2009.11.10 Eerste publicatie 2012.03.19 KCAF Verbreed rioolplan in relatie met funderingsproblematiek
Inleiding In 2013 wordt het verbreed rioolplan verplicht. Gemeenten moeten dan in hun GRP (Gemeentelijk Riool Plan) ook aandacht besteden aan hemelwater en grondwater. Zowel wateroverlast al wateronderlast zijn daarbij belangrijke aandachtspunten. Bekend is dat door lekke drainerende riolen - als een van de hoofdoorzaken - lagere grondwaterstanden ontstaan waardoor funderingshout droog komt te staan en wegrot. Bij de afvalwaterzuivering is gemiddeld 35% van de aangeboden hoeveelheid afvalwater via het riool aangeboden puur grondwater. In sommige steden is dit meer dan 60%. Andere oorzaken van een te lage grondwaterstand zijn oppervlaktewaterverlagingen, delfstofwinning, grondwateronttrekkingen, bouwputten, waaronder ook rioolvervanging, aanleg van bergbezinkbassins, etc. Veel funderingsschade kan worden voorkomen door goed rioolonderhoud. In deze publicatie geven we aan waar bij het opstellen van een Gemeentelijk Riool Plan voorzieningen kunnen worden getroffen om funderingsproblemen in Nederland te beperken. Aan adviezen en publicaties van het Kennis Centrum Aanpak Funderingsproblematiek (KCAF) kunnen geen rechten worden ontleend Ing. Ad van Wensen info@kcaf.nl www.kcaf.nl Dit is een oorspronkelijke publicatie van de Stichting Platform Fundering Nederland (SPFN) welke met toestemming van het bestuur van de SPFN (14.12.2011) is overgenomen door het Kennis Centrum Aanpak Funderingsproblematiek (KCAF) en geüpdatet.
Klei en veengebieden Locaties met gemelde funderingsproblemen Funderingstypen Hiernaast een eenvoudige weergave van de verschillende funderingstypen.
Grondwaterniveau Het hoogste funderingshout is door de betreffende gemeente bij het verlenen van de bouwvergunning altijd vastgesteld ten opzichte van NAP op een niveau ruim onder de van nature laagst voorkomende grondwaterstand Hiernaast is het niveau van het hoogste funderingshout van enkele veel voorkomende funderingstypen met een houten paalfundering aangegeven. Grondwater mag niet lager komen staan dan zo mogelijk meer dan 20-30 cm. Beoordeling volgens het funderingsonderzoeksprotocol F3O
Aantastingsnelheid funderingshout onder water 0 tot 1 mm/jaar bij droogstand 2 tot 10 mm/jaar bij sterke droogstand 100 mm/jaar Bron: Stichting Hout Research Schimmelaantasting stopt direct als het hoogste funderingshout weer goed onder water staat. Naast schimmelaantasting komt ook bacteriële aantasting voor: Deze aantasting gaat eenmaal actief onder water door. Vooral grenenhouten palen worden grotendeels uitgehold door de bacterie. Bacterieaantasting wordt veroorzaakt door de grondwaterdynamiek., dus nog een reden uiterst voorzichtig te zijn met het grondwater. Gemeentelijk Riool Plan Vanaf 2013 is beleid ten aanzien van hemel en grondwater verplicht, geadviseerd wordt: Maak onderscheid tussen wijken met uitsluitend betonfunderingen en wijken met houten funderingen en/of funderingen op staal. In wijken met houten funderingen en/of funderingen op staal: Scherpere maatstaven beoordeling rioollekkages. Beoordeling rioolscans in samenhang met grondwaterstanden. NEN 3398 De riolering hoort in hoge mate waterdicht te zijn. NEN 3398 Drainages niet lager dan 20 cm boven het hoogste funderingshout Gebiedsgerichte rioolrenovatie met kleidammen, infiltratie en drainage en voldoende peilbuizen. Alleen door gebiedsgerichte aanpak kan men de grondwaterproblematiek onder controle krijgen. Vervallen rioolbuizen verwijderen of volschuimen Kleidammen of andere afscherming tot gewenst grondwaterniveau om het drainagenetwerk te compartimenteren Wegstromend grondwater via rioollekkages
Het soortelijk gewicht droge klei 1,6 natte klei 1,98 (max 400 l per m3 is grondwater) Handleiding bij colleges prof. Ir. A.C.J Koot (1971) Gemiddelde is per 100 meter rioolleiding per dag circa 2 m3 lekwater Rotterdam heeft vlgs rioolatlas RIONED 2005 totaal 2488 km riool dus er verdwijnt ruim 62.000 m3 grondwater per dag in het riool Onderzoek prof. dr. Ir. F.H.L.R.Clemens TU Delft (Witteveen + Bos) in Rotterdam enkele jaren geleden In een droge week bestaat de hoeveelheid afvalwater die bij de rioolwaterzuivering wordt aangevoerd uit meer dan 60% grondwater. De rioolwaterzuivering is bij de waterschappen de grootste onkostenpost. Hier is dus een enorme kostenbesparing realiseerbaar
Lekke drainerende riolen Lekke drainerende riolen en te laag ingestelde drainages veroorzaken droogstand van houten funderingen die hierdoor wegrotten en hun draagvermogen verliezen. Onderheide riolen Onderheide riolen voorkomen zettingen van het riool en daarmee lekkages. Rioolsleuf deels vullen met klei (uitkomende grond) Door de rioolsleuf deels te vullen met uitkomende grond (klei) ontstaat een natuurlijke afdichting van het riool die de gevolgen van wegvloeien van grondwater en daarmee de funderingsproblematiek in grote mate beperkt.
Bodemdaling De bodem in klei en veengebieden daalt ieder jaar van bijna nul tot meer dan 1,5 cm. Funderingen op staal zakken met de bodemdaling mee. Het grondwaterniveau bij funderingen op staal mag niet klager komen dan de aanleg van de fundering. Als het grondwater onder het niveau van de aanleg van de fundering komt bij funderingen op staal ontstaat een nog snelle bodemdaling ofwel verzakking van de woningen. Oorspronkelijke situatie De woning op staal is na 100 jaar tot mogelijk meer dan een meter verzakt ten opzichte van goed onderheide woningen.
IJken NAP referentiepunten Laat voordat peilbuizen, funderingshoogten, maaiveldhoogten etc.. worden ingemeten de NAP referentie punten ijken en zorg dat het waterschap uitgaat van dezelfde referentiehoogte. Funderingskaart Elke gemeente hoort een kaart te maken met de hoogten van het hoogste funderingshout onder woningen of andere gebouwen. Op deze kaart kunnen ook de aanleghoogten van de woningen met een fundering op staal worden aangegeven. Betonnen heipaalfunderingen kunnen met een code of kleur aangegeven worden. Hoogtekaart maaiveld Naast een funderingskaart is een hoogtekaart waarin het maaiveld is ingemeten ten opzichte van NAP van wezenlijk belang. Peilbuizennet Een uitgebreid peilbuizennet is in wijken met houten funderingen en/of funderingen op staal van wezenlijk belang om een goed inzicht te krijgen in de gewenste hoogte van de grondwaterstand De peilbuizen behoren maandelijks zeker in de periode april t/m september- gemeten te worden. Dringend advies is ook om de data ter beschikking te stellen van het DINOloket Er zijn peilbuizen nodig in of zo dicht mogelijk bij het rioolcunet als ook bij de voorgevel en achtergevel van de woningen. De peilbuizen in openbaar terrein behoren door de gemeente te worden aangebracht, ingemeten ten opzichte van NAP en maandelijks ingemeten. De peilbuizen op particulier terrein kunnen naar keuze door de gemeente of de woningeigenaar worden aangebracht. De metingen behoren openbaar te zijn op de gemeentelijke website.
Beoordeling rioolinspectie Riolen behoren in hoge mate waterdicht te zijn (NEN 3398) Rioolinspecties behoren in combinatie met de grondwaterstanden te worden beoordeeld (Een van de belangrijkste omgevingsfactoren NEN 3398) Een van de grootste fouten die gemaakt worden bij de beoordeling van riool-videoinspecties is dat de videobeelden leidend zijn en niet gekeken wordt naar de inmiddels veroorzaakte lagere grondwaterstanden. Bij een verlaagd grondwaterniveau is het drukverschil (enorm) afgenomen waardoor lekkages een veel te lage klassering krijgen. Wegrenovaties Bij rioolvervanging wordt vaak ook de weg gerenoveerd en teruggebracht op het oorspronkelijk niveau. De oorspronkelijke wegfundering bestaande uit zand, steen. Puin en sterk waterdoorlatend komt steeds dichter bij het niveau van het hoogste funderingshout en zorgt er mede voor dat de negatieve kleef van de funderingen toeneemt.
Nulmeting Voordat rioolvervanging wordt uitgevoerd is het wenselijk dat: - Een funderingskaart aanwezig is - Peilbuismetingen beschikbaar zijn - Funderingsinspectie bij houten funderingen wordt uitgevoerd om vast te stellen of het draagvermogen nog voldoende is. o `Het komt steeds vaker voor dat de fundering intussen dermate slecht is dat rioolrenovaties niet kunnen worden uitgevoerd. In deze situaties moet funderingsherstel eerst worden uitgevoerd. - Bewoners zijn geïnformeerd - Een zettingsmonitoring met een tussenperiode vaneen half jaar is uitgevoerd - Een nulmeting is uitgevoerd. Beperk gebruik zand! Zand is sterk waterdoorlatend en houd geen water vast. Riolen bij voorkeur leggen in de uitkomende grond (klei) om lekkages als deze optreden zo veel mogelijk te voorkomen. Bemalingen beperken! Bij riolen die onder of in het grondwater aangelegd worden is er niet aan te ontkomen dat tijdelijk bemalen moet worden. Zorg altijd voor een retourbemaling en gebruik zo mogelijk al of niet gestempelde sleufbekistingen. Grondwaterstanddalingen onder het aanlegniveau van een fundering op staal hebben soms grote zettingen tot gevolg door het weglopen van het grondwater en soms ook van het zand waarop de woning draagt. Houten paalfunderingen indien noodzakelijk zo minimaal mogelijk tijdelijk droogzetten maar nooit meer dan 2 weken. (soms is dat al te veel, laat dus eerst funderingsonderzoek uitvoeren)
Te laag afgestelde drainages Als lekke drainerende riolen vervangen worden wordt er naast het dichte nieuwe riool vaak een drainage gelegd. De instelhoogte van de drainage mag echter niet lager zijn dan 20 cm boven het hoogste funderingshout. Anders blijft het plaatje met droogstand van de houten funderingen onveranderd. Lekke kelders Kelders horen waterdicht te zijn. Als ze na verhoging van een grondwaterstand gaan lekken de kelder door een daarin gespecialiseerd bedrijf waterdicht laten maken. Actie eigenaar woning of gebouw met kelder. Het grondwater ook niet plaatselijk verlagen of pompjes in de kelder plaatsen. Het hoogste funderingshout onder de dragende muren zit vaak hoger dan de keldervloer. Soms is het al te laat Door jarenlang aanwezige lekke drainerende riolen, te laag afgestelde drainages, verlaagd oppervlaktewater, bemalingen, grondwateronttrekkingen, bouwputten etc kan de restlevensduur van de houten fundering weleens minder zijn dan 5 jaar. In dergelijke situaties dient men uitermate voorzichtig te zijn met activiteiten in de openbare omgeving en kan rioolvervanging vaak niet meer worden uitgevoerd voordat de funderingen zijn hersteld. Een aantal stellingen: A. De gemeente hoort in haar Gemeentelijk Riolerings Plan (GRP) onderscheid te maken tussen wijken met houten funderingen dan wel funderingen op staal gezien de daaraan verbonden randvoorwaarden ten aanzien van grondwaterbeheer t.o.v. wijken met betonnen funderingen. B. De gemeente behoort in straten met houten funderingen de hoogte van het hoogste funderingshout in kaart gebracht te hebben en niet alleen van de onderzochte woningen. C. De gemeente behoort voldoende peilbuizen in het openbaar gebied te hebben om grondwateronttrekkingen door lekke rioleringen en drainages te monitoren D. De gemeente behoort bij grondwaterstandsdalingen onder het niveau van 20 cm boven het door haar in de bouwvergunning vastgestelde hoogste funderingshout de oorzaak weg te nemen.
E. De gemeente behoort bij de beoordeling rioolinspecties van lekkages in riolen de omgevingsfactor grondwaterniveau mee te wegen. F. De gemeente behoort op basis van een kaart met daarop de hoogten van het funderingshout welke telkens wordt geactualiseerd bij paalkopverlaging en een nieuwe paalfundering rekening houdend met de aanlegniveaus funderingen op staal een inzichtelijke drainagekaart bij te houden. G. De gemeente hoort bij wegrenovaties in straten met houten funderingen de hoogte van de kruin van de weg te handhaven op het niveau ten tijde van de verlening van de bouwvergunning (uitgifteniveau). De gemeente dient het grondwaterniveau te houden op een ruim niveau doch minstens 20 cm boven het door haar in de bouwvergunning vastgestelde funderingshout in openbaar terrein. H. Daar waar het door omstandigheden niet is te realiseren dat het grondwater op een peil gehouden wordt op een niveau van 20 cm boven het hoogste door haar in de bouwvergunning vastgestelde niveau hoort de gemeente een voorziening zoals een kleidam aan te brengen om wegstromen van grondwater te voorkomen. I. Als de vloeren van woningen met een fundering op staal zijn gezakt onder het uitgifteniveau van de straat behoort de gemeente deze woningen op te nemen in de subsidieverordening om deze woningen alsnog te voorzien van een paalfundering als de woningen staan in een gebied waar ook woningen met houten palen voorkomen of daaraan grenzend, zo nodig op te vijzelen of beleid te ontwikkelen voor afschrijving dan wel sloop nieuwbouw. Dit tenzij de woningen met een fundering op staal staan in een wijk die in zijn geheel kan zakken en er geen woningen met houten funderingen staan. Probeer funderingsproblemen waar mogelijk te voorkomen. Overige aandachtspunten - Huisaansluitingen riolering met een expansiestuk aanbrengen - Bij grotere ophogingen van wegen kabels en leidingen ophalen. Voorkomen moet worden dat bij o.a. gasleidingen breuken ontstaan bij de aansluiting in de woning. Hetzelfde geldt voor elektrakabels die onder grote spanning komen te staan en brand in de meterkast tot gevolg kunnen hebben. Het zal duidelijk zijn dat welke gevolgen afgeknapte waterleidingen geven.