant komt een grote hoeveelheid gegevens samen. Met deze gedeelde informatiebron is het mogelijk om naar een regionaal 9
jaarverslag en andere gezamenlijke regionale producten (bijv. rapportages aan OCW, de regio en de partners uit het netwerk, folder) toe te werken. De planning is dat gemeenten in januari 2013 een voorstel met sturingsinformatie krijgen. Het jaarverslag leerplicht, de RMC-effectrapportage en recente gegevens uit de monitor VSV in Beeld (zie paragraaf 2.1.2) zullen daarin verwerkt worden. Documenten worden naar de gemeenten gestuurd zodat zij verbeterpunten mee kunnen geven aan de beheerder van de Centrale Leerlingenregistratie. Hierbij moet wel gezegd worden, dat CLR vooral een systeem is dat het werk van de professionals ondersteunt. Aangezien niet alle gegevens in de Centrale Leerlingenregistratie juist en volledig zijn, worden de gemeenten separaat verzocht of zij de aangeleverde gegevens willen verifiëren (controleren en retourneren). 10
4 Uitvoering RMC-taak 4.1 RMC taken 4.1.1 Melden en registreren Registratie ligt aan de basis voor de uitvoering van de RMC-taak. Naast de mogelijkheden die het rijk daarin biedt (centraal registreren van in- en uitschrijvingen via DUO) is ook het Centraal Leerlingenregistratiesysteem daarin van belang. De decentraal opererende professionals voeden dit systeem dat in beheer is bij gemeente Eindhoven. Praktische voordelen hiervan zijn reeds onder 3.4.1 en 3.4.2 genoemd. 4.1.2 Begeleiden en doorverwijzen De RMC taken, melden en registreren en begeleiden en doorverwijzen terug naar school, zijn regionaal vormgegeven. In beide regio s zijn trajectbegeleiders c.q. studieloopbaanadviseurs werkzaam die met de voortijdig schoolverlaters in gesprek gaan met het doel hen terug te leiden naar het vervolgonderwijs of naar werk/passende dagbesteding. De uitgangspunten van de loopbaanbegeleiding in Eindhoven en Helmond zijn dezelfde n.l.: het uitvoeren van startkwalificatiebeleid, het bieden van deskundig advies met begeleiding richting vervolgonderwijs/werk. Dit vindt plaats in integrale afstemming en samenwerking met de veldpartners (onderwijspartijen, zorgpartners en arbeidsgerelateerde partners). Om dit te bereiken worden de volgende werkzaamheden uitgevoerd: - het verzorgen van intakegesprekken met voortijdig schoolverlaters; - het ondersteunen en begeleiden van VSV-ers richting startkwalificatie: aanbodversterking, bemiddeling en plaatsing op een traject (makelen en schakelen); - (laten) afnemen van testen, - overdragen van jongeren voor wie een startkwalificatie niet haalbaar is naar vervolgtraject richting werk (sluitende aanpak); - het onderhouden van een netwerk van onderwijsinstellingen, gemeentelijke diensten en relevante vindplaatsen van jongeren; - inrichten van het werkproces en ontwikkelen en beheren van de daarbij behorende methodieken en werkwijze. Regio Eindhoven / De Kempen: In de regio resorteren 2 uitvoeringsunits; Centraal Loket Zorgleerlingen (CLZ) en Straks.nu. Het CLZ biedt trajectbegeleiding voor leerplichtigen in Eindhoven/De Kempen (tot 18 jaar). De jongere wordt door het zorgteam van de school of door de leerplichtambtenaar gemeld bij het CLZ. Op basis van de verstrekte informatie maakt het CLZ een keuze voor behandeling. Tot de mogelijkheden behoort een onderzoek en ambulante hulp of begeleiding naar een passend traject, uitgevoerd door de studieloopbaanadviseurs. Het uitgangspunt is dat alle zorgleerlingen die het voortgezet onderwijs dreigen te verlaten dan 11
wel de zorgleerlingen die de regio binnenkomen en geen plaats vinden binnen het onderwijs, centraal worden gemeld. Bij Straks.nu begeleiden de studieloopbaanadviseurs alle niet-leerplichtige voortijdig schoolverlaters tot 23 jaar uit regio Eindhoven/De Kempen. Zij voeren gesprekken in Eindhoven en in de regio op locatie (Nuenen, Geldrop-Mierlo, Best, Son en Breugel, Valkenswaard, Bladel en Veldhoven). Er zijn 4,5 fte beschikbaar voor trajectbegeleiding Straks.nu. De verdeling van de inzet is: 2 fte voor de regio Eindhoven/De Kempen (m.u.v. Eindhoven) en 2,5 fte voor Eindhoven waarvan 0.8 fte ingezet wordt ten behoeve van Jongerenloket. Het onderwijs is in de begeleiding voorliggend, als dit niet mogelijk is vindt overdracht plaats naar het Jongerenloket voor een traject naar werk. Bij mogelijke projecten aanvullend aan Straks.nu worden tijdelijk studieloopbaanadviseurs ingehuurd. Zo is er in het kader van VSV in beeld een outreachend werker voor Eindhoven toegevoegd aan de afdeling Leerlingenzorg alwaar Straks.nu ondergebracht is. Om VSV ers die in de regio buiten beeld dreigen te komen, toch in een traject te krijgen is tijdelijk een outreachend werker ingehuurd. Regio Helmond / Peelland: Binnen het team Jeugd van de gemeente Helmond werken de RMC-loopbaanbegeleiders van de regio Helmond /Peelland voor alle jongeren van 15 tot 23 jaar. Ook de leerplichtambtenaren van de gemeente Helmond zijn in dit uitvoeringsteam gepositioneerd. Jongeren worden door de school gemeld bij het team Jeugd. Op basis van de verstrekte informatie maakt team Jeugd een keuze voor behandeling. Tot de mogelijkheden behoort een onderzoek, ambulante hulp of begeleiding naar een passend traject, uitgevoerd door de studieloopbaanadviseurs. Ook leerlingen die het onderwijs dreigen te verlaten dan wel de zorgleerlingen die de regio binnenkomen en geen plaats vinden binnen het onderwijs worden gemeld. Het team Jeugd neemt deel aan de Zorgadviesteams en voert ook preventieve gesprekken met jongeren waarvan school aangeeft dat ze het risico lopen om uit te vallen. Ook de samenwerking tussen gemeenten onderling als de samenwerking gemeente en Samenwerkingsverband/ROC krijgt vorm via dit team. De RMC-formatie bedraagt 1,5 fte en wordt ingezet voor: participatie op het werkplein, participatie op school (ROC Ter AA) en Permanente Commissie Leerlingenzorg (hier worden alle VO/MBO-zorgleerlingen besproken die dreigen uit te vallen, inclusief toeleiding en follow up van leerlingen plusvoorziening). Komend jaar wordt expliciet ingezoomd op de cliëntprocessen bij het RMC, werkplein, ROC en de route naar werk. In zet is te komen tot een integraal cliëntproces, en dat moet leiden tot verdere verbetering van de werkwijzen van de diverse professionals. 4.2. Verslaglegging en rapportage Jaarlijks wordt onder verantwoordelijkheid van de contactgemeente Eindhoven voor 1 december een RMC-effectrapportage aangeleverd bij OCW. Deze effectrapportage is een verslag van de samenwerking binnen het regionale netwerk, geeft de prioriteitstelling in 12
beleid aan en vermeldt de knelpunten en succesfactoren in het VSV-beleid van de regio Zuidoost-Brabant. Daarnaast is er een kwantitatief overzicht opgenomen van het aantal VSV-ers en herplaatste VSV-ers in de regio. Het eerste geïntegreerde jaarverslag leerplicht- RMC (voor de gehele regio) zal naar verwachting voorjaar 2013 verschijnen. Zie ook 3.4.2. 5. Financiën 5.1 Rijksinkomsten De regio Zuidoost-Brabant ontvangt rijksmiddelen om haar taken uit te voeren. Het RMC budget wordt jaarlijks betaalbaar gesteld in de vorm van een specifieke uitkering. De middelen voor het jaar 2013 zijn niet vastgesteld, uitgegaan wordt van de middelen 2012. Deze uitkering bedroeg 1.180.272,--. Het bedrag is bestemd voor RMC activiteiten in de regio Zuidoost-Brabant. Het budget RMC is als volgt opgebouwd: vaste voet: dit bedrag is gelijk voor alle RMC-regio s en inzetbaar binnen de hele regio. Het dient ingezet te worden voor het in stand houden van de RMC functie; budget 1: een budget bestemd voor activiteiten ten behoeve van de hele regio en bepaald op basis van het aantal inwoners; budget 2: een budget bestemd voor de hele regio met uitzondering van de G35 gemeenten (Eindhoven en Helmond) en is bepaald op basis van aantal inwoners; budget 3: een budget bestemd voor de uitvoering van de kwalificatieplicht t.b.v. de hele regio. 5.2 Verdeling RMC budget Vaste voet: deze wordt als volgt verdeeld; een gedeelte van de vaste kosten, prijspeil 2012 jaarlijks te indiceren, voor de contactgemeente RMC (coördinatie, regionale administratie en registratie) wordt op dit bedrag in mindering gebracht. Het resterende bedrag wordt verdeeld op basis van inwoneraantal (verhouding 69:31) onder de beide subregio s. Budget 1-2-3: Jaarlijks voegt CFI een bijlage toe aan de Uitvoeringsregeling bestrijding voortijdig schoolverlaten en regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten waarin opgenomen de verdeling van het bedrag 13
per gemeente. Deze verdeling wordt gehandhaafd bij de verdeling van het RMC budget. De middelenverdeling* voor 2013 en 2014 is als volgt: Totaal Vaste voet (breed, inzet hele regio) Budget 1 (breed, inzet hele regio) Budget 2 (smal, minus G31/ Ortega gem.) Budget 3 (breed, Kwalificatieplicht) Eindhoven/De 850.860 180.384 107.049 149.656 413.771 Kempen Helmond/Peelland 329.412 45.909 45.742 60.319 177.442 Totaal 1.180.272 226.293 152.791 209.975 591.213 * op basis van het prijspeil van 2012 5.3 Uitgaven regio Eindhoven / De Kempen De gepande inzet t.b.v. RMC regio Eindhoven / De Kempen 2013 en 2014. Regio Eindhoven Totaal RMC Vaste voet en Budget 2 Budget 3 Budget 1 Regionale coördinatie RMC 83.500 83.500 Administratie 36.000 36.000 Formatie Trajectbegeleiding 190.000 78.433 111.567 Formatie Leerplicht 318.000 18.089 299.911 Trajectbegeleiding 17 min 70.000 50.000 20.000 Regionale uitbreiding 30.000 30.000 Regionale knelpunten* 77.849 77.849 Testen/ onderzoek 22.000 22.000 Website/ drukwerk 12.000 12.000 Contributie Ingrado 5.500 5.500 Onvoorzien 6.011 6.011 Totaal 850.860 287.433 149.656 413.771 * De verdeling van de middelen regionale knelpunten is vastgelegd in het jaarverslag Voortijdig Schoolverlaten 2007-2008, bijlage II 5.4 Uitgaven regio Helmond / Peelland De gepande inzet t.b.v. RMC regio Helmond / De Peel 2013 en 2014. 14
Regio Helmond Totaal RMC Vaste voet en Budget 1 Budget 2 Budget 3 Coördinatie Verrichten we uit ons eigen budget Administratie 2.500 2.500 Formatie Trajectbegeleiding 169.412 91.651 60.319 17442 Formatie Leerplicht 70.000 70.000 Formatie leerplicht knelpunten regio* 60.000 60.000 Justitiële afdoening 10.000 10.000 Onvoorzien / werkbudget 17.500 17.500 Totaal 329.412 91.651 60.319 177.442 * Het plan Definitieve inzet kwalificatieplichtmiddelen d.d. 8 juli 2009 is leidend voor de verdeelsleutel en de inzet, zijnde leerplichtformatie in de regiogemeenten. 5.5 Verantwoordingsafspraken De contactgemeente Eindhoven ontvangt de RMC-middelen van het rijk en zet het overeengekomen deel van de middelen door naar Helmond. De gemeente Helmond rapporteert aan Eindhoven op jaarbasis over de besteding van deze middelen en voorziet deze verantwoording van een accountantsverklaring. Eindhoven zorgt vervolgens voor een adequate verantwoording over regio 37 naar het ministerie van OCW. 6. Procedurele route 6.1 Gezette stappen Zowel vanuit Eindhoven als vanuit Helmond is overleg gevoerd met betrokken partners. Dit overleg heeft plaats gevonden op beleidsniveau en ook op het niveau van de uitvoering. De uitgangspunten uit andere of eerder vastgestelde notities waren hierbij een belangrijke basis. Beleidsambtenaren hebben eind oktober de gelegenheid gekregen om schriftelijk te reageren. 6.2 Voorstel aan SRE Portefeuillehouderoverleg Tweejaarlijks legt de RMC een meerjarenplan voor aan het portefeuillehouderoverleg van het SRE, de begroting voor de komende 2 jaar maakt hiervan onderdeel uit. Na vaststelling kan het plan in uitvoering genomen worden. Voorstel aan SRE portefeuillehouderoverleg: In te stemmen met de verdeling van RMC-middelen tussen de subregio s In te stemmen met de inzet van de RMC-middelen voor regio Eindhoven/De Kempen In te stemmen met de inzet van de RMC-middelen voor regio Helmond/Peelland 15
16