20 april 2016 SC VM. Status verslag Concept

Vergelijkbare documenten
S. Jansen (PVV) (d.d. 5 januari 2012) Nummer Onderwerp Bereikbaarheid Bollenstreek. Aan de leden van Provinciale Staten

SPOORVARIANT NEE! NIEUWSBRIEF ACTUEEL. Uitgavenummer juni Nieuwsbrief

Provinciale Staten van Noord-Holland door tussenkomst van de statengriffier mw. drs. K. Bolt Dreef 3, tweede etage 2012 HR Haarlem

Besluitenlijst procedurevergadering Statencommissie Verkeer en Milieu van 6 april 2016

Vergadering van Commissie Onderzoek van de Rekening (COR) 14 februari Status verslag Concept

Vergadering van De commissie Onderzoek van de Rekening. 15 april 2009 COR Status verslag Concept. de heer Romijn

Geachte leden van de statengriffie,

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer

Besluitenlijst procedurevergadering Statencommissie Verkeer en Milieu van 26 oktober 2016

Onderzocht zijn: de Hillegommervariant, de Oosteindervariant en de Bennebroekervariant.

Notulen van de openbare commissievergadering ABM

Besluitenlijst van de vergadering van de Statencommissie Verkeer en Milieu van 9 januari 2013

Vragen van de heer J.H. Leever (Ouderenpartij NH) over het project HOV t Gooi in het bijzonder tussen Huizen en Blaricum / Eemnes

Besluiten: 1. In te stemmen met het opnemen van de voorgestelde alternatieven in de MER Duinpolderweg.

Doel van de activiteit Bespreken van het raadsvoorstel en bepalen of het raadsvoorstel besluitrijp is t.b.v. de raadsvergadering van 16 januari 2014

Commissiegriffier plv. : E. Krijgsman Telefoonnummer/ /

2014D02444 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Duinpolderweg technische toelichting oplossingsrichtingen PlanMER. Bert Grotenhuis projectmanager Duinpolderweg PNH 8 september 2016

Wat is er tot nu toe gedaan en waar staan we nu?

statengriffie Onderwerp: voorstel nieuwe werkwijze informerende Statencommissies Datum: september 2013

Tweede Kamer der Staten-Generaal

mevrouw I. van Mulligen

gelezen de voordracht van de statencommissies Verkeer en Milieu en Ruimte en Leefomgeving, nummer 6557;

BESLUITENLIJST. Voorronde Open Huis. Datum: 10 september 2015 Onderwerp: Discussienota herziening subsidiebeleid

A d v i e s a a n P r o v i n c i a l e S t a t e n

Agendapunt Voorstel Besluit / toezegging Actie door / vervolgprocedure. De commissievoorzitter, dhr. Paymans, opent de vergadering om uur.

Rondweg-Oost N233 Maatregelen treden 3 Um 5 Ladder van Verdaas

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Besluitenlijst van de vergadering van de Statencommissie Mobiliteit, Kennis en Economie van 12 mei 2010

Reactie Platform NOG op Interview gedeputeerden Elisabeth Post en Floor Vermeulen

RAADSVOORSTEL Rv. nr..: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

AE Overveen. Graag nodigen wij u van harte uit voor een hoorzitting op 7 september 2018 op het Provinciehuis van Zuid-Holland in Den Haag.

Agenda. tweede openbare bijeenkomst formatieproces. 3. Uitleg De Lokale Partij tav benoeming formateurs Ab Krook en Arjan Dros

RUZIE OVER DE FUSIE?

Plan van aanpak. Onderzoek verkeersmaatregelen dubbeldorp Lisse Lisserbroek

Verslag Werkteam Swifterbant groeit

Bijlage 1 Overzicht besluitvorming Zuiderzeelijn

Er zijn berichten van verhindering ontvangen van de heer Struijlaard (50Plus) en de heer Scheurwater (SGPenCU).

Statenvoorstel. Concept advies Bestuurlijke Regiegroep RTHA over regionaal draagvlak ontwikkeling Rotterdam The Hague Airport aan Staatssecretaris

Het plan in het coalitieakkoord

mevrouw R. Leeuwenburgh notulistenbureau Leeuwenburgh Vendrig

Memo. A. Inleiding. Aan. Gedeputeerde Staten. 8 bijlagen

Heemstede, 19 november 2018

BESLUITENLIJST Dagelijks Bestuur d.d. 2 oktober Er zijn geen mededelingen

Geachte mevrouw Dekker,

CultuurHistorisch Genootschap Duin- en Bollenstreek

Besluitenlijst procedurevergadering Statencommissie Verkeer en Milieu van 25 oktober 2017

Provinciale Staten van Noord-Holland

Onder de titel: Aanbod nieuwbouw regio Groningen Assen valt verder terug

Leden van Provinciale Staten. Stand van zaken en proces besluitvorming Planstudie N207 Zuid. Geachte Statenleden,

SPOORVARIANT NEE! NIEUWSBRIEF. Kennismaking met voorzitter. Ton Ravensbergen ACTUEEL. Uitgavenummer februari Nieuwsbrief.

Vervolg platform bewoners Aanpak Ring Zuid Projectbureau Aanpak Ring Zuid te Groningen 16 april 2012, uur

Plan van Aanpak Verkeersveiligheid op Het Lint

Gentle agreement over de handhaving van de integriteit van de politiek

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B en W-besluit d.d.: B en W-besluit nr.:

December 2017 Jaargang 14 Nummer 3

1. Nota van antwoord. Eindstand 2055 reacties door 3036 personen/instanties.

VERSLAG VAN DE VERGADERING VAN DE RAADSSESSIE GEMEENTE HAARLEMMERMEER OP DONDERDAG 20 januari 2005

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. J. Slooter (SP) (d.d. 24 november 2017) Nummer 3348

gelezen de voordracht van de statencommissie Verkeer en Milieu, nummer 6913;

Provincie en gemeente Alphen werken samen aan fietsveiligheid hefbrug Boskoop

2. Vaststelling agenda. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.

Aan de Voorzitter van Provinciale Staten van Noord-Holland De heer J. Remkes Postbus MD Haarlem

Herinrichting Neherkade Den Haag

BESLUITENLIJST. Voorronde Open Huis. Datum: 23 juni 2016 Onderwerp: Jaaragenda U10

Doorstroming N208 Van Pallandtlaan Sassenheim. Informatiebijeenkomst 16 april 2019

STATENCOMMISSIES SPREEKRECHT VOOR BURGERS. Uw stem in vergaderingen van Statencommissies

Gemeenteraadsverkiezingen Verslag van informateur Marianne Smitsmans, GroenLinks

Statenvoorstel van de ondersteuningscommissie Omgevingsbeleid

Reactienota concept geactualiseerd Woningbouwprogramma gemeente Harlingen

BESLUITENLIJST Dagelijks Bestuur d.d. 5 september 2013

1. Onderwerp Geactualiseerde projectbladen Uitvoeringprogramma Regionaal Verkeer en VervoerPlan (UP RVVP) met bijlagen 2.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Geachte heer/mevrouw,

2016D30138 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

10A # Advies van de informateur. Gemeente Lisse Op weg naar een nieuwe bestuursperiode. "Robuust, daadkrachtig eh innovatief"

Conceptverslag klankbordgroep herziening VRM 21 november 2016, Spaceswork, Hofplein 20, 3032 AC Rotterdam

r" m[l HOLLAND RIJNLAND WAAl/. DE RANDSTAD TOT BLOEI KOMT Aan Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland Postbus LP Den Haag

Verzoek aan provincie om bijdrage aanlegkosten Dorpensingel

Besluitenlijst procedurevergadering Statencommissie Verkeer en Milieu van 16 mei 2018

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2011D36661 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Verkenning PLAN VAN AANPAK

Statenvoorstel. Snelfietsroute Leiden-Katwijk

Informatie Duinpolderweg April 2016

Initiatiefvoorstel klankbordgroepen

GEMEENTE REIMERSWAAL. Vastgesteld : 20 december 2016 Agendapunt : 4 Poststuk :

VVP 2005 VVP 2005 VVP De kaders voor het Verkeers- en Vervoerbeleid van de gemeente Amersfoort

Noord-Holland. Stuknummer: AM q lllfjl? JUNI Raad van de gemeente Den Helder Postbus AA DEN HELDER

2017D05509 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

FRYSLÂN FOAR DE WYN. Plan van aanpak. Finale versie, 14 november 2013

Vragen van de heer A.E. van Liere MA, MSc. (Partij voor de Dieren) en de heer A. Hietbrink (GroenLinks) over verlaging storting reserve groen

Aanpassingen vergaderstructuur. Voorstel. Inleiding. Toelichting vergaderstructuur

1red , NOS, Gesprek met de minister-president, Ned.2, uur

Workshop Verkiezingen

RAPPORT. Bestuursorgaan : het College van burgemeester en wethouders Onderdeel : OCSW Dossiernummer :

Adviezen uit de Statencommissies over Statenvoordrachten t.b.v. PS 28 juni 2017

Wijze van afhandelen van bezwaarschriften door Gedeputeerde Staten CBE Inleiding

Inspraakbijeenkomst Duinpolderweg Commissie Mobiliteit en Financiën Noord-Holland Commissie Verkeer en Milieu Zuid-Holland

Verslag. Dhr. Franssen (voorzitter) en dhr. Vermeulen (VVD)

Transcriptie:

Verslag Vergadering van De Statencommissie Verkeer en Milieu (Zuid-Holland) en Mobiliteit en Financiën (Noord-Holland) Vergaderdatum Kenmerk 20 april 2016 SC VM Status verslag Concept Verslaglegging door Telefoonnummer Mevrouw N. Kwekkeboom 070 4416494 Verslag van de openbare vergadering van de Statencommissies Verkeer en Milieu (Zuid-Holland) en Mobiliteit en Financiën (Noord-Holland), gehouden op 20 april 2016 in het provinciehuis te Den Haag AANWEZIG: Voorzitter NH: Voorzitter ZH: Griffier NH: Griffier ZH: VVD NH VVD ZH PvdA NH PvdA ZH PVV NH PVV ZH CDA NH CDA ZH SP NH SP ZH D66 NH D66 ZH GroenLinks NH GroenLinks ZH SGP&CU ZH 50PLUS NH 50PLUS ZH Ouderenpartij Noord- Holland Partij voor de Dieren NH Partij voor de Dieren ZH de heer Struben mevrouw Oosterop-van Leussen (voorzitter vergadering) mevrouw Spoor de heer Duizer mevrouw Kaamer van Hoegee, de heer Kramer de heer Brill, de heer Weide de heer Papineau Salm de heer Çelik de heer Deen, de heer Van Hooff de heer Groenendijk, de heer Privé de heer De Graaf de heer Van der Bent, de heer De Haan de heer Hoogervorst de heer Slooter de heer Tijssens de heer Breitbarth, de heer Kasmi de heer Van Berkum de heer Potjer de heer Van Dieren mevrouw De Meij de heer Bakx, de heer Struijlaard de heer Bouberg Wilson, de heer Leever de heer Zoon de heer Canton AFWEZIG MET KENNISGEVING: Pagina 1/35

AANWEZIGE GEDEPUTEERDEN: mevrouw Post en de heer Vermeulen AGENDA: Opening overlegvergadering Mededelingen Bespreekstukken Resultaten tussenstap project Duinpolderweg Sluiting Opening overlegvergadering De VOORZITTER opent de overlegvergadering om 19.00 uur. Mededelingen De VOORZITTER deelt mee dat de vergadering live wordt uitgezonden via de website van Zuid-Holland. Ze deelt mee dat de vergadering is bedoeld om onderling af te stemmen tussen Noord-Holland en Zuid-Holland. Er worden vanavond geen besluiten genomen. De beide voorzitters en de beide griffiers zullen, nadat iedereen heeft kunnen zeggen wat hij wil zeggen, een aantal conclusies formuleren. Dat zijn eigenlijk Noord-Hollandse en Zuid-Hollandse conclusies. Er wordt een verslag gemaakt. Dit komt in Noord-Holland in de commissievergadering van 9 mei aan de orde en in Zuid-Holland op 11 mei. Ze stelt dat het vanavond eigenlijk gaat om de volgende drie vragen. Vraag 1. Bent u het eens met de voorliggende probleemanalyse van de bereikbaarheid de grensstreek? Vraag 2. Welke kaders geeft u GS mee voor een eventuele volgende stap? Vraag 3. Welke rol heeft de maatschappelijke adviesgroep Duinpolderweg? De heer VAN DER BENT ziet dat er ook gevraagd is of de Statenleden iets zeggen over de processtappen. Hij vraagt of dit de bedoeling is. De VOORZITTER antwoordt dat dit terugkomt bij de conclusies. De heer SLOOTER deelt mee dat hij zich in zijn betoog niet heeft beperkt tot de drie vragen die de voorzitter zojuist heeft geformuleerd. De VOORZITTER wijst erop dat de drie vragen slechts een kader aangeven. Bespreekstukken Resultaten tussenstap project Duinpolderweg De heer BOUBERG WILSON stelt dat men door de Bereikbaarheidsstudie Grensstreek Noord-Holland en Zuid-Holland uit 2008 mogelijk te veel gefocust is geweest op de grensstreek tussen de beide provincies. In de tussentijd hebben vele insprekers, burgers, groeperingen, ondernemers, raadsleden en wethouders erop gewezen dat het zwaartepunt van de bereikbaarheidsproblematiek van de Bollenstreek niet in de noordelijke grensstreek ligt en niet met één weg kan worden opgelost. De insprekers hebben erop gewezen dat een heel netwerk van Pagina 2/35

wegen en bruggen robuuster en veiliger moet worden gemaakt. De Ouderenpartij Noord-Holland vindt dat dit een gezamenlijke inbreng en strategie vereist. De fractie stelt voor om vanaf nu te spreken van de Bereikbaarheidsoplossing Bollenstreek, oftewel BOB. Hij stelt dat, als een meerderheid in beide provincies van mening is dat het zwaartepunt van de bereikbaarheidsproblematiek in de Bollenstreek niet in de grensstreek ligt, dit consequenties dient te hebben voor de vervolgprocedure, voor de samenstelling van de adviesgroep en de stuurgroep en voor wat er in de MER moet worden onderzocht. Zijn fractie antwoordt op vraag 1 ontkennend. De fractie antwoordt op vraag 2 en vraag 3 dat ze al een richting heeft aangegeven met betrekking tot deze vragen. De heer VAN DER BENT deelt mee dat het CDA tot de conclusie is gekomen dat de verkeerssituatie in de grensstreek verre van ideaal is en dat het goed is om te bekijken hoe deze verbeterd kan worden. Hij stelt dat niet duidelijk is wat de beste oplossing is om de verkeerssituatie te verbeteren. Uit de raadpleging van gemeenteraadsleden blijkt dat er gemengde gevoelens zijn over de transparantie van het proces. Het CDA ziet het nut in van het verdergaan met het project met de MER, maar wel binnen bepaalde kaders. Het CDA heeft niet het idee dat de huidige varianten voor de Duinpolderweg per definitie de beste oplossingen zijn, die onderzocht moeten worden in de MER. Hij stelt dat er veel draagvlak is om ook naar varianten te kijken, die niet uitgaan van een grote stroomweg. De fractie zou graag zien dat er een variant wordt opgenomen in de MER op basis van door gemeenten aangedragen lokale oplossingen. Daarnaast vindt het CDA het belangrijk dat de nulvariant in kaart wordt gebracht, zodat duidelijk wordt wat er gebeurt als er niets wordt gedaan. Het CDA stemt ermee in om het advies van de heer Lokker over te nemen om een brede adviesgroep in te stellen. Hij vindt het positief dat de adviesgroep al bij elkaar is gekomen. Het CDA pleit voor transparantie over de stukken in de adviesgroep en voor transparantie van de stuurgroep. Het CDA hoort graag van de gedeputeerden of deze daartoe bereid zijn. Hij deelt mee dat het CDA ten aanzien van de planning graag gehoor wil geven aan de oproep van de adviesgroep om acht weken extra tijd te krijgen. Dit zou betekenen dat een eventueel voorstel voor de MER pas na het zomerreces ter besluitvorming wordt voorgelegd. Het CDA gaat ervan uit dat er een aangepaste planning wordt gemaakt voor de komende processtappen, waarin ook de vergaderingen van de adviesgroep en van de stuurgroep zijn opgenomen. Het CDA hoort graag of de gedeputeerden daarmee instemmen. De heer SLOOTER deelt mee dat hij het vraagstuk met een Zuid-Hollandse bril bekijkt. De SP Zuid-Holland heeft altijd kritisch gestaan tegenover de aanleg van de Duinpolderweg. De SP vraagt zich af wat de economische noodzaak ervan is en hoe de aanleg van de weg zich verhoudt tot de teloorgang van de natuurgebieden en de cultuurhistorie. Verder vraagt de SP Zuid-Holland zich af of het Rijk zal bijdragen aan oplossingen. Hij wijst erop dat de woningbouwopgave in het gebied kleiner is dan tien jaar geleden. De SP vindt het positief dat de verkenning van de heer Lokker de aanzet heeft gegeven tot het formeren van een adviesgroep met alle voor- en tegenstanders uit beide provincies. Hij adviseert om de adviesgroep de tijd te geven om tot ontplooiing te komen. Hij vindt het Pagina 3/35

jammer dat Platform NOG zijn medewerking aan de adviesgroep heeft opgeschort. De SP staat niet te trappelen om over te gaan tot aanleg van de Duinpolderweg. De SP steunt het idee van het CDA en D66 om in ieder geval twee alternatieven op te nemen in de MER: het nulalternatief en het knelpuntenalternatief. Dit laatste alternatief zal de SP met veel interesse bestuderen. Hij deelt mee dat in het Haarlems Dagblad heeft gestaan dat veel mensen in de regio vinden dat de aanleg van de Duinpolderweg de problemen niet oplost. Hij wijst erop dat in het coalitieakkoord van de provincie Noord-Holland staat dat de coalitie de voortgang van de Duinpolderweg verbindt aan de voortgang van het HOV. Hij vraagt of de gedeputeerde van Noord-Holland kan aangeven of de coalitie in Noord-Holland nog steeds op dit standpunt staat. Hij stelt dat, als dit het geval is, dit de discussie extra zou belasten. Op de vraag van de VOORZITTER of de hij ook gesproken heeft namens de Noord-Hollandse SP-fractie, antwoordt de heer SLOOTER bevestigend. De heer KASMI deelt mee dat D66 Zuid-Holland eraan hecht dat de aanbevelingen van de heer Lokker integraal worden overgenomen en dat ze serieus worden genomen. De fractie vindt het belangrijk dat het proces goed is ingericht en transparant is en dat zorgvuldige besluitvorming boven snelheid gaat. De fractie adviseert om de adviesgroep de ruimte te geven om haar werk goed te kunnen doen en nog eens te bekijken of de samenstelling van deze groep evenwichtig genoeg is. Er bereiken de fractie signalen dat dit nog niet het geval is. D66 steunt het idee om in de verdere procedure de nulvariant en de knelpuntenvariant mee te nemen. Wat de stuurgroep betreft, adviseert D66 Zuid-Holland om te zoeken naar een meer transparante werkwijze. Hij adviseert om in de verdere procedure ook te bekijken hoe men werk met werk kan maken en in de breedte te bekijken hoe men de identiteit en de kwaliteit van de leefomgeving kan versterken. De heer TIJSSENS stelt dat de adviesgroep een valse start heeft gemaakt. Er is een aantal mensen uitgestapt. Hij wijst erop dat er in de commissies veel zaken zijn gewisseld die effect hebben op hoe de adviesgroep haar taak zou moeten opvatten. Hij is het met de heer Kasmi eens dat de adviesgroep in balans moet zijn. Hij voegt daaraan toe dat het belangrijk is dat de adviesgroep afstand doet van het denken in voor en tegen. Hij stelt dat ze daartoe de gelegenheid krijgen. Er komt een constituerende fase voor de adviesgroep aan. Hij stelt dat de adviesgroep zich gesteund moet weten door de commissies en dat ze vrij is om alle varianten te adviseren. Hij wijst erop dat mevrouw Post in Noord-Holland heeft toegezegd dat de oplossingen in delen kunnen worden gebruikt in het latere proces en dat er kan worden gezocht in Noord, midden of Zuid. De heer VAN BERKUM (interruptie) wijst erop dat de gedeputeerde afgelopen donderdag duidelijk heeft aangegeven dat elke oplossing die gezocht wordt buiten het zoekgebied, geen zin heeft. Hij vraagt of de heer Tijssens verwacht dat de gedeputeerde nu anders gaat reageren. De heer TIJSSENS antwoordt dat het leek of de Statenleden en de gedeputeerden in de afgelopen commissievergadering elkaar passeerden in een Pagina 4/35

parallel universum. De gedeputeerde zei eerst dat niet alle varianten kunnen worden onderzocht. Later zei ze dat de adviesgroep vrij moet zijn. Hij neemt aan dat ze vanavond de gelegenheid neemt om hierover helderheid te geven. De heer PAPINEAU SALM deelt mee dat de PvdA Noord-Holland blij is met de tussenstap. De fractie vindt het belangrijk dat de probleemanalyse is gemaakt. De fractie merkt op dat de fietsveiligheid in het hele gebied onder druk staat. De fractie vindt de leefbaarheid in de dorpen belangrijk en de bereikbaarheid van oost naar west. De fractie plaatst vraagtekens bij de probleemanalyse met betrekking tot werkgelegenheid. Volgens de fractie is deze te optimistisch. De fractie denkt dat er een toename van bewoners zal zijn in het gebied. De fractie denkt dat het recreatieverkeer enorm gaat toenemen in het gebied. De fractie vindt Duinpolderweg een foute naam. De fractie vindt dat er gekeken moet worden naar integrale oplossingsrichtingen voor de drie problemen. Ze vindt dat er HOV naar Lisse moet komen, dat de fietsbereikbaarheid verbeterd moet worden, dat de leefbaarheid verbeterd moet worden en dat er een oostwestverbinding moet komen. De fractie vindt de adviesgroep belangrijk en vindt het belangrijk dat deze groep voldoende tijd krijgt. De fractie is het ermee eens dat er gekeken moet worden naar een evenwichtige samenstelling van de adviesgroep. De heer ZOON (interruptie) vraagt of de heer Papineau Salm vindt dat men vooral moet doorgaan met het HOV en dat men de adviesgroep de tijd moet geven om met een goed advies te komen. De heer PAPINEAU SALM antwoordt dat bekend is dat er HOV naar Lisse moet komen. Hij stelt dat in iedere oplossing HOV naar Lisse moet worden opgenomen. De PvdA Noord-Holland vindt het dodelijk voor de communicatie om te spreken over de Duinpolderweg. De heer Papineau Salm wil deze naam niet meer horen vanavond. De heer ÇELIK deelt mee dat zijn fractie erkent dat er her en der knelpunten zijn, maar hij wijst erop dat deze redelijk over het gebied verdeeld zijn. Het is niet zo dat als er een weg komt, het probleem overal is opgelost. De fractie vindt dat er in de probleemanalyse van verkeerde verwachtingen wordt uitgegaan. Er is uitgegaan van twee scenario s met betrekking tot groei. Hij stelt dat het probleem nooit zo groot zal zijn, als verwacht wordt in de probleemanalyse. Hij is het eens met de heer Papineau Salm dat er verschillende knelpunten zijn en dat deze moeten worden opgelost. Zijn fractie vindt het prima als daarbij gekeken wordt naar een oost-westverbinding, maar ze vindt de Duinpolderweg niet heilig. Hij vindt dat het lijkt of het project alleen kan doorgaan als de Duinpolderweg daarvan deel uitmaakt. Hij wil graag een duidelijke uitleg van de beide bestuurders over de mate waarin dat is vastgelegd. Hij vraagt of er een koppeling is tussen de Duinpolderweg en HOV. Hij heeft een van de vorige sprekers horen zeggen dat het prijzenswaardig is dat de adviesgroep, direct na het uitkomen van het advies om een adviesgroep op te starten, aan de slag is gegaan. Hij vindt dat niet prijzenswaardig. Hij vindt het niet passend. Hij wijst erop dat, als er een rapport uitkomt, de beide commissies er een oordeel over moeten geven. Als een bestuurder al aan de slag gaat, zonder Pagina 5/35

dat hij heeft gehoord wat de partijen te zeggen hebben, vindt hij dat niet passen bij de bestuursstijl die men in Nederland hanteert. Hij stelt dat voor de troepen uitlopen kan betekenen dat men teruggefloten wordt. Zijn fractie twijfelt erover of ze vindt dat de adviesgroep moet worden uitgebreid met andere partijen na een valse start of dat de adviesgroep moet worden ontbonden en men opnieuw moet beginnen met een adviesgroep waarbij de kaders die de partijen meegeven serieus worden meegenomen. Hij benadrukt dat hij hecht aan transparantie en zorgvuldigheid. Mevrouw KAAMER VAN HOEGEE (interruptie) heeft de heer Çelik horen zeggen dat hij nog een keer wil kijken naar de samenstelling van de adviesgroep. Ze vraagt of hij het met haar eens is dat als iemand wegloopt uit een platform, het niet aan de Provinciale Staten is om deze groep opnieuw samen te stellen. De heer ÇELIK is het daarmee eens. Hij wijst erop dat zijn motief is dat de groep een paar weken had kunnen wachten en na vandaag aan de slag had kunnen gaan met de bevindingen die de Statenleden de groep hadden kunnen meegeven. Hij vervolgt zijn betoog. Hij stelt dat als men uitgaat van zorgvuldigheid, alles op zijn tijd gedaan moet worden. Dat betekent dat men niet snel naar de eindstreep wil gaan, maar dat men bekijkt of er maatschappelijk en binnen de politiek draagvlak is en dan gaat manoeuvreren. Volgens hem is er juist bij dit traject een breed draagvlak nodig. Zijn fractie betwijfelt of men nu al toe is aan de MERprocedure. Dat hangt af van de antwoorden op de vragen die hij zojuist heeft gesteld over de koppeling Duinpolderweg-HOV en over het accent dat wordt gelegd op de Duinpolderweg. Mevrouw DE MEIJ antwoordt op vraag 1 dat haar fractie geen noodzaak ziet in de aanleg van de Duinpolderweg. De fractie ziet wel knelpunten in het grensgebied. Op vraag 2 antwoordt ze dat haar fractie graag een brede adviesgroep zou zien, niet de huidige adviesgroep, maar een adviesgroep waarin iedereen zich vertegenwoordigd voelt. Ze is het met de PvdA Zuid-Holland eens dat de adviesgroep te snel bij elkaar is gekomen. Haar fractie vindt dat de tijdsdruk moet verdwijnen. Ze wijst erop dat in de afgelopen vergadering mevrouw Post een aantal malen heeft gezegd dat de gehele adviesgroep het erover eens was dat ze voor de zomer al met een advies kon komen en dat ze op vragen van 50PLUS en van GroenLinks bleef herhalen dat er geen tijdsdruk was. Mevrouw KAAMER VAN HOEGEE (interruptie) was aanwezig bij deze vergadering. Zij meent gehoord te hebben dat de gedeputeerde gezegd heeft dat, als de adviescommissie vraagt om meer tijd, ze deze tijd moet krijgen. Ze vraagt of zij bij een andere vergadering aanwezig was. Mevrouw DE MEIJ antwoordt dat ze mevrouw Kaamer van Hoegee heeft gezien tijdens deze vergadering. Het gaat haar erom dat de gedeputeerde op vragen van 50PLUS en GroenLinks zei dat ze ervan overtuigd was dat het tijdspad geen probleem was. Pagina 6/35

De heer VAN BERKUM (interruptie) stelt dat wat mevrouw Kaamer van Hoegee zegt, niet waar is. Volgens hem is er duidelijk gezegd dat er geen enkel probleem gezien werd bij de adviesgroep. Mevrouw KAAMER VAN HOEGEE (interruptie) laat zich niet betichten van leugens. Ze heeft begrepen dat de gedeputeerde heeft gezegd dat als de adviesgroep vraagt om meer tijd, er wordt gekeken naar meer tijd, maar dat er niet op voorhand wordt gekeken naar meer tijd. Op dat moment was die vraag er nog niet, nu wel. Mevrouw DE MEIJ vindt dit onzin. De VOORZITTER stelt vast dat de laatste drie sprekers het onderling niet eens zijn. Ze verzoekt mevrouw De Meij verder te gaan met haar betoog. Mevrouw DE MEIJ antwoordt op vraag 3 dat de adviesgroep op haar eigen merites tot oplossingen moet komen. Wat haar fractie betreft kunnen de varianten die er zijn, meegenomen worden en kunnen er misschien nog wel tien of twintig bij komen. Haar fractie kan nog niet instemmen met een MER, omdat er eerst oplossingen moeten zijn. De heer VAN DER BENT (interruptie) vraagt of mevrouw De Meij vindt dat de adviesgroep zelf varianten moet ontwikkelen of dat deze adviezen moet geven op keuzes die ze voorgelegd krijgt. Mevrouw DE MEIJ antwoordt dat ze vindt dat de adviesgroep niet alleen de varianten hoeft door te lichten die nu voorliggen. De heer VAN DER BENT is het daarmee eens als het gaat om een samenspel, maar niet als de adviesgroep vanaf nul opnieuw gaat beginnen. Mevrouw DE MEIJ vindt dat de varianten die er nu zijn kunnen worden meegenomen, maar dat het niet een van deze varianten hoeft te worden. Ze stelt dat er misschien iets geheel nieuws uit de bus komt. De heer STRUIJLAARD deelt mee dat hij de Zuid-Hollandse pet op heeft. Hij vindt Duinpolderweg een verkeerde naam. Hij vindt dat de weg eigenlijk de Noordelijke Ontsluiting Greenport moet heten, ofwel de NOG. Hij wil zijn bijdrage van 6 april in de commissie V en M niet herhalen. Hij raadt iedereen aan deze bijdrage te lezen. Zijn fractie onderschrijft de probleemanalyse van de Duinpolderweg niet, maar erkent wel de regionale knelpunten. Hij stelt dat rapporten aantonen dat er geen noodzaak is voor de weg. Zijn fractie begrijpt niet waarom er zo doorgedramd wordt. Hij vraagt wat hierachter zit. Zijn fractie vindt dat de knelpunten in de regio zo snel mogelijk opgelost moeten worden. Ze adviseert om de huidige adviesgroep per direct op te heffen. De heer PAPINEAU SALM vraagt of 50PLUS Zuid-Holland vindt dat de oostwestverbinding ook valt onder de knelpunten. Pagina 7/35

De heer STRUIJLAARD antwoordt ontkennend. Zijn fractie stelt voor een nieuwe evenwichtige adviesgroep in te stellen, waarin alle betrokkenen vertegenwoordigd zijn. Ze vindt het opnieuw instellen van een MER-onderzoek zonde van de tijd. Integrale ontwikkeling van het gebied staat in de coalitie van Zuid-Holland. De randvoorwaarde voor het instellen van een adviesgroep is dat de rapportage van de nieuw in te stellen adviesgroep open en transparant aan de Statenleden wordt voorgelegd. Zijn fractie wil niet dat de einde regie van deze casus wordt overgelaten aan de Stadsregio Amsterdam. Zijn fractie is tegen de aanleg van de Duinpolderweg. Ze stelt voor om de huidige adviesgroep op te heffen en een nieuwe adviesgroep en projectgroep te installeren. De heer ZOON deelt mee dat zijn fractie de poldersnelweg niet ziet zitten. Hij stelt dat een nieuwe weg eigenlijk nooit een goed idee is, zeker niet voor de natuur en de leefbaarheid. Volgens hem levert dat altijd problemen op, zeker in dit gebied. Hij stelt dat de integraliteit ontbreekt in de aangedragen oplossingen. Zijn fractie vindt het OV en fietsverbindingen belangrijk. Hij mist in de plannen het terugdringen van het autoverkeer. Zijn fractie wil de adviesgroep alle vrijheid geven om te kijken naar varianten en ook alle vrijheid om nieuwe varianten aan te dragen, los van het zoekgebied. Wat hem betreft mag het advies van de adviesgroep het nieuwe uitgangspunt zijn voor eventuele verkeersoplossingen. Hij wijst erop dat iedereen het nut inziet van HOV. Hij stelt voor om daarmee voortvarend aan de slag te gaan. De heer VAN BERKUM wijst erop dat de oost-westverbinding geen knelpunt is, maar een mogelijke oplossing voor een knelpunt. Hij vindt dat het dossier steeds ondoorzichtiger wordt, vooral vanwege de manier waarop de discussie in Noord- Holland afgelopen donderdag is verlopen. Hij deelt mee dat de gedeputeerde daarin aangaf dat er geen probleem was met tijd en dat ze boos werd op het moment dat hij zei dat hij daarover wel degelijk signalen had ontvangen. Hij vindt dat mede door het weglopen van Platform NOG het steeds moeilijker wordt om te bekijken hoe men verder moet. Hij is het ermee eens dat er een probleem in de regio is. Het probleem is tweeledig. Enerzijds is er de oversteek van de Ringvaart in de Haarlemmermeer. Daarvoor moet een oplossing komen. Wat GroenLinks betreft, moet de oplossing gezocht worden vanuit de optiek van de fietser en de OV-gebruiker, maar GroenLinks wil best meepraten over oplossingen voor automobilisten. Met betrekking tot het sluipverkeer in Vogelenzang ziet GroenLinks vooral een toekomstig probleem. Een stroomweg, waarover in het verleden gesproken werd, kan niet anders dan toenemend verkeer veroorzaken in Vogelenzang en Bennebroek. De fractie denkt dat de leefbaarheid van deze dorpen daardoor afneemt. Hij deelt mee dat hij afgelopen donderdag mild wilde zijn. Hij vroeg om tijd voor de adviesgroep en om een breder zoekgebied voor de adviesgroep. De gedeputeerde was duidelijk in haar afwijzing van zijn uitgestoken hand. Hij wijst erop dat Platform NOG zich heeft teruggetrokken. Voor hem betekent dit dat het draagvlak onder de adviesgroep is weggevallen. Hij vindt dat de provincies ervoor verantwoordelijk zijn om dat probleem op te lossen. Pagina 8/35

De heer WEIDE (interruptie) vraagt hoe de heer van Berkum reageert op de brief van de adviesgroep die afgelopen dinsdag verstuurd is, waarin ze reageert op het vertrek van Platform NOG. De heer VAN BERKUM antwoordt dat een aantal mensen heeft aangegeven dat er meer tijd nodig is. Er is een aantal voorwaarden gesteld, waaraan niet is voldaan. Hij vindt dat de adviesgroep voldoende ruimte moet krijgen. De heer WEIDE stelt dat de heer Van Berkum niet ingaat op de reactie van de adviesgroep op de klachten van Platform NOG. Hij verzoekt hem daarop in te gaan. De heer VAN BERKUM stelt dat de heer Weide dit mag verzoeken, maar dat hij heeft gezegd wat hij heeft gezegd. De heer WEIDE vraagt of de heer Van Berkum de brief heeft gelezen. De VOORZITTER neemt aan dat de heer Weide geen antwoord op die vraag krijgt. De heer TIJSSENS (interruptie) deelt mee dat hij niet gaat zeggen dat de schuld bij Platform NOG of bij de adviesgroep ligt in plaats van bij de provincie. Hij wil dat op dit moment in het midden laten. Hij wil wel zeggen dat afgelopen donderdag bij de behandeling in de commissie de gedeputeerde duidelijk heeft gezegd dat als het nodig is dat er meer tijd komt, er meer tijd komt. Hij stelt dat, als Platform NOG duidelijk had gezegd dat er meer tijd had moeten worden aangevraagd, de adviesgroep dat verzoek van Platform NOG had moeten honoreren of op zijn minst bespreekbaar had moeten maken. De heer VAN BERKUM deelt mee dat de gedeputeerde, nadat ze heeft gezegd dat er geen aanleiding is om de adviesgroep meer tijd te geven, heeft gezegd dat de adviesgroep meer tijd krijgt, als dat nodig is. Hij gaat er daarom van uit dat de adviesgroep meer tijd krijgt. Volgens mevrouw KAAMER VAN HOEGEE (interruptie) was er afgelopen donderdag nog geen sprake van dat er meer tijd nodig was. Er ligt nu een ander vraagstuk. Volgens haar wordt daaraan gehoor gegeven. Mevrouw DE MEIJ (interruptie) stelt dat iedereen op zijn klompen kon aanvoelen dat er sprake was van tijdsdruk. Ze wijst erop dat ruimtelijke ingrepen tijd kosten. De heer PAPINEAU SALM (interruptie) roept op om op te houden met te spreken over de procedure. Hij wijst erop dat Platform NOG spreekt over opschorten, niet over terugtrekken. Hij stelt voor om niet door te gaan over wat er donderdag is gebeurd in de commissievergadering. De heer VAN BERKUM deelt mee dat zijn fractie vindt dat er serieus gekeken moet worden naar een oplossing die de situatie rondom de Ringvaart verbetert en niet naar een oplossing die geen oplossing biedt voor de Ringvaart en alleen de situatie in Vogelenzang en Bennebroek verbetert en de natuur aantast. Pagina 9/35

GroenLinks bepleit veel ruimte en creativiteit voor de adviesgroep. Onder die voorwaarden kan de fractie instemmen met de MER. Hij stelt dat de gedeputeerde afgelopen donderdag duidelijk was in haar mededeling dat GroenLinks dat niet hoeft te verwachten. Hij hoopt dat er sinds donderdag iets gebeurd is waardoor de situatie is veranderd. Hij vraagt aan de gedeputeerde hoe zij ervoor gaat zorgen dat Platform NOG weer aansluit en dat de adviesgroep meer draagvlak krijgt en een groter deel van de bevolking vertegenwoordigt. De heer VAN HOOFF heeft het idee dat hij naar een serie op tv zit te kijken die hij al eens gezien heeft. Hij vraagt zich af wat men hier eigenlijk aan het doen is. Hij richt zich op de drie vragen die de voorzitter aan het begin van de vergadering heeft gesteld. De PVV vindt de Duinpolderweg niet nodig. De fractie is het niet eens met de probleemanalyse. Als er problemen zouden zijn, zou de PVV opteren voor de knelpuntenvariant. Hij stelt dat de rol van de adviesgroep is veranderd, vergeleken met een week geleden, omdat er een groep uitgestapt is. De PVV vindt dat nadelig, omdat dit, volgens de PVV, aangeeft dat het draagvlak in de regio er niet is voor deze oplossingen. Hij heeft begrepen dat de gedeputeerde van Noord-Holland bereid is om de adviesgroep extra tijd te geven. Hij stelt dat de MER na de zomer opgesteld kan worden, mocht dat nodig zijn. De PVV-fractie Noord-Holland begrijpt dat er een probleem is in de regio, maar blijft op het standpunt staan dat ze eerder heeft ingenomen. De heer GROENENDIJK deelt mee dat de PVV Zuid-Holland het gevoel bekruipt dat er een aantal oplossingen gepresenteerd wordt waar een probleem bij gezocht wordt. Volgens zijn fractie er is geen duidelijke noodzaak voor een nieuwe weg. De PVV Zuid-Holland is van mening dat er een ruime MER opgesteld moet worden, met meerdere varianten. De fractie vindt dat de adviesgroep die hiermee aan de slag gaat, voldoende tijd moet krijgen om tot een weloverwogen advies te komen. De fractie is niet gerust over de samenstelling van de adviesgroep en over de tijd die de adviesgroep krijgt. De fractie zou graag zien dat de samenstelling meer recht doet aan de maatschappelijk betrokken partijen. De heer CANTON herinnert eraan dat op 7 januari 2015 besloten is dat er een tussenstap moest worden ingelast waarin de verkeerscijfers, de modellen en de verkeersproblematiek verder aan bod moesten komen en beter onderzocht moesten worden. Op 23 maart gaf de toenmalige gedeputeerde De Bont daarop een reactie die al enige richting gaf. Hij zei namelijk dat na de tussenstap een besluit over het afvallen of toevoegen van MER-alternatieven aan bod zou komen. De PvdD is het niet helemaal eens met die inkadering, omdat deze te veel richting geeft, maar de PvdD Zuid-Holland gaat toch proberen er enigszins mee te werken. Hij deelt mee dat het beeld aan de hand van verkeerssituaties en modellen voor zijn fractie nog steeds niet helder is. Hij stelt dat het vage beeld dat er is, laat zien dat een stroomweg niet nodig is. Hij vindt lokale oplossingen logischer. Hij wijst erop dat de tussenstap in het leven geroepen is om de vaagheden op te lossen. De fractie vindt dat er geen adviesgroep nodig is voor de Duinpolderweg, omdat deze weg niet hoeft te worden aangelegd. De fractie vindt dat, als de adviesgroep een bredere taak krijgt, ze wel nuttig kan zijn. De fractie is het ermee eens dat de adviesgroep dan meer tijd moet krijgen en dat de samenstelling in balans moet Pagina 10/35

zijn. Ze vindt dat er in de adviesgroep ruimte moet komen voor een discussie over kleine varianten voor lokale knelpunten. Wat PvdD Zuid-Holland betreft hoeft er geen MER te komen, maar als deze er wel komt, moeten er drie aspecten in zijn: 1. De nulvariant moet een duidelijke rol spelen. 2. Kleine lokale problemen kunnen worden opgelost door een aantal maatregelen uit te werken. 3. Het OV moet een duidelijke rol spelen. De heer WEIDE wijst erop dat dit de eerste vergadering sinds 1840 is, waarbij de provincies Noord- en Zuid-Holland gezamenlijk bijeen zijn. Hij stelt dat dit wellicht smaakt naar meer. De VVD Zuid-Holland vindt dat er een probleem is. De fractie vindt dat uit de MER moet blijken wat de oplossing is voor dit probleem. De heer CANTON (interruptie) vraagt of de heer Weide vindt dat de probleemanalyse een helder beeld geeft van de problemen en indien dat niet het geval is, in hoeverre zijn fractie afwijkt van de probleemanalyse. De heer WEIDE antwoordt dat zijn fractie ziet dat er een verkeerskundig probleem is en dat, wat zijn fractie betreft, de MER-studie het volgende hoofdstuk gaat worden van het traject. Daaruit zal moeten blijken wat de oplossing moet zijn. Hij hoopt dat de provincies daar gezamenlijk over kunnen spreken. De heer BOUBERG WILSON (interruptie) vraagt of de heer Weide vindt dat de probleemanalyse helder is. De heer WEIDE antwoordt dat hij daar duidelijk over is geweest. Mevrouw DE MEIJ (interruptie) wijst erop dat er in de probleemanalyse iets wordt gezegd over woningbouwprogramma s. Het is voor haar fractie niet duidelijk of de Duinpolderweg er moet komen en of deze weg de ontsluiting biedt voor deze woningbouwprogramma s. Ze is benieuwd naar hoe de VVD dat ziet. De heer WEIDE wijst erop dat de VVD ziet dat er een probleem is en dat dit probleem moet worden opgelost. De heer CANTON (interruptie) wijst erop dat probleem enkelvoud is. Hijzelf heeft gesproken over meerdere knelpunten. Hij vraagt of de heer Weide slechts één probleem ziet, een aantal losse problemen of problemen die met elkaar samenhangen. De heer WEIDE antwoordt dat er een probleem is geconstateerd, namelijk dat het aantal banen in de Duin- en Bollenstreek gaat afnemen. Hij zou graag van de gedeputeerde willen horen dat de rapporten en de economische samenwerkingsagenda naar de Staten van Zuid-Holland worden gestuurd. De heer POTJER vindt het interessant om van de heer Weide te horen dat hij uit de probleemanalyse haalt dat er een werkgelegenheidsprobleem is. Hij vraagt zich af in hoeverre de probleemanalyse voor hem leidt tot de conclusie dat er een MER moet komen, terwijl hij zegt dat er meer werkgelegenheid moet komen. Hij vraagt hoe er meer werkgelegenheid kan komen door een MER. Pagina 11/35

De heer WEIDE wijst erop dat er een verkeerskundig probleem is. Wat daarvan de oplossing moet zijn, wil de VVD graag lezen in de MER. Dat er ook andere aspecten zijn geconstateerd, is gebleken. Hij is blij dat de Duin- en Bollenstreek voortvarend gaat werken aan de projecten die zijn geïdentificeerd om ervoor te gaan zorgen dat er banen komen. Hij wijst erop dat dit probleem al lange tijd bestaat. Mevrouw DE MEIJ (interruptie) vraagt zich af of er een antwoord komt op haar vraag over woningbouw. De heer POTJER (interruptie) deelt mee dat zijn fractie graag een antwoord wil op haar vraag. De heer WEIDE deelt mee dat de probleemanalyse voor de VVD Zuid-Holland uitwijst dat er een verkeerskundig probleem is en dat dit probleem moet worden opgelost. Welke maatregelen er precies moeten worden genomen, zal moeten blijken uit de MER. De heer POTJER wijst erop dat de heer Weide aangaf dat het probleem de werkgelegenheid was. Zijn fractie vraagt zich af of deze weg nodig is voor de werkgelegenheid. Zijn fractie haalt dat niet uit het rapport. Hij stelt dat hij nog geen antwoord heeft gekregen op deze vraag. De VOORZITTER deelt mee dat zij wel een antwoord heeft gehoord. De heer WEIDE antwoordt dat uit de studie blijkt dat, als er geen weg wordt aangelegd, er de komende tien jaar in ieder geval minder banen zullen zijn in de Duin- en Bollenstreek. Hij gaat ervan uit dat de aanleg van een weg goed is voor de werkgelegenheid. Hij denkt dat het goed is dat er maatschappelijke participatie is. Hij vindt dat de voor- en tegenstanders van bepaalde trajecten in de adviesgroep tot hun recht moeten komen. Uiteindelijk zal er een keuze worden gemaakt. Dan moet men kunnen zeggen waarom men een bepaalde keuze maakt. Hij wijst erop dat luisteren naar mensen iets anders is dan doen wat deze mensen zeggen. Mevrouw KAAMER VAN HOEGEE deelt mee dat haar fractie vindt dat nut en noodzaak van een Duinpolderweg meer dan voldoende zijn aangetoond. Ze deelt mee dat ze bewust een Duinpolderweg zegt, omdat er nog niet bekend is hoe de Duinpolderweg eruit komt te zien. Haar fractie vindt het goed dat er een adviescommissie is ingesteld. Naar aanleiding van de brieven van de adviescommissie deelt ze mee dat wat de VVD betreft, de gevraagde extra ruimte qua tijd gegeven moet worden. In haar beleving is dat al toegezegd door de gedeputeerde. Ze denkt dat Platform NOG misschien naar aanleiding van de brief en de reactie van de adviesgroep op de brief van Platform NOG toch ruimte en mogelijkheden ziet om weer aan te schuiven in de adviesgroep. De VVD wacht het advies van de adviesgroep af. De VVD gaat ervan uit dat de adviesgroep tot een of meerdere varianten komt. Ze hoopt dat het er geen tien of twintig zullen zijn, omdat er dan geen breed gedragen oplossing is. Pagina 12/35

De VVD laat GS de ruimte om er een aantal varianten aan toe te voegen. Daarna moet er overgegaan worden tot een MER om te onderzoeken welke oplossing de beste is. De heer VAN BERKUM (interruptie) is benieuwd wat mevrouw Kaamer van Hoegee vindt van wat haar collega, de heer Weide, zojuist heeft gezegd. Hijzelf heeft altijd het idee gehad dat de Duinpolderweg nodig was omdat de verkeersproblematiek moest worden opgelost in de regio. Hij begrijpt nu van de heer Weide dat dit niet het geval is, maar dat de weg er moet komen om de economische ontwikkeling te stimuleren. Hij vraagt of mevrouw Kaamer van Hoegee het ermee eens is dat de Duinpolderweg aangelegd moet worden om de werkgelegenheid te stimuleren in de regio en dat dit losstaat van de verkeersontwikkeling. Mevrouw KAAMER VAN HOEGEE antwoordt dat een Duinpolderweg in eerste instantie een verkeerskundige oplossing is. Ze wijst erop dat een goede bereikbaarheid positieve gevolgen heeft voor de werkgelegenheid. Ze wijst erop dat er een verkeersprobleem is dat moet worden opgelost. De heer VAN BERKUM (interruptie) vindt dit een interessant punt. Hij vraagt aan zowel de VVD als de gedeputeerden of het gaat om het stimuleren van werkgelegenheid of om een probleem op te lossen rondom de Ringvaart. Mevrouw KAAMER VAN HOEGEE antwoordt dat het gaat om het oplossen van een verkeerskundig probleem, wat de VVD betreft, en dat economische groei een neveneffect is. De heer TIJSSENS (interruptie) deelt mee dat hij vanavond probeert de provinciegrenzen niet aan te houden. Het valt hem op in de bijdragen van de VVD van beide provincies dat ze de enkelvoudsvorm nadrukkelijk gebruiken. Ze spreken van een probleem en een weg. Hij wijst erop dat de gedeputeerde heeft gezegd dat er mogelijk een selectie van oplossingen zou kunnen zijn. Hij vraagt of de VVD er bewust voor kiest om te spreken over een probleem of dat de VVD vindt dat hij nu spijkers op laag water zoekt. Mevrouw KAAMER VAN HOEGEE vindt dat de heer Tijssens spijkers op laag water zoekt. Ze deelt mee dat de VVD openstaat voor deeloplossingen. De heer POTJER stelt dat de Provinciale Staten van Zuid-Holland ruim een jaar geleden besloten dat de Duinpolderweg een oplossing was waarbij een probleem moest worden gezocht. Er werd een tussenstap ingelast om het probleem te vinden en het nut en de noodzaak van een stroomweg aan te tonen. Zijn fractie constateert dat dit niet is gelukt. Er is geconstateerd dat er een aantal verspreide verkeersknelpunten is. De insprekers hebben duidelijk gemaakt dat een enkele stroomweg deze knelpunten niet kan oplossen. Ook is gebleken dat de omvang van de knelpunten discutabel is. De prognoses blijken niet realistisch te zijn. De conclusies uit de MER van 2003 zijn nog onverminderd geldig. Het antwoord van GroenLinks Zuid-Holland op vraag 1 is dat de noodzaak van de weg niet is aangetoond. Daarom vindt de fractie een MER ook discutabel. Voor lokale oplossingen is in principe geen MER nodig. Als GS per se door willen gaan met Pagina 13/35

een MER, kan dat wat GroenLinks Zuid-Holland betreft, maar dan zou de MER geen stroomweg moeten bevatten. De heer WEIDE (interruptie) wijst erop dat er een verkeerskundig probleem is en dat uit de MER zal moeten blijken welke oplossing de beste is. De heer POTJER concludeert dat de heer Weide zijn conclusie onderstreept dat er niet is aangetoond dat een stroomweg noodzakelijk is, terwijl deze vraag wel voorligt. Als de VVD zegt dat er lokale oplossingen mogelijk zijn voor lokale problemen, kan men aan de slag. Dan is er geen MER nodig. Hij stelt dat er in de coalitie van Noord-Holland een meerderheid lijkt te komen voor de overtuiging dat men niet moet wachten met de realisatie van het HOV-net totdat er een onderzoek is ingesteld naar een Duinpolderweg. GroenLinks Zuid-Holland vraagt zich af of een weg de juiste oplossing is. Hij heeft gehoord dat zijn PvdA-collega uit Noord-Holland sprak over fietsveiligheid en het doorstromen van fietsers. Hij vraagt zich af of men een autoweg moet aanleggen om deze zaken te verbeteren. De heer DE GRAAF (interruptie) vraagt waarop de heer Potjer zijn stelling baseert dat Noord-Holland zou kunnen instemmen met alleen HOV en geen oplossing voor de verkeerskundige problemen. Hij weet niet wie dat gezegd heeft. De heer POTJER antwoordt dat hij bespeurde dat er zich daarvoor een meerderheid aftekende in Noord-Holland. Hij legt de vraag aan de gedeputeerde voor in hoeverre zij bereid is door te gaan met het HOV-net onafhankelijk van hoe er nu over de Duinpolderweg wordt gesproken. Hij vindt de vraag over de adviesgroep (vraag 3) moeilijk te beantwoorden. Hij stelt dat, op het moment dat er geen MER wordt opgesteld, het weinig zin heeft om een adviesgroep te hebben. Aan de andere kant denkt hij dat het toch goed is om een evenwichtige adviesgroep samen te stellen die meedenkt over lokale oplossingen. Wat zijn fractie betreft, zou de adviesgroep een brede opdracht moeten krijgen en zou deze verder moeten kijken dan alleen naar de voorgelegde varianten. Zijn fractie houdt vast aan de procedureafspraken die gemaakt zijn in de laatste commissievergadering van Verkeer en Milieu in Zuid-Holland. Daarin is afgesproken dat men in de komende Statenvergadering van Zuid-Holland gaat spreken over dit project, het nut en de noodzaak en de afronding van de tussenstap. Met het vertrek van Platform NOG is wat zijn fractie betreft, de legitimiteit van de adviesgroep verdwenen. Dit roept de vraag op welke criteria men hanteert en hoe men aankijkt tegen de samenstelling van de adviesgroep. Hij wijst erop dat de gemeenten hebben aangegeven dat de stuurgroep op dit moment niet optimaal functioneert. Zijn fractie wil dit gegeven graag betrekken bij de discussie over het vervolgproces, evenals de bevoegdheden en de rollen van verschillende groepen. Een hoorzitting, die nu gepland is op 3 juni, lijkt zijn fractie niet opportuun. Dat is zeer kort na 1 juni, de datum waarop de besluitvorming in de Provinciale Staten van Zuid-Holland plaatsvindt. Het lijkt zijn fractie goed om deze datum op te schorten. De heer WEIDE (interruptie) wijst erop dat er vanmiddag een overleg is geweest over de procedure. Hij betreurt het zeer dat de heer Potjer er opnieuw over Pagina 14/35

begint. Er is afgesproken dat er op teruggekomen zou worden in de komende vergadering van de commissie V en M van Zuid-Holland. De heer POTJER is het met de heer Weide eens dat er informeel goede gesprekken over gevoerd zijn. De opmerking van de heer Weide bevreemdt hem. De heer TIJSSENS (interruptie) denkt dat de heer Potjer een punt heeft als hij zegt dat, als er geen weg nodig is, er ook geen MER nodig is. Hij wijst erop dat de GS van Noord-Holland hebben aangegeven dat onderzoek doen niet hoeft te betekenen dat dit één weg oplevert, maar dat ze alle mogelijke oplossingen voor de bereikbaarheidsproblematiek met de auto in dat gebied in een keer willen uitwerken omdat het proces al lang duurt. Hij stelt dat, als de heer Potjer dat niet wil, hij eigenlijk afstand neemt van een vlucht van de stroomweg. Dit verbaast hem. Hij vraagt of de heer Potjer dat kan verklaren. De heer POTJER antwoordt dat hij heeft geprobeerd aan te geven dat, wat zijn fractie betreft, de noodzaak van een stroomweg er niet is. Hij gaat ervan uit dat een MER de noodzaak ook niet zal aantonen. Als Gedeputeerde Staten van Noord-Holland dit gebied sowieso gaan onderzoeken, zal GroenLinks Zuid- Holland daar niet voor gaan liggen, maar hij vindt dat een stroomweg geen onderdeel zou moeten zijn van dat onderzoek. Hij zou dat zonde vinden van de onderzoekscapaciteit, omdat er al vijftien jaar onderzoek naar is gedaan en er steeds is uitgekomen dat deze weg niet gaat werken. De heer TIJSSENS (interruptie) stelt dat dit betekent dat het bestuur zegt dat het bereid is de boel open te gooien, terwijl GroenLinks Zuid-Holland zegt dat deze fractie de boel dichtgooit. De heer POTJER begrijpt de vraag van de heer Tijssens niet. Hij stelt dat de fractie van GroenLinks Zuid-Holland de boel ook opengooit. Hij wijst erop dat de vraag die voorligt, is om GS aandachtspunten en een richting mee te geven waarover de MER moet gaan (vraag 2). Wat GroenLinks Zuid-Holland betreft moet de MER geen heilloze richting ingaan. De heer TIJSSENS stelt dat de heer Potjer het opengooit zoals een weg opengegooid wordt: deze is tijdelijk doodlopend. Als de heer Potjer zegt dat het onderwerp niet MER-waardig is, dan zegt hij, volgens de heer Tijssens, eigenlijk dat de weg naar voren is afgesloten, wat GroenLinks Zuid-Holland betreft. De heer ÇELIK (interruptie) wijst erop dat er vandaag niets wordt besloten. Het doel van de bijeenkomst is sparren. Straks zullen de Statenleden in hun eigen provincie besluiten of er een MER komt. De VOORZITTER stelt dat de heer Çelik daarin gelijk heeft. De heer VAN DIEREN merkt op dat aan het onderwerp bereikbaarheid grensstreek Noord- en Zuid-Holland al een aantal besprekingen is gewijd. Hij vindt het goed dat er een tussenstap is ingelast. Hij deelt mee dat hij in mei 2007 woordvoerder was over het onderwerp gebiedsuitwerking Haarlemmermeer- Bollenstreek. Hij vindt de naam Duinpolderweg storend. Hij vindt dat men terug Pagina 15/35

moet naar de betiteling Bereikbaarheid grensstreek Noord- en Zuid-Holland. Zijn fractie is het eens met de constatering dat in het grensgebied van Noord- en Zuid- Holland maatregelen nodig zijn om de verkeerssituatie te verbeteren, maar ze blijft bij de constatering dat ze het niet eens is met de genoemde oplossingsrichtingen. Hij merkt op dat in 2008 gezegd werd dat het onderzoek liet zien dat ook in de meer directe omgeving van nieuwe infrastructuur (daar was toen ook sprake van) het effect minder groot is dan vooraf werd ingeschat. Zijn fractie onderschrijft de suggesties die zijn gedaan door CDA en D66 om lokaal maatwerk mee te nemen in een volgende variant. Zijn fractie vindt dat het HOV voortvarend moet worden aangepakt. Hij stelt dat het HOV niet gekneveld mag worden door de Duinpolderweg. Hij vraagt of de gedeputeerden het met hem eens zijn dat het HOV voortvarend kan worden aangepakt. Hij wijst erop dat de heer Lokker heeft geadviseerd om een breed samengestelde adviesgroep in te stellen en dat iedereen dat een goed voorstel vond. Men kan bedenkingen hebben bij het feit dat deze groep al bij elkaar is gekomen. Hij stelt dat men nu moet constateren dat door de haast het goede ervan dreigt te sneuvelen. Zijn fractie stelt voor om de partijen die nu dreigen af te haken er weer bij te betrekken en om de groep meer tijd te geven om tot advisering over te gaan. Hij kan zich voorstellen dat deze groep wat meer tijd nodig heeft. Hij vraagt of de gedeputeerden het met hem eens zijn dat voor het opstellen van een goed advies tijd nodig is. De heer CANTON (interruptie) vraagt of de heer Van Dieren al kan aangeven of er volgens zijn fractie varianten zijn die niet hoeven te worden onderzocht voor een MER. De heer VAN DIEREN antwoordt dat wat zijn fractie betreft, de noodzaak van een Duinpolderweg niet is aangetoond. Als de meerderheid deze variant wil laten vervallen, zou hij daarmee instemmen. De heer WEIDE (interruptie) stelt dat er zeer veel kennis in de nieuwsbrieven en de stukken staat. Hij weet niet of het nodig is om meer tijd te geven aan de adviesgroep. Hijzelf heeft het idee dat mensen al precies weten wat ze willen. De heer VAN DIEREN stelt dat er voldoende partijen moeten worden betrokken bij de adviesgroep om de waarde die men aan een adviesgroep toekent, tot uitdrukking te brengen. Wanneer de adviesgroep in korte tijd advies moet uitbrengen, bestaat het risico dat de leden niet goed naar elkaar luisteren. Hij neemt aan dat, als de groep meer tijd krijgt, er een evenwichtiger advies komt. Hij neemt aan dat de gedeputeerden een degelijk advies wensen. De heer DE GRAAF heeft gehoord dat de voorzitter drie vragen heeft voorgelegd. Hij had er vijf voorbereid. Hij beschouwt dit als een verlicht examen. Op vraag 1 antwoordt hij bevestigend. Op vraag 2 antwoordt hij dat zijn fractie graag zou zien dat de knelpuntenvariant en de nulvariant worden meegenomen. Zijn fractie stelt voor om de integraliteit van de oplossingsrichtingen te benadrukken. Als het nodig is om de beeldvorming te verbeteren door de naamgeving te veranderen, vindt zijn fractie dat zinvol. Pagina 16/35

Zijn fractie hoopt dat de recente brief van de voorzitter van de adviesgroep serieus wordt genomen door de partij die haar deelname heeft opgeschort. Hij roept deze groep op om haar verantwoordelijkheid te nemen. Hij stelt dat iets meer tijd de kwaliteit verbetert. Het CDA stelt wat dat betreft zijn standpunt bij. Het CDA was steeds voor handhaving van de planning, maar het is nu duidelijk dat het gewenst is om de adviesgroep meer tijd te geven. De heer VAN BERKUM is benieuwd hoe de heer De Graaf de opmerking van LTO-Noord ziet dat de aanleg van een stroomweg ernstige gevolgen zal hebben door het verlies van landbouwgrond. Hij vraagt of de heer De Graaf dat ook zo ziet. De heer DE GRAAF antwoordt dat LTO-Noord de oorspronkelijke onderschrijving van nut en noodzaak heeft bijgesteld. Als bollengrond op de een of andere manier gecompenseerd kan worden is de aanleg van een stroomweg bespreekbaar voor LTO-Noord. Zijn fractie bepleit het handhaven van het areaal. De heer HOOGERVORST vraagt aan de heer De Graaf of hij de insprekers vorige week niet heeft horen zeggen dat het zeer moeilijk is om compensatie aan grond te vinden in het gebied. De heer DE GRAAF antwoordt dat dit afhangt van het zoekgebied. De heer ZOON neemt aan dat de heer De Graaf beseft dat in het gebied geen natuurcompensatie mogelijk is. Hij heeft de heer De Graaf horen zeggen dat het CDA wil dat er meer tijd komt voor de probleemanalyse. Hij vraagt of hij wel wil dat er voortvarend met HOV aan de slag gegaan moet worden. De heer DE GRAAF constateert dat de heer Zoon hem drie vragen heeft gesteld. Op de eerste vraag antwoordt hij dat hij niet bij voorbaat uitsluit dat compensatie van bollengrond mogelijk is. Op de tweede vraag antwoordt hij dat hij niet meer tijd wil voor de probleemanalyse, maar dat hij de vraag van de adviesgroep om meer tijd onderschrijft. Op de derde vraag antwoordt hij dat volgens hem het HOV op schema ligt. De heer VAN BERKUM wijst erop dat LTO-Noord vrij duidelijk heeft aangegeven dat de grond niet kan worden gecompenseerd. Hij vraagt hoe de heer De Graaf de compensatie voor zich ziet. De heer DE GRAAF antwoordt dat hij erover heeft gesproken met de heer Van Haaster. Hij stelt dat de mogelijkheid tot compensatie zal moeten blijken uit de MER. De heer PAPINEAU SALM (interruptie) wijst erop dat de heer Van Haaster heeft gezegd dat het moeilijk wordt. Hij heeft niet gezegd dat het niet zou kunnen. De heer POTJER (interruptie) is benieuwd of de heer De Graaf het HOV wil doorzetten, ook als er vertraging optreedt door de adviesgroep meer tijd te geven. Hij vraagt of, wat hem betreft, de dossiers aan elkaar gekoppeld moeten zijn. Pagina 17/35

De heer DE GRAAF antwoordt dat zijn fractie voor een integrale oplossing is. Dat betekent een koppeling van HOV, infrastructuur en andere maatregelen. Als dat in de tijd uiteen gaat lopen, vindt zijn fractie het bespreekbaar als dit de kwaliteit van de oplossingen ten goede komt. De heer POTJER (interruptie) vraagt of de integrale oplossing, wat hem betreft, ook een oplossing zou kunnen zijn zonder Duinpolderweg en zonder stroomweg. De heer DE GRAAF antwoordt dat hij niet vooruit wil lopen op de adviezen van de adviesgroep met betrekking tot tracés. Hij stelt dat de tracékeuze moet blijken uit de MER. Schorsing van 20.40 uur tot 20.58 uur. Mevrouw POST heeft gehoord dat een aantal partijen vragen heeft gesteld over de koppeling met HOV. Ze wijst erop dat in het coalitieakkoord een nadrukkelijke koppeling is gemaakt tussen HOV en de oplossing van de problemen met de weg. Dat komt doordat in de Bereikbaarheidsstudie Grensstreek is aangegeven dat beide zaken belangrijk zijn om een aantal problemen in het gebied op te lossen. Ze kan de koppeling niet zomaar loslaten. Het lijkt haar logisch om in te zetten op beide dossiers. De heer VAN DIEREN (interruptie) kan de lijn volgen die mevrouw Post schetst, maar hij stelt voor de ene zaak niet te laten knevelen door de andere, wanneer de beide zaken een verschillende snelheid krijgen op basis van kille feiten. Mevrouw POST denkt dat er voor Noord-Holland wel enige zekerheid moet zijn dat beide zaken worden aangepakt. Ze wijst erop dat men al dertien jaar in gesprek is over de problematiek in de grensstreek. Ze denkt dat het gewenst is om op beide dossiers voortgang te blijven boeken. Ze wijst erop dat er een aanzienlijke bijdrage voor het HOV is voorzien vanuit de Stadsregio Amsterdam. De stadsregio Amsterdam is ook zeer begaan met de problematiek met betrekking tot de weg. Ze denkt dat van de kant van de stadsregio Amsterdam de koppeling in financieel opzicht er is. Ze bedoelt dit niet als gijzeling. Ze vindt het belangrijk dat op beide trajecten voortgang wordt geboekt, al kan het met verschillende snelheden gaan. De heer VAN DIEREN constateert dat de gedeputeerde het met hem eens is dat het tempo losgelaten zou kunnen worden. Mevrouw POST antwoordt dat ze altijd in is voor goede afspraken, maar er moet enige zekerheid zijn dat het wat langzaam lopende dossier tot een afronding komt. De heer SLOOTER (interruptie) vindt het wonderbaarlijk dat mevrouw Post het zo hard blijft stellen. Hij begrijpt uit de woorden van de gedeputeerde dat, als de Duinpolderweg niet doorgaat, het HOV misschien ook niet doorgaat. Hij wijst erop dat er organisaties in Zuid-Holland zijn die tegen de Duinpolderweg zijn, die dit als chantage beschouwen. Hij vindt dat jammer. Hij wijst erop dat er dan een discussie wordt weggedrukt. Pagina 18/35