Inzake: Campuscontracten DUWO (aanvulling) Betreffende: afbraak huurbescherming/dé geboorte van nieuwe enquête woningcorporaties

Vergelijkbare documenten
Eerste Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 11 april 2014 Betreft Tijdelijk huren

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Wet doorstroming huurmarkt 2015

Memorie van Toelichting Algemeen deel

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Wet doorstroming huurmarkt Anne Maren Langeloo 22 juni 2016

Nee, ik ben nog een beetje te jong. Ook ouderen hebben een rol in de participatiesamenleving Ook in de straat, ook in de buurt, ook in de wijk

Vastgoed Fiscaal & Civiel 2016(5) Hoe tijdelijk is de tijdelijke huurovereenkomst?

ARTIKEL I. Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd: Artikel 232, vierde lid, vervalt.

Memorie van Toelichting. Algemeen deel

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

B&W-Aanbiedingsformulier

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Beleidsregels Leegstandwet

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Actualiteiten huurrecht woonruimte

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

1 Stichting DUWO, gevestigd te Delft, verder: DUWO en verhuurder ;

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 26 augustus 2016 Beantwoording Kamervragen 2016Z12883

Tijdelijke verhuur woonruimte

Aanvraag vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte

Modelcontract tijdelijke verhuur zelfstandige DAEB-woonruimte aan bijzondere doelgroepen (juli 2016)

DOE DE FLEX 30 maart 2017 Deelsessie Werken met Tijdelijke Huurcontracten

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

MVA HUUROVEREENKOMST VOOR ZELFSTANDIGE GELIBERALISEERDE WOONRUIMTE GERICHT OP DE HUURMARKT TEN BEHOEVE VAN EXPATS (Model april 2015)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Welkom bij de workshop Actualiteiten huurrecht in wet en praktijk. Azize Eksen Ingrid Warfman Advocaten huurrecht 11 april 2017

Aan de minister van Wonen en Rijksdienst. Geachte minister Blok,

De leden van de raad van de gemeente Groningen te

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag

Beleidsnotitie tijdelijke verhuur van te koop staande woningen. definitief

Huurrecht - woonruimte

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag

Nieuwsflits 16 september 2015

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Ontwikkelingen in het huurbeleid: kansen voor beleggers

mijn brieven van en uw brieven van en (commissie cassatie in het belang der wet) uw kenmerk: CW/HL/ig

Wet doorstroming huurmarkt 2015: meer vrijheid en flexibiliteit in het huurrecht?

Tijdelijke verhuur bij Woonbedrijf. OTB Wooncongres 11 oktober 2016 Deelsessie: Werken met Tijdelijke Huurcontracten


No.W /II 's-gravenhage, 9 december 2015

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA Den Haag

Actuele Motie vergunning tijdelijke verhuur woningen.

Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis der Koningin (BZK/AZ)

Uitvoeringsinstructie 12

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 22 december 2016 Evaluatie verruiming Leegstandwet

Publicaties Stadsdeelbestuur 2010

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Wet doorstroming huurmarkt 2015: meer vrijheid en flexibiliteit in het huurrecht?

In het huidige stelsel van woningwaardering wordt weinig TIJDELIJKE HUURCONTRACTEN: LIEFDEVOLLE SCHOP ONDER DE KONT

Wijziging van de Leegstandwet in verband met de verruiming van de mogelijkheden voor tijdelijke verhuur bij leegstand van woningen

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

ONDERWERP Huisvestingsverordening Zuid-Kennemerland/IJmond: Heemstede 2017

Modelcontract jongeren zelfstandige woonruimte 1 (juli 2016)

Vastgoed-nieuws. 21 november Huur woonruimte naar zijn aard van korte duur

Regeling van de Minister voor Wonen en Rijksdienst van, nr tot wijziging van de Regeling formulieren Leegstandwet

Aanvraag Vergunning tijdelijke verhuur ingevolge de Leegstandswet

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De commissie cassatie in het belang der wet Mr. H. Logmans, secretaris

Bijgaand zend ik u, mede namens de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, de antwoorden op deze vragen.

Openbaar. Wettelijke basis toepassen eis inkomen uit arbeid

Hierbij zend ik u de antwoorden op de Kamervragen van het lid Beckerman (SP) over te hoge huurprijzen in de vrije sector.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Wij verzoeken u ons uw advies te geven binnen de termijn van zes weken, dat wil zeggen uiterlijk op maandag 16 maart2015.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

het lid Bashir (SP) over een heffingsvrije voet van 50 woningen (TK nr. 23).

Huurprijsbeleid voor de periode 1 juli 2011 tot en met 30 juni 2012

Huurprijsbeleid voor de periode 1 juli 2012 tot en met 30 juni 2013

Wijziging van de Leegstandwet in verband met de verruiming van de mogelijkheden voor tijdelijke verhuur bij leegstand van woningen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wanneer het woonruimte betreft voor een in de verkoop staande woning

HUUROVEREENKOMST LEEGSTANDWET

BEKNOPTE TOELICHTING VAN ENKELE BELANGRIJKE ASPECTEN VAN HET HUURRECHT VOOR WOONRUIMTE VERENIGING VAN VERHUURMAKELAARS

Grofweg is een overige bedrijfsruimte alles wat geen 290-bedrijfsruimte of woonruimte is.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

In deze bijlage zijn een aantal terugkerende en veelgestelde vragen in willekeurige volgorde opgenomen.

Modelcontract tijdelijke verhuur op basis van artikel 15 Leegstandwet (juli 2016)

Huurrecht en gebiedsontwikkeling. 5 oktober 2017 Daniëlle de Vos Job Velthuizen

Aanvraag Vergunning tijdelijke verhuur ingevolge de Leegstandswet

A~iaei~~~ne ~ B~an~n~~~~i~ e~ ~n Koni>~njksr~atti~

Wijziging Uitvoeringsinstructie 12 Tijdelijke Verhuur naar aanleiding van de wijzigingen in de Leegstandwet d.d. 1 juli 2013(3B, 2014, 179)

INFORMATIEBLAD. Huisvestingswet en huisvestingsverordening 2019

Modelcontract promovendi zelfstandige woonruimte (juli 2016)

Beëindigen van de huurovereenkomst in verband met renovatie. Violet Acar en Thérèse Fraai 4 april 2019

Aanvraag Vergunning tijdelijke verhuur ingevolge de Leegstandswet

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Wet doorstroming huurmarkt 2015 en haar consequenties voor het eindigen van de huur

Datum 23 augustus 2011 Betreft Beantwoording schriftelijke kamervragen met kenmerk 2011Z15841 en 2011Z15842

Transcriptie:

Aan: Gemeenteraadsleden Gemeente Delft Postbus 78 2600 ME Delft E griffie@delft.nl Utrecht, 10 juli 2014 Inzake: Campuscontracten DUWO (aanvulling) Betreffende: afbraak huurbescherming/dé geboorte van nieuwe enquête woningcorporaties Campuscontracten (=campuswoningen) kan of kost TU Delft nu al veel geld Geachte raadsleden, Als vervolg op mijn eerder burgerbrief van 1 juli 2014 deze aanvulling. Dit komt voort uit de discussie van gisteren in Utrecht, want ook in Utrecht leeft dit onderwerp en doet het veel stof opwaaien. Allereerst excuses voor de late aanvullende inbreng op het verhaal campuscontracten DUWO. De aanvulling Problematiek voor TU Delft is hetzelfde, als voor Universiteit Utrecht t.w. campuscontracten kunnen de onderwijsinstellingen heeft veel geld kosten, of kosten hen al heel veel geld. Waarom: Campuswoning moet campuswoning blijven. Onvoldoende studenten betekent leegstand. Leegstand kost geld. Kost geld uiteindelijk voor belastingbetaler. Waarom leegstand (de wet verbiedt het verhuren aan andere doelgroepen)? Dwingend rechterlijk is door de wetgever beslist (BW7:274.4.3 in de huurovereenkomst ( ) bepaald dat die woonruimte na beëindiging van de huurovereenkomst opnieuw aan een student als bedoeld in dit lid zal worden verhuurd ), dat de campuswoning een campuswoning moet blijven (=verhuurder mag de woning uitsluitend nog aanbieden aan studenten; dit is nu eenmaal de last voor woningcorporaties na het omzetten van een reguliere woning naar een campuswoning). Raadsbijdrage Delft 10 juli 2014 - aanvulling Campuscontracten DUWO - Hopmans 1

Dit is ook de insteek van minister Blok in zijn aankondiging wetsvoorstel rond tijdelijk wonen van [1]. Doelgroep-woningen moet beschikbaar blijven voor de doelgroep. Dus de campus-woningen zijn uitsluitend voor de studenten bedoeld. Dit gegeven wil ik U op de valreep meegeven daar niet alleen SSH Utrecht maar ook DUWO bijna het grootste deel heeft omgezet naar campuswoningen Waarbij zowel SSH Utrecht als DUWO de lasten (van de leegstand) kan afwimpelen op de onderwijsinstellingen en uiteindelijk op de belastingbetalers. Vergeet niet in 2006 heeft Kences [2] voor het teveel omkatten gewaarschuwd. Tot zover, deze extra inbreng. Nogmaals excuses voor deze late inbreng. Wederom dank voor Uw aandacht, Met vriendelijke groet, dré hopmans [3] (E XXXXXXXXXXX@XXXXXXXXX) Bijlage: brief minister Blok tijdelijk wonen van. PS: Ik wens U allen veel wijsheid tot in het belang van de gemeente Delft en haar onderwijsinstellingen en niet in het belang van de woningcorporaties. 1 Passage over tijdelijk huren (brief minister Blok van ): Het gaat dan om woningen die worden aangewezen voor de huisvesting van die doelgroepen en die ook blijvend voor die groepen beschikbaar moeten blijven. De verhuurder geeft dan in de huurovereenkomst, analoog aan de campuscontracten, aan dat de woonruimte bestemd is voor een bepaalde groep en dat de huur wanneer de huurder niet langer kan aantonen tot deze groep te behoren wordt beëindigd, ten behoeve van een nieuwe huurder uit die groep. Het feit dat na het vertrek van de voorgaande huurder de woning opnieuw ter beschikking moet komen aan een huurder uit dezelfde doelgroep voorkomt dat van een dergelijke regeling misbruik wordt gemaakt. & Uit de inventarisatie bleek daarnaast dat er volgens diverse partijen veel situaties zijn waarbij de huidige mogelijkheden voor tijdelijke verhuur1 niet kunnen worden toegepast. Dit leidt er toe dat verhuurders in veel gevallen pogen een huurovereenkomst op te stellen waarbij de huur gekenmerkt wordt als huur naar zijn aard van korte duur. Dit wordt door rechters vaak ook wèl gehonoreerd en dat leidt dan weer tot een onwenselijke uitbreiding van deze oorspronkelijk restrictief bedoelde categorie, terwijl tegelijkertijd veel juridische kosten gemaakt moeten worden om deze contracten te toetsen. 2 Kences is in 1999 opgericht als kenniscentrum studentenhuisvesting en samenwer-kingsverband van studentenhuisvesters in Nederland. De Kences deelnemers huisvesten samen ruim 76.000 studenten. Het gaat hierbij om huisvesting van Nederlandse studenten en studenten uit andere delen van de wereld. 3 Een bezorgde burger uit Utrecht, die bezorgd is over de verdere afbraak van de huurbescherming in Nederland Raadsbijdrage Delft 10 juli 2014 - aanvulling Campuscontracten DUWO - Hopmans 2

> Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag Uw kenmerk Betreft Tijdelijk huren Hierbij informeer ik u, mede namens de minister van Veiligheid en Justitie, over de door ons voorgenomen wijzigingen in de regelgeving voor het tijdelijk huren van woonruimte. Van verschillende zijden gaan stemmen op om te komen tot een uitbreiding van de mogelijkheden voor tijdelijke verhuur, meest recent nog in de brief die de wethouders van Amsterdam en Utrecht mij hebben geschreven met allerlei voorstellen voor lokaal maatwerk. Den Haag en Rotterdam staan achter deze voorstellen. Ook de fractie van de ChristenUnie heeft aangegeven na te denken over tijdelijke huurcontracten voor starters. De achtergrond hiervan is de algemene, en door de economische crisis verergerde, ontevredenheid met het functioneren van de woningmarkt. Het kabinet heeft sinds zijn aantreden een aantal maatregelen genomen om te komen tot een beter werkende woningmarkt, zowel waar het de koopmarkt als de huurmarkt betreft. Voorbeelden hiervan zijn de inkomensafhankelijke huurverhoging en de gewijzigde fiscale behandeling van de hypotheekrenteaftrek. Ook de voorgenomen heroriëntatie van de woningcorporaties op hun kerntaken maakt onderdeel uit van dit pakket. Door deze maatregelen ontstaat er een meer gelijk speelveld tussen huren en kopen, en tussen sociale huur en commerciële huur. Dit moet ook bijdragen aan een betere doorstroming op de woningmarkt. Juist voor wat betreft het bevorderen van de doorstroming kan tijdelijke verhuur een goed aanvullend instrument zijn. Het is daarbij overigens geenszins de bedoeling om het uitgangspunt van het contract voor onbepaalde duur te verlaten en af te stappen van het systeem waarbij tijdelijke verhuur de uitzondering op de hoofdregel is. Het instrument van tijdelijke huur moet daarom zo worden ingezet dat aan de essentie van de huurbescherming niet wordt afgedaan. Met tijdelijke huurovereenkomsten krijgen verhuurders de mogelijkheid hun bezit flexibeler te beheren en doelgerichter in te zetten, bijvoorbeeld wanneer zij bepaalde doelgroepen willen bedienen. Diverse groepen van huurders hebben geen behoefte aan een huurovereenkomst voor lange duur dan wel onbepaalde tijd. Voor huurders kan een toename van de mogelijkheden voor tijdelijk huren een vergroting van het aanbod aan huurwoningen opleveren, omdat woningen voor bepaalde doelgroepen sneller beschikbaar komen of doordat verhuurders woningen voor de verhuur aanbieden Pagina 1 van 7

die anders leeg zouden staan. Inventarisatie Mijn ambtsvoorganger minister Spies heeft in haar brief van 17 januari 2012 (Kamerstukken II 2011-2012, 27 926, nr. 178) een aantal acties aangekondigd op het gebied van tijdelijk huren. Onderdeel daarvan was een substantiële wijziging van de Leegstandwet, waarmee de termijnen voor tijdelijke verhuur op grond van de Leegstandwet werden uitgebreid en de voorwaarden versoepeld. De betreffende wijziging is op 1 juli 2013 in werking getreden. Daarnaast is in die brief toegezegd om, in antwoord op een (aangehouden) motie van dhr. Van Bochove (CDA) en mevrouw Ortega-Martijn (CU) (Kamerstukken II 2011-2012, 33 000 VII, nr. 72), in overleg te treden met het Landelijk overleg huurders verhuurders (LOHV) en met experts in het veld om eventuele nog niet geadresseerde behoeften aan vormen van tijdelijke verhuur in kaart te brengen en te bezien hoe hier aan tegemoet gekomen kon worden. Ter invulling van deze toezegging heeft in het najaar van 2013 een gespreksronde met diverse partijen in het veld plaatsgevonden, onder andere met Aedes, de Woonbond, Vastgoed Belang, VNG, gemeente Amsterdam, de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties, corporatie Stadgenoot, corporatie Rochdale, diverse huurrechtjuristen, Platform 31, het Expertisecentrum arbeidsmigranten, de Maaskoepel, corporaties Woonbron en Woonstad uit Rotterdam, de Federatie Opvang, NVM, VGM en Kences. Insteek van deze gespreksronde was een zo breed mogelijke inventarisatie van behoeften aan vormen van tijdelijke verhuur en van wensen ten aanzien van de bestaande vormen van tijdelijk huren (Burgerlijk Wetboek, Leegstandwet). De ronde heeft een breed scala aan wensen ten aanzien van de mogelijkheden voor tijdelijke huurcontracten opgeleverd. Op grond hiervan heb ik, samen met de minister van Veiligheid en Justitie, bezien welke uitbreiding van de mogelijkheden voor tijdelijk huren wenselijk en mogelijk is. Daarbij is ook bezien of een vereenvoudiging of stroomlijning van de bestaande regelgeving rond tijdelijk huren in Burgerlijk Wetboek en de Leegstandwet mogelijk is, mede omdat diverse partijen aangaven dat deze regelgeving wat hen betreft te versnipperd en ingewikkeld is. Naar aanleiding van de bovengenoemde inventarisatie zal een wetsvoorstel worden opgesteld voor verruiming van de mogelijkheden voor tijdelijke verhuur, waardoor aan de gesignaleerde problemen en wensen tegemoet gekomen wordt, en waardoor het stelsel van tijdelijke huurmogelijkheden substantieel wordt herzien. Dit wetsvoorstel zal het volgende omvatten: - Een uitbreiding van de specifieke categorieën van dringend eigen gebruik (artikel 7:274 leden 1 onder c jo de leden 3 en 4 van het Burgerlijk Wetboek) met een aantal nieuwe categorieën, namelijk jongeren, starters (5- jarencontract) en grote gezinnen, en mogelijk een door het College van Burgemeester en Wethouders aan te wijzen groep personen. - Introductie van een nieuwe vorm van tijdelijk huren: de huurovereenkomst voor bepaalde tijd, met een maximumduur van 2 jaar. - Uitbreiding van de Leegstandwet met de categorie te koop staande huurwoningen. Pagina 2 van 7

- Aanpassing van de zogenoemde diplomatenclausule (artikel 7:274 lid 1 onder b jo. lid 2 van het Burgerlijk Wetboek). - Uitbreiding van de campuscontracten met promovendi. ChristenUnie Tijdens de begrotingsbehandeling voor Wonen heeft de Fractie van de ChristenUnie de notitie Starterscontract: Flexhuren voor jongeren uitgebracht, waarmee zij aankondigde een initiatiefvoorstel te willen indienen voor een starterscontract. De Fractie van de ChristenUnie wilde het volgens die notitie mogelijk maken om jongeren van 18 tot en met 27 jaar een woning aan te bieden waar zij dan vervolgens 5 jaar kunnen wonen, waarna de woning aan een nieuwe starter kan worden aangeboden. Met de opgebouwde wachttijd moet de huurder dan een andere woning kunnen vinden. Ik heb al eerder aangegeven de Fractie van de ChristenUnie graag te ondersteunen met het vormgeven van dit initiatiefvoorstel. Het deel van de bovengenoemde voorstellen dat onderdeel zal uitmaken van het initiatiefvoorstel laat ik te zijner tijd dan ook graag aan de Fractie van de ChristenUnie. Voorstellen wijziging regelgeving tijdelijke verhuur De bovengenoemde voorstellen worden hieronder verder toegelicht: Uitbreiding dringend eigen gebruik, gericht op doorstroming In voormelde brief van 17 januari 2012 is reeds ingegaan op het (experiment met een) jongerencontract van de Amsterdamse corporaties. Het experiment met het jongerencontract, waarbij de huur voor jongeren voor de leeftijd van 23 jaar ingaat en bij de leeftijd van 26 jaar wordt opgezegd, loopt al enige jaren, en mijn ambtsvoorganger kondigde aan dit experiment met belangstelling te volgen en bij een positief resultaat de regelgeving op dit punt te willen aanpassen. Tijdens de recente inventarisatie is ook met partijen gesproken over het voorstel van corporatie Stadgenoot voor een 5-jarencontract. Dit voorstel behelst het mogelijk te maken om starters onder de 30 jaar voor een aantal in overleg met de gemeente aan te wijzen woningen een tijdelijk huurcontract aan te bieden voor 5 jaar. Na afloop van die 5 jaar kan de huurder als het inkomen is gestegen een nieuwe woning vinden op de vrije markt. Als het inkomen nog laag is kan met de opgebouwde wachttijd een reguliere sociale huurwoning worden gehuurd. In dat kader kwam ook de categorie woningen voor grote gezinnen aan de orde; schaarse grote woningen die specifiek worden toegewezen aan grote gezinnen zouden vrij moeten kunnen komen voor een ander groot gezin wanneer het gezin kleiner wordt (de kinderen het huis uit gaan). Het is wenselijk om een woning die specifiek bestemd is voor een bepaalde doelgroep ook voor die doelgroep beschikbaar te kunnen houden, en het dus mogelijk te maken om de huur op te zeggen wanneer het huishouden dat er woont niet langer tot die doelgroep behoort. De campuscontracten (artikel 7:274 lid 1 onder c jo lid 4 van het Burgerlijk Wetboek) vervullen wat dat betreft bijvoorbeeld een uitstekende rol en het succes van deze aanpak is bewezen. Vandaar dat ik dergelijke vormen van tijdelijk huren voor meer categorieën woningen mogelijk wil maken, en wel door de huidige specifiek benoemde vormen van de opzeggingsgrond dringend eigen gebruik in artikel 7:274 lid 1 onder c jo Pagina 3 van 7

leden 3 en 4 van het Burgerlijk Wetboek, die gericht zijn op gehandicaptenouderen- en studentenwoningen, aan te vullen. In eerste instantie moet daarbij worden gedacht aan de volgende nieuwe categorieën: - Jongeren; mensen onder een bepaalde leeftijd. - Starters (cf. het 5-jarencontract); mensen die voor het eerst een woning huren. - Grote gezinnen. Ook zal nog bezien worden of het mogelijk is een vrije categorie te creëren, waarbij het College van B&W afhankelijk van de situatie op de plaatselijke woningmarkt nog andere doelgroepwoningen kan aanwijzen. Het gaat dan om woningen die worden aangewezen voor de huisvesting van die doelgroepen en die ook blijvend voor die groepen beschikbaar moeten blijven. De verhuurder geeft dan in de huurovereenkomst, analoog aan de campuscontracten, aan dat de woonruimte bestemd is voor een bepaalde groep en dat de huur wanneer de huurder niet langer kan aantonen tot deze groep te behoren wordt beëindigd, ten behoeve van een nieuwe huurder uit die groep. Het feit dat na het vertrek van de voorgaande huurder de woning opnieuw ter beschikking moet komen aan een huurder uit dezelfde doelgroep voorkomt dat van een dergelijke regeling misbruik wordt gemaakt. Huur naar zijn aard van korte duur, de huurovereenkomst voor bepaalde tijd Op grond van artikel 7:232 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek valt huur welke een gebruik van woonruimte betreft dat naar zijn aard slechts van korte duur is niet onder het woonruimtehuur(prijzen)recht, en geldt noch de huurbescherming noch de huurprijsbescherming. De verhuurder kan de huur opzeggen zonder gebruik te maken van één van de wettelijke opzeggingsgronden en hij hoeft zich bij het bepalen van de huurprijs niet aan het woningwaarderingstelsel te houden. Deze uitzondering op de huurbescherming is oorspronkelijk bedoeld voor die gevallen waarin voor iedereen duidelijk is dat er geen sprake kan en mag zijn van een beroep op huurbescherming. Het was bedoeld als een uitzonderingsbepaling van een heel beperkte betekenis die volgens de wetgever in onze opstelling zeer restrictief moest worden opgevat. De klassieke voorbeelden van het gebruik van woonruimte dat naar zijn aard slechts van korte duur is zijn het gebruik als vakantiewoning en als wisselwoning. Momenteel valt deze categorie gedeeltelijk samen met wat door velen short stay (geen juridische term) wordt genoemd. Het gaat dan veelal om gemeubileerde verhuur in een hotel-achtige setting, ook aan buitenlandse werknemers en studenten. De woonruimte wordt dan vaak ook benoemd als woonhotel, shortstay-facility enzovoorts. Door de omschrijving in artikel 7:232 van het Burgerlijk Wetboek is het voor een verhuurder van te voren niet zeker of zijn verhuur onder de categorie gebruik naar zijn aard van korte duur valt. De rechter beoordeelt een en ander aan de hand van de aard van de woonruimte, de aard van het gebruik, de partijbedoeling, de effectuering daarvan en de feitelijke duur van het gebruik. De uitkomst van het oordeel van de rechter is vooraf moeilijk te voorspellen. Omdat een dergelijke onzekerheid voor verhuurders de investeringen in en exploitatie van dergelijke complexen bemoeilijkt is in de brief van 17 januari 2012 Pagina 4 van 7

toegezegd met het ministerie van Veiligheid en Justitie te overleggen over de mogelijkheid om de categorie van gebruik van woonruimte dat naar zijn aard slechts van korte duur is nader te omschrijven zodat verhuurders vooraf meer zekerheid hebben over de aard van hun huurovereenkomst, en daarbij rekening te houden met de overwegingen uit de jurisprudentie. Uit de inventarisatie bleek daarnaast dat er volgens diverse partijen veel situaties zijn waarbij de huidige mogelijkheden voor tijdelijke verhuur 1 niet kunnen worden toegepast. Dit leidt er toe dat verhuurders in veel gevallen pogen een huurovereenkomst op te stellen waarbij de huur gekenmerkt wordt als huur naar zijn aard van korte duur. Dit wordt door rechters vaak ook wèl gehonoreerd en dat leidt dan weer tot een onwenselijke uitbreiding van deze oorspronkelijk restrictief bedoelde categorie, terwijl tegelijkertijd veel juridische kosten gemaakt moeten worden om deze contracten te toetsen. De problematiek rond deze categorie is dus enerzijds dat verhuurders geen zekerheid vooraf hebben dat hun verhuur onder deze categorie valt, terwijl anderzijds de categorie in de jurisprudentie steeds verder wordt opgerekt. Het is daarom wenselijk om een voor verhuurders aantrekkelijk alternatief te creëren op grond waarvan zij een tijdelijke huurovereenkomst kunnen sluiten waarbij wèl van te voren zeker is dat de huur eindigt. Het voornemen is daarom om, naar analogie van de verhuur van bedrijfsruimte (artikel 7:301 lid 1 BW), in het woonruimtehuurrecht een huurovereenkomst voor bepaalde tijd te introduceren, waarbij de huurprijsbescherming wel, maar de huurbescherming niet geldt en de huur dus na de afgesproken termijn automatisch eindigt. Deze huurovereenkomst kent dan een maximumduur van twee jaar en eindigt zonder opzeggingsformaliteiten wanneer de voorgestelde periode eindigt. Daarmee wordt voorzien in een maatschappelijke behoefte voor het sluiten van tijdelijke huurovereenkomsten voor een relatief korte (overbruggings)periode. Om te voorkomen dat huurders alleen nog meerdere opvolgende tijdelijke contracten krijgen zal worden bepaald dat deze overeenkomsten niet kunnen worden verlengd, althans dat wanneer de huurder na de overeengekomen termijn mag blijven zitten een reguliere huurovereenkomst met alle huurbescherming van dien ontstaat. De duidelijkheid vooraf over de tijdelijkheid van de overeenkomst geeft de verhuurder een alternatief voor de categorie naar zijn aard van korte duur, waardoor deze categorie weer beperkt wordt tot waar zij oorspronkelijk voor bedoeld was. Tegelijk krijgen de tijdelijke huurders recht op huurprijsbescherming. Bovendien zal het voor huurders mogelijk gemaakt worden de huur voor het einde van de afgesproken termijn op te zeggen, hetgeen nu bij een overeenkomst voor bepaalde duur niet mogelijk is. Tijdens de inventarisatie is een groot aantal groepen genoemd die behoefte hebben aan een vorm van tijdelijke huisvesting of waarvoor een tijdelijk contract wenselijk is, zoals studenten, arbeidsmigranten, werknemers in noodzakelijke sectoren (verpleegsters, agenten) en kenniswerkers. Deze hebben behoefte aan 1 Voor een overzicht van de huidige mogelijkheden voor tijdelijke verhuur moge verwezen worden naar de bijlage bij de brief van 17 januari 2012 (Kamerstukken II 2011-2012, 27 926, nr. 178) Pagina 5 van 7

(tijdelijke) huisvesting tijdens hun periode van studie of werk. Daarnaast werden mensen genoemd die bijvoorbeeld uit de opvang komen, gescheiden zijn of ex-gedetineerd. Deze mensen zijn gebaat bij tijdelijke huisvesting tot zij voldoende woonduur hebben opgebouwd of permanente huisvesting hebben gevonden. Tot slot werden overlastgevende huurders genoemd. Verhuurders willen deze vaak een tweede kans geven, maar de huur, mocht het weer mis gaan, gemakkelijk kunnen beëindigen. Dit kan bijdragen aan het terugdringen van de woonoverlast, bijvoorbeeld in kwetsbare wijken waar de leefbaarheid ernstig onder druk staat. Er is daarom ook voor die categorie woningzoekenden behoefte aan een tijdelijke huurovereenkomst, die bij goed gedrag eventueel in aanmerking komt voor een permanente huurovereenkomst, maar waarvan anders (na een bepaalde periode) de huurovereenkomst gemakkelijk is te beëindigen. Met deze nieuwe vorm van tijdelijk huren, de huurovereenkomst voor bepaalde tijd, en met de uitbreiding van de mogelijkheden voor opzegging in verband met dringend eigen gebruik wordt voorzien in de mogelijkheid om al deze groepen (tijdelijk) te huisvesten. Uit de inventarisatie kwam daarnaast een aantal concrete vragen naar voren: Uitbreiding van de Leegstandwet met de categorie te koop staande huurwoningen. De Leegstandwet biedt de mogelijkheid om te koop staande koopwoningen tijdelijk te verhuren. Aangenomen werd dat wanneer verkoop van een te koop staande huurwoning uitblijft, deze woning weer regulier in plaats van tijdelijk verhuurd kan worden. Inmiddels blijkt dat soms (hoge) kosten gemaakt moeten worden om een huurwoning verkoopklaar te maken. Het ligt dan niet voor de hand om de woning, wanneer zij niet meteen verkocht wordt, weer in de reguliere verhuur te doen. Ik ben daarom voornemens de Leegstandwet zo te wijzigen dat de categorie te koop staande huurwoningen als een nieuwe categorie tijdelijk te verhuren woningen wordt opgenomen. Voor deze categorie zullen de reguliere termijnen voor vergunningverlening (maximaal twee jaar, verlenging met maximaal een jaar tot maximaal vijf jaar) gelden, evenals de huurprijsbescherming. Voor deze categorie zal daarnaast een kortere minimumverhuurduur worden geregeld: drie maanden in plaats van zes maanden. De gemeentelijke toets bij de vergunningverlening kan in dit geval voorkomen dat verhuurders hun hele huurvoorraad te koop zetten en op deze manier tijdelijk kunnen verhuren. Aanpassing van de diplomatenclausule (artikel 7:274 lid 1 onder b jo lid 2 van het Burgerlijk Wetboek) Op grond van deze bestaande vorm van tijdelijk huren kan een woning bij afwezigheid van de eigenaar/huurder tussentijds verhuurd worden. Momenteel is dit echter slechts voor één tussenhuurder mogelijk. Wanneer deze tussenhuurder vertrekt is het op grond van de huidige omschrijving van de regeling van de tussenhuur niet mogelijk een nieuwe tussenhuurder te laten huren tot het moment van terugkeer van de eigenaar/eerdere huurder. Ook is het niet mogelijk de huurovereenkomst met de tussenhuurder (bijvoorbeeld als gevolg van verlenging van het verblijf in het buitenland) te verlengen zonder dat reguliere verhuur ontstaat. Het voornemen is daarom de tekst van artikel 7:274 lid 2 (diplomatenclausule) zo aan te passen dat bij afwezigheid van een eigenaar/huurder de woning tussentijds Pagina 6 van 7

aan meerdere opvolgende tussenhuurders kan worden verhuurd, en zodat verlenging van een huurovereenkomst voor bepaalde duur bij verlenging van de afwezigheid van de eigenaar/eerdere huurder mogelijk is. Uitbreiding van de campuscontracten met promovendi. In de brief van 17 januari 2012 is al aangekondigd dat de campuscontracten (artikel 7:274 lid 1 onder c jo lid 4 van het Burgerlijk Wetboek) worden uitgebreid met de categorie promovendi, zodat studentenhuisvesters ook promovendi tijdens hun promotie kunnen huisvesten en de huur na afloop van het promotieonderzoek kunnen opzeggen. Door mijn ministerie is in samenwerking met de koepel van studentenhuisvesters Kences en de ministeries van OC&W en V&J gewerkt aan een voorstel waarmee deze uitbreiding geregeld wordt. Deze wijziging zal in het wetsvoorstel tijdelijk huren worden opgenomen. Voorlichting/modelcontracten Diverse partijen gaven aan dat het bestaande stelsel van tijdelijke huurvormen versnipperd is, en ingewikkeld, waardoor partijen grote moeite hebben de juiste contractvorm te vinden en op juiste wijze te hanteren. Van de gelegenheid zal dan ook worden gebruik gemaakt om de regeling overzichtelijker in te kleden. Naast aanpassing van de regelgeving rond tijdelijk huren ben ik ook voornemens om de voorlichting over de situaties en of groepen waarvoor tijdelijk huren mogelijk is, en de voorwaarden die daarbij gelden, te verbeteren. Daarnaast zal ik bij de belangenbehartigers van huurders en verhuurders aandringen op het maken van modelcontracten die passen op de bestaande (en nieuwe) vormen van tijdelijk huren, zodat verhuurders en huurders de correcte contracten hanteren en daardoor niet met onverwachte rechtsgevolgen geconfronteerd worden. Het wetsvoorstel tijdelijk huren zal naar verwachting dit najaar bij uw Kamer worden ingediend. De minister voor Wonen en Rijksdienst, drs. S.A. Blok Pagina 7 van 7