Onderbouwing van schaarste t.b.v. huisvestingsvergunning

Vergelijkbare documenten
Deze notitie is bedoeld om de schaarste en de verdringing in Gouda aan te tonen, als bijlage bij de Huisvestingsverordening 2019.

Intentieverklaring gemeenten en corporaties in de stadsregio Amsterdam over de betaalbare voorraad in de regio. Maart 2014

Gemeente Waterland 2 5 NOV ZOU GESCAND

Rapportage Woonruimteverdeling Stadsregio Amsterdam

Rapportage Woonruimteverdeling 2013 Stadsregio Amsterdam

Bij deze sturen wij u ter informatie u de monitor sociale woningbouw van de Stadsregio Amsterdam.

Beleidsvoorstel Actualisatie regels woonruimteverdeling en woonruimtevoorraad

MK2015. Rapportage Woonruimteverdeling 2015 Stadsregio Amsterdam. Stadsregio Amsterdam

Inhoud voorstel aan B&W

MK2015. Rapportage Woonruimteverdeling 2015 Stadsregio Amsterdam. Stadsregio Amsterdam

Rapportage Woonruimteverdeling Stadsregio Amsterdam

Rapportage Woonruimteverdeling 2010 Stadsregio Amsterdam

6 januari 2015 Huisvestingswet

Beantwoording art 33 vragen bereikbare en betaalbare voorraad sociale huurwoningen

Schaarste op de woningmarkt Zuid- Kennemerland-IJmond

Stadsregio Amsterdam

INFORMATIEBLAD. Huisvestingswet en huisvestingsverordening 2019

Rapportage woonruimteverdeling Stadsregio Amsterdam Stadsregio Amsterdam

Toelichting op de verdeling van vrijkomende sociale huurwoningen in Almere met een huurprijs tot 710,68 met ingang van 19 januari 2015

Schaarste in de regio Utrecht

Naar een woonvisie voor Waterland

Gemeenteraden van de Utrecht10. Geachte raadsleden,

In deze bijlage zijn een aantal terugkerende en veelgestelde vragen in willekeurige volgorde opgenomen.

Naar een nieuw woonruimteverdeling

Convenant Woonruimteverdeling Stadsregio Amsterdam Vastgesteld in de Regioraadsvergadering dd 24 juni 2008

DE REGIO. Wat is de regio

Concept-zienswijze uitgangspunten nieuwe Huisvestingsverordening Documentnummer INT Notitie voor de IJmondraadscommissie van 17 februari 2015

11 juni 2014 PN

Rapportage Woonruimtebemiddeling 2009 Stadsregio Amsterdam

Actualisatie Woonruimteverdeling 2012

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 24 mei 2016 Wachttijden sociale huurwoningen

Hier komt tekst Huurdersraad portaal. Utrecht.nl

Bespreken van de Concept- huisvestingverordening Gooi en Vechtstreek/ Bussum 2015

Schaarste in de regio Utrecht

Workshop Woonruimteverdeling

Betaalbaarheid van wonen, een gemeentelijke opgave? Inzicht en handvatten voor gemeenten

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus AG Hoofddorp

Publicaties Stadsdeelbestuur 2010

Memo. aan. de leden van de gemeenteraad rapportage woonruimteverdeling. van

Weg met de wachtlijst. Anouk Corèl-Platform31 Sanne van der Lelij-Gemeente Amsterdam André Ouwehand-OTB Pieter Schipper-Ymere

ONDERWERP Huisvestingsverordening Zuid-Kennemerland/IJmond: Heemstede 2017

[Geef tekst op] Bewoners over het verdelen van sociale huurwoningen. Stadsregio Amsterdam - Tabellenrapportage. Onderzoek, Informatie en Statistiek

Betaalbaarheid van wonen, een gemeentelijke opgave? Inzicht en handvatten voor gemeenten

bouwstenen voor een nieuwe Huisvestingsverordening

NAAR EEN NIEUW WOONRUIMTEVERDEELSYSTEEM. Technische sessie 09 oktober 2018

GEMEENTE SCHERPENZEEL MEMO. onderwerp : informatiedocument Huisvestingswet 2014 en huisvestingsverordening

Bewoners over het verdelen van sociale huurwoningen. Amstelland-Meerlanden, Amsterdam, Zaanstreek-Waterland - Tabellenrapportage

In de Herzieningswet en het Besluit Toegelaten Instellingen TERUG VAN WEGGEWEEST: PASSEND TOEWIJZEN

Rapportage woonruimteverdeling Wachttijd voor een huurwoning loopt verder op. Eerste helft 2016

Huisvestingswet Woonruimteverdeling in de regio

Woonruimteverdeling in Holland Rijnland R E G I O N A L E SAMENWERKING I N D E P R A K T I J K

Agendapunt Onderwerp 7 Huisvestingsverordening gemeente Heerde 2015

Bijlage 5. bij agendapost portefeuillehoudersoverleg Wonen d.d. 25 juni 2015

Bespreeknotitie Regionale Huisvestingsverordening

Evaluatie pilot woonruimteverdeling Regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden

Woonruimtebemiddeling: samen leven met minder regels

Prestatieafspraken Gemeente Wormerland, WormerWonen, Huurders voor Huurders

Kengetallen woningtoewijzing in de gemeente Utrecht

Toelichting Huisvestingsverordening Zuid-Kennemerland/IJmond; Beverwijk 2015 Documentnummer INT

Effecten voorstel verlengen periode tijdelijk behoud inschrijfduur na verhuizing van twee naar vijf jaar

Inhoudsopgave. 1. Inleiding 2. Beleidsuitgangspunten 3. Monitoring

Woonruimteverdeling 2015 Regio Utrecht. Naar een nieuwe Huisvestingsverordening

Huisvestingswet Woonruimteverdeling in de regio

Onderwerp : Aanpassing Huisvestingsverordening

RESULTATEN WOONONDERZOEK PURMEREND UPDATE MAART 2015

Discussienotitie herziening woonruimteverdeling Concept 10 januari 2012 Yvonne Grooten en Sanne van der Lel ij

Ontwerpverordening Woonruimtebemiddeling regio Rotterdam Presentatie voor gemeenteraden en raadscommissies november/december 2013

Wonen in de regio Amsterdam. Globale inhoud Regionale Huisvestingsverordening Stadsregio Amsterdam 2010

Huisvestingswet Woonruimteverdeling in de regio.

Gemeente Waterland GESCAND

Informatiefolder WoningNet

Toets duurzame verstedelijking Westzanerwerf. Gemeente Zaanstad

Woonruimteverdeling in Breda

Informatiefolder WoningNet

Oostzaan Buiten gewoon

Informatiefolder WoningNet

Maatwerkafspraken Woonruimteverdeling

gelet op de artikelen 4, 5, 7, 9, 10, 11, 12, 13, 18, 19 en 20 van de Huisvestingswet 2014 en de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet;

Bouwfonds Proper ty Development Rik Noom MSc

Meer kansen, keuze en dynamiek?

Tabellen en figuren 2018 Nieuwe wooncontracten, aanbiedingsafspraken en kwetsbare groepen

Analyse van de markt voor (bestaande) huurwoningen in de Gemeente Steenwijkerland

16 Jaarbericht 2016 // Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties

Raadsstuk. Onderwerp: Uitgangspunten Huisvestingsverordening 2015 BBV nr: 2015/ Inleiding

vastgesteld in de regioraadsvergadering van 18 december 2012

gelezen het voorstel nummer van het dagelijks bestuur;

BESLUITEN. verdeling nieuwbouwwoningen vrije sector. B&W-nr.: d.d

Zicht op de wachtlijst; woonruimteverdeling in Zaanstreek- Waterland (RIGO, 2017) - De belangrijkste resultaten

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 maart 2015, nr. B ;

Woonruimteverdeling Woningstichting Putten. Opening Schauwplein

Afsprakenmonitor regio Haaglanden > Halfjaarmonitor > kerngegevens - concept

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Toelichting bij de Huisvestingsverordening Zuid-Kennemerland/IJmond: Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2015

het Raadbesluit tot wijziging van de de Huisvestingsverordening Regio Utrecht 2015 gemeente Nieuwegein

Gemeente Den Haag DSO/ RIS HUISVESTINGSVERORDENING GEMEENTE DEN HAAG HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS,

Brief van de minister voor Wonen en Rijksdienst

Informatiefolder WoningNet

Onderwerp: Pilot Woonruimteverdeling Zuid-Kennemerland- IJmond BBV nr: 2014/31352

Per 1 april 2017 wijzigt de Huisvestingswet ten aanzien van de voorrangspositie van vergunninghouders. Die komt te vervallen.

Transcriptie:

E i n d v e r s l a g Aan: Van: Onderwerp: Stuurgroep Wonen Werkgroep onderbouwen schaarste Onderbouwing van schaarste t.b.v. huisvestingsvergunning Datum: 31 oktober 2014 1 INLEIDING De Huisvestingswet biedt gemeenten instrumenten om te sturen in de woonruimt e- verdeling. In een huisvestingsverordening kunnen zij huurwoningen aanwijzen waa r- voor een huisvestingsvergunning verplicht is en regels vastleggen voor het verlenen van deze vergunning. Als WGR-plusgebied heeft de Stadsregio Amsterdam de b e- voegdheid om een regionale huisvestingsverordening vast te stellen die voor alle g e- meenten geldt. Met het oog op de nieuwe Huisvestingswet die per 1 januari 2015 in werking zal treden, streeft de Stadsregio ernaar om in overleg met de gemeenten en corporaties tot een gezamenlijke verordening te komen die voldoet aan de eisen die de Huisvestingswet 2014 stelt. Volgens de Huisvestingswet 2014 mogen gemeenten (net als in de vorige wet) alleen sturen in de woonruimteverdeling in geval van schaarste. De nieuwe Huisvestingswet vraagt om een betere onderbouwing van schaarste dan voorheen. De gemeente of het dagelijks bestuur van de WGR-plusregio zal enerzijds moeten aantonen dat er sprake is van schaarste en anderzijds dat de inzet van het instrumentarium in de wet in de concrete situatie geschikt en proportioneel is om de onevenwichtige en onrechtvaa r- dige effecten van schaarste te bestrijden. De gemeenteraad of het algemeen bestuur van de regio moet deze onderbouwing goedkeuren. De Stadsregio Amsterdam heeft een werkgroep met vertegenwoordigers van zowel gemeenten als corporaties ingesteld om de benodigde onderbouwing te leveren, met ondersteuning van RIGO Research en Advies. Deze notitie vormt het eindverslag van de werkgroep en daarmee de onderbouwing van de schaarste. Conform de Huisvestingswet 2014 wordt in deze onderbouwing aandacht besteed aan vier onderwerpen: De schaarste: is er daadwerkelijk meer vraag dan aanbod? (Paragraaf 2) De onevenwichtige en onrechtvaardige effecten van schaarste voor bepaalde doelgroepen (Paragraaf 3); Nut en noodzaak van het instrument woonruimteverdeling (Paragraaf 4); Inspanningen om de schaarste te verminderen (Paragraaf 5). PAGINA 1 VAN 10

2 SCHAARSTE De regio Amsterdam is de populairste regio van Nederland om te wonen. Die populariteit dankt de regio vooral aan de sterke economische structuur, het grote aanbod aan opleidingen en het culturele klimaat in Amsterdam. Jaarlijks trekt Amsterdam veel huishoudens aan uit andere delen van Nederland en het buitenland. Ook Amstelveen en Diemen kennen een relatief grote instroom van buiten de regio. Het grootste deel van de instroom van buiten de regio komt terecht in een huurwoning 1. De aantrekkingskracht van de regio zorgt voor een grote druk op de woningmarkt. Dit is terug te zien in hoge prijzen voor koopwoningen en huurwoningen die in de vrije sector worden aangeboden. Hierdoor zijn buiten de gereguleerde huursector weinig betaalbare alternatieven voor huishoudens met een laag of m iddeninkomen. Ondanks het feit dat de gereguleerde huursector in de regio relatief groot is, overtreft de vraag het aanbod ruimschoots en is er sprake van schaarste. De schaarste aan huurwoningen tot de huurtoeslaggrens blijkt duidelijk uit de rappo r- tage woonruimteverdeling 2013. Gemiddeld reageren 158 woningzoekenden per w o- ning die de corporaties aanbieden via WoningNet. In de gemeente met het laagste gemiddelde (Beemster) gaat het nog altijd om 70 belangstellenden per woning. figuur 2-1 Gemiddeld aantal r eact ie s per won ing, gemiddeld e woonduur b ij ve rhuring aan doorstro me rs en gemidd elde insch r ijfduu r bij ve rhuring aan starte rs, per g e- meente, 201 3 2 reacties per woning woonduur inschrijfduur Aalsmeer 90 28,7 7,9 Amstelveen 155 21,4 8,9 Amsterdam 179 16,1 8,2 Beemster 70 15,0 5,1 Diemen 152 17,2 9,8 Edam-Volendam 108 17,5 4,6 Haarlemmermeer 82 21,2 6,9 Landsmeer 131 20,3 11,9 Oostzaan 125 10,3 x Ouder-Amstel 114 16,4 6,6 Purmerend 132 18,4 9,7 Uithoorn 117 14,1 8,3 Waterland 80 13,2 6,1 Wormerland 87 17,8 7,6 Zaanstad 153 20,7 8,6 Zeevang 85 15,5 5,0 Stadsregio totaal 158 17,5 8,1 Bron: Rapportage woonruimteverdeling 2013, Stadsregio Amsterdam en PWNR. 1 2 Wonen in de regio Stadsregio Amsterdam, Almere, Zuid-Kennemerland en IJmond. Gemeenten Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek, maart 2014. In Oostzaan zijn in 2013 geen woningen aan starters verhuurd via WoningNet. PAGINA 2 VAN 10

De meeste woningen van corporaties worden toegewezen op volgorde van woonduur van doorstromers en inschrijfduur van starters. De gemiddelde woonduur van doo r- stromers die een woning hebben geaccepteerd bedroeg in 2013 17,5 jaar en de g e- middelde woonduur van starters 8,1 jaar. Binnen deze gemiddelden zit de nodige spreiding: 2,6% van de doorstromers en 12,4% van de starters had bij verhuring een woonduur / inschrijfduur van minder dan 2 jaar. Dat betekent dat voor de overgrote meerderheid van de woningen een woon- of inschrijfduur van twee jaar of langer nodig is. Bij een dergelijke wachttijd worden woningzoekenden beperkt in hun keuz e- vrijheid om te verhuizen. Ook in relatieve zin zijn de wachttijden in de Stadsregio Amsterdam hoog. De wachttijden in de regio Utrecht komen het dichtste in de buurt. In 2012 bedroeg de gemiddelde inschrijfduur van doorstromers daar 9,3 jaar en van starters 7,1 jaar 3. In de meeste andere regio s in Nederland zijn de wachttijden voor sociale huurwoningen veel korter. De lange wachttijden gelden, in meer of mindere mate, voor alle gemeenten in de stadsregio. De laagste gemiddelden zijn 10,3 jaar woonduur (Oostzaan) en 4,6 jaar inschrijfduur (Zeevang). Zonder de toewijzingsregels uit de huisvestingsverordening 2013 (bijvoorbeeld voorrang voor lokale woningzoekenden) zouden de wachttijden in sommige gemeenten waarschijnlijk nog langer zijn. In 2013 zijn ook 533 corporatiewoningen in de stadsregio verloot. Bij deze woningen speelt de woonduur en inschrijfduur geen rol, waardoor woningzoekenden eerder aan de beurt kunnen komen. De individuele kans op een woning is echter klein, door het hoge aantal reacties op deze woningen. Op basis van de lange wachttijden voor sociale huurwoningen constateren de gemeenten dat in alle gemeenten van de Stadsregio Amsterdam sprake is van schaarste aan goedkope woonruimte (tot de huurtoeslaggrens: 699 in 2014) in het algemeen (schaarste in de tijd). 3 DE ONEVENWICHTIGE EN ONRECHTVAARDIGE EFFECTEN VAN SCHAARSTE De gemeenten in de stadsregio Amsterdam verwachten dat wanneer gereguleerde huurwoningen zonder toewijzingsregels worden aangeboden, onrechtvaardige en o n- evenwichtige effecten (verdringing) kunnen ontstaan voor verschillende groepen w o- ningzoekenden, namelijk: Lokale en regionale woningzoekenden (incl. urgenten); Huishoudens met een laag inkomen; Jongeren en studenten; Ouderen en gehandicapten; Grote gezinnen. Hieronder worden de zorgen omtrent deze groepen nader toegelicht. 3 Regionale woningmarktmonitor 2013, monitor voor de U10-gemeenten. U10 / Bestuur Regio Utrecht, juli 2013. PAGINA 3 VAN 10

Lokale en regionale woningzoekenden In het regionale woonbeleid van de gemeenten in de stadsregio Amsterdam staat de roltrapregio centraal. De gemeenten stellen zich ten doel de roltrap optimaal te laten functioneren. Dat betekent het creëren van mogelijkheden voor nieuwkomers in A m- sterdam en voor doorstromers in de regiogemeenten. Tegelijk willen de gemeenten voorkomen worden dat verdringing van lokale woningzoekenden plaatsvindt en de doorstroming binnen de regio stokt. Uit recent onderzoek in de regio Amsterdam blijkt dat een ruime meerderheid van de huishoudens met verhuisplannen in de eigen gemeente wil blijven en een groot deel van de overige verhuisgeneigden naar een andere gemeente binnen de regio wil ve r- huizen 4. Door de grote populariteit van de regio moeten inwoners van de regio Amsterdam veel langer wachten om binnen hun gemeente of regio naar een goedkope huurwoning te kunnen verhuizen dan in andere delen van Nederland. De gemeenten in de stadsregio willen hun inwoners zo goed mogelijk in staat stellen om binnen hun gemeente of regio een wooncarrière op te bouwen. De wachttijden voor lokale woningzoekenden zijn de afgelopen jaren beperkt door gebruik te maken van de lokale beleidsruimte uit het convenant woonruimteverdeling 2013, waarmee gemeenten voor een beperkt deel van het aanbod voor eigen woningzoekenden konden reserveren. Dit speelt vooral in kleinere gemeenten en kleinere kernen. Door het jaarlijks beperkt aantal vrijkomende woningen is de invloed van de instroom van buiten relatief veel groter en wordt het voor sommige groepen erg moeilijk om in de eigen gemeente aan een woning te komen. In Stadsregio Noord wordt door kleinere gemeenten veel gebruik gemaakt van de lokale beleidsruimte. In deelregio Zuid wordt door kleinere gemeenten hier minder op gestuurd, maar is de toewijzing aan eigen inwoners in veel gevallen ook een stuk lager, soms zelfs minder dan de helft. In grotere gemeenten hebben lokale woningzoekenden betere kansen, doordat er het aanbod groter is. In deze gemeenten speelt wel dat er ruimte nodig is om urgenten uit de eigen gemeente te huisvesten. In een gemeente als Amsterdam zijn er bijvoorbeeld veel stadsvernieuwingsurgenten. De enige mogelijkheid om te waarborgen dat de stadsvernieuwingsurgenten er goed in kunnen slagen nieuwe woonruimte te vi n- den, is een regionale of lokale urgentie toe te kennen. Een andere groep urgenten die gemeenten met voorrang lokaal of regionaal willen huisvesten betreft de sociaal en medisch urgenten. Door het scheiden van wonen en zorg zullen huishoudens die zorg behoeven langer zelfstandig blij ven wonen. Dit kan alleen als ze een beroep kunnen doen op een netwerk van kennissen en familie in de buurt (lees: in de eigen gemeente). Naar verwachting neemt deze groep de komende tijd in omvang toe. Deze groep zal niet geheel overlappen met de groep ma ntelzorgers, die vrijgesteld is van regionale bindingeisen. Naast het voorkomen van verdringing van lokale woningzoekenden is het voor het functioneren van de roltrapregio ook van belang dat voldoende doorstroming kan plaatsvinden binnen de regio. Volgens de regionale huisvestingsverordening 2013 4 Zie noot 1. PAGINA 4 VAN 10

% verhuringen onder de 2e aftoppingsgrens hebben doorstromers binnen de regio het voordeel dat zij niet ingeschreven hoeven te staan om woonduur op te bouwen. Woningzoekenden van buiten de regio gelden niet als doorstromers. Volgens de Huisvestingswet 2014 is hierbij sprake van een verkapte bindingseis. Daarom is woonduur in de nieuwe regionale huisvestingsverordening komen te vervallen als rangordecriterium. Hierdoor krijgen doorstromers binnen de regio een zwakkere positie en kunnen zij eerder verdrongen worden door andere woningzoekenden. Zonder bijsturing zou dit betekenen dat er minder woningen vrijkomen en de schaarste aan goedkope woonruimte verder toeneemt. Huishoudens met een laag inkomen De gemeenten in de stadsregio maken zich in toenemende mate zorgen over de betaalbaarheid van het wonen voor huishoudens met een laag inkomen. Daarbij gaat het met name om huishoudens die recht hebben op huurtoeslag (primaire doelgroep). Uit een recent onderzoek in opdracht van Kennisplatform Corpovenista blijkt dat (afhankelijk van de gekozen betaalbaarheidsnorm), 11% tot 30% van de primaire in de regio Amsterdam te hoge woonlasten (huur en energie) heeft en 5% tot 10% van de secundaire doelgroep (tot 34.678) 5. figuur 3-1 Ontw ikk eling aandee l ve r huringen tot de 2 e af toppingsgrens, per sub reg io, 2 010-2013 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 2010 2011 2012 2013 Amsterdam 75% 76% 61% 49% subregio Noord 76% 69% 52% 59% subregio Zuid 72% 70% 64% 50% Bron: Rapportage woonruimteverdeling 2013, Stadsregio Amsterdam en PWNR. De primaire doelgroep is met name afhankelijk van woningen tot de tweede afto p- pingsgrens. In figuur 3-1 is te zien dat het aandeel van de verhuurde woningen dat onder deze grens valt de afgelopen jaren in alle deelregio s fors is gedaald. Als ge volg van de verhuurdersheffing zien veel corporaties zich genoodzaakt om hogere aa n- vangshuren te vragen dan enkele jaren geleden. Daarnaast is ook het totale aantal verhuringen gedaald. Daarom is het van belang dat de overgebleven woningen met 5 Betaalbaar wonen. Woonlasten en kwaliteit in de sociale huursector. RIGO, juni 2014. PAGINA 5 VAN 10

een lage huur zoveel mogelijk terechtkomen bij de doelgroep. Zonder sturing via de woonruimteverdeling is dat niet mogelijk. Jongeren en studenten De gemeenten en corporaties in de stadsregio vinden het belangrijk dat studenten en andere jongeren 6 hun wooncarrière op een legale manier kunnen starten in de huursector, omdat het kopen van een woning voor hen meestal nog geen optie is. Bij toewijzing op volgorde van inschrijfduur zijn deze groepen in het nadeel, omdat zij pas vanaf hun achttiende jaar inschrijfduur kunnen opbouwen. Hierdoor komen zij pas op latere leeftijd aan de beurt. Lotingwoningen kunnen slechts voor een klein aantal g e- lukkigen uitkomst bieden, vanwege de kleine kans om te worden ingeloot. Zonder voorrangsregels komen studenten en andere jongeren dus nauwelijks aan bod. Diverse woningcorporaties reserveren een deel van hun huurwoningen voor studenten en andere jongeren. Studentenwoningen worden via een apart systeem aangeb o- den en verhuurd met een campuscontract. Jongerenwoningen worden via het reguli e- re systeem aangeboden, waarvan een deel met een jongerencontract, waardoor zij na hun 26 ste verjaardag moeten vertrekken. Uit een tussentijdse evaluatie blijkt dat de jongerenwoningen zo populair zijn dat de meeste geslaagden pas vlak voor het bere i- ken van de leeftijdsgrens in aanmerking komen voor een woning 7. Ouderen en gehandicapten De gemeenten in de stadsregio willen ouderen en gehandicapten de mogelijkheid g e- ven om zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen. Een deel van de huurwoningen in de stadsregio zijn specifiek voor ouderen of gehandicapten gebouwd of aangepast. Daarnaast zijn er huurwoningen die in het bijzonder geschikt zijn voor de huisvesting van ouderen en gehandicapten, bijvoorbeeld vanwege hun ligging in de nabijheid van zorgcentra of het ontbreken van drempels en trappen. Zonder voorrangsregels ku n- nen deze woningen terecht komen bij woningzoekenden die geen fysieke beperkingen en geen behoefte hebben aan zorg. Vanwege de extramuralisering wordt het steeds belangrijker om woningen waar ouderen en gehandicapten zelfstandig kunnen (blijven) wonen doelmatig toe te wijzen aan deze groepen. Grote gezinnen Grote gezinnen hebben behoefte aan grote woningen. De gereguleerde huurwonin g- voorraad in de stadsregio Amsterdam bestaat voor een relatief klein deel uit grote woningen 8. Deze woningen worden vaak ver onder de marktprijs aangeboden om ze betaalbaar te houden voor grote gezinnen met een laag inkomen. Als deze woningen niet met voorrang worden toegewezen aan grote gezinnen, is de kans groot dat ze worden verhuurd aan kleine huishoudens, die de overgrote meerderheid van de woningzoekenden vormen. 6 In de regionale huisverordening 2013 is deze groep gedefinieerd als woningzoekenden met een leeftijd tot uiterlijk 26 die geen student zijn. 7 8 Jongerenwoningen op de Amsterdamse woningmarkt. Analyse van vraag en aanbod. RIGO, mei 2014. Zie noot 5. PAGINA 6 VAN 10

4 NUT EN NOODZAAK VAN HET INSTRUMENT WOONRUIMTEVERDELING Om de onevenwichtige en onrechtvaardige effecten van schaarste voor de bovenstaande groepen tegen te gaan maken de gemeenten in de stadsregio gebruik van het instrumentarium dat de Huisvestingswet 2014 biedt. In de regionale huisvestingsverordening zijn alle huurwoningen tot de huurtoeslaggrens aangewezen als woonruimte waarvoor een huisvestingsvergunning verplicht is. Het is niet toegestaan om deze woningen zonder vergunning in gebruik te geven of nemen. De huisvestingsverordening maakt onderscheid tussen huurwoningen van woningco r- poraties en particuliere verhuurders. De gemeenten hebben ervoor gekozen om de verlening van huisvestingsvergunningen voor corporatiewoningen te mandateren aan de woningcorporaties. Bovendien zijn in de verordening andere bepalingen opgenomen voor corporatiewoningen dan voor particuliere huurwoningen. Hieronder wordt eerst de achtergrond van de regels voor corporatiewoningen toeg e- licht. Aan het einde van dit paragraaf wordt apart ingegaan op de regels voor partic u- liere huurwoningen. Lokaal maatwerk Volgens de Huisvestingswet 2014 (artikel 14) kan, voor dat deel van de woningvoorraad waarvoor het noodzakelijk is, voorrang gegeven worden aan personen met een regionale of economische binding. Bij maximaal 50% van de aangewezen (vergunningplichtige) categorieën woonruimte kan voorrang gegeven worden aan woningzoekenden met maatschappelijke of economische binding aan de regio; maximaal 50% daarvan is toewijsbaar aan lokaal gebondenen. Het convenant woonruimteverdeling uit 2013 voorziet in lokale beleidsruimte voor gemeenten. De omvang van de lokale beleidsruimte hangt sa men met de grootte van de gemeente. De centrumgemeente heeft volgens het convenant 2013 20% lokale beleidsruimte in de bestaande voorraad, de grote gemeenten 30%, middelgrote g e- meenten 50% en kleine gemeenten 70%. De omvang van de lokale beleidsruimte voor nieuwbouw is 70% voor kleine gemeenten en 60% voor overige gemeenten. In de praktijk maken lang niet alle gemeenten (volledig) gebruik van de geboden ruimte om eigen inwoners voorrang te geven, zo blijkt uit de rapportage woonruimt e- verdeling 2013. Toch heeft de lokale beleidsruimte de afgelopen jaren een belangrijke bijdrage geleverd aan het voorkomen van verdringing van lokale woningzoekenden, met name in kleine gemeenten en kernen. Daarnaast hebben gemeenten ook andere redenen om voor een deel van de woningen voorrang te geven aan woningzoekenden met een lokale en regionale binding, zoals het huisvesten van lokale urgenten en het bevorderen van de doorstroming (zie paragraaf 3). Om de lokale beleidsruimte zoveel mogelijk in stand te houden maakt dat de nieuwe regionale huisvestingsverordening maximaal gebruik van de ruimte voor lokaal maatwerk die de Huisvestingswet 2014 biedt. Dat betekent dat per gemeente maximaal 50% van de woningen met voorrang voor woningzoekenden met regionale binding kan worden aangeboden en daarbinnen de helft aan woningen met lokale binding. Daa r- mee kunnen de gemeenten verdringing van lokale woningzoekenden (starters) voo r- komen, lokale urgenten huisvesten en de doorstroming binnen de regio stimuleren. PAGINA 7 VAN 10

Passendheidscriteria Volgens de Huisvestingswet 2014 (artikel 11) kan in de huisvestingsverordening worden geregeld dat bij bepaalde categorieën woonruimte in verband met de aard, grootte of prijs van die woonruimte voorrang wordt gegeven aan bepaalde categorieën woningzoekenden. Op grond van dit artikel kunnen diverse passendheidscriteria worden gehanteerd, zoals: Huurinkomensnormen, om voorrang te geven aan lage inkomens bij woningen met een lage huurprijs; Woningbezettingsnormen, om voorrang te geven aan grote gezinnen bij grote woningen; Doelgroeplabels, om woningen die specifiek bedoeld zijn voor bepaalde groepen, met voorrang aan deze groepen toe te wijzen. Om te voorkomen dat verdringing plaatsvindt van woningzoekenden met een laag inkomen worden de huurwoningen van woningcorporaties tot de huurtoeslaggrens met voorrang verhuurd aan woningzoekenden met een belastbaar jaarinkomen tot 34.678 (prijspeil 2014). Dit sluit aan bij de toewijzingsnorm voor woningcorporaties die in 2011 is ingevoerd. Verder biedt de regionale hui svestingsverordening corporaties de mogelijkheid om nadere huurinkomensnormen te stellen, bijvoorbeeld op b a- sis van de aftoppingsgrenzen van de huurtoeslagregeling. Op die manier kunnen co r- poraties de doelmatigheid van hun huurbeleid verbeteren. De verordening biedt woningcorporaties ook de mogelijkheid om doelgroeplabels en woningbezettingsnormen te gebruiken bij woningen die specifiek geschikt zijn voor het huisvesten van jongeren, studenten, ouderen, gehandicapten en grote gezinnen. De corporaties bepalen daarbij zelf om welke woningen het gaat. Hiermee kunnen corporaties er zelf voor zorgdragen dat de investeringen die zij plegen in woonruimte voor bepaalde groepen ook daadwerkelijk ten goede komen aan de beoogde doe l- groep. Dit vergroot de efficiëntie van de inzet van volkshuisvestelijke middelen. Particuliere huurwoningen Voor het toewijzen van particuliere huurwoningen gelden in de regionale huisvestingsverordening andere regels dan voor corporatiewoningen. Particuliere verhuu r- ders hebben niet dezelfde maatschappelijke taak als woningcorporaties. Daarom zijn de gemeenten terughoudend in het beperken van de contractvrijheid van particuliere verhuurders via de huisvestingsverordening. De gemeenten in de stadsregio verwachten van particuliere verhuurders van huurwoningen tot de huurtoeslaggrens wel een bijdrage aan de betaalbaarheid van het w o- nen in de regio. Daarom wordt voor de verlening van een huisvestingsvergunning voor particuliere huurwoningen als voorwaarde gesteld dat de nieuwe huurder een belastbaar jaarinkomen heeft van maximaal 43.000 (over kalenderjaar 2011). In sommige gemeenten geldt als extra voorwaarde voor grote woningen ook een minimale hui s- houdensgrootte, om te voorkomen dat het beperkte aanbod aan grote en goe dkope woningen wordt toegewezen aan kleine huishoudens. PAGINA 8 VAN 10

5 INSPANNINGEN OM DE SCHAARSTE TE VERMINDEREN Woonruimteverdeling kan de schaarste in de regio Amsterdam niet oplossen. De regels in de huisvestingsverordening kunnen alleen de onevenwichtige en onrechtvaardige effecten van schaarste voor bepaalde groepen verzachten. Daarom geldt de nieuwe regionale huisvestingsverordening voor (de wettelijke termijn van) maximaal vier jaar. In de tussentijd streven de gemeenten en de stadsregio ernaar om de schaarste in de regio te verminderen, in samenwerking met de woningaanbieders. Woningbouwopgave en productieafspraken Op basis van provinciale prognoses uit 2012 is voor de gehele Provincie Noord - Holland de woningbouwopgave voor de periode 2010-2040 en de beschikbare plancapaciteit in beeld gebracht. Op basis van de provinciale prognose uit 2012 bedraagt de uitbreidingsbehoefte voor Noord-Holland Noord, Noord-Holland Zuid en de Metropool Regio Amsterdam (MRA, exclusief Lelystad) in de periode 2010-2040 ca. 285.000 woningen. In de Regionale Actieprogramma s (Wonen) (RAP s), hebben de regio s afspraken gemaakt over de woningbouwproductie voor de periode 2010-2014 (zie onderstaande tabel) 9. Deze afspraken worden jaarlijks gemonitord; zowel productie, plancapaciteit, woningbehoefte en de Regionale Actieprogramma s (Wonen) worden gevolgd 10. tabel 5-1 Afspra ken per reg io in de RAP s In 2009 is in het Gebiedsdocument verstedelijkingsafspraken vastgelegd dat er tussen 2010 en 2020 nog 100.000 woningen in de Metropoolregio gebouwd moeten wo r- den 11. Vanwege de crisis bleek het niet haalbaar om deze aantallen te realiseren. Sindsdien zijn de inspanningen meer gericht op het beeld wat nodig is op lan ge termijn (300.000 woningen in 2040) en het stimuleren van de woningbouw. 9 10 11 Zie voor de Stadsregio Amsterdam: De roltrap in beweging. Actieprogramma Regionale Woningmarkt 2011 2014, februari 2012. Monitor woningbouw 2013. Productie, plancapaciteit, woningbehoefte en Regionale Actieprogramma s. Provincie Noord-Holland, oktober 2013 Gebiedsdocument Metropoolregio Amsterdam. Verstedelijkingsafspraken 2010-2020. Metropoolregio Amsterdam, april 2009. PAGINA 9 VAN 10

Intentieverklaring betaalbare voorraad In maart 2014 hebben de Stadsregio Amsterdam en het Platform Woningcorporaties Noordvleugel Randstad de Intentieverklaring gemeenten en corporaties in de stadsregio Amsterdam over de betaalbare voorraad in de regio gesloten 12. Hierin hebben de partijen de werking en problemen op de regionale woningmarkt geanalyseerd en geconstateerd dat inzet op het roltrapmechanisme van cruciaal belang is, maar op dit moment de doorstroming is afgenomen en in beperkte mate nieuw gebouwd wordt. Partijen willen zich voor vier hoofdpunten inspannen: 1. Betaalbare huurwoningvoorraad; 2. Een evenwichtige regionale woningmarkt; 3. Beter benutten van de voorraad door flexibiliteit en doorstroming; 4. Creëren van aanbod in het middensegment. Naast bovenstaande geven partijen aan dat gerichte nieuwbouw noodzakelijk blijft, gezien het feit dat de regio gezien haar economische potentie veel huishoudens van buiten trekt en gezien de economische en demografische prognoses het vergroten van het woningaanbod noodzakelijk is en zelfs een inhaalslag moet worden gemaakt. Concreet hebben partijen in 2012 een lijst van regionale woningbouwprojecten opg e- steld die een bijdrage leveren aan de werking van de roltrap. Van deze projecten willen de partijen door een gezamenlijke focus en inzet de realisatiekans vergroten voor de periode tot 2015. Ook het toepassen van andere vormen van ontwikkeling (klei n- schaliger, organisch) en vormen van particulier opdrachtgeverschap dragen hier aan bij. In het kader van de intentieverklaring zal de Stadsregio Amsterdam en het Platform Woningcorporaties Noordvleugel Randstad een jaarlijkse gezamenlijke Regionale Woonmonitor gaan uitvoeren, die voor het eerst zal verschijnen in 2014. Daarnaast hebben de partijen voor de huidige raadsperiode de ontwikkeling van een beknopte regionale woonvisie geagendeerd, die betrekking heeft op de verschillende segme n- ten van de woningmarkt, zoals sociale huur, middensegment koop en huur en de vrije sector. 12 Intentieverklaring gemeenten en corporaties in de stadsregio Amsterdam over de betaalbare voorraad in de regio. Stadsregio Amsterdam, Platform Woningcorporaties Noordvleugel Randstad, maart 2014. PAGINA 10 VAN 10