door gebruik van de smaak en van indicatoren een oplossing karakteriseren als zuur, neutraal of basisch;

Vergelijkbare documenten
aangeven dat in 1 liter water slechts 10-7 mol H+ en 10-7 mol OH- aanwezig zijn en dat hiermee een ph = 7 overeenstemt;

de ph-schaal van 0 tot 14 in verband brengen met zure, neutrale en basische oplossingen en met de concentratie van H+-ionen en OH--ionen;

de verbranding van een enkelvoudige stof definiëren als een reactie met zuurstofgas waarbij een oxide gevormd wordt;

met voorbeelden en aan de hand van de begrippen molecule en atoom, uitleggen wat een formule is;

mengsels onderscheiden van zuivere stoffen aan de hand van gegeven of van waargenomen fysische eigenschappen;

gebruik maken van de gegeven formules om de reactievergelijking te schrijven van de verbranding van enkelvoudige en samengestelde stoffen;

12 - het symbool schrijven als de naam gegeven is en de naam noemen als het symbool gegeven is van minstens twintig elementen.

Secundair onderwijs - Tweede graad ASO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen

8 - in een gegeven zuur-base-evenwicht de betrokken deeltjes, op basis van de protonenoverdracht, identificeren als zuur of als base.

Verse of oude melk. 1. Onderzoeksvraag Hoe weet je of de melk vers of oud is?

atomen uit de hoofdgroepen, het aantal elektronen op de buitenste schil afleiden uit hun plaats in het periodiek systeem;

Gelijkwaardig verklaarde eindtermen natuurwetenschappen Voor de tweede graad ASO

uitleggen dat in reacties (in de meeste gevallen) bestaande chemische bindingen worden verbroken en nieuwe worden gevormd;

leerlingenpracticum: met eenvoudige materiaal een eenvoudige redoxreactie uitvoeren;

de reactievergelijking schrijven van de oxidatie van metalen en de naam van de gevormde oxiden geven als de formules gekend zijn;

Schrap wat niet past: Een ionverbinding met grote roosterkrachten heeft een kleine/grote ionstraal en een kleine/grote ionlading.

6. Oplossingen - Concentratie

het elektrisch geleidingsvermogen van gesmolten of opgelost natriumchloride met ionen uitleggen;

Onderwerp: Onderzoek doen Kerndoel(en): 28 Leerdoel(en): - Onderzoek doen aan de hand van onderzoeksvragen - Uitkomsten van onderzoek presenteren.

Zijn alle zuren even sterk?

ßCalciumChloride oplossing

2 Concentratie in oplossingen

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen

Mens erger je niet: chemistry edition

ZUIVERE STOF één stof, gekenmerkt door welbepaalde fysische constanten zoals kooktemperatuur, massadichtheid,.

verwijderen P kleurenblindheid 3.6 Optische toestellen: bril verwijderen P 45 (3.6) - 47 A Terugkaatsing en spiegels Nieuw Bijlage 48a

verwijderen P kleurenblindheid 3.6 Optische toestellen: bril verwijderen P 45(3.6) - 47 A Terugkaatsing en spiegels Nieuw Bijlage 48a

Hoofdstuk 6: Zure en base oplossingen / ph

1 De bouw van stoffen

Exo-energetische reactie: Een chemische reactie waarbij energie vrijgegeven wordt.

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen

5 Water, het begrip ph

Hoeveel deeltjes zijn aanwezig in één mol? Wat is de concentratie van een oplossing? molaire concentratie.

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen

Secundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen

EUREK(H)A! 1 Thema 1 Zintuigen A Terugkaatsing en spiegels Nieuw Bijlage 48a

Nieuwe leerplandoelstellingen voor Opmerkingen. Inhoud leerwerkboeken

Basiskennis en Basisvaardigheden II (245)

Limonade namaken. 1. Onderzoeksvraag Hoe kunnen we limonade namaken?

EINDTERMEN Bosbiotoopstudie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2

Eerste graad A-stroom

aan de hand van energieniveaus uitleggen hoe een atoom energie kan opnemen en uitzenden;

Voorkennis chemie voor 1 Ba Geografie

voor atomen met Z? 18, hun elektronenconfiguratie en hun plaats in het periodiek systeem van de elementen geven;

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen

endotherme reactie met soda

kleurveranderingen en reactiesoorten met soda

Inleiding 15. Inleidende oefeningen Basisbegrippen fysica en wiskunde 17

Examenprogramma scheikunde vwo

ontleding van bakpoeder tot soda

Stabilisator voor PVC

universele gasconstante: R = 8,314 J K -1 mol -1 Avogadroconstante: N A = 6,022 x mol -1 normomstandigheden:

Zelfstudiepakket leerkracht (Correctiesleutel) Industrieel Ingenieur Chemie, Biochemie, Milieukunde

Rode wijn als indicator

T8: Zoutoplossingen en Zuren en Basen

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Wet van Behoud van Massa

ANORGANISCHE STOFKLASSEN

Samenstelling van melk

29ste VLAAMSE CHEMIE OLYMPIADE EERSTE RONDE

Op stap naar de tweede graad

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2

Seizoen: Vak: NaSk II (Scheikunde) Klas: 3 en 4 Afdeling: Mavo

Wat is elektrische stroom? Geleiden samengestelde stoffen in vaste toestand de elektrische stroom wel of niet?

Climate Clash. eindtermen

Basiskennis en Basisvaardigheden IV (404)

Nieuwe leerplannen en/of lessentabellen met ingang op 1 september 2016 (aangepaste versie op 24 juni 2016)

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 t/m 4

5, waar gaat dit hoofdstuk over? 1.2 stoffen bij elkaar: wat kan er gebeuren? Samenvatting door een scholier 1438 woorden 31 maart 2010

5 VWO. H8 zuren en basen

Examenprogramma scheikunde vwo

Kristallisatie in snel tempo

Samenvatting hoofdstuk 2

Module 2 Chemische berekeningen Antwoorden

Hoofdstuk 3: Water, zuren en basen

Naar de 2 de graad secundair onderwijs

vrijdag 28 oktober :40:59 Nederland-tijd Moleculaire stoffen 4havo hoofdstuk 2; Chemie Overal

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2

toelatingsexamen-geneeskunde.be Vraag 2 Wat is de ph van een zwakke base in een waterige oplossing met een concentratie van 0,1 M?

Deel 1: traditionele kalkwater met koolstofdioxide test.

4e jaar Wetenschappen

Maken van siliconen uit zand

Scheikunde SE2. Hoofdstuk 8

OEFENOPGAVEN MOLBEREKENINGEN

Voorkennis chemie voor 1 Ba Biologie

De waterconstante en de ph

Zelfs zuiver water geleidt in zeer kleine mate elektrische stroom en dus wijst dit op de aanwezigheid van geladen deeltjes.

Hoofdstuk 6. De ph/zuurgraad is een getal waarin de hoeveelheid zuur of base wordt uitgedrukt. Dit getal ligt meestal tussen de 0 en 14.

25 ste Vlaamse Chemie-Olympiade 2008

Hoofdstuk 4. Chemische reacties. J.A.W. Faes (2019)

1. Onderzoeksvraag Hoe verkrijgen we een mengsel met twee verschillende kleurlagen?

Voorkennis chemie voor 1 Ba Bio-ir, Chemie, Fysica en sterrenkunde

Het spel: Rad van Fortuin

UITWERKING CCVS-TENTAMEN 27 november OPGAVE 1 zeven stoffen. Frank Povel

Curie Hoofdstuk 6 HAVO 4

Zelfstudiepakket Leerkracht (Correctiesleutel) Industrieel Ingenieur Chemie, Biochemie, Milieukunde

BIOLOGIE, CHEMIE EN NATUURWETENSCHAPPEN

Onderwijsinspectie Vlaanderen

Transcriptie:

Leergebied: oplossing Leerplannen LP Chemie 2e gr KSO GO 1.4.1 - met een voorbeeld uitleggen wat een oplossing is; 5.3 - de elektrolyse van een natriumchloride-oplossing voorstellen op het elektrisch schema van de stroomkring en de bijhorende vergelijkingen elektronenuitwisseling schrijven; 5.5.2 - de massaconcentratie van een oplossing definiëren als het aantal gram opgeloste stof per 100 ml oplossing; de oplosbaarheid van een stof definiëren als de hoogst mogelijke concentratie 7.2.1 - door gebruik van de smaak en van indicatoren een oplossing karakteriseren als zuur, neutraal of basisch; 7.2.2 - indicatoren gebruiken om zure oplossingen aan te tonen; 7.3.1 - indicatoren gebruiken om basische oplossingen aan te tonen; 7.4.3 - de ph-schaal van 0 tot 14 in verband brengen met zure, neutrale en basische oplossingen en met de concentratie van H+-ionen en OH--ionen; 7.4.4 - met eenvoudig materiaal de ph van een oplossing bepalen; Lp 7.1 - de ph van allerlei zure en basische oplossingen bepalen; LP Chemie 2e gr ASO VVKSO (studierichtingen zonder component wetenschappen) AD7 - Bij het verduidelijken van en het zoeken naar oplossingen voor duurzaamheidsvraagstukken wetenschappelijke principes hanteren die betrekking hebben op grondstoffenverbruik, energieverbruik en het leefmilieu 5.1.1.1 - B2 Mengsels en zuivere stoffen - Typische voorbeelden van homogene en heterogene mengsels uit de leefwereld herkennen en benoemen als oplossing, emulsie of suspensie. 5.1.1.2 - B9 Chemische elementen in stoffen - Waarneembare eigenschappen van metalen, niet-metalen en edelgassen beschrijven in relatie tot toepassingen in het dagelijkse leven. 5.1.2.1 - B10 Aspecten van chemische reacties - Aan de hand van waarnemingen en modelvoorstellingen aantonen dat chemische reac-ties processen zijn waarbij andere stoffen worden gevormd. 5.1.2.1 - B11 Aspecten van chemische reacties - Chemische reacties waarbij energie wordt verbruikt of vrijkomt onder vorm van warmte, licht of elektriciteit, identificeren als endo- of exo-energetisch aan de hand van waarnemingen en/of gegeven en herkenbare voorbeelden uit het dagelijks leven. 5.2.1.2 - B34 Anorganische samengestelde stoffen - De ph-schaal in verband brengen met zuur, basisch of neutraal karakter van een waterige op-lossing. 5.2.1.2 - B35 Anorganische samengestelde stoffen - Methoden aangeven om de ph van een oplossing te bepalen. 5.2.1.2 - V36 Anorganische samengestelde stoffen - Algemene reactiepatronen toepassen op voorbeelden uit het dagelijkse leven van: reacties van metalen en/of niet-metalen met dizuurstof zuur-base-gedrag van niet-metaal- en metaaloxiden in water reacties van zuren met hydroxiden. 5.2.2.1 - B41 Water als oplosmiddel - Molaire en massaconcentratie van een oplossing definiëren en toepassen in berekeningen. 5.2.2.2 - B42 Het oplosproces van stoffen in water - Uit waarnemingen afleiden welke stoffen en waterige oplossingen elektrisch geleidend zijn. 5.2.2.2 - V42 Het oplosproces van stoffen in water - Experimenteel onderzoeken welke stoffen en waterige oplossingen Pagina 1

elektrisch geleidend zijn. 5.2.2.2 - B43 Het oplosproces van stoffen in water - Elektrolyten en niet-elektrolyten van elkaar onderscheiden op basis van het al dan niet elektrisch geleidend zijn van hun waterige oplossing. 5.2.2.2 - B44 Het oplosproces van stoffen in water - Het splitsen van een elektrolyt in ionen symbolisch weergeven en interpreteren. 5.2.3.1 - B45 Classificatie van reacties - Aan de hand van waarnemingen een chemische reactie classificeren als neerslag-, gasont-wikkelings- of neutralisatiereactie. LP Chemie 2e gr ASO (studierichtingen zonder component wetenschappen) GO 47 - het onderscheid tussen polaire en apolaire atoombindingen maken aan de hand van elektronegativiteiten. 48 - uit de ruimtelijke structuur en het verschil in elektronegativiteit van de samenstellende atomen afleiden dat de 49 - het oplossen van stoffen in water beschrijven in termen van corpusculaire interacties. Lp 50 - de oplosbaarheid en geleidbaarheid van ion- en molecuulverbindingen onderzoeken. 51 - in een tabel het onderscheid tussen goed en slecht in water oplosbare ionverbindingen aflezen en daaruit afleiden of een neerslag kan ontstaan. 52 - het ontstaan van een neerslag of een gas op basis van de reactievergelijking interpreteren in termen van ionenuitwisseling. Lp 53 - aan de hand van een experiment een neerslagreacties of een gasontwikkelingsreactie herkennen. Lp 59 - de concentratie van een oplossing berekenen uit de massa opgeloste stof en het volume van de oplossing. Lp 61 - aan de hand van indicatoren een oplossing karakteriseren als zuur, neutraal of basisch. 63 - Lp 64 - de ph van allerlei zure en basische oplossingen bepalen. LP Chemie 2e gr ASO (studierichtingen met component wetenschappen) GO 27 - methoden aangeven om de zuurgraad van een oplossing vast te stellen en op basis hiervan de oplossing karakteriseren als zuur, neutraal of basisch. 28 - aangeven dat er door reactie van een niet-metaal-oxide met water een zure oplossing ontstaat en dat door reactie van een metaaloxide met water een basische oplossing ontstaat. 70 - het onderscheid tussen polaire en apolaire atoombindingen maken aan de hand van elektronegativiteiten. 71 - uit de ruimtelijke structuur en het verschil in elektronegativiteit van de samenstellende atomen afleiden dat de 72 - het optreden van waterstofbruggen tussen watermoleculen uitleggen. 73 - het oplossen van stoffen in water beschrijven in termen van corpusculaire interacties. Lp 74 - steunend op het elektrisch geleidbaarheid stoffen indelen in elektrolyten en in niet-elektrolyten. Lp 75 - de oplosbaarheid van ion- en molecuulverbindingen in polaire en apolaire oplosmiddelen onderzoeken. 76 - Elektrolyse van elektrolytoplossingen. (U) 77 - in een tabel het onderscheid tussen goed en slecht in water oplosbare ionverbindingen aflezen en daaruit afleiden of Pagina 2

een neerslag kan ontstaan. 78 - het ontstaan van een neerslag of een gas op basis van de reactievergelijking interpreteren in termen van ionenuitwisseling. Lp 79 - aan de hand van een experiment een neerslagreactie of een gasuitwisselingsreactie herkennen. Lp 85 - de concentratie van een oplossing berekenen uit de massa opgeloste stof en het volume van de oplossing. 88 - verdunningsfactoren en concentratie berekenen vertrekkende van een andere oplossing. 89 - aan de hand van indicatoren een oplossing karakteriseren als zuur, neutraal of basisch. 92-93 - de ph van allerlei zure en basische oplossingen bepalen. LP Chemie 2e gr TSO (Techniek-Wetenschappen) GO 27 - methoden aangeven om de zuurgraad van een oplossing vast te stellen en op basis hiervan de oplossing karakteriseren als zuur, neutraal of basisch. 28 - aangeven dat er door reactie van een niet-metaal-oxide met water een zure oplossing ontstaat en door reactie van een metaaloxide met water een basische oplossing ontstaat. 69 - het onderscheid tussen polaire en apolaire atoombindingen maken aan de hand van elektronegativiteiten. 70 - uit de ruimtelijke structuur en het verschil in elektronegativiteit van de samenstellende atomen afleiden dat de 71 - het optreden van waterstofbruggen tussen watermoleculen uitleggen. 72 - het oplossen van stoffen in water beschrijven in termen van corpusculaire interacties. 73 - steunend op het elektrisch geleidingsvermogen stoffen indelen in elektrolyten en in niet-elektrolyten. 74 - Elektrolyse van elektrolytoplossingen. (U) 75 - in een tabel het onderscheid tussen goed en slecht in water oplosbare ionverbindingen aflezen en daaruit afleiden of een neerslag kan ontstaan. 76 - het ontstaan van een neerslag door reactie tussen elektrolytoplossingen beschrijven in termen van corpusculaire interacties. 82 - de concentratie van een oplossing berekenen uit de massa opgeloste stof en het volume van de oplossing. 85 - verdunningsfactoren en concentratie berekenen vertrekkende van een andere oplossing. 86 - aan de hand van indicatoren een oplossing karakteriseren als zuur, neutraal of basisch. 89-90 - de ph van allerlei zure en basische oplossingen bepalen. LP Chemie 2e gr TSO GO 47 - het onderscheid tussen polaire en apolaire atoombindingen maken aan de hand van elektronegativiteiten. Pagina 3

48 - uit de ruimtelijke structuur en het verschil in elektronegativiteit van de samenstellende atomen afleiden dat de 49 - het oplossen van stoffen in water beschrijven in termen van corpusculaire interacties. Lp 50 - de oplosbaarheid en geleidbaarheid van ion- en molecuulverbindingen onderzoeken. 51 - in een tabel het onderscheid tussen goed en slecht in water oplosbare ionverbindingen aflezen en daaruit afleiden of een neerslag kan ontstaan. 52 - het ontstaan van een neerslag door reactie tussen elektrolytoplossingen beschrijven in termen van corpusculaire interacties. Lp 53 - eenvoudige neerslagreacties uitvoeren. 59 - de concentratie van een oplossing berekenen uit de massa opgeloste stof en het volume van de oplossing. Lp 61 - aan de hand van indicatoren een oplossing karakteriseren als zuur, neutraal of basisch. 63 - Lp 64 - de ph van allerlei zure en basische oplossingen bepalen. LP Chemie 2e gr ASO VVKSO (studierichtingen met component wetenschappen) AD8 Duurzaamheid - Bij het verduidelijken van en het zoeken naar oplossingen voor duurzaamheidsvraagstukken wetenschappelijke principes hanteren die betrekking hebben op grondstoffenverbruik, energieverbruik en het leefmilieu. 5.1.1.1 - B3 Mengsels en zuivere stoffen - Typische voorbeelden van homogene en heterogene mengsels uit de leefwereld herken-nen en benoemen als oplossing, emulsie of suspensie. 5.1.1.2 - B14 Chemische elementen in stoffen - Waarneembare eigenschappen van metalen, niet-metalen en edelgassen beschrijven in relatie tot toepassingen in het dagelijkse leven. 5.1.2.1 - B16 Aspecten van chemische reacties - Aan de hand van experimentele waarnemingen en modelvoorstellingen aantonen dat chemische reacties processen zijn waarbij andere stoffen worden gevormd. 5.1.2.1 - B18 Aspecten van chemische reacties - Voor eenvoudige voorbeelden van chemische reacties het bijbehorend energiediagram inter-preteren als voorbeeld van endo- of exo-energetisch proces. 5.2.1.2 - B52 Anorganische samengestelde stoffen - De ph-schaal in verband brengen met zuur, basisch of neutraal karakter van een waterige op-lossing. 5.2.1.2 - B53 Anorganische samengestelde stoffen - Methoden aangeven om de ph van een oplossing te bepalen. 5.2.1.2 - B54 Anorganische samengestelde stoffen - Algemene reactiepatronen herkennen in en toepassen op voorbeelden uit het dagelijkse leven van: reacties van metalen en/of niet-metalen met dizuurstof; zuur-base-gedrag van niet-metaal- en metaaloxiden in water; reacties van zuren met hydroxiden. 5.2.2.1 - B63 Water als oplosmiddel - Molaire en massaconcentratie van een oplossing definiëren en toepassen in berekeningen. 5.2.2.1 - B64 Water als oplosmiddel - Molaire en massaconcentratie van een oplossing definiëren en toepassen in berekeningen. 5.2.2.2 - B65 Het oplosproces van stoffen in water - Experimenteel onderzoeken welke stoffen en waterige oplossingen elektrisch geleidend zijn. 5.2.2.2 - B67 Het oplosproces van stoffen in water - Elektrolyten en niet-elektrolyten van elkaar onderscheiden op basis van het al dan niet elek-trisch geleidend zijn van hun waterige oplossing. 5.2.2.2 - B69 Het oplosproces van stoffen in water - De ionisatievergelijking of dissociatievergelijking van een elektrolyt onderscheiden, weergeven en interpreteren. Pagina 4

5.2.3.1 - B70 Classificatie van reacties - Aan de hand van experimentele waarnemingen een chemische reactie classificeren als neer-slag-, gasontwikkelings- of neutralisatiereactie. LP Biotechnische wetenschappen 2e gr TSO GO 36 - aan de hand van indicatoren een oplossing karakteriseren als zuur, neutraal of basisch en de geleidbaarheid van zuren testen. 51 - de concentratie van een oplossing berekenen uit de massa opge loste stof en het volume van de oplossing. 52 - een oplossing maken met een bepaalde concentratie en verdunnin gen maken van deze oplossing. 53 - concentratie bepalen van een oplossing (U). LP Chemie 2e gr TSO (Bio-esthetiek, Brood- en banket, Creatie en mode, Industriële wetenschappen, Lichamelijke opvoeding en sport, Slagerij en vleeswaren, Topsport) VVKSO 31 - Het verschil in geleidbaarheid van een elektrolyt en zijn oplossing (in water) verduidelijken. 33 - De ph-schaal weergeven en de ph-waarde van een oplossing interpreteren. 41 - De molariteit, de massa- en de volumefractie van een oplossing definiëren. LP Chemie 2e gr TSO (Plant-, dier- en milieutechnieken) VVKSO 33 - De invloed van een elektrolyt op het geleidingsvermogen van een oplossing toelichten. 36 - De ph-schaal weergeven en de ph-waarde van een oplossing interpreteren. 39 - De aanwezigheid van een ionsoort in een oplossing kunnen aantonen. 47 - De massaconcentratie definiëren. 48 - De molariteit (molaire concentratie) van een oplossing definiëren en berekenen uit massa- en volumegegevens. 49 - Massa- en volumefractie van een oplossing definiëren en interpreteren. 50 - De begrippen ppm, ppb omschrijven en een MAC-waarde interpreteren. LP Chemie 2e gr TSO (Hotel, Bouw- en houtkunde, Elektriciteit-elektronica, Elektromechanica) VVKSO 29 - Het verschil in geleidbaarheid van een elektrolyt en zijn oplossing (in water) verduidelijken. 31 - De ph-schaal weergeven en de ph-waarde van een oplossing interpreteren. Pagina 5

LP Chemie 2e gr TSO (Techniek wetenschappen, Biotechnische wetenschappen) VVKSO B2 - Typische voorbeelden van homogene en heterogene mengsels uit de leefwereld herkennen en benoemen als oplossing, emulsie of suspensie. (ET 1, 5) B34 - De ph-schaal weergeven en de gemeten ph-waarde van een oplossing interpreteren. (ET 12) B35 - Methoden aangeven om de ph van een oplossing te bepalen. (ET 3, 5, 8) B39 - Experimenteel onderzoeken welke stoffen en waterige oplossingen elektrisch geleidend zijn. (ET 2, 3, 4, 5, 6, 7) B45 - Het verschil in geleidbaarheid van een elektrolyt en zijn oplossing in water verklaren. (ET 7) B56 - De massaconcentratie van een oplossing definiëren en toepassen in berekeningen. (ET 29*) B57 - De molaire concentratie van een oplossing definiëren en toepassen in berekeningen. (ET 29*) V57 - De molaire concentratie van een oplossing berekenen aan de hand van de massaprocent en de massadichtheid van de oplossing. B58 - Bij het maken van verdunningen de verdunningsregel interpreteren en toepassen in berekeningen. (ET 29*) B59 - Massaprocent, volumeprocent, massavolumeprocent definiëren en toepassen in betekenisvolle contexten. (ET 29*) B60 - De begrippen ppm en ppb definiëren en interpreteren. (ET 29*) LP Chemie 2e gr ASO (studierichtingen met component wetenschappen) GO 27 - methoden aangeven om de zuurgraad van een oplossing vast te stellen en op basis hiervan de oplossing karakteriseren als zuur, neutraal of basisch. 28 - aangeven dat er door reactie van een niet-metaal-oxide met water een zure oplossing ontstaat en dat door reactie van een metaaloxide met water een basische oplossing ontstaat. 70 - het onderscheid tussen polaire en apolaire atoombindingen maken aan de hand van elektronegativiteiten. 71 - uit de ruimtelijke structuur en het verschil in elektronegativiteit van de samenstellende atomen afleiden dat de 72 - het optreden van waterstofbruggen tussen watermoleculen uitleggen. 73 - het oplossen van stoffen in water beschrijven in termen van corpusculaire interacties. Lp 74 - steunend op het elektrisch geleidbaarheid stoffen indelen in elektrolyten en in niet-elektrolyten. Lp 75 - de oplosbaarheid van ion- en molecuulverbindingen in polaire en apolaire oplosmiddelen onderzoeken. Pagina 6

76 - Elektrolyse van elektrolytoplossingen. (U) 77 - in een tabel het onderscheid tussen goed en slecht in water oplosbare ionverbindingen aflezen en daaruit afleiden of een neerslag kan ontstaan. 78 - het ontstaan van een neerslag of een gas op basis van de reactievergelijking interpreteren in termen van ionenuitwisseling. Lp 79 - aan de hand van een experiment een neerslagreactie of een gasuitwisselingsreactie herkennen. Lp 85 - de concentratie van een oplossing berekenen uit de massa opgeloste stof en het volume van de oplossing. 88 - verdunningsfactoren en concentratie berekenen vertrekkende van een andere oplossing. 89 - aan de hand van indicatoren een oplossing karakteriseren als zuur, neutraal of basisch. 92-93 - de ph van allerlei zure en basische oplossingen bepalen. ET Natuurwetenschappen 2e gr ASO W4 - Leerlingen kunnen bij het verduidelijken van en het zoeken naar oplossingen voor duurzaamheidvraagstukken wetenschappelijke principes hanteren die betrekking hebben op grondstoffenverbruik, energieverbruik, biodiversiteit en het leefmilieu. C2 - Leerlingen kunnen mengsels herkennen als homogeen, heterogeen, een oplossing, emulsie of suspensie op basis van aggregatietoestand of informatie over de deeltjesgrootte van de componenten. ET Natuurwetenschappen 3e gr ASO W6 - Bij het verduidelijken van en het zoeken naar oplossingen voor duurzaamheidsvraagstukken we-tenschappelijke principes hanteren die betrekking hebben op grondstoffenverbruik, energieverbruik, biodiversiteit en het leefmilieu. C6 - De ph van een oplossing definiëren en illustreren. LP Chemie 2e gr ASO (Wetenschappen-Topsport) OVSG 15 - Bij het verduidelijken van en het zoeken naar oplossingen voor duurzaamheidvraagstukken wetenschappelijke principes kunnen gebruiken die betrekking hebben op grondstoffenverbruik, energieverbruik, biodiversiteit en het leefmilieu. 38 - Een omschrijving door middel van een voorbeeld kunnen geven voor de begrippen: oplosmiddel, opgeloste stof, geconcentreerde en verdunde oplossing. 140 - Inzien dat het model, waarbij een of meerdere elektronenparen gemeenschappelijk worden gesteld tussen de gebonden atomen, daarvoor een oplossing vindt. 164 - In staat zijn berekeningen in verband met concentratie uit de voeren (in mol/l), vertrekkende van de gegevens massa opgeloste stof en volume oplossing. 166 - Methoden kunnen aangeven om de ph van een oplossing vast te stellen. 167 - Met eenvoudig materiaal veilig de ph van een oplossing kunnen bepalen. 168 - Op basis van de ph-waarde een oplossing kunnen karakteriseren als zuur, neuraal of basisch. LP Chemie 2e gr TSO/KSO OVSG 42 - Een omschrijving door middel van een voorbeeld kunnen geven voor de begrippen: oplosmiddel, opgeloste stof, geconcentreerde en verdunde oplossing. Pagina 7

128 - Inzien dat het model, waarbij een of meerdere elektronenparen gemeenschappelijk worden gesteld tussen de gebonden atomen, daarvoor een oplossing biedt. 147 - Methoden kunnen aangeven om de ph van een oplossing vast te stellen. 148 - Met eenvoudig materiaal veilig de ph van een oplossing kunnen bepalen. 149 - Op basis van de ph-waarde een oplossing kunnen karakteriseren als zuur, neutraal of basisch. LP Chemie 3e gr ASO (studierichtingen zonder component wetenschappen) OVSG 51 - Een gemeten of gegeven ph van een oplossing in verband kunnen brengen met de concentratie aan oxonium- en aan hydroxide-ionen. LP Chemie 2e gr ASO (studierichtingen zonder component wetenschappen) OVSG 15 - Bij het verduidelijken van en het zoeken naar oplossingen voor duurzaamheidvraagstukken wetenschappelijke principes kunnen gebruiken die betrekking hebben op grondstoffenverbruik, energieverbruik, biodiversiteit en het leefmilieu. 117 - Inzien dat het model, waarbij één of meerdere elektronenparen gemeenschappelijk worden gesteld tussen de gebonden atomen, daarvoor een oplossing biedt. 142 - In staat zijn berekeningen in verband met concentratie uit te voeren (in mol/l), vertrekkende van de gegevens massa, opgeloste stof en volume oplossing. 144 - Methoden kunnen aangeven om de ph van een oplossing vast te stellen. 145 - Met eenvoudig materiaal veilig de ph van een oplossing kunnen bepalen. 146 - Op basis van de ph-waarde de oplossing kunnen karakteriseren als zuur, neutraal of basisch. LP Chemie 2e gr ASO (studierichtingen met component wetenschappen) OVSG 15 - Bij het verduidelijken van en het zoeken naar oplossingen voor duurzaamheidvraagstukken wetenschappelijke principes kunnen gebruiken die betrekking hebben op grondstoffenverbruik, energieverbruik, biodiversiteit en het leefmilieu. 38 - Een omschrijving door middel van een voorbeeld kunnen geven voor de begrippen: oplosmiddel, opgeloste stof, geconcentreerde en verdunde oplossing. 140 - Inzien dat het model, waarbij een of meerdere elektronenparen gemeenschappelijk worden gesteld tussen de gebonden atomen, daarvoor een oplossing vindt. 164 - In staat zijn berekeningen in verband met concentratie uit de voeren (in mol/l), vertrekkende van de gegevens massa opgeloste stof en volume oplossing. 166 - Methoden kunnen aangeven om de ph van een oplossing vast te stellen. 167 - Met eenvoudig materiaal veilig de ph van een oplossing kunnen bepalen. 168 - Op basis van de ph-waarde een oplossing kunnen karakteriseren als zuur, neuraal of basisch. LP Chemie 2e gr ASO (Wetenschappen-Topsport) OVSG 15 - Bij het verduidelijken van en het zoeken naar oplossingen voor duurzaamheidvraagstukken wetenschappelijke principes kunnen gebruiken die betrekking hebben op grondstoffenverbruik, energieverbruik, biodiversiteit en het leefmilieu. 38 - Een omschrijving door middel van een voorbeeld kunnen geven voor de begrippen: oplosmiddel, opgeloste stof, geconcentreerde en verdunde oplossing. 140 - Inzien dat het model, waarbij een of meerdere elektronenparen gemeenschappelijk worden gesteld tussen de gebonden atomen, daarvoor een oplossing vindt. 164 - In staat zijn berekeningen in verband met concentratie uit de voeren (in mol/l), vertrekkende van de gegevens massa opgeloste stof en volume oplossing. 166 - Methoden kunnen aangeven om de ph van een oplossing vast te stellen. 167 - Met eenvoudig materiaal veilig de ph van een oplossing kunnen bepalen. Pagina 8

Pagina 9 168 - Op basis van de ph-waarde een oplossing kunnen karakteriseren als zuur, neuraal of basisch.