Inhoudsopgave Chronos-boekje nr. 8 (najaar 2012) Idealen en ambities



Vergelijkbare documenten
Sprankelend Spraakmakend Verrassend Inspirerend Waanzinnig

Familie aan tafel. Een werkvorm voor individuele coaching of intervisie.

Sprankelend Spraakmakend Verrassend Inspirerend Waanzinnig

Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande

Karin de Galan. Karin de Galan (1967) is sinds 1991 trainer en coach.

Leraar, je wist dat je het was.

Voel je vrij en liefdevol 7 oefeningen

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Wij zijn Kai & Charis van de Super Student en wij geven studenten zin in de toekomst.

Deel het leven Johannes 4:1-30 & december 2014 Thema 4: Gebroken relaties

rijm By fightgirl91 Submitted: October 17, 2005 Updated: October 17, 2005

De beste basis voor je toekomst

Johannes 20, april Pasen 2014 Wehl. (ds. A. Oude Kotte-de Boon) Thema: 'Het verhaal van Maria van Magdala ' Gemeente,

F r a n c i s c u s. v a n. Leven met aandacht. w e g D e. Erfgoed Congregatie Zusters Franciscanessen van Oirschot

Er zijn mensen nodig met nieuwe fantasie

In de eeuwigheid van het leven waarin ik ben is alles volmaakt, heel en compleet en toch verandert het leven voortdurend. Er is geen begin en geen

zondagmorgen 14 november 2010 Welkomkerk ds. W.H. Hendriks-Vogelaar

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

DE GROTE LERAREN ALS SPIEGEL VOOR ZELFREFLECTIE?.

Aan de slag met de Werk Ster!

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.

Een nieuw jaar nieuwe kansen en 9 tips die je helpen je doelen te bereiken. coaching en energetische therapie.

Verslag van een ervaringsdeskundige. Nu GAP-deskundige.

Openingsgebeden INHOUD

Luisteren naar de Heilige Geest

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

Gemeente van onze Here Jezus Christus,

Allemaal in ontwikkeling. Door: Rieke Veurink / Fotografie: Kees Winkelman

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

Noot 12 Voorbeeldselectie van thema s en vragen voor zeven groepsgesprekken

150 Tips om kinderen te laten zien dat je om ze geeft!

Preek Psalm 78: september 2015 In het spoor van Opening winterwerk Spiegelbeeld I

Er was eens een Kleine Ziel die tegen God zei: Ik weet wie ik ben, ik ben het licht net als alle andere zielen.

Als je nog steeds hoopt dat oplossingen buiten jezelf liggen dan kun je dit boekje nu beter weg leggen.

Ervaringen Voorbeeld jouw ervaring delen? formulier

Enkele vragen aan Kristin Harmel

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven.

Apostolische rondzendbrief

Eerste nummer. Op kamers Eerst durfde ik de woonkamer niet naar binnen. Eetfobie. Het was moeilijk om te zien dat mijn nichtje van 5 meer at dan ik.

Geef. nooit op! Gods beloften voor jou MIRANDA TOLLENAAR

Schrijver: KAT Coverontwerp: MTH ISBN: <Katelyne>

Voorwoord. Veel leesplezier! Liefs, Rhijja

WAARSCHUWING. Als je wilt dat in je leven niets verbetert, leg dit boek dan NU weg. Het is niets voor jou. Koop een fles champagne en ga het vieren.

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

Misschien zit u hier wel met de grote vraag: wat is Kerst eigenlijk?

Relaties. HDYO heeft meer informatie beschikbaar over de Ziekte van Huntington voor jongeren, ouders en professionals op onze website:

Om mee te beginnen: boekfragment en opdrachten

BELOFTE-FORMULES DOOPLITURGIE. voor het doopsel van meerdere kinderen

Inhoud. Woord vooraf Ik haat de dood 11 Overdenking bij 1 Korintiërs 15:

Vandaag is rood. Pinksteren Rood is al lang het rood niet meer Het rood van rode rozen De kleur van liefde van weleer Lijkt door de haat gekozen

Boek en workshop over het verlies van een broer of zus. Een broertje dood. Door Corine van Zuthem

Onderwijskundige Visie

Weer naar school. De directeur stapt het toneel op. Goedemorgen allemaal, zegt hij. * In België heet een mentor klastitularis.

Waar een wil is, is een Weg!

B a s S m e e t s w w w. b s m e e t s. c o m p a g e 1

Hij had dezelfde soort helm op als in het beeld vooraf...2 Mijn vader was verbaasd dat ik alles wist...3 Ik zat recht overeind in mijn bed te

Opening van zondag 19 april Gerda van Leeuwen Thea Peters Carla de Kievid

Werkboek Het is mijn leven

HEY WAT KAN JIJ EIGENLIJK GOED? VERKLAP JE TALENT IN 8 STAPPEN

Jenaplanschool Lindekring. brengt de wereld dichterbij. Liesmortel 19, 5435 XH St.Agatha

Jezus vertelt, dat God onze Vader is

HET BELANGRIJKSTE OM TE WETEN OM MEER ZELFVERTROUWEN TE KRIJGEN

Spreekbeurt Dag. Oglaya Doua

HC zd. 42 nr. 31. dia 1

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!

Klein Kontakt. Jarigen. in april zijn:

Handreiking bij 40 DAGEN GEBED voor groep 4-8 van de basisschool

Levende Verhalen Het verhaal van Anke

Inhoud. Aan jou de keuze 7. Niet alleen maar een boek 187. Auteurs 191. Dankwoord 197

Deze handreiking is van:

Waarde-volle zorg is ook nog JONG!

Growth & Reflection. Opleverdatum: 18 juni 2014

Verhaal: Jozef en Maria

Hele fijne feestdagen en een gezond en vrolijk 2017! Raymond Gruijs. BM Groep ARBO West Baanzinnig

KIEZEN VOOR WERK: HANDLEIDING

De olifant die woord hield

Inhoud. Woord vooraf 7. Het allereerste begin 9. Oervaders 19. Israël als moeder 57. Wijsheid voor ouders en kinderen 83. Koninklijke vaders 113

Presentatie Tekst Top plan (talentontwikkelingsplan) Amy Kouwenberg OABCE1A

Oplossingsgerichte vragen (Het Spel van Oplossingen IKB & TS)

Presentatie Cor Rook d.d. 7 juni 2016 in de Josefkerk te Zwolle, zelf voor 12 tot 15 uur per week werkzaam als fondsenwerver voor goede doelen,

Online Titel Competentie Groepsfase Lesdoel Kwink van de Week

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN

HC zd. 22 nr. 32. dia 1

hoe we onszelf zien, hoe we dingen doen, hoe we tegen de toekomst aankijken. Mijn vader en moeder luisteren nooit naar wat ik te zeggen heb

HET VERHAAL VAN KATRIN

Oasemoment 'Leer mij hoe ik bidden moet' Emmaüsparochie - donderdag 26 juni 2014

2.2. Het Nieuwe Testament, of het verhaal van Jezus en de eerste kerk 1

Wie zijn jouw vrienden? Opdracht:

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Namens Max: Tops: Tips: soms had je een beetje een houding van dat komt wel, probeer volgend project daar op te letten.

Gevaarlijke liefde. Weet jij wie die jongen is? Zit hij ook bij ons op school? Mooi hè, Kim? Maar wel duur! Ik geloof dat hij Ramon heet!

Knabbel en Babbeltijd.

Groot in kleinschalig werken

18 tips om te werken aan je eigen inzetbaarheid

Verslag ouderavond FIT(s) OP DE KRING

Die nacht draait Cees zich naar me toe. In het donker voel ik heel zachtjes zijn lippen op mijn wang.

DO'S EN DON'TS VOOR OUDERS

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

Transcriptie:

Inhoudsopgave Chronos-boekje nr. 8 (najaar 2012) Idealen en ambities 03 // ten geleide / Voorwoord - Jos Marell 04 // Idealen veranderen niet - Louis Pullens 07 // Dromen - Kees Groos 08 // In gesprek met Hans Thissen - Peter van Hasselt 11 // Mijn passie - Erny Holla 12 // opstel(len) Ik over 20 jaar - Kinderen gr. 7 Lammerts Van Buerenschool 14 // Een ongewone ambitie - Toos Scheen 16 // Grote veranderingen of toch niet? - Babs Feijen 18 // woordwolk Idealen en ambities - Jos Marell 19 // Idealen en ambitie - Gert-Jan Jansen 20 // Een Groen IdeaaL - Susanne van Lent 21 // Onze ideale leerkracht - Pabo-1 studenten 22 // Mijn idealen en ambities veranderen met de dag; op één na - Rick van Hoeij (pabo-2) 23 // Mijn school, mijn klas - Maria Verkampen 24 // Over idealen - Will van Geel 26 // In de klas of aan de pas - Janneke van Schayk 28 // Vol Talent en Ambitie - Jos Marell 30 // Maak het verschil! - Yvonne Visser 31 // Idealen achter een stichting - Anton Vandeursen 34 // Bloemlezing - Diverse mensen 35 // Mooi als idealen en ambitie hand in hand gaan - Toos Scheen 36 // Gedreven door passie - Maikel Beumer 38 // Voorbij de streep - Florine Daub 40 // Colofon 02

Ten geleide Idealen en ambities, het zijn begrippen die verwachtingen wekken. Misschien is dat zelfs zojuist gebeurd, toen je de titel van dit boekje las en er meteen in wilde gaan lezen Idealen gaan aan ambities vooraf. Het zijn stippen aan de horizon die ons leven richting geven en van invloed zijn op ons en andermans levensgeluk. Ook als we onze idealen niet scherp onder woorden kunnen brengen, dan weet onze intuïtie gelukkig vaak al precies wat we willen worden of hoe we willen zijn. Degenen die zich hierin niet herkennen zou ik willen aanbevelen te dromen en die dromen na te jagen. Durf hongerig en dwaas te zijn! Durf te kiezen, niet alleen voor jezelf maar voor al degenen die verwachtingsvol naar je opzien: collega s, vrienden, kinderen vooral. Het is heerlijk als je jouw idealen kunt delen met anderen. Dat lukt beter naarmate hun kijk op het leven, de samenleving, het onderwijs, de opvoeding meer overeenkomt met die van jou, dus als jullie waarden en normen dichter bij elkaar liggen. Voor grote thema s als vrede en veiligheid, duurzaamheid, gerechtigheid en voedsel voor allen, is het zelfs noodzakelijk dat mensen elkaar vinden. Maar ieder die de wereld wilt verbeteren doet er goed aan kleinschalig te beginnen: met zichzelf. Ook dan is het helemaal niet eenvoudig om te willen zijn wat je nog niet bent en te willen komen waar je nog niet bent. Voorwoord Ambities duiden aan wat we van onze idealen denken te kunnen waarmaken. Ze zijn toekomstgericht, maar niet altijd toekomstbestendig. Ambitieus zijn brengt met zich mee dat we ons inzetten voor onze idealen, dat we ergens voor gaan: - voor onze eigen toekomstdromen en/of voor de mensen waarmee of waarvoor we werken; - voor onze opleiding en loopbaan en/of voor de instelling waar we ons werk verrichten; - voor onze naasten en/of voor de maatschappij. Overal liggen uitdagingen. Idealen worden niet zonder slag of stoot gerealiseerd. Ze komen vaak pas binnen bereik als je bereid bent te knokken voor wat ertoe doet, voor dat waarvoor je gekozen hebt. Het is dan fijn te merken dat je er meestal niet alleen voor staat: samen sta je sterk. Van tijd tot tijd moet je pas op de plaats maken om je te bezinnen op je idealen. Om te bekijken of je koers nog de juiste is of bijstelling behoeft. Om te bezien wat je hebt bereikt en of de lat weer een tikkie hoger mag of om te ontdekken dat het realistischer is juist minder hoog te grijpen, bijvoorbeeld als je te maken krijgt met tegenslag of als je je realiseert dat niet alle geluk van de wereld maakbaar is. Dit is alweer het achtste boekje dat alumnivereniging Chronos verspreidt onder de afgestudeerden van Pabo Groenewoud of een van haar rechtsvoorgangers. Het thema Idealen en ambities heeft velen geïnspireerd een bijdrage te leveren: kinderen van de Lammerts van Buerenschool in Zetten, studenten die net aan hun opleiding begonnen zijn en gevorderden, start- en vakbekwame leerkrachten met en zonder carrièreswitch, basisschooldirecteuren, Pabo-docenten en oud-docenten, Pabo-directieleden van nu en toen. Met elkaar vormen hun verhalen een rijk geschakeerd geheel dat boeit. Voor het boekje van volgend jaar hebben we nog geen thema vastgesteld. Wellicht kunnen we een thema kiezen dat aansluit bij onze verhuizing aan het eind van 2013 naar het fraaie nieuwe gebouw dat nu op de hoek van de Heyendaalseweg en de Kapittelweg vorm krijgt. Ideeën daarvoor of voor een ander thema zijn van harte welkom. Namens het Chronos-bestuur, Jos Marell 03

Idealen veranderen niet. In de jaren vijftig van de vorige eeuw zat ik, oudste kind uit een groot gezin behorend tot het lager sociaal milieu, in een klein Brabants dorp op wat toen nog de Lagere School heette. De meester van de eerste klas kwam recht van de Kweekschool en ging elk jaar mee met de klas. Ik herinner me hem als een erg goede onderwijzer. Hij had echte belangstelling voor je, was positief, enthousiast en stimulerend en gaf je in die vreemde schoolomgeving vertrouwen in je capaciteiten. Langzaam verdween de onzekerheid voor die vreemde schoolzaken. Totaal onbekende werelden, zoals die van boeken, liet hij voor je opengaan. s Zaterdags, als om 12 uur de school uit was, zocht hij samen met je in de kleine bibliotheek die hij in zijn klas had naar boeken die jij interessant vond. En als je dat graag wilde, mocht je er nóg een uitzoeken. En nog een! Als je thuis de kans kreeg, las je ze nog diezelfde zaterdagmiddag uit. En anders zondagmorgen. Bovendien behandelde hij iedereen gelijk. Je werd niet achtergesteld. Hij trok niemand voor, ook niet de kinderen van de meer welgestelden en de dorpselite. Langzaam groeide bij mij het verlangen om later ook zo n onderwijzer te worden. Maar je wist dat zoiets voor kinderen uit jouw milieu eigenlijk niet was weggelegd. In de zesde klas kregen we het hoofd van de school. In mijn beleving een wereld van verschil. Weg was het klimaat van vertrouwen, van stimuleren en positief optreden. Krampachtige ordehandhaving kwam ervoor in de plaats. Weg was ook het gevoel van niet voortrekken: ongetwijfeld een sterk persoonlijk en eenzijdig gekleurd gevoel. Wonderlijk genoeg versterkte het alleen maar mijn ideaal. In de jaren vijftig van de vorige eeuw groeide ik als oudste van een groot gezin op in een eenvoudig milieu in een klein Brabants dorp. Mijn ouders moesten hard werken om het hoofd boven water te houden. Mijn grootmoeder van moederszijde woonde bij ons in. Ik herinner mij haar als een bijzonder wijs mens met een scherpe kijk op hoe het er aan toeging in de wereld. Ze vertelde dikwijls over vroeger, de geschiedenis van haar familie, de tegenslagen, de armoede en de sociale verhoudingen. En meer in het algemeen over het misbruik dat gemaakt werd van bezit en macht. Maar ook wat zich afspeelde op nationaal en internationaal terrein had haar volle aandacht. De radio stond vooral daarvoor aan en met vooruitziende blik becommentarieerde zij het nieuws. Ik hoor ze nog zeggen: Louis, daar in Vietnam loopt het helemaal fout af met die Amerikanen. Ze bezat een scherp gevoel voor (on)rechtvaardigheid en ongelijke machtsverhoudingen, was sterk analytisch en verviel niet in simplistische oordelen en patronen. Tegen de katholieke kerk als (machts)instituut en haar functionarissen koesterde zij een stevig wantrouwen, maar ze leefde vanuit een authentiek, persoonlijk doorleefd, diepreligieus besef. Vooral de overtuiging dat je iets kunt en moet doen aan misstanden, achterstelling en achterstanden heeft zij bij mij gewekt en gevoed. Dat onderwijs daarin een sleutelfunctie vervult, werd mij gaandeweg steeds duidelijker. Het einde van de lagere school kwam. Wat nu? Eigenlijk was het niet zo ingewikkeld. Naar de vakschool (L.T.S.) om een vak te leren en zo snel mogelijk (na 3 jaar) te kunnen gaan werken. Of, zoals mijn vader, die soms niet eens het CAO-loon kreeg uitbetaald, het uitdrukte: Er moet zo vlug mogelijk een verdiener bijkomen. Doorleren zat er 04

financieel gezien niet in en bovendien had nog niemand in de familie dat gedaan. Zeker geen HBS of Gymnasium. Het duurde dan veel te lang voor je kon gaan werken. Gelukkig wist ik dat de MULO ook in 3 jaar kon en dat je daarmee eventueel ook naar de Kweekschool kon. Gelukkig dat het schoolhoofd mijn vader wist te overtuigen. In het begin was het erg wennen. Alles was vreemd. Maar daarna groeide, vooral dank zij de klassenleraar, het zelfvertrouwen en ging het steeds beter, zelfs uitstekend. Op het einde speelde opnieuw de kwestie: gaan werken of naar de Kweekschool? Om tot de Kweekschool toegelaten te worden, moest je eerst een uitgebreid selectieonderzoek doen. Eerst maar eens kijken hoe dat zou aflopen. Daarna zouden we wel verder zien. Ik kwam heel goed door de selectie en werd toegelaten. Maar ik moest wel op het internaat ( intern ) komen, want ik moest later met alle soorten mensen kunnen omgaan. Mijn ouders waren inmiddels al een beetje gewend aan het idee dat ik naar de Kweekschool zou willen gaan, maar zagen het, terecht, als financieel onhaalbaar. Je kon wel een studiebeurs krijgen als je tenminste een 7 gemiddeld haalde (en dat hoefde volgens de directeur van de Kweekschool geen enkel probleem te vormen), maar dat was geen oplossing. Schulden maken kon niet. Gelukkig ontdekte ik dat je niet hoefde terug te betalen als je ook werkelijk een aantal jaren in het onderwijs zou werken. Daarmee lag de weg open! Na de Kweekschool meteen voor de klas, natuurlijk in achterstandsituaties. Eerst in een afgelegen plattelandsgebied, daarna in een wijk met relatief veel probleemgezinnen en dito kinderen. Prachtige jaren. Je kon je idealen in praktijk brengen! Wat je zelf als kind bij die meester op de lagere school ervaren had, herkende je hier. Op zoek naar verdieping ging ik naast mijn baan als onderwijzer pedagogiek studeren. Opnieuw met het accent op achterstand en milieu maar ook op ontwikkelingspsychologie. Een ontdekking! Goed onderwijs begint bij interesse in de ontwikkeling van kinderen en met diepgaand inzicht in ontwikkelings- en leerprocessen van kinderen. Piaget en Vygotsky werden mijn grote leermeesters. De bal rolde verder. De behoefte groeide om de opgedane 05

ervaring en inzichten breder in te zetten t.b.v. het onderwijs. De stap naar leraar pedagogiek/psychologie aan een Opleidingsschool voor Kleuterleidsters was snel gezet. Bijdragen aan de vorming van toekomstige leerkrachten door de interesse te voeden in hoe verschillend kinderen zijn, hoe ze zich ontwikkelen, en hoe je de omstandigheden creëert en zo met ze om kunt gaan dat ze hun capaciteiten zo goed mogelijk ontwikkelen. Leren inzien dat je ontwikkeling niet kunt forceren, maar wel stimuleren door kinderen op het juiste moment verder te helpen. Het gras groeit nu eenmaal niet harder door er aan te trekken, maar wel door een rijke voedingsbodem. Eigenlijk heeft zich deze verbreding van invloedsfeer steeds doorgezet. Al snel kwam ik in de directie van de Opleiding voor Kleuterleidster; bij de fusie met de Pedagogische Academie tot PABO werd ik directeur, een functie, die ik ook bij de verdergaande fusies tot uiteindelijk de Educatieve Faculteit van de HAN steeds opnieuw vervulde. In deze positie werkte je samen met je team van geïnspireerde mensen met alle kracht aan de vernieuwing en verbetering van het opleidingsonderwijs, om daarmee bij te dragen aan de realisering van goed onderwijs voor alle kinderen. Bij de (katholieke) Opleiding voor Kleuterleidster en de PABO kwam daar ook bijzondere aandacht bij voor de levensbeschouwelijke identiteit vanuit de rijke waarden van de katholiek/christelijke traditie. Bij de fusie tot de HAN is deze bijzondere eigen identiteit vastgelegd in de statuten. Dit om te waarborgen dat ook dit aspect van het ideaal van goed onderwijs zijn kansen zou behouden binnen een grote organisatie waarbinnen de voordelen van grootschaligheid en kleinschaligheid gecombineerd kunnen worden. De laatste stap in mijn loopbaan, de benoeming tot directeur van het nieuw op te richten Service Bedrijf met daarin de HAN-brede bundeling van alle ondersteunende diensten, was in eerste instantie ook voor mijzelf een verrassende. Een onderwijsman in hart en nieren die zich bezig ging houden met de ondersteunende processen? Ook hier werd ik echter gedreven door de wil bij te dragen aan de realisering van goed onderwijs. Juist door alle ervaringen met pogingen tot verbetering van het onderwijs was het besef gegroeid van het grote belang van een goede ondersteunende dienstverlening. Zonder dat is goed onderwijs niet mogelijk. Idealen veranderen niet. Als een rode draad door mijn loopbaan loopt het streven een bijdrage te leveren aan goed onderwijs voor ieder kind. Wat begonnen is met ervaringen als kind op school en thuis heeft zich alleen steeds verder en breder geëvolueerd. Maar soms was er wel heimwee naar die klas met moeilijke kinderen. Daar ging het uiteindelijk steeds om. Louis Pullens, oud-directeur van Pabo Groenewoud 06

Dromen. Op de Pabo ontbrak het mij niet aan dromen. Een tijd waarin ik studentencabaret maakte met Sjoerd. Ik had een rood boekje waarin ik meestal tijdens de lessen grappige voorvallen, opvallende gebeurtenissen en leuke ingevingen opschreef, om deze vervolgens te gieten in een cabaretprogramma dat steevast goed werd ontvangen. Het was heel concreet werken aan een droom. Daarnaast zat ik met de regelmaat van de klok, en dan op diezelfde klok ook nog vrij lang achter elkaar, in de pub minder concreet te werken aan die dromen. En daarbij studeerde ik ook nog. Een tijd waarop ik met veel plezier terugkijk. Een tijd die me gevormd heeft en een periode waarin voor mijn gevoel alles mogelijk was. Ook de toekomst was een droom. Totdat ik in de vierde van de Pabo auditie deed voor de kleinkunstacademie en de tweede ronde niet doorkwam. Boem, reality check! We zijn nu twaalf jaar verder, ik sta nog steeds op het toneel, maar (nog steeds) niet beroepsmatig. Een droom die ik kennelijk toch niet zo sterk ambieerde als ik toen dacht. Mijn dromen zijn ook schaarser geworden, althans s nachts, want ik heb twee kleine kinderen die mij zeer effectief bij de realiteit van de nacht weten te houden. Ik merk dat mijn dromen zich dan ook minder richten op mijn eigen toekomst, ik droom een breder scala aan onderwerpen (en dat in mindere zuivere droomtijd ). Mijn dromen gaan, hoe clichématig ook, vaak over mijn gezin: mijn kinderen en mijn vriendin. Over wat we samen gaan ondernemen op korte, maar ook op langere termijn. Hoe Fien en Jet later terecht zullen komen, wat hun interesses worden, hoe Floor en ik over 30 jaar samen het leven beleven, et cetera. Het dromen zit in de aard van dit beestje, en hoewel ik niet altijd even efficiënt die dromen weet te verwezenlijken, doe ik een aardige poging. Zo ben ik het schrijven van teksten en liedjes steeds interessanter gaan vinden en zie ik dat ook een steeds groter onderdeel worden van mijn dagelijkse praktijk nu en in de toekomst. Dat heeft inmiddels geresulteerd in een cd met liedjes uit voorstellingen van de afgelopen tien jaar. Daarnaast ben ik redactielid geworden van het jenaplanblad Mensenkinderen, waarin ik artikelen van anderen bekijk en bespreek en mijn eigen schrijfsels af en toe uitprobeer. Acda en de Munnik zongen Het leven is wat je gebeurt als je andere plannen maakt wat zij dan weer van John Lennon hebben geleend. En dat is nou precies waarom dromen zo belangrijk is en dromen zo belangrijk zijn. Zodat je de dingen die gebeuren misschien in het daglicht kunt stellen van je droom. Door de dagelijkse heftige en minder heftige gebeurtenissen word je bepaalde richtingen opgestuurd, maar door je dromen te onthouden kun je wellicht enigszins terug op koers komen. En hoe snel je je droom bereikt is niet zo belangrijk, dromen is namelijk leuk en zodra je je droom hebt verwezenlijkt is ie weg... Kees Groos leerkracht groep 6, 7, 8 Jenaplanbasisschool de Canadas, Boxmeer 07

Kinderen vanuit verwondering en verbazing laten leren Vanmiddag heb ik in het kader van dit themanummer over idealen en ambities een gesprek met Hans Thissen, directeur van Jenaplanbasisschool De Lanteerne in Nijmegen. Op weg naar zijn kamer kom ik door de aula, die vorig jaar met de ruimten achter het toneel is omgebouwd tot een leerplein. De ruimte ziet er kleurrijk uit met speciaal ontworpen multifunctioneel meubilair, waar kinderen in groepen én individueel onderwijs kunnen genieten. En dat doen ze ook! Vorig jaar had ik vernomen dat men dit idee wilde gaan realiseren. Nu het leerplein sinds de kerstvakantie in werking is, wil ik meer weten over de visie van waaruit dit leerplein is ontstaan en natuurlijk wil ik ook weten hoe in de praktijk de achterliggende idealen van dit ambitieuze plan functioneren. De Lanteerne is de oudste school van Nijmegen, ze bestaat inmiddels meer dan 150 jaar. De school is toentertijd opgericht door de zusters Dominicanessen van Neerbosch. In de jaren zestig van de vorige eeuw heeft de school onder leiding van zuster Madeleine gekozen voor het Jenaplanconcept. Het was toen één van de eerste Jena- planscholen in Nederland. Zuster Madeleine had veel contact met Suus Freudenthal, die het Jenaplanconcept van Peter Petersen vanuit Jena in Duitsland introduceerde in Nederland. De Lanteerne is ook een van de grootste scholen in Nijmegen: ongeveer 600 kinderen verdeeld over 23 stamgroepen en begeleid door 40 groepsleid(st)ers. Mijn gesprekspartner Hans Thissen is hier in 2009 begonnen als directeur. Hiervoor werkte hij 31 jaar in het voortgezet onderwijs, waarvan de laatste 10 jaar als conrector. In 1998 is hij daar begonnen met het Jenaplanconcept voortgezet onderwijs bij de scholengemeenschap Stevensbeek, locatie Boxmeer. Zijn keuze om te solliciteren voor directeur van een Jenaplanbasisschool is vooral ingegeven door het feit dat het Jenaplanconcept binnen het basisonderwijs veel verder ontwikkeld is, waarbij hij het idee had en heeft dat hij als Jenaplanner hier meer van zijn ambities en idealen kan waarmaken. Voordat ik met Hans in gesprek ga over de visie en achtergronden van het leerplein zal ik eerst beschrijven hoe het leerplein is ingedeeld en welke activiteiten er kunnen plaatsvinden. Hans leidt me daarvoor rond. Het leerplein is onderverdeeld in: Een uitvinderij. Hier doen de kinderen proefjes en bedenken ze oplossingen. Een proeverij. Dit is de plek waar kinderen meten en wegen en kunnen koken en bakken of recepten maken. Wat de aarde ons biedt. Vanuit deze plek vinden activiteiten plaats die te maken hebben met de natuur. Kinderen gaan er ook op uit. Kijken naar de wereld. Hier kun je een tentoonstelling inrichten. Dit is een plaats waar de wereld binnengehaald wordt. Een ruimte met kunst en expositie. Dit is een plaats om creatief bezig te zijn. Taal, tekens en beelden. Je kunt hier aan de slag met foto s, filmpjes en boeken. Ook de verwerking van de gevonden informatie vindt hier plaats. Een plek voor spel en spelen.

Hier vind je een groot speelhuis en er is ruimte voor toneel, dans en spelletjes. Op de vloer kunnen kinderen puzzels maken en bouwen. Een stilteparadijs. Hier leren kinderen stilte waarderen bij activiteiten als luisteren, lezen en yoga. Een personeelsruimte. Hier ontvangen we gasten, geven we instructie of gaan we in gesprek. Alle groepen (onder-, midden- en bovenbouw) spelen en leren iedere week 2 uur op het leerplein. Een groep bestaat uit drie stamgroepen van ongeveer negentig kinderen uit een bepaalde bouw. Ze worden begeleid door zes à zeven volwassenen, waarvan één groepsleid(st)er die de architect is van het leer-/speelarrangement. Hoe zijn jullie op het idee gekomen van een leerplein? Een paar jaar geleden moesten we op de Lanteerne 3 fte s bezuinigen. Toen hebben we gezegd: we kunnen vanuit armoede bezuinigen, dat betekent de groepen groter maken, maar we kunnen ook creatief gaan worden door op een andere wijze te gaan groeperen. Zo ontstond het idee van het leerplein. Het leerplein zien we als een nieuwe stap in de ontwikkeling van het Jenaplanconcept: van en met elkaar leren. Dit geldt niet alleen voor de kinderen, maar ook voor hun begeleiders: drie groepsleid(st)ers, studenten, ouders die expertise inbrengen en experts van buiten. Ook hebben we contacten met de universiteit (TalentenKracht) en docenten van Pabo Groenewoud. Teamleren staat bij dit alles centraal. Dat kon niet binnen de bestaande gebouwindeling. Je moet letterlijk de ruimte creëren waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. Dat hebben we gedaan door de aula om te vormen tot een leerplein. Hoe bepalen jullie de inhoud van het spelen en leren op het leerplein? De eerste pijler is wereldoriëntatie, het hart van het Jenaplanconcept. We gaan daarbij uit van de ervaringsgebieden: het jaar rond, omgeving en

landschap, maken en gebruiken, techniek, communicatie, samen leven en mijn leven. Hierop zijn de thema s van het leerplein geënt. Dit nodigt kinderen uit om aan de slag te gaan. Daarnaast is er een duidelijke inbreng van de kinderen door het stellen van goede leervragen en onderzoeksvragen. Deze attitude bij kinderen kun je o.a. ontwikkelen door het houden van goede filosofische kringen. Op deze manier laten we kinderen vanuit verbazing en verwondering leren en sluiten we aan bij hun intrinsieke motivatie. Oftewel: ons doel is een open mond van verwondering, een glimlach en glinsterende ogen van plezier. We zijn ervan overtuigd dat door deze manier van onderwijs kinderen beter gaan presteren. sluit nauw aan bij de natuurlijke leergierigheid van kinderen. Ik geloof dat wanneer kinderen zelf mogen kiezen vanuit hun intrinsieke motivatie dat dát gelukkiger kinderen maakt en dat gelukkiger kinderen ook beter gaan presteren. Vanuit nieuwsgierigheid en verwondering leren. Dat is eigenlijk de grondgedachte. Het lijkt me een mooie samenvatting van wat idealen en ambities kunnen uitrichten. Ik wil je hartelijk danken dat ik even samen met jou over dit leerplein mocht lopen. Peter van Hasselt Bronnen: Speciale Editie Nieuwsbrief (mei 2011) en Nieuwsbrief 10 (juni 2011) Website Jenaplanbasisschool De Lanteerne Wil je meer hierover weten? Zie: Both, K. (1997) Jenaplanonderwijs op weg naar de 21 eeuw. Zutphen: NJPV Cornelissen, F. (2001) Leerlandschappen in de praktijk; JSW-boek 28. Baarn: Bekadidact Oosterheert, I. (2011) Leren over leren; praktische leerpsychologie voor het basisonderwijs. Groningen: Noordhoff www.jenaplan.nl Klinkt het allemaal niet erg ambitieus? Zeker, maar daarover wilde je toch ook met me spreken? Met de komst van het leerplein hebben we een grote stap gezet om nog beter in te spelen op de talentontwikkeling van kinderen. Het leerplein daagt leerlingen uit, prikkelt en motiveert hen. Het is een extra plek waar kinderen hun capaciteiten ten volle kunnen ontplooien en benutten. Ook een plaats waar kinderen hun onbekende talenten kunnen ontdekken. De kinderen denken vooraf na over wat ze willen leren en wat of wie ze daar voor nodig hebben. Deze onderzoekende houding

Mijn passie of het gebrek daaraan? De vraag om iets te schrijven over mijn passie blijkt behoorlijk confronterend. Ik beschouw mezelf als een actief, levendig mens met allerlei interesses en bij tijden ook nog wel gepassioneerd. Maar als puntje bij paaltje komt, blijk ik niets te kunnen noemen dat als mijn passie kan gelden. Dit heldere inzicht vraagt om verdieping. Is er dan niets waar ik echt voor ga? Natuurlijk, er is mijn gezin: mijn man, kinderen, hun aanhang, de kleinkinderen. Als er iets is waar ik voor ga, dan zijn zij het wel. En hobby s? Zeker: ik kan uren, dagen, weken bezig zijn met foto s maken, selecteren, bewerken, in albums rangschikken. En werk? Was dat geen passie dan? Ik heb me heel wat jaren met veel enthousiasme en plezier flink ingezet voor studenten, docenten, voor de zaak. Ik ben een mensen-mens en ik kan daar echt voor gaan. Of reizen: liefst trok ik de hele wereld rond. Fietsen: genieten van de vrijheid tijdens een lange tocht, het gevoel elke dag weer verrast te worden. Maar passie? Als ik aan mensen denk met een passie of gepassioneerd bezig zijn dan denk ik aan Pierre Janssen (Wie kent hem nog: de eerste kunstverteller op tv met zijn grote mooie lange armen en trillende handen?) of Bernhard Haitink die voor een orkest staat te dirigeren. Ingetogen, gedreven, vol emotie neemt hij je mee in de muziek. Zelfs als ik de muziek niet mooi vind, blijf ik kijken en luisteren naar deze man. Dat is pas passie! En als het dan afgelopen is denk ik aan Bernard thuis. Ik hoor mevrouw Haitink al zeggen: Ber houd nou eens in godsnaam op met het zwaaien met die vork. Leg m neer of prik ermee in je aardappel. En: Kan die muziek alsjeblief eens een keertje uit of tenminste zachter? Ik word hier knettergek van. Dit is geen leven meer. Of ik denk aan die mensen die je nog bijgebleven zijn op tv: mensen die hun huis en tuin propvol hebben staan met kabouters en liefdevol vertellen hoe ze hun mannetjes wassen, verplaatsen, toespreken en ze vol liefde en zorg inpakken voor de winter. Mijn hemel, je zult het zelf maar hebben of ermee samenwonen, denk ik dan, als ik van mijn verbazing ben bekomen. Compassie heb ik wel met deze vormen van passie. Voor mij heeft passie dus iets obsessiefs, een gedrevenheid tot het uiterste. Passie betekent niet voor niets ook lijden. En ik ben totaal niet masochistisch aangelegd, dus gedrevenheid met pijn is niks voor mij. Passie heeft ook te maken met onvoorwaardelijkheid, jezelf verliezen, door alles heen, ten koste van alles. Ik vind dat onverstandig, en ik ben er gewoon te schijterig voor en teveel opgevoed met de slogans: Doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg. en Gebruik je verstand!. Passie betekent ook een soort blikvernauwing, kokerzien. Ik bekijk liever alles in de breedte en ook eens van de andere kant. Voor echte passie relativeer ik teveel. Ik zie waartoe passie leidt: blinde gedrevenheid die relaties en gezinnen stukmaakt, religie die tot fanatisme verwordt, bekrompen nationalisme dat anderen buitensluit en leidt tot geweld en oorlog. En toch, zo heerlijk in iets opgaan, zo vol van genieten, zo onvoorwaardelijk. Opgaan in mijn kleinkind Amber dat achterop de fiets een liedje zingt? Voor vijf minuten dan en op tijd stoppen voor het stoplicht en die auto. Erny Holla 11

Mijn leven over 20 jaar door kinderen uit gr. 7 van de Lammerts van Buerenschool in Zetten 12 Over 20 jaar? over 20 jaar ben ik 31. ik hoef niet zo n groot huis. Ik hoop dat ik 2 kinderen krijg een jongen en een meisje Als huisdier zou ik een hond of een konijn willen. Mijn vriend moet lief zijn voor de kinderen. En het belangrijkste is dat Sam me BF F nog is. Als werk wil ik wel juffrouw worden. De tuin hoeft niet zo groot te zijn met voor de kinderen een trampoline en een schommel er in. Maar het kan natuurlijk allemaal heel anders af lopen. Dit was mijn verhaal!!! Iris Ik word later DJ voor de radio Daarmee ga ik geld verdienen daarmee ga ik mijn ontwerp voor een auto op wind energie maken daarna een eigen automerk dat wordt mijn automerk zo populair dat iedereen een auto van mijn auto merk Wildt en ik vraag een patent aan dus als iemand hetzelfde doet als mij klaag ik ze aan daardoor wordt ik heel rijk zo rijk dat ik daar villa van koop en daar in ga wonen. Ik ga daar meer ontwerpen maken voor een auto en die maken. Hessel

Over twintig jaar ben ik dertig ik ben dan klaar met mijn cariere als top tennister. ik heb dan mee gedaan met Wimbledon, de US open Roland garros en de Australian open. Misschien heb ik er een of twee van gewonnen maar dat is natuurlijk nog niet zeker. Met het geld dat ik heb gewonnen ga ik een stichting oprichten waar ik geestelijk en lichamelijk gehandicapten ga leren en helpen sporten. Ik hoop dan een leuke sportieve man gevonden te hebben. als ik die heb gevonden wil ik twee kinderen. die ga ik vanaf hun tweede jaar leren tennissen zodat ze nog beter worden dan ik ooit was. ik wil in een leuk en knus huisje wonen (het liefst in een bos) ik wil een kat hebben die ik borisje ga noemen. Femke Over 20 jaar Werk ik bij de Porshe-daeler. Ik woon in een mooi huis met 2 slaapkamers en een groote woonkamer en een mooie tuin. Ik heb een mooie auto (een Subaru Inpresa wxi) dan ga ik ook op reis naar Canada. En ik hoop daar dan naar de Rokky Maintens gaan en als ik daar dan alles gezien heb vlieg ik vanuit Canada naar Astralië. Als ik daar dan ben, maak ik een roodt-trip door Australië. Weer aangekomen in Nederland ga ik weer mijn oude leven op Jens Over 20 jaar. Later als ik 31 ben. Dan wil ik niet rijk zijn maar ook niet arm. Ik wil gewoon in zetten blijven wonen. In een klein huisje met een hond en een paard. Ik zou ook graag 2 kinderen willen. Het lijkt me leuk daar voor te zorgen. Als hobbie vind ik dansen heel leuk. En ik hoop dat ik later nog beste vriendinnen met iris wordt. En dat we later vaak met elkaar gaan afspreken. Ik wil later juffrouw worden. Bij groep 4, 5, 6. En soms dans les geven. Sam 13

Een ongewone ambitie Op een dag, vroeg in de ochtend, neemt Leon de langste ladder en gaat op zoek naar de hoogste boom. Hij wil al zo lang de wolken en de vogels van dichtbij zien, want het leek wel alsof de vogels hem riepen. Uit: Godon, Ingrid (2009) Is het nog ver? Amsterdam: Querido. Wat heerlijk om in de ochtend te bedenken dat je een ladder gaat pakken om goed hoog te kunnen kijken, omdat je voelt dat vogels je roepen. Een ongewone ambitie waarin een ongewone missie doorklinkt. Voor we daar naar toe gaan, blijven we eerst nog even met beide voeten op de grond. Sinds september 2011 kent Pabo Groenewoud een Stergroep. Het is de taak van de Stergroep om onze missie te toetsen en voortdurend te verbinden met ons dagelijks handelen. Een missie definieert de bestaansgrond van een organisatie en geeft antwoord op vragen als waarom we doen wat we doen, waarom we bestaan, waar we het allemaal voor doen, of we de goede dingen doen en of we de dingen die we doen ook goed doen. Dat een missie dus meer is dan een public relations middel, reclame of enkel het gezicht van een organisatie maken de gestelde vragen duidelijk. De missie van Pabo Groenewoud is kernachtig verwoord in vijf punten: het is de persoon die ertoe doet, betrokkenheid op de samenleving, leren met en van elkaar, diepgang en kwaliteit en ruimte om te creëren. De vijf punten zijn geïnspireerd door de katholieke traditie en geven kernachtig weer wat Pabo Groenewoud voor ogen staat. Hiermee lijkt het verhaal klaar en het pad keurig aangeharkt. Maar je zou ook kunnen zeggen dat het eigenlijk hier pas echt interessant begint te worden. Een interessant begin blijkt uit de terugkerende vraag of de missie door het team gedragen wordt. Maar wat wordt dan bedoeld met gedragen worden? Dat ieder teamlid zich erachter kan scharen? Gaat het daarom of zou het ook om iets anders kunnen gaan? Om meer te kunnen gaan zien, wordt het zo langzamerhand nodig om een paar treden hoger op de ladder te gaan staan. Dit doen we met behulp van de filosoof Cornelis Verhoeven die in 1980 een boekje heeft geschreven met de prikkelende titel Tractaat over het spieken. De vindingrijkheid in manieren om te spieken, door leerlingen soms als laatste redmiddel gebruikt en door leerkrachten met strenge hand tegengegaan, nodigt uit tot een lach. Verhoeven nodigt echter uit het verschijnsel ook serieus te nemen en eens verder te kijken naar wat het vertelt over ons onderwijs. Ik wil enkele gedachten van Verhoeven hier uitlichten. De eerste gedachte is dat de oersituatie van het onderwijs is en moet zijn: een deskundige geeft les aan een geïnteresseerde. Deze oersituatie is niet door een andere te vervangen, zij is de basis van de relatie tussen leerling en leraar en van het hele onderwijs. Dit lijkt, zoals Verhoeven zelf zegt, een naïeve omschrijving, maar dat is het niet. Dat zit in het begrip interesse dat een noodzakelijk ingrediënt van onderwijs is. 14

Interesse is een natuurlijke toestand en het ontstaat waar aan de vanzelfsprekendheid wordt voorbijgegaan. In ons geïndustrialiseerde onderwijs strevend naar objectiviteit en standaardisering is dit niet meer mogelijk. Het lijkt om het eindproduct te gaan dat verkrijgbaar is zonder een proces dat daaraan voorafgaat. En dat nodigt uit tot spieken. Kennis in kant en klare pakketjes is de dood voor interesse. Kernachtig stelt Verhoeven dat er geen plaats is voor interesse als de verwondering geen kans krijgt terug te schakelen naar een grotere graad van wanorde, waarin de vanzelfsprekendheid nog niet tiranniek heerst. In de verwondering wordt de orde van de praktijk voor een ogenblik doorbroken en de hanteerbaarheid van de praktijk voor een ogenblik opgeschort. Verwondering voedt de interesse die de grondslag van alle onderwijs vormt. Chaos is dus nodig. en het zal beslist met chaos gepaard gaan. Prachtig. Hup, de ladder op. Toos Scheen, mede namens de andere leden van de Stergroep: Bas ter Avest, Bea Bisseling, Maartje Kniest en Door Krekelberg Bron Verhoeven, Cornelis (1980) Tractaat over het spieken. Het onderwijs als producent van schijn, pag. 30,40 en 44. Amsterdam: Ambo Zou wat Verhoeven hier stelt over onderwijs ook voor een missie kunnen gelden? Een missie kan inspireren, energie generen maar zou het ook mogen schuren, wrijven, irriteren, prikkelen? Zou een missie ook kunnen uitnodigen om voorbij de vanzelfsprekende dagelijkse onderwijspraktijk te kijken? Zou een missie zo kunnen bijdragen aan het uitkomen bij verwondering en interesse die voedend is voor studenten/leerlingen en docenten/ leerkrachten? Verwondering als tijdelijke rem op de hanteerbaarheid van de wereld Helpen ambities en idealen in de missie de vanzelfsprekendheid te versterken (het aangeharkte pad) of juist open te breken (de ladder opklimmen)? Het is een uitdaging voor de Stergroep haar licht te laten schijnen op de onderwijspraktijk voorbij, binnen en onder de vanzelfsprekendheid. Een ongewone en uitdagende ambitie zou je kunnen stellen

Grote vera Grote veranderingen Ambities en Idealen. Vier jaar oud was ik en toen wist ik het al. Juf worden, dat wilde ik. Dit was ook duidelijk zichtbaar binnen ons gezin. Ik zette reeds als klein meisje mijn drie broers aan het werk en ik was hun Juf. Ze moesten tekeningen maken, knutselen, rekenen, enzovoort. De droom, die ik toen al had, heb ik waargemaakt. Ik ben begonnen met de opleiding voor onderwijsassistent aan het Graafschap College in Doetinchem. Hier merkte ik al snel dat assistent zijn niets voor mij was. Ik wilde zelf verantwoordelijkheid kunnen nemen, mijn eigen klas runnen. Dat was mijn ideaal. Ik rondde mijn studie aan het Graafschap College af en kon eindelijk beginnen aan de Pabo Groenewoud. In eerste instantie dacht ik: Dit doe ik wel even, maar zo ging het niet. Het eerste jaar was ik erg op zoek naar wat de Pabo van mij wilde. Met ups en downs ging ik deze zoektocht aan. In deze zoektocht was de confrontatie met mijzelf het heftigst. Reflecteren vond ik erg lastig, omdat hier naar jezelf kijken natuurlijk sterk naar voren kwam. Ik moest mijzelf hier doorheenslaan, want het kon toch niet zo zijn dat iets of iemand mijn ambitie en ideaal in de weg stond. Ja, want ik wilde echt Juf worden. Ik groeide en vond mijn weg binnen de studie. Afgestudeerd, wat nu? Afgestudeerd! Niet meer naar school, lekker werken! Yes!, dat was het eerste dat in mij opkwam toen ik hoorde dat ik of toch mijn SCB3 (summatieve competentiebeoordeling op niveau of toch niet? 3) had gehaald. Toen ik alles liet bezinken dacht ik: En nu dan?. Tijdens mijn studie heb ik meerdere bijbaantjes gehad in leidinggevende functies. Hierin was het zelf nemen van verantwoordelijkheid van groot belang. Ik merkte aan mijzelf dat dit, buiten lerares zijn, ook een kwaliteit van mij is. In mijn bijbaantjes kwamen bovendien mijn commerciële kwaliteiten naar voren. Ik dacht dat ik mijn zoektocht wel had gehad tijdens mijn studie. Toch botsten mijn ambities en idealen met elkaar. Na lang denken wist ik het zeker, ik kon beter het onderwijs uit en de uitdaging aangaan om een managersfunctie binnen te slepen. Ik ging fanatiek op zoek. Ik maakte gebruik van mijn netwerk en vroeg her en der rond. Voor mijn stage was ik in Londen (Ik heb mijn LIO-stage gelopen bij een maatschappelijk project binnen de voetbalorganisatie van N.E.C.). voor een werkbezoek samen met projectmanagers en leerkrachten die bij andere voetbalorganisaties actief zijn. Als ik de verhalen van de projectmanagers hoorde dacht ik: Dit is top! Onderwijs en management combineren!. Ik ben gaan informeren, maar er was geen plek voor mij. Wel balen, want ze zagen het mij wel doen. Dus ik weer verder vragen. Er kwam een volgend gesprek, nu voor een functie als sales- en marketingmanager. Dat verliep positief, ze wilden mij graag aan het team toevoegen, maar ik moest wachten omdat er nog 16

nderingen contracten liepen. Opnieuw balen dus en omdat ik niet kan Vervangingspool Primair Onderwijs Nijmegen. En zo kreeg ik al snel mijn dagen gevuld met invalwerk. Naast mijn invalwerk was ik ook nog werkzaam binnen de horeca en bij mijn niet? oude stageplek. Mijn leven en dagritme hadden veel weg van een mallemolen. Van het ene werk naar het andere. Geen tijd voor mijzelf en maar druk zijn. Ik maakte in die tijd soms dagen van 16 uur, maar ik kon toch stilzitten dus vond het prima zo. Hoewel, mijn sociale leven had er wel onder te lijden. Maar uiteindelijk heeft dit mij wel mijn huidige baan opgeleverd. Het ergste was voor mij wachten heb ik me dus maar gewoon ingeschreven bij de dat ik opnieuw moest kiezen, want op het moment dat het onderwijs mij vroeg te blijven, kreeg ik ook een functie in de sales en marketing aangeboden. Dat is natuurlijk een luxe in deze tijd van crisis, maar voor mij betekende het weer stress. En ja, ik heb dan toch met overtuiging gekozen voor een baan binnen het onderwijs. Wie had dat gedacht? Na mijn eerste week invallen kwam ik op mijn derde school, de Aquamarijn. Toen ik daar binnen kwam, dacht ik: Wat een leuk team en wat sluit de doelgroep super bij mij aan. De school, het klimaat daar, het kwam overeen met mijn ideaalbeeld van het onderwijs. Ik ben opnieuw gaan nadenken over wie ik ben en wat ik nu echt wil. Ik vraag me af waar ik kan groeien en waar ik mijzelf kan en mag zijn. Het werd me duidelijk dat ik in het onderwijs op mijn plaats ben. En mijn ambitie om leidinggevende te kunnen zijn kan ik in de toekomst altijd nog verwezenlijken als directrice binnen het onderwijs. Het is goed nu eerst veel ervaring op te doen, onderaan de ladder te beginnen en geleidelijk te klimmen. Ik weet van mijzelf dat ik er altijd alles aan zal doen om mijn doel(en) te bereiken inrichten. Het bureau, een jaar lang alleen en geheel voor mij. En daarnaast vooral ook de leerlingen. Wauw, wat leuk. Samen afspraken maken, er van het begin tot het eind zijn. Ook al is dat in deze klas soms zwaar. Maar dat betekent dat ik zelfs binnen mijn klas weer nieuwe ambities en idealen heb om te verwezenlijken. Mijn grootste ambitie nu binnen de klas is de sfeer verbeteren. Dus haal ik alles uit de kast om daar aan te kunnen werken; het is mijn uitdaging en ideaal om binnen zes weken duidelijke resultaten te boeken. Of me dat gaat lukken moet nog blijken, maar ik heb er alle vertrouwen in. Ambities en idealen, streef ze na! Luister naar je hart als je wilt weten waar jouw ambities en idealen liggen, want dan zul je een gelukkig mens zijn. En dan kost je werk je geen energie, maar krijg je er energie van. En dan zit je goed! Babs Feijen, oud studente En wat doe ik nu? Een paar weken geleden ben ik begonnen in mijn eigen groep 7. Heerlijk vind ik het! Ik geniet ervan dat ik het nu echt allemaal zelf kan doen. Zelf de klas naar mijn idee 17

18

Idealen en Ambitie Managers praten graag in woorden als idealen en ambitie. Het zijn woorden die verbonden zijn met de strategische koers, de lange termijn, de vergezichten. En daar wil je je als manager graag mee bezighouden. Het geeft even ruimte vrijelijk te denken, met een schone lei te beginnen en niet opgejaagd te worden door de dagelijkse gang van zaken. Maar is die positieve insteek wel terecht? Een idealist wordt in negatieve zin al snel aangeduid als een niet-realistisch mens of een dromer. En het woord ambitie heeft van oorsprong een vrij negatieve connotatie; reeds bij de Romeinen had ambitio (letterlijk het rondgaan bij mensen om stemmen te ronselen) een negatieve bijklank. Later in de geschiedenis kwam ambitio, onder meer door werk van Machiavelli, in een positiever daglicht te staan, mits gebruikt voor de juiste doeleinden, en dan vaak aangeduid als gezonde ambitie. In de managementliteratuur van de 20e en 21e eeuw hebben woorden als idealen en ambitie overwegend een positieve klank, ze worden gezien als kwaliteit, mits verstandig gebruikt. Maar wat is verstandig? Laat ik een poging wagen hieraan een steentje bij te dragen aan de hand van drie spreuken en die te verbinden aan de totstandkoming van de strategische koers 2012-2016 van Pabo Groenewoud (HAN Pabo Manifest: ambitie en inspiratie voor 2012-2016) Om je dromen waar te maken, moet je wel eerst wakker worden. We acteren in een hectische en snelveranderende omgeving. Wat gisteren nieuw was, is vandaag al weer gewoon en morgen wellicht achterhaald. Daarnaast hebben we een dienstbare rol richting ons werkveld zowel ten behoeve van het opleiden van startbekwame leraren als voor het aanbieden van nascholing. Ook de politieke wind is steeds veranderlijker. Kortom, ambities formuleren kan niet zonder heel wakker om je heen te kijken en in gesprek te blijven met je omgeving en verwachtingen over en weer uit te wisselen. De top is slechts het excuus voor de beklimming. Het formuleren van ambities heeft slechts zin als er een plan onder ligt van de weg ernaar toe. Uiteindelijk gaat het daar om. Het is goed om steeds de top in het vizier te houden (Begin with the end in mind), maar om er te komen moet er natuurlijk wel wat gebeuren. In de strategie van de Pabo kiezen we ervoor om dit te doen door jaarlijks een aantal doorbraakprojecten te formuleren. Deze projecten beschouwen we als hefbomen richting de realisatie van de ambities op langere termijn. De slak bereikte de ark door volharding. Om ambities en idealen vast te houden moet je soms sterk in je schoenen staan. Naast het met regelmaat bevestigen en bekrachtigen van het einddoel is enige volharding in de realisatie gewenst. Uiteraard wakker blijven voor de veranderende omgeving, maar niet bij de eerste de beste tegenwind de koers omgooien. Ben je geïnteresseerd geraakt in de ambities en idealen van de Pabo, laat het ons even weten via pabo.groenewoud@han.nl. We sturen je dan graag een exemplaar van het HAN Pabo Manifest: Ambitie en inspiratie voor 2012-2016. Gert-Jan Jansen MME, lid instituutsdirectie Pabo HAN 19

Een Groen Ideaal Tijdens de verkiezingsperiode een aantal jaren geleden, fietste ik met mijn dochter van 6 jaar langs een poster van Groen Links. We keken er beiden naar en ze zei: Maar mama, iedereen stemt toch Groen Links want iedereen wil toch meer bomen?. Zo waar en eenvoudig als zij het verwoordde zo simpel voelt het voor mij ook. Ik geniet heel erg van het in de natuur zijn en ben me altijd heel erg bewust van deze rijkdom. Ik kan me blijven verbazen over de tinten groen in het voorjaar, over de seizoenen die ieder jaar opnieuw komen en gaan, en over al het moois wat er verder om ons heen is. Iedereen wil dit toch koesteren? Iedereen wil toch een wereld waarin we respectvol met de aarde omgaan, zodat de volgende generatie ook kan genieten van het moois wat om ons heen is? Vanuit dit voor mij persoonlijk heldere en vanzelfsprekende ideaal, ben ik in de commissie Duurzaamheid van Pabo Groenewoud gestapt. goed zorgen voor de aarde (Planet), maar ook voor goed omgaan met elkaar (People), respect hebben voor elkaar, weet hebben van elkaar zodat je beseft welke invloed jouw handelen nu of later heeft op een ander hier of elders in de wereld (Profit/Prosperity). Sterker nog, door er over te lezen en na te denken is bij mij het besef steeds gegroeid dat deze onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Vanuit begrip voor de ander groeit het besef om iets te willen doen c.q. te veranderen. Een groen ideaal omzetten in concrete doelen die zichtbaar en voelbaar zijn in het curriculum van Pabo Groenewoud, dat is mijn ambitie voor het komende jaar. Susanne van Lent Dan rijst de vraag hoe je dat ideaal concreet inhoud geeft in je werk. Waar wil je naar toe met je duurzame ideeën? En niet in de laatste plaats, wat verstaan we onder duurzaamheid? Door me in duurzaamheid te verdiepen heb ik mijn beeld ervan kunnen verbreden. Duurzaam staat niet alleen voor

De ideale leerkracht volgens Pabo-1 studenten 21

Mijn idealen en ambities veranderen met de dag. Op één na... Al vanaf groep 8 begon het bij mij te dagen: ik wil leerkracht worden. Een goede reden had ik daar niet voor: het was puur een gevoel dat ik had. Op het middelbaar onderwijs (VMBO-T) heb ik nooit getwijfeld aan dat gevoel. Sterker nog: de wil werd alleen maar groter om leerkracht te worden. Op mijn vorige opleiding (MBO onderwijsassistent) begon de leerkracht Rick al een klein beetje vorm te krijgen. Mijn ambitie om leerkracht te worden veranderde toen ik daadwerkelijk met een diploma in mijn hand me aanmeldde op de Pabo. Het was altijd een droom geweest om voor de klas staan, maar nu kwam het realiseren van die droom toch wel erg dichtbij. Nog één opleiding, en dan Ik had allerlei ideeën bij de ontwikkeling tot leerkracht. Gelukkig voldeed de Pabo aan mijn verwachtingen en vond ik vrijwel elke week nieuwe inspiratie. Inspiratie die me aan het denken zette, tot s avonds laat toe. De ambitie veranderde van simpelweg leerkracht worden tot de beste leerkracht worden die er maar kan zijn. Ik wil uitblinken in mijn vak, een echte professional worden. De inspiratie zorgde voor een overdosis aan energie om mee te werken. Ik heb geen moment het gevoel dat ik een studie volg. Ik ben bezig met mijn beroep, met mijn toekomst. In de praktijk blijkt al snel dat leerkracht zijn niet altijd even leuk is. Ook dit beroep heeft soms zijn mindere kanten. Al snel werd ik dan ook realistischer in mijn doelstelling. Als ik kan zeggen dat ik na 4 jaar ben uitgegroeid tot een goede, startbekwame leerkracht dan heb ik voldaan aan mijn ambitie. Een andere factor die mijn idealen en ambities beïnvloedt zijn mijn persoonlijke voorkeuren. Als iemand mij een aantal jaren geleden had verteld dat ik in de toekomst een directiefunctie zou ambiëren, zou ik diegene waarschijnlijk voor gek hebben verklaard. Vandaag de dag is het toch echt de realiteit: de minor Onderwijskundig Leiderschap staat op het programma in het derde leerjaar. In de voorbije jaren ben ik bovenmatig geïnteresseerd geraakt in directies van scholen. Ik acht mezelf na een aantal jaren in staat om zo n functie te bekleden. Om tot een conclusie te komen: mijn idealen en ambities veranderen met de dag. Wellicht kom ik in de komende jaren weer iets tegen waarvan ik onder de indruk ben. Dat zal met een toekomstig beroep als leerkracht niet geheel toevallig zijn. Het is een zwaar beroep, maar het is het beste beroep dat je kunt krijgen als je gelooft in de kracht van onderwijs en mensen. Aan het eind van mijn opleiding, wanneer ik vier jaar keihard heb gewerkt om een startbekwame leerkracht te worden en ik mijn diploma in ontvangst neem, weet ik zeker dat één ideaal in al die tijd niet veranderd is: leerkracht worden in het basisonderwijs. Rick van Hoeij tweedejaars voltijdstudent HAN Pabo Groenewoud 22

Mijn school, mijn klas Als ik als ik een klas als ik een klas met kinderen dan gaan we allemaal dan weet iedereen zeker weten En dan dan zal niemand dan zal niemand iemand en iedereen elkaar echt iedereen o ja En ook ook de wereld de hele wijde wereld in nieuwsgierige omhelzing samen, allemaal in mijn klas mijn school. Maria Verkampen 23

Over Idealen Het is niet zo moeilijk om idealen te formuleren, het is lastiger om ze gestalte te geven. Hieronder probeer ik enkele idealen te beschrijven en laat ik zien welke weerstanden er te overbruggen zijn als je ze wilt realiseren. Soms kunnen idealen niet worden verwerkelijkt ofschoon iedereen voelt dat ze deugen. Onlangs las ik een schitterend essay van de Amerikaanse politiek wetenschapper Charles Murray onder de titel Goede kunst ontstaat niet zo maar. Hij spreekt van een Europa-syndroom. Eerst even een paar citaten: Uit Europa komt geen goede kunst, omdat Europeanen nergens meer in geloven. Of: Het levensdoel van Europeanen is om de tijd tussen geboorte en dood zo aangenaam mogelijk door te brengen. Een geloof in iets dat verder reikt kennen ze niet meer. En: Bij Boeddha, Aristoteles en Jezus vind je ideeën over waar het met het leven naar toe moet. Wie daarvoor openstaat, maakt betere kunst. Laat deze duizelingwekkende gedachten enigszins tot je doordringen en je voelt op zijn minst een glimlach op je gezicht ontstaan, of weerzin opkomen! En precies die tegenstelling leidt volgens Murray tot grootse kunst! Wat is het Europa-syndroom? Volgens Murray werkten kunstenaars vroeger vanuit een roeping. Buitengewone prestaties gingen samen met keihard werken. Denk aan Gaudi, zo n geroepene, die op een bepaald moment zelfs in zijn basiliek, de Sagrada Familia in Barcelona, ging wonen. Hij ging intensief, monomaan aan de slag omdat hij zich door God geroepen voelde die wilde dat hij zijn talenten ten volle inzette. Dit idee is de laatste honderd jaar weggevaagd in Europa door een artistieke elite die gaandeweg besloot dat niets belangrijker is dan iets anders, tot in onze tijd. De cultuur liep hier achter aan. Murray geeft het voorbeeld van een hedendaagse schrijver die schrijft omdat hij zoveel mogelijk geld wil maken. Het thema van zijn schrijverij is heden ten dage bepaald door de commercie of de actualiteit, niet door een hoger doel. Dat is het Europa-syndroom. Maar, stelt Murray, om tot grote prestaties te komen is een besef nodig van het goede, het ware en het schone. En nu komt het: Dit geldt niet alleen voor de kunsten, maar het geldt voor elk onderzoek en elke handeling. Elk streven zou volgens hem dus het goede moeten dienen. Mijns inziens gaat dit dan ook op voor het denken in idealen over opvoeding en onderwijs. Maar waarom zou je hier monomaan mee aan de slag gaan? En waarom zou je jezelf druk maken over de inhoud van je ontmoeting met mensen of met God? Waarom zou je je druk maken over je plaats in de kosmos, als het een niet belangrijker is dan het ander? Die onverschilligheid, dat is het Europa-syndroom. Wat je ook van de gedachtegang van Murray vindt, hij prikkelt en hij stemt tot nadenken. De Katholiekchristelijke traditie doet waar Murray in gelooft. Al eeuwenlang stelt het inderdaad de meest intense levensthema s aan de orde zoals: geboorte, dood, seksualiteit, oorlog, vrede, geluk, ik, wij, liefde, vertrouwen, trouw, ontrouw, haat, tederheid, God, vergeving, genade, allemaal existentieel ingrijpende ervaringen van mensen die levens kunnen vernietigen en/of kunnen verdiepen. Ook vandaag.