Beek. Een gezonde kijk op. maakt deel uit van Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning

Vergelijkbare documenten
Schinnen. Een gezonde kijk op. maakt deel uit van Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning

Simpelveld. Een gezonde kijk op. maakt deel uit van. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning

Vaals. Een gezonde kijk op. maakt deel uit van Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning

Nuth. Een gezonde kijk op. maakt deel uit van Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning

Meerssen. Een gezonde kijk op. maakt deel uit van. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning

Voerendaal. Een gezonde kijk op. maakt deel uit van. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning

Een gezonde kijk op Eijsden-Margraten

Valkenburg a/d Geul. Een gezonde kijk op. maakt deel uit van Regionale. Volksgezondheid Toekomst Verkenning

Landgraaf. Een gezonde kijk op. maakt deel uit van. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning

Kerkrade. Een gezonde kijk op. maakt deel uit van Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning

Sittard-Geleen. Een gezonde kijk op. maakt deel uit van. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning. Een gezonde kijk op Sittard-Geleen

Stein. Een gezonde kijk op. maakt deel uit van Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning

Heerlen. Een gezonde kijk op. maakt deel uit van Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning

Gulpen-Wittem. Een gezonde kijk op. maakt deel uit van. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning. Een gezonde kijk op Gulpen-Wittem

Maastricht. Een gezonde kijk op. maakt deel uit van. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning

Samenvatting Twente. 2 van 6 Kernboodschappen Twente. Versie 2, oktober 2013

Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten

Kernboodschappen Gezondheid Enschede

(Demografische) ontwikkelingen op deelgebieden binnen de gemeente Voerendaal

Kernboodschappen Gezondheid Losser

Kernboodschappen Gezondheid Almelo

Op weg naar de speerpuntennotitie lokaal gezondheidsbeleid Boxmeer : Speerpunten voor Boxmeer?? Esther Hendriks 24 september 2009

Subregio Nederland t.o.v Sociaal economische status (SES) % / aantal subregio / regio

Kernboodschappen Gezondheid Borne

Kernboodschappen Gezondheid Haaksbergen

Samenvatting Losser. 2 van 5 Twentse Gezondheids Verkenning Losser. Versie 1, oktober 2013

Gezond meedoen in Gulpen-Wittem. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

Kernboodschappen Gezondheid Oldenzaal

Kernboodschappen Gezondheid Dinkelland & Tubbergen

Gezond meedoen in Kerkrade. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

Gezond meedoen in Vaals. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

Bouwstenen nota volksgezondheid Renate Martens en Ivanka van der Veeken. Gemeente Drimmelen GGD West-Brabant:

Kernboodschappen Gezondheid Wierden

Gezond meedoen in Landgraaf. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

Samenvatting Noaberkracht Dinkelland Tubbergen

Gezond meedoen in Schinnen. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

Kernboodschappen Gezondheid Twenterand

Gezond meedoen in Simpelveld. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

Samenvatting Jong; dus gezond!?

GEZONDHEID IN BEELD GEMEENTE VENLO

Gezond meedoen in Eijsden-Margraten. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

Gezond meedoen in Meerssen. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

Gezond meedoen in Sittard-Geleen. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

GEZONDHEID IN BEELD GEMEENTE LEUDAL. Resultaten uit de volwassenen- en ouderenmonitor 2012

GEZONDHEID IN BEELD GEMEENTE PEEL EN MAAS

GEZONDHEID IN BEELD GEMEENTE NEDERWEERT

GEZONDHEID IN BEELD GEMEENTE BEESEL

GEZONDHEID IN BEELD GEMEENTE WEERT

GEZONDHEID IN BEELD GEMEENTE ROERDALEN

Gezond meedoen in Stein. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

Gezond meedoen in Maastricht. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

GEZONDHEID IN BEELD GEMEENTE ECHT-SUSTEREN. Resultaten uit de volwassenen- en ouderenmonitor 2012

GEZONDHEID IN BEELD GEMEENTE GENNEP

Gezond meedoen in Valkenburg aan de Geul. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

GEZONDHEID IN BEELD GEMEENTE ROERMOND

Zuidoost gezond en wel?

Alcoholgebruik: omvang in de regio

Gezond meedoen in Heerlen. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

GEZONDHEID IN BEELD GEMEENTE MAASGOUW. Resultaten uit de volwassenen- en ouderenmonitor 2012

GEZONDHEID IN BEELD GEMEENTE BERGEN. Resultaten uit de volwassenen- en ouderenmonitor 2012

Gezondheid en sociaal domein verbonden

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Borgele en Platvoet Deventer

Factsheet Amsterdamse Gezondheidsmonitor 2012

Ouderenmonitor Gezondheidsonderzoek 65-plussers regio Nijmegen. Gezondheidsonderzoek kinderen 0-12 jaar regio Nijmegen

GEZONDHEID IN BEELD GEMEENTE VENRAY

Wijkgericht werken: doel of middel?

GEZONDHEID IN BEELD GEMEENTE HORST AAN DE MAAS

Gemeente rapportage Nederweert Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2016

Noord gezond en wel?

Factsheet Amsterdamse Gezondheidsmonitor 2012

Centrum gezond en wel?

Regionale VTV Levensverwachting en sterftecijfers. Referent: Drs. M.J.J.C. Poos, R.I.V.M.

Hoe gezond zijn de inwoners van Staphorst? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Factsheet Amsterdamse Gezondheidsmonitor 2012

Kernboodschappen Gezondheid Hengelo

Gezond meedoen in Nuth. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Twenterand. Colofon. Maakt deel uit van de Twentse Gezondheidsverkenning. Samenstelling. Uitgave. Copyright. Pagina Pagina 1

Gezond meedoen in Onderbanken. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Nieuw-West gezond en wel?

Een gezonde kijk op. Zuid-Limburg. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning

INFOKAART OUDEREN EN ROKEN

Regionale VTV Bevolking. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 Hart voor Brabant Deelrapport Bevolking

Gezondheidsmonitoren jongeren en ouderen. Meta Moerman Cie Welzijn gemeente Neerijnen 19 juni 2012

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Voorstad Deventer

de bevolking van Aa en Hunze vergrijst, van 21% nu naar 35% in 2040.

De toekomst: iedereen doet mee!? Carolien Plevier - GGD regio Utrecht Hanneke Schreurs - Gemeente Utrecht Volksgezondheid

Gemeente Zaanstad en Molenwerf

Gemeente Zaanstad. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

Utrecht gezond!

Gezondheidsprofiel Boxtel Oost

Kindermonitor Samenvatting van een grootschalig onderzoek onder 0 tot 12 jarige kinderen uit de Regio Gelderland Midden

Hoe gaat het met de leerlingen van Openbare scholengemeenschap Willem Blaeu? Schoolrapportage Emovo 2014/2015

23 65-plussers in de regio Gelre-IJssel. Resultaten van de ouderenmonitor 2010

Hoe gezond zijn de inwoners van Steenwijkerland? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Stadsdeelprofielen Den Haag 2017

Hoe gezond zijn de inwoners van Deventer? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Steenwijkerland? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Transcriptie:

Een gezonde kijk op Beek is onderdeel van de regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning (VTV) Zuid-Limburg 2010 en geeft een integraal beeld van de gezondheidstoestand in de gemeente Beek op basis van de op dit moment beschikbare informatie. Voor de overige Zuid-Limburgse gemeenten is een vergelijkbaar rapport verschenen. Een gezonde kijk op Beek Een gezonde kijk op Beek 2010 maakt deel uit van Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2010 GGD Zuid Limburg Postbus 2022 6160 HA Geleen T 046 850 66 66 info@ggdzl.nl www.ggdzl.nl December - 2010 Opm_omslag boekje rvtv_a5_beek.indd 1 14-12-2010 12:25:15

Zuid-Limburg Sittard-Geleen Stein Onderbanken Beek Schinnen Brunssum Meerssen Nuth Heerlen Landgraaf Maastricht Valkenburg aan de Geul Voerendaal Kerkrade Margraten Gulpen - Wittem Simpelveld Eijsden Vaals

Een gezonde kijk op Beek Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2010

Ontwerp omslag: Caris & Sak, Heerlen Vormgeving binnenwerk: Studio aan de Werf, Utrecht Drukker: ZuidamUithof, Utrecht Deze uitgave is mede mogelijk gemaakt door financiering van de Provincie Limburg Een publicatie van GGD Zuid Limburg Postbus 2022 6160 HA Geleen Telefoon: (046) 850 66 66 www.ggdzl.nl Auteursrecht voorbehouden GGD Zuid Limburg, Geleen, 2010 Aan de totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg besteed. Voor informatie die nochtans onvolledig of onjuist is opgenomen, aanvaarden redactie, auteurs en uitgever geen aansprakelijkheid. Voor eventuele verbeteringen van de opgenomen gegevens houden zij zich gaarne aanbevolen. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze hetzij elektronisch. Mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de GGD Zuid Limburg. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16b Auteurswet 1912 juncto het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471, en artikel 17 Auteurswet 1912, dient met de daardoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht, postbus 882, 1180 AW Amstelveen. Voor het overnemen van gedeelten uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden.

Een gezonde kijk op Beek Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2010 Dit document maakt deel uit van de regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2010 Een gezonde kijk op Zuid-Limburg Eindredactie: P.H.G. Lamberts GGD Zuid Limburg Postbus 2022, 6160 HA Geleen Telefoon: (046) 850 66 66 www.ggdzl.nl

inhoud Inhoud Voorwoord 7 Een gezonde kijk op Beek 9 1 De Volksgezondheid Toekomst Verkenning 11 1.1 Gezondheidsbeleid biedt kans om regierol te versterken 11 1.2 De regionale VTV voor Zuid-Limburg 12 1.3 Toekomst van de regionale VTV 13 1.4 Leeswijzer 13 2 Kenmerken van de bevolking in Beek 15 2.1 Een blik op Beek 15 2.2 Sociaaleconomische status in Beek 17 3 Sterfte, ziekte en gezondheid in Beek 21 3.1 inleiding 21 3.2 Gezondheid: over leven en dood 21 3.3 Fysieke, psychische en sociale gezondheid 21 4 Factoren die de gezondheid beïnvloeden 29 4.1 inleiding 29 4.2 Leefstijl in Beek 29 4.3 Fysieke omgeving 35 5 Zorg en veiligheid in Beek 37 5.1 inleiding 37 5.2 De gezondheidszorg in Beek 37 5.3 Maatschappelijke ondersteuning in Beek 39 5.4 Veiligheid in Beek 40 5

Een gezonde kijk op BEEK 6 Kansen voor gezondheidsbeleid: Zuid-Limburg en Beek 43 6.1 Een verbetering van de gezondheid vraagt om meer dan alleen de wet 43 6.2 investeren in gezondheid onontbeerlijk voor de toekomst 44 6.3 Focus op risicogroepen 45 6.4 Hoe nu verder? 45 Literatuur, gegevensbronnen en websites 47 Bijlage 1 Taken vanuit de Wet publieke gezondheid 51 Bijlage 2a Kernindicatoren jongerenmonitor 53 Bijlage 2b Kernindicatoren volwassenenmonitor 55 Bijlage 2c Kernindicatoren ouderenmonitor 57 Bijlage 3 Afkortingenlijst 59 Bijlage 4 Begrippenlijst 61 Bijlage 5 Verantwoording 65 Bijlage 6 Auteurs en gemeentelijke contactpersonen 66 6

voorwoord Voorwoord Wie naar Beek kijkt, ziet een prachtige gemeente, met veel oude kernen en historische panden, natuurschoon maar ook een uitgebreid winkelaanbod. Een gemeente waar we trots op kunnen zijn. Wie langer kijkt, ziet echter ook een ongezonde gemeente. Want wist u dat veel inwoners van Beek overgewicht hebben en relatief vaak diabetes, te weinig groenten en fruit eten en dat te weinig bewogen wordt in de gemeente? En wist u dat in Beek veel 55-plussers kansarm en niet vitaal zijn en een gezondheidsrisico lopen? Op het gebied van gezondheid zijn nog veel verbeteringen mogelijk en staat Beek voor een uitdaging. Een eerste stap op weg naar een gezonde gemeente is deze gezonde kijk op Beek. Gezond, want realistisch, gedegen en noodzakelijk. Deze rapportage geeft een integraal beeld van de gezondheidstoestand in Beek, op basis van de op dit moment beschikbare informatie met aanknopingspunten voor toekomstig beleid. Deze uitgave, in combinatie met de regionale VTV 2010 Een gezonde kijk op Zuid-Limburg en een evaluatie van het huidige gemeentelijke gezondheidsbeleid, vormt een belangrijke basis voor het gezondheidsbeleid 2012-2015 en het daaraan gelieerde Beekse uitvoerings programma. Wij danken allen die een bijdrage hebben geleverd aan de totstandkoming van deze uitgave. Wij hopen dat deze gezonde kijk bijdraagt aan een gezond Beek. Veel leesplezier. Fons Bovens Frank Klaassen Directie GGD Zuid Limburg 7

Een gezonde kijk op BEEK Een gezonde kijk op Beek Gemiddelde levensverwachting en sterfte in Beek In Beek wijkt de levensverwachting nauwelijks af van het Nederlandse gemiddelde (80,4 versus 80,1 jaar). De sterfte is iets lager maar verschilt niet significant van het landelijke gemiddelde (70,8 versus 72,1 per 10.000 inwoners). De meest voorkomende doodsoorzaken zijn, net als in Nederland, hart- en vaatziekten en kanker. Gezondheidsproblemen bij 55-plussers De ouderen in Beek zijn ten opzichte van Zuid-Limburg minder vaak ernstig tot zeer ernstig eenzaam (6,9% versus 9,1% in Zuid-Limburg). Eveneens hebben minder ouderen in Beek een hoog risico op angststoornissen of een depressie (5,4% versus 7,1% in Zuid-Limburg). In Beek heeft één op de acht 55-plussers in een tijdsbestek van drie maanden een letsel, vergiftiging of blessure opgelopen. Bijna een derde van de ouderen in Beek is kansarm en niet vitaal; dit is minder dan in de regio. Een klein deel van de jongeren in Beek heeft psychosociale problemen In Beek heeft 3,2% van de jongeren psychosociale problemen ten opzichte van 4,1% in Zuid-Limburg. Van de jongeren wordt 4,2% wekelijks gepest; 3,2% wordt gepest op school. Deze percentages liggen iets lager dan de Zuid-Limburgse gemiddelden. Voortijdig schoolverlaten komt in Beek minder vaak voor dan in de andere Zuid-Limburgse gemeenten (gemiddeld 4,0%). Leefstijl vaak ongezond in Beek Bij veel volwassenen (41%) en ouderen (58%) in Beek is sprake van overgewicht. Het percentage volwassenen met ernstig overgewicht (obesitas) is 9,6% en bij 55-plussers 14%. Het voorkomen van diabetes is gelijk aan het regionale gemiddelde van 4,4%; dit is hoger dan het landelijke gemiddelde van 2,9%. Vergeleken met jeugdigen elders in het land hebben leeftijdsgenoten in Beek minder vaak overgewicht. In alle leeftijdscategorieën haalt ruim de helft de norm voor het eten van groente en fruit niet. Eén op de acht jongeren ontbijt niet dagelijks en ongeveer een derde van de inwoners voldoet niet aan de beweegnorm. Er zijn echter ook gunstige trends. Bijna tweederde van de jongeren in Beek is lid van een sportvereniging en met uitzondering van de 55-plussers wordt in alle leeftijdscategorieën minder gerookt. 9

Een gezonde kijk op BEEK Veel woningen in Beek hebben een binnenmilieuprobleem In de gemeente Beek hebben veel woningen een probleem met het binnenmilieu. Vooral ventilatie in woningen is (net zoals in de rest van Zuid-Limburg) onder de maat. In 31% van de woningen is sprake van schimmel- en vochtplekken. Van de inwoners in Beek ervaart 22% ernstige geluidshinder en heeft 9,4% ernstige slaapverstoring door geluid. Eén op de elf ouderen ontvangt mantelzorg in Beek In Beek ontvangt 9,3% van de 55-plussers mantelzorg. Daarnaast is onder de 55-plussers een behoefte aan sport- of bewegingsactiviteiten (8,1%). Bij de 75-plussers is er een behoefte aan een loket voor gezondheidsinformatie (13%), sport- of bewegingsactiviteiten (10%) en hulp in en om het huis via een vrijwilligersorganisatie (10%). Veel diefstallen in Beek Het aantal diefstallen in Beek ligt, ten opzichte van het landelijk gemiddelde, hoog. Meer dan een derde van de jongeren die naar Halt zijn verwezen heeft een diefstal gepleegd, alleen of in groepsverband. Investeren in gezondheid onontbeerlijk voor de toekomst Gezien de structurele bevolkingsdaling in Zuid-Limburg en Beek is investeren in een gezonde samenleving zonder lichamelijke of psychische beperkingen broodnodig. Een samenleving waarin alle mensen volwaardig kunnen deelnemen aan maatschappelijke activiteiten zoals arbeid en mantelzorg, staat hierin centraal. Dit vraagt om een ander gezondheidsbeleid. Een beleid waarin nadrukkelijk gekozen wordt voor gezondheidsbevorderende en -beschermende maatregelen voor kwetsbare groepen. 10

De Volksgezondheid TOEKOMST VERKENNing 1 De Volksgezondheid Toekomst Verkenning 1.1 Gezondheidsbeleid biedt kans om regierol te versterken Gemeenten in Nederland hebben een aantal belangrijke taken en verantwoordelijkheden op het gebied van de volksgezondheid. Een aantal hiervan is wettelijk vastgelegd, met name in de Wet publieke gezondheid (Wpg) (zie bijlage 1). Een belangrijke centrale gedachte hierbij is de regierol van de gemeente. De gemeente is een regisseur die het plan uitzet en voor de uitvoering afstemming zoekt met andere partijen. Met een nieuwe beleidsperiode (2012 tot en met 2015) voor de deur krijgt de gemeente duidelijke kansen deze regierol te versterken. De regierol zal ingevuld worden in de nieuwe regionale nota gezondheidsbeleid Zuid-Limburg. Deze rol biedt daarnaast mogelijkheden de koppeling tussen preventie en zorg te verbeteren. De gemeentelijke invloed is met de komst van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) vergroot. De gemeente staat nu zowel aan het begin (preventie) als aan het einde van de keten (zorg). Zo kan bijvoorbeeld de preventie van diabetes en depressie worden aangepakt door collectief preventieve activiteiten te laten aansluiten bij de huidige zorgketens voor diabetes en depressie. Het oppakken van de regierol is daarom essentieel. Het streven om beleidsdoelstellingen en gewenste resultaten concreet en evalueerbaar te formuleren, is ook een onderdeel van het versterken van de gemeentelijke regierol. De methodiek die hierbij wordt toegepast door de Zuid-Limburgse gemeenten in samenwerking met de GGD Zuid Limburg is Beleidsgestuurde Contract Financiering (BCF). Hiermee wordt in een aantal stappen abstract beleid vertaald in concrete uitvoering en dienstverlening, waardoor een meer op de behoefte afgestemde keuze van producten en diensten mogelijk wordt. Daarnaast dwingt deze systematiek tot het maken van keuzes in de implementatie van het beleid, zoals bij welke doelgroepen, in welke wijken of stadsdelen en door wie en in welke mate moeten diensten worden uitgevoerd. Deze laatste vragen zijn de centrale vragen voor het uitvoeringsprogramma van de gemeente Beek. Hoewel de problematiek in Zuid-Limburg grote onderlinge overeenkomsten tussen de gemeenten kent, zal de aanpak vragen om lokale verschillen. Om deze keuzes te maken en toekomstig beleid te kunnen ontwikkelen is een gedegen analyse van de volksgezondheid nodig. Landelijk wordt dit iedere vier jaar gedaan aan de hand van een nationale Volksgezondheid Toekomst Verkenning (VTV). Voor Zuid-Limburg is dit nu ook gedaan met de ontwikkeling van de eerste regionale Volkgezondheid Toekomst Verkenning Zuid-Limburg. 11

Een gezonde kijk op BEEK 1.2 De regionale VTV voor Zuid-Limburg De regionale VTV Zuid-Limburg bestaat uit drie onderdelen: ten eerste het regionale rapport met een integrale beschrijving van de volksgezondheid (gezondheidstoestand, determinanten, preventie en zorg) van Zuid-Limburg op hoofdlijnen; ten tweede een rapport per gemeente met een beschrijving van de volksgezondheid in de betreffende gemeente, de belangrijkste oorzaken van ongezondheid, het huidige beleid en de mogelijkheden voor verbetering; en ten derde een Regionaal Kompas (een voor publiek toegankelijke website) met de beschrijving van een aantal belangrijke gezondheidsproblemen (zoals diabetes, roken, alcoholgebruik) waarop gezocht kan worden naar mogelijkheden voor passend beleid en beschikbare interventies. In juli 2010 is het regionaal rapport Een gezond kijk op Zuid-Limburg (Lamberts et al., 2010) verschenen. Voor u ligt de gemeentelijke rapportage Een gezonde kijk op Beek en vanaf 2011 zal het Regionaal Kompas (website) beschikbaar zijn. Zuid-Limburg wordt gezonder, maar blijft achter De volksgezondheid in Zuid-Limburg gaat vooruit (de levensverwachting neemt bijvoorbeeld toe) maar de leefstijl van veel Zuid-Limburgse jongeren en volwassenen is nog steeds veel ongezonder dan gemiddeld in Nederland. Zorgelijk zijn ook de aanhoudende verschillen in gezondheid, levensverwachting en sterfte tussen mensen met een lage en een hoge sociaaleconomische status (ses). Gezien de structurele bevolkingsdaling en de vergrijzing en ontgroening van Zuid-Limburg is investeren in een gezonde samenleving onontbeerlijk voor de toekomst. Door deze veranderingen in de bevolkingssamenstelling van Zuid-Limburg nemen de zorgvraag, het zorggebruik en de -uitgaven toe. Dit alles vraagt om een gezondheidsbeleid met een integrale en intersectorale insteek. Een duidelijke focus op risicogroepen, met als doel het verkleinen van de sociaaleconomische gezondheidsverschillen (segv), is bovendien essentieel om gezondheidswinst te realiseren. Het bovenstaande is ontleend aan het regionaal rapport Een gezonde kijk op Zuid- Limburg (Lamberts et al., 2010). Dit rapport is het fundament voor het gezondheidsbeleid in Zuid-Limburg voor de periode 2012-2015. Zuid-Limburg kent een groot aantal regionale gezondheidsproblemen die vragen om een regionale samenwerking. Gemeentelijke uitvoeringsprogramma s bieden vervolgens de kaders voor de implementatie van dit beleid in de verschillende gemeenten. Een gezonde kijk op Beek is een belangrijke basis voor het uitvoeringsprogramma van Beek. Voorafgaand aan dit hoofdstuk zijn de kernboodschappen van dit rapport uiteengezet. 12

De Volksgezondheid TOEKOMST VERKENNing 1.3 Toekomst van de regionale VTV In de vierjarige preventiecyclus voor het landelijke gezondheidsbeleid stelt de rijksoverheid eens per vier jaar beleidsprioriteiten vast. Deze vormen de kaders waarbinnen gemeenten verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling en uitvoering van lokaal gezondheidsbeleid. Een lokale nota volksgezondheid is daarmee verplicht voor gemeenten. In Zuid-Limburg wordt aan deze verplichting voldaan door één integrale gezondheidsnota voor Zuid-Limburg te ontwikkelen, waaraan vervolgens per gemeente een lokaal uitvoeringsprogramma wordt gekoppeld. De regionale VTV is een belangrijk instrument voor de vertaling van landelijk naar regionaal en lokaal gezondheidsbeleid en zal daarom elke vier jaar verschijnen. Met de eerste regionale VTV Zuid-Limburg is een goede stap gezet de basis te leveren voor het regionale gezondheidsbeleid en de bijbehorende lokale uitvoeringsprogramma s van de gemeenten voor de nieuwe beleidsperiode. In de toekomst is er ruimte voor verbetering van de regionale VTV; het proces van ontwikkeling en invulling van de regionale VTV kan daarom worden gezien als een groeimodel. Huidige onderwerpen worden in de komende jaren verder uitgediept en nieuwe onderwerpen worden toegevoegd. In 2014 zal opnieuw een regionale VTV worden gemaakt. Bij het verzamelen van aanvullende regionale gezondheidsinformatie geldt een aantal aandachtspunten: De informatie moet transparant, kwalitatief goed en compleet zijn. Er wordt gestreefd naar het inzetten van uniforme meetinstrumenten en harmonisatie van registraties. Om trendinformatie boven tafel te krijgen is een systematische gegevensverzameling over een langere periode nodig. Om de witte vlekken in de beleidsinformatie te kunnen vullen, is extra inspanning vereist. Gemeenten en provincie kunnen de rol van aanjager en opdrachtgever opnemen en organisaties aanmoedigen hun gegevens te delen. 1.4 Leeswijzer In hoofdstuk 2 komen de kenmerken van de Beekse bevolking aan bod. Hoofdstuk 3 gaat in op de gezondheidstoestand van de inwoners van Beek. Het vierde hoofdstuk verstrekt informatie over leefstijlfactoren die van invloed zijn op de gezondheid, waaronder roken, overgewicht en alcoholgebruik. Ook de fysieke omgeving komt in dit hoofdstuk aan bod. Hoofdstuk 5 beschrijft de stand van zaken rondom zorg en veiligheid in Beek. Deze rapportage sluit af met een aantal beleidsaanbevelingen in hoofdstuk 6. 13

Een gezonde kijk op BEEK In deze rapportage voor de gemeente Beek wordt informatie verstrekt over de onderwerpen die ook in het regionale rapport aan bod zijn gekomen, maar waarvoor aanvullende gemeentelijke gegevens beschikbaar zijn. De totaalcijfers voor de gemeente Beek worden, waar mogelijk, vergeleken met het Zuid-Limburgse en het Nederlands gemiddelde. Niet alleen significante, maar ook opvallende beleidsrelevante verschillen worden beschreven. In de tekst wordt niet altijd expliciet vermeld of een verschil wel of niet significant is. Echter alle significante verschillen zijn in de bijlagen 2a, 2b en 2c aangegeven met een oranje (significant ongunstiger) of grijze kleur (significant gunstiger). In de tekst zijn de percentages boven de 10% zoveel mogelijk afgerond op hele percentages. Percentages lager dan 10% zijn afgerond op één decimaal. 14

Kenmerken VAN de BEVOLKing in BEEK 2 Kenmerken van de bevolking in Beek 2.1 Een blik op Beek De gemeente Beek telt 16.607 inwoners (peildatum 1 januari 2009). Van alle Zuid- Limburgers woont 2,7% in Beek. De gemeente heeft een bevolkingsdichtheid van 791 inwoners per km 2 ten opzichte van 943 inwoners per km 2 in Zuid-Limburg (CBS Stat- Line). In de bevolkingsopbouw van Beek (zie figuur 2.1) is te zien dat momenteel de groep 40- tot 65-jarigen groter is dan de groep jongeren en jongvolwassenen. In figuur 2.2 is het procentuele aandeel van de verschillende leeftijdsgroepen in Beek afgezet tegen de percentages van Zuid-Limburg en Nederland. Hier valt op dat het aantal jongeren tot 20 jaar hoger ligt dan het regionale en landelijke gemiddelde. De groep 20- tot 40-jarigen ligt daarentegen beneden deze gemiddelden. De 40- tot 50-jarigen liggen weer boven het Zuid-Limburgse en het Nederlandse percentage. leeftijd mannen vrouwen 95+ 90-94 85-89 80-84 75-79 70-74 65-69 60-64 55-59 50-54 45-49 40-44 35-39 30-34 25-29 20-24 15-19 10-14 5-9 0-4 900 600 300 0 300 600 900 aantal inwoners Figuur 2.1: Bevolkingsopbouw in de gemeente Beek op 1 januari 2009 (Bron: CBS StatLine) 15

Een gezonde kijk op BEEK 11 percentage 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 leeftijd (jaren) Beek Zuid-Limburg Nederland Figuur 2.2: Procentueel aandeel van de bevolking per leeftijdsklasse op 1 januari 2009: Beek, Zuid-Limburg en Nederland (Bron: CBS StatLine) Het aantal inwoners van Beek zal de komende jaren verder dalen (zie figuur 2.3). Over het algemeen zal het aantal ouderen toenemen en het aantal jongeren afnemen ten opzichte van nu. Beek wijkt hierin niet af van de regionale prognose. Klein percentage westerse allochtonen ten opzichte van Zuid-Limburg De demografische druk in Beek is 68%; dit is het percentage mensen van 0 tot 20 jaar en 65 jaar en ouder in verhouding tot de personen van 20 tot 65 jaar. Dit is hoger dan het Nederlandse (64%) en het regionale percentage (63%) (CBS StatLine). Op 1 januari 2009 was ongeveer 13% van de bevolking in Beek van allochtone afkomst. Ongeveer 10% is van westerse allochtone afkomst. Dit percentage is iets hoger dan het landelijke gemiddelde (9%), maar ligt lager dan het regionale gemiddelde percentage van 16%. Van de inwoners van Beek is 3% van niet-westerse allochtone afkomst; dit ligt ver beneden het landelijke gemiddelde (11%) (CBS StatLine). Op 1 januari 2009 waren er in Zuid-Limburg 284.870 huishoudens, waarvan 31% bestond uit eenpersoonshuishoudens. In de gemeente Beek bevinden zich 7.230 16

Kenmerken VAN de BEVOLKing in BEEK 18.000 aantal inwoners 15.000 12.000 9.000 6.000 3.000 0 0-14 2010 2015 2020 2025 2030 15-29 30-54 55-64 65-74 75+ Figuur 2.3: Prognose bevolkingssamenstelling per leeftijdsklasse in Beek (Bron: Etil) huishoudens waarvan 29% eenpersoonshuishoudens. Het percentage meerpersoonshuishoudens met kinderen bedraagt in Beek 37% (Zuid-Limburg 35%). Het percentage meerpersoonhuishoudens zonder kinderen bedraagt 35% en is gelijk aan het Zuid- Limburgse gemiddelde (CBS StatLine). 2.2 Sociaaleconomische status in Beek De sociaaleconomische status (ses) geeft de positie van mensen in de sociale stratificatie ofwel maatschappelijke gelaagdheid aan. Indicatoren hiervoor zijn inkomen, opleiding en beroep. Deze indicatoren kunnen naast biologische of geografische factoren verschillen aangeven in de bevolkingsopbouw (Deuning & Roedig, 2006). In de gemeente Beek bestaan geen grote verschillen in ses (zie figuur 2.4). Een groot deel van de gemeente scoort gemiddeld. In Spaubeek heeft men gemiddeld een midden-hoge sociaaleconomische status. 17

Een gezonde kijk op BEEK Statusscore zeer laag laag midden-laag gemiddeld midden-hoog hoog zeer hoog spoorlijn snelweg 0 2 km Figuur 2.4: Sociaaleconomische status per viercijferig postcodegebied in 2006 (Bron: Deuning, 2006 Gemiddeld besteedbaar inkomen in Beek hoger dan landelijk In 13 van de 19 gemeenten in Zuid-Limburg ligt het gemiddelde aantal inkomensontvangers met een laag inkomen boven het landelijke gemiddelde van 40%; in Beek is dit echter gelijk aan het Nederlandse gemiddelde. Andersom geldt ook dat in 12 gemeenten het gemiddelde aantal inkomensontvangers met een hoog inkomen lager ligt dan landelijk (20%); in Beek is dit ook 20%. In de meeste Zuid-Limburgse gemeenten ligt het besteedbaar inkomen onder het Nederlandse gemiddelde van 13.300 euro per inwoner; in Beek is dit iets hoger met 13.400 euro per inwoner (CBS StatLine). Er zijn in Beek geen kinderen in achterstandswijken; landelijk is dit gemiddeld 17%. Ongeveer 3,3% van de kinderen in Beek woont in een uitkeringsgezin. Gemiddeld in Nederland is dit 5,5% (Steketee et al., 2010). Hoogste percentage hoogopgeleiden van de regio Het hoogste percentage volwassenen in Beek heeft een havo-, vwo of mbo-opleiding afgerond (34%). Een derde is hoogopgeleid (hbo- of wo-opleiding); dit is het hoogste percentage in de regio. Van de volwassenen is 4,5% laagopgeleid en heeft 28% een mavo- of lbo-opleiding afgerond. 18

Kenmerken VAN de BEVOLKing in BEEK Het huidige aantal studenten in het hoger onderwijs ligt in bijna alle gemeenten in de regio lager dan het landelijke percentage (4%). Dit geldt ook voor Beek (3%) (CBS Statline). Het percentage achterstandsleerlingen (4 tot en met 12 jaar) in Beek is 9,0%. Het landelijke gemiddelde ligt op 16% (Steketee et al., 2010). Minder werklozen jongeren dan in Zuid-Limburg en Nederland Kijkend naar het aantal werkloosheidsuitkeringen binnen de potentiële beroepsbevolking, scoort Beek met 2,1% hoger dan het landelijke gemiddelde van 1,5% (Mulder, 2009b). Een andere maat is het percentage bijstandsuitkeringen. Van de Nederlanders boven de 18 jaar ontvangt ongeveer 2,3% een bijstandsuitkering. In Beek ligt dit percentage op 1,4% (Mulder, 2009c). Daarnaast zijn percentages van jeugdwerkloosheid onder 16- tot en met 24-jarigen van belang. In Beek was dit in 2008 0,9% ten opzichte van 1,6% in de provincie Limburg en 1,2% in Nederland (Steketee et al., 2010). Deze cijfers kunnen sterk beïnvloed zijn door de economische recessie. Naar verwachting zijn deze cijfers dan ook aan verandering onderhevig. 19

Sterfte, ziekte en GEZONDHEid in BEEK 3 Sterfte, ziekte en gezondheid in Beek 3.1 Inleiding Kennis van de gezondheidstoestand is essentieel om lokaal gezondheidsbeleid te ontwikkelen. Hoe gezond een gemeente is, kan aan de hand van allerlei indicatoren worden weergegeven. In dit hoofdstuk staan algemene indicatoren, zoals de levensverwachting en belangrijkste doodsoorzaken, centraal. Daarnaast wordt gezondheid vanuit drie invalshoeken benaderd: lichamelijk, psychisch en sociaal. 3.2 Gezondheid: over leven en dood Gemiddelde levensverwachting en sterfte in Beek Zowel in Nederland als in Zuid-Limburg is de levensverwachting sinds het begin van de 21 e eeuw gestegen. Ten opzichte van het Nederlandse gemiddelde (80,1 jaar) behoort Zuid-Limburg met gemiddeld 79,3 jaar tot de regio s met de laagste levensverwachting. De gemiddelde levensverwachting (in de periode 2005-2008) voor Beek is 80,4 jaar en is vergelijkbaar met het landelijk gemiddelde. In Beek is het sterftecijfer 70,8 per 10.000 inwoners: dit verschilt niet significant ten opzichte van Nederland (72,1). Hart- en vaatziekten en kanker zijn in Nederland de belangrijkste doodsoorzaken met respectievelijk 21,8 en 21,5 sterftegevallen per 10.000 inwoners. Ook in Beek zijn dit de belangrijkste doods oorzaken. De sterfte aan hart- en vaatziekten is 23,8 en sterfte aan kanker is 21,9 per 10.000 inwoners. In Beek sterven significant minder mensen aan dementie (1,8 per 10.000 inwoners) dan gemiddeld in Nederland (3,8 per 10.000) (CBS Doodsoorzaken statistiek). 3.3 Fysieke, psychische en sociale gezondheid Minder chronische klachten bij volwassenen in Beek Uit zelfrapportage blijkt dat ongeveer de helft van de volwassenen in Beek minimaal één chronische aandoening heeft, hetgeen vergelijkbaar is met het Zuid-Limburgs gemiddelde (zie figuur 3.1). In Beek is het percentage volwassenen met twee of meer chronische aandoeningen 21%. Dit is lager dan gemiddeld in Zuid-Limburg (25%). Van de 55-plussers in Beek heeft 79% minimaal één en 56% minimaal twee chronische 21

Een gezonde kijk op BEEK jongeren (13-14 jaar) jongeren (15-16 jaar) volwassenen (17-54 jaar) ouderen (55-74 jaar) ouderen (>=75 jaar) 0 Beek 20 40 60 80 100 percentage Zuid-Limburg Figuur 3.1: Percentage mensen met minimaal één chronische aandoening in Beek, vergeleken met Zuid-Limburg (Bron: Jongerenmonitor GGD Zuid Limburg, 2009; Volwassenenmonitor GGD Zuid Limburg, 2009; Ouderenmonitor GGD Zuid Limburg, 2008) aandoeningen. In Zuid-Limburg is dit respectievelijk 80 en 59% (zie bijlage 2c). Chronische aandoeningen komen voor bij 37% van de jongeren in Beek en bij gemiddeld 42% van de jongeren in Zuid-Limburg (zie bijlage 2a, 2b en 2c). Na overgewicht (zie ook hoofdstuk 4) worden bij volwassenen en ouderen beperkingen aan het bewegingsapparaat het vaakst genoemd als chronische aandoeningen. Hoge bloeddruk neemt een tweede plaats in. Bij jongeren komen voornamelijk astma en COPD vaak voor (zie bijlage 2a). Een klein deel van jongeren in Beek heeft psychosociale problemen Psychosociale gezondheid bij jongeren wordt gemeten met behulp van de SDQ, een signaleringsinstrument voor emotionele problemen en gedragsproblemen. Jongeren met een verhoogde score hebben een slechtere psychosociale gezondheid. In Beek is het percentage jongeren met een verhoogde score 3,2% ten opzichte van 4,1% in Zuid-Limburg (zie bijlage 2a). Evenals in Nederland is in Beek te zien dat de score bij de jongere leeftijdsgroepen iets hoger is dan bij de oudere jongeren (zie figuur 3.2). Een verklaring hiervoor kan zijn dat bij de jongere kinderen de ouders de rapportage doen 22

Sterfte, ziekte en GEZONDHEid in BEEK 4-6-jarigen 9-11-jarigen 13- en 14- jarigen 15- en 16- jarigen 0 Beek 2 4 Zuid-Limburg percentage 6 8 10 Figuur 3.2: Percentage jongeren met psychosociale problemen in Beek, vergeleken met Zuid-Limburg (Bron: Jongerenmonitor GGD Zuid Limburg, 2009; PGO GGD Zuid Limburg, 2009) en vooral de ernstige problemen rapporteren; vanaf 13 jaar rapporteren de jongeren zelf (Lamberts et al., 2010). Pesten met name bij jongens een probleem Pesten is van invloed op de psychische gezondheid van jongeren. Het percentage jongeren in Beek dat wekelijks wordt gepest (3,2%) ligt lager dan in de regio (4,6%) (zie bijlage 2a). In Beek wordt het hoogste percentage jongeren dat wekelijks wordt gepest op school gevonden bij de 13- en 14-jarige jongens (6,0%). De jongeren die zelf wekelijks pesten op school zijn met name de 15- en 16-jarige jongens (6,2%). De trend laat een wisselend beeld zien. Het percentage 13- en 14-jarigen dat wekelijks wordt gepest is stabiel. Het percentage 15- en 16-jarigen dat op school wordt gepest is gedaald ten opzichte van 2005. Daling voortijdig schoolverlaten in Beek Sociale problemen bij jongeren worden afgeleid uit verschillende indicatoren, zoals het aantal jongeren met een indicatie voor jeugdzorg, meldingen van kindermishandeling en het voortijdig schoolverlaten. 23

Een gezonde kijk op BEEK Percentage en trend van jongeren in Beek die wekelijks gepest worden of zelf wekelijks pesten (Bron: Jongerenmonitor GGD Zuid Limburg, 2009) Beek Beek Beek 2009 (%) Trend 2001 (%) 2005 (%) Totaal Man Vrouw Beek Wekelijks gepest op school 13-14 jaar 1,9 5,1 4,8 6,0 3,6 Stabiel 15-16 jaar 3,4 5,1 1,4 1,5 1,3 Geen duidelijke trend Wekelijks gepest buiten school 13-14 jaar 1,9 2,5 1,8 2,4 0,0 Stabiel 15-16 jaar 2,2 1,5 1,4 1,5 1,3 Stabiel Zelf wekelijks pesten 13-14 jaar 5,8 2,5 4,2 4,8 3,6 Geen duidelijke trend 15-16 jaar 5,6 4,1 4,2 6,2 2,6 Stabiel In het schooljaar 2008/2009 zijn in Beek 39 jongeren voortijdig gestopt met een schoolopleiding. Dit betrof 2,9% van de jongeren tussen de 12 en 22 jaar die daarmee zonder startkwalificatie (minimaal havo-, vwo- of mbo 2-niveau) zijn uitgestroomd. Dit percentage is ten opzichte van 2005 (4,0%) naar 2,9% gedaald. Voortijdig schoolverlaten komt in Beek minder voor dan in de andere Zuid-Limburgse gemeenten (gemiddeld 4,0%). In Nederland en Zuid-Limburg is sinds enkele jaren sprake van een daling van het percentage voortijdige schoolverlaters. In Nederland daalde het percentage van 4,0% in 2006 naar 3,2% in 2009 (Ministerie van OCW, 2010). In 2008 heeft in Beek 1,2% van alle 0- tot en met 17-jarigen een indicatie voor jeugdzorg ontvangen. Ten opzichte van 2007 is dit een kleine afname. In de provincie Limburg heeft in 2008 1,8% van de kinderen jeugdzorg ontvangen; in Nederland 2,1% (Steketee et al., 2010). Het percentage meldingen van mishandelde kinderen (0- tot en met 17-jarigen) in Beek was 0,1%. Ten opzichte van voorgaande jaren is er sprake van een daling van het aantal meldingen, hetgeen niet noodzakelijkerwijs betekent dat er ook daadwerkelijk minder kindermishandeling was (Steketee et al., 2010). In Limburg betreft het 0,3% van de kinderen waarvan mishandeling wordt gemeld. Van alle meisjes in Beek van 15 tot en met 19 jaar maakte 0,2% in 2008 een tienerzwangerschap door; in Limburg was dit 0,6%. Het betreft hier kleine absolute aan tallen. 24

Sterfte, ziekte en GEZONDHEid in BEEK De meeste gemeenten kennen een grillig beeld als het gaat in tienermoeders. Tienerzwangerschappen komen weinig voor. Een klein verschil in een gemeente (één of twee tienerzwangerschappen) kan al leiden tot behoorlijke verschillen in percentages (Steketee et al., 2010). Minder slachtoffers van huiselijk geweld bij 55-plussers in Beek Het percentage 55-plussers in Beek dat ooit slachtoffer is geweest van huiselijk geweld (1,6%) is beduidend lager dan het Zuid-Limburgse gemiddelde van 3,9% (zie bijlage 2c). Van de volwassenen in Beek is 6,4% (versus 8,1% in Zuid-Limburg) ooit slachtoffer geweest van huiselijk geweld (zie bijlage 2b). In 2009 werden in Beek drie meldingen van huiselijk geweld gedaan bij de Stichting Huiselijk Geweld. Bij de politie Limburg-Zuid kwamen 69 meldingen van huiselijk geweld binnen. Er werden 17 aangiften gedaan en 16 keer werd een justitieel traject ingezet. Daarnaast werden twee huisverboden opgelegd (GGD Zuid Limburg, 2010). Eenzaamheid vooral bij 75-plussers in Beek Vanaf 17 jaar wordt de psychische gezondheid gemeten naar aanwezigheid van onder andere eenzaamheid. Eenzaamheid verhoogt het risico op het ontwikkelen van een angststoornis of depressie. Van de volwassenen in Beek is 4,4% (zeer) ernstig eenzaam; een percentage dat lager ligt dan gemiddeld in Zuid-Limburg (6,6%) (zie figuur 3.3). Van de 55-plussers in Beek is 6,9% ernstig tot zeer ernstig eenzaam (versus 9,1% in Zuid-Limburg) (zie bijlage 2c). Het percentage eenzame ouderen neemt toe met het stijgen van de leeftijd. In Zuid-Limburg is 12% van de 75-plussers ernstig eenzaam en in Beek is dit 7,9% (zie figuur 3.3). Lager percentage 75-plussers met risico op angststoornis of depressie dan in regio Onder andere het hebben van een chronische ziekte, functionele beperkingen of het missen van een sociaal netwerk zijn risicofactoren voor een angststoornis of depressie. Omdat juist deze risicofactoren toenemen met het stijgen van de leeftijd lopen 55-plussers meer risico op het ontwikkelen van een angststoornis of depressie (Bohlmeijer et al., 2005). Het percentage volwassenen in Beek dat een hoog risico heeft op het ontwikkelen van een angststoornis of depressie is 4,9% en in Zuid-Limburg 5,8% (zie figuur 3.4). In vergelijking met Zuid-Limburg (7,1%) is het percentage 55-plussers met risico op het ontwikkelen van een angststoornis of depressie in Beek lager, namelijk 5,4% (zie 25

Een gezonde kijk op BEEK volwassenen (17-54 jaar) ouderen (55-74 jaar) ouderen (>= 75 jaar) 0 2 4 6 8 10 12 14 percentage Beek Zuid-Limburg Figuur 3.3: Percentage eenzaamheid bij volwassenen en ouderen in Beek, in vergelijking met Zuid-Limburg (Bron: Ouderenmonitor GGD Zuid Limburg, 2008) bijlage 2c). Dit risico is voor 75-plussers lager (2,6%) dan voor 55- tot 75-jarigen (6,2%) (zie figuur 3.4). Ongevallen bij één op de acht 55-plussers In Beek heeft één op de acht 55-plussers in een tijdsbestek van drie maanden een letsel, vergiftiging of blessure opgelopen; in Zuid-Limburg is dit één op de elf (zie bijlage 2c). Deze ongevallen kwamen iets vaker voor bij de ouderen vanaf 75 jaar (13%) dan bij 55- tot 75-jarigen (11%) (Ouderenmonitor GGD Zuid Limburg, 2008). Het percentage ouderen dat een ongeval in of rondom het eigen huis heeft gehad, is in Beek 4,7% en in Zuid-Limburg 3,5% (zie bijlage 2c). Veel privéongevallen worden veroorzaakt door valongevallen. Naast de kosten voor medische behandeling heeft een valongeval een grote persoonlijke impact met lichamelijke, psychische en/of sociale gevolgen. Minder mobiliteit of het ontwikkelen van een valangst kan een depressie of eenzaamheid tot gevolg hebben (Zijlstra et al., 2009). 26

Sterfte, ziekte en GEZONDHEid in BEEK volwassenen (17-54 jaar) ouderen (55-74 jaar) ouderen (>= 75 jaar) 0 2 4 6 8 10 12 14 percentage Beek Zuid-Limburg Figuur 3.4: Percentage risico op angststoornis en depressie bij volwassenen en ouderen in Beek, in vergelijking met Zuid-Limburg (Bron: Ouderenmonitor GGD Zuid Limburg, 2008) Meer dan een derde van de ouderen is kansarm en niet vitaal Een manier om kwetsbaarheid te meten is om ouderen in te delen op basis van twee dimensies: vitaliteit en kans. De vitaliteit is gebaseerd op de perceptie van de eigen gezondheid, manier van leven en het hebben van overgewicht. Kans is gebaseerd op de kenmerken opleiding en gezinsinkomen (wel of niet rondkomen van AOW). De meest kwetsbare ouderen zijn de ouderen die niet vitaal en daarbij ook kansarm zijn. Binnen deze groep vallen vooral vrouwen, alleenstaanden en 65-plussers met een lage opleiding en laag inkomen. Meestal is er sprake van een matige of slechte gezondheid met meer dan twee chronische aandoeningen die beperkingen geven in de dagelijkse levensverrichtingen. Er is sprake van een ongezonde manier van leven, doordat ze onvoldoende bewegen en vaker obesitas hebben. Er is een verhoogd risico op eenzaamheid en angst/depressie (Lamberts et al., 2010). In Beek is meer dan éénderde van de ouderen kansrijk en vitaal (26% in Zuid-Limburg) en 30% van de ouderen kansarm en niet-vitaal (35% in Zuid-Limburg) (zie figuur 3.5). 27

Een gezonde kijk op BEEK kansarm/niet vitaal kansarm/vitaal kansrijk/niet vitaal kansrijk/vitaal 0 Beek 5 10 15 20 25 30 35 40 45 Zuid-Limburg percentage Figuur 3.5: Percentage ouderen naar dimensies kans en vitaliteit in Beek (Bron: Ouderenmonitor GGD Zuid Limburg, 2008) 28

Factoren die de GEZONDHEid beïnvloeden 4 Factoren die de gezondheid beïnvloeden 4.1 Inleiding Dit hoofdstuk gaat over leefstijl-, sociale en fysieke factoren die de gezondheid van de inwoners van Beek kunnen beïnvloeden. Beschreven wordt in welke mate en bij welke specifieke doelgroepen deze factoren vaker voorkomen en in welke richting zich de trend ontwikkelt. In paragraaf 4.2 komen de belangrijkste leefstijlfactoren aan bod, waaronder overgewicht, voeding en bewegen, roken, alcoholgebruik en onveilig vrijen. Daarnaast worden de meest opvallende ontwikkelingen in trends en de relatie tussen gezondheid en sociaaleconomische status nader uitgewerkt. In paragraaf 4.3 staan milieufactoren centraal, zowel in het binnenmilieu als in het buitenmilieu. Deze factoren hebben over het algemeen een direct effect op gezondheid en welbevinden. 4.2 Leefstijl in Beek Overgewicht neemt af in Beek Bij veel volwassenen (41%) en ouderen (58%) in Beek is sprake van overgewicht. Dit percentage is voor volwassenen iets lager dan het Zuid-Limburgse gemiddelde, maar voor beide leeftijdsgroepen vergelijkbaar met het landelijke gemiddelde. In Nederland neemt het percentage volwassenen en ouderen met (ernstig) overgewicht niet langer toe. In Beek is zelfs sprake van een lichte daling. Deze daling geldt niet voor de aan overgewicht gerelateerde ziekte diabetes (zie tabel 4.1 en bijlage 2c). In Beek heeft 5,8% van de 5- en 6-jarigen overgewicht en dit neemt toe tot 13% bij de 13- en 14-jarigen. Vergeleken met de regionale en landelijke cijfers hebben jeugdigen in Beek minder (ernstig) overgewicht. Tot de leeftijd van 14 jaar hebben meisjes vaker (ernstig) overgewicht dan jongens (zie tabel 4.1 en bijlage 2a). Veel inwoners van Beek eten onvoldoende groente en fruit Ongeveer tweederde van de volwassenen en ouderen in Beek voldoet niet aan de aanbeveling van minimaal 200 gram groenten per dag (zie tabel 4.2). Ruim driekwart van de volwassenen en meer dan de helft van de ouderen voldoet niet aan de aanbeveling van minimaal twee stuks fruit per dag. Ook van de jongeren in Beek eet de meerderheid onvoldoende groente en fruit per dag. De trend (2005-2009) voor fruitconsumptie ontwikkelt zich in Beek voor nagenoeg alle leeftijdscategorieën ongunstig; 29

Een gezonde kijk op BEEK Tabel 4.1: Overgewicht in Beek: prevalentie en trends (Bron: Jongerenmonitor GGD Zuid Limburg, 2009; Volwassenenmonitor GGD Zuid Limburg, 2009; Ouderenmonitor GGD Zuid Limburg, 2008; PGO GGD Zuid Limburg, 2008 en 2009) Landelijk 1 2006/2008 (%) Overgewicht (BMI 25) Zuid-Limburg 2 2008/2009 (%) Beek 2 2003/2005 (%) Beek 2 2008/2009 (%) Trend Beek 5-6 jaar: jongen 10,0 7,3 3,6 2,7 (licht) Gedaald 5-6 jaar: meisje 15,0 11,8 11,8 8,1 Gedaald 9-11 jaar: jongen 15,0 16,1 12,2 8,8 Gedaald 9-11 jaar: meisje 18,0 17,2 9,9 11,8 (licht) Gestegen 13-14 jaar: jongen 15,0 14,5 10,3 11,9 (licht) Gestegen 13-14 jaar: meisje 16,0 16,3 14,0 13,4 Stabiel 20-54 jaar 40,4 42,8 44,2 40,9 Gedaald 55-74 jaar 57,0 60,4 67,2 57,1 Gedaald 75+ jaar 53,3 56,4-60,3 - Ernstig overgewicht (obesitas) (BMI 30) 5-6 jaar: jongen 3,0 1,6 0,0 0,0 stabiel 5-6 jaar: meisje 4,0 2,9 1,8 0,7 (licht) gedaald 9-11 jaar: jongen 3,0 2,5 1,4 1,1 Stabiel 9-11 jaar: meisje 3,0 2,8 2,5 2,0 Stabiel 13-14 jaar: jongen 3,0 2,9 3,4 0,7 Gedaald 13-14 jaar: meisje 3,0 2,8 4,4 1,3 Gedaald 20-54 jaar 9,3 12,1 11,6 9,8 (licht) gedaald 55-74 jaar 15,0 16,5 14,8 13,6 Stabiel 75+ jaar 11,8 13,8-14,7 - Diabetes (suikerziekte) 13-14 jaar - 1,0-0,6-15 - 16 jaar - 0,9-2,1-20 - 54 jaar 1,7 2,6 0,0 3,3 Gestegen 55-74 jaar 9,8 13,0 7,1 9,6 Gestegen 75+ jaar 14,4 18,7-16,1-1 Landelijke referentiecijfers voor volwassenen CBS POLS (2006-2008) en voor jeugd TRIMBOS 2007 en TNO 2006 2 Verschillende meetmomenten: 2001/2005/2009 = 13/14 en 15/16 jaar; 1998/2003/2009 = 20-54 jaar; 1998/2003/2008 = 55-75 jaar NB: duidt op een significant ongunstig verschil tussen de gemeente en andere Zuid-Limburgse gemeenten, duidt op een significant gunstig verschil. 30

Factoren die de GEZONDHEid beïnvloeden Tabel 4.2: Voedingsgewoonten in Beek: prevalentie en trends (Bron: Jongerenmonitor GGD Zuid Limburg, 2009; Volwassenenmonitor GGD Zuid Limburg, 2009; Ouderenmonitor GGD Zuid Limburg, 2008; PGO GGD Zuid Limburg, 2008 en 2009) Landelijk 1 2006/2008 (%) Zuid-Limburg 3 2008/2009 (%) Beek 3 2003/2005 (%) Beek 3 2008/2009 (%) Trend Beek Onvoldoende groenten (< 200 gram per dag) 13-14 jaar 2-55,0 46,2 49,7 Gestegen 15-16 jaar 2-56,1 52,1 55,1 Gestegen 20-54 jaar - 66,5 79,1 69,5 Gedaald 55-74 jaar - 62,6 70,0 62,1 Gedaald 75+ jaar - 72,4-70,9 - Onvoldoende fruit (< 2 stuks per dag) 13-14 jaar - 65,0 67,3 59,4 Gedaald 15-16 jaar - 83,0 58.2 68,1 Gestegen 20-54 jaar - 78,0 63,4 75,0 Gestegen 55-74 jaar - 62,0 41,5 57,7 Gestegen 75+ jaar - 50,0-47,8 - Niet dagelijks ontbijten (< dan 5 keer per week) 13-14 jaar - 19,0 15,4 8,2 Gedaald 15-16 jaar - 22,1 22,4 17,8 Gedaald 20-54 jaar - 21,0 17,4 15,0 Gedaald 55-74 jaar - 9,0 8,3 10,5 Gestegen 75+ jaar - 5,2-2,6-1 Landelijke referentiecijfers voor volwassenen CBS POLS (2006-2008) en voor jeugd TRIMBOS 2007 2 Niet dagelijks groente eten 3 Verschillende meetmomenten: 2001/2005/2009 = 13/14 en 15/16 jaar; 1998/2003/2009 = 20-54 jaar; 1998/2003/2008 = 55-75 jaar NB: duidt op een significant ongunstig verschil tussen de gemeente en andere Zuid-Limburgse gemeenten, duidt op een significant gunstig verschil. steeds minder mensen voldoen aan de aanbevolen hoeveelheid. De consumptie van groenten is de afgelopen jaren toegenomen bij volwassenen en ouderen. Jongeren in Beek ontbijten aanzienlijk vaker dan jeugdigen in de rest van de regio: een op de acht jongeren in Beek ontbijt niet dagelijks (minder dan vijf keer per week). Over het algemeen onbijten steeds meer inwoners van Beek dagelijks. Deze trend is ook regionaal waarneembaar (zie tabel 4.2 en bijlage 2a, 2b en 2c). 31

Een gezonde kijk op BEEK Tabel 4.3: Bewegen en roken in Beek: prevalentie en trends (Bron: Jongerenmonitor GGD Zuid Limburg, 2009; Volwassenenmonitor GGD Zuid Limburg, 2009; Ouderenmonitor GGD Zuid Limburg, 2008; PGO GGD Zuid Limburg, 2008 en 2009) Landelijk 1 2006/2008 (%) Zuid-Limburg 3 2008/2009 (%) Beek 3 2003/2005 (%) Beek 3 2008/2009 (%) Trend Beek Voldoet niet aan beweegnorm (< 5 dagen per week minstens half uur matig actief) 13-14 jaar 2-22,0-23,3-15 - 16 jaar 2-32,0-34,8-20 - 54 jaar - 38,1-29,8-55 - 74 jaar - 33,0-31,7-75+ jaar - 61,6-54,7 - Geen lid van een sportvereniging 13-14 jaar - 32,2 32,7 25,3 Gedaald 15-16 jaar - 36,6 39,0 33,8 Gedaald Roken 13-14 jaar 12,4 10,0 7,5 4,9 Gedaald 15-16 jaar 24,2 21,0 16,9 13,6 Gedaald 20-54 jaar 34,1 29,0 23,0 18,9 Gedaald 55-74 jaar 25,2 23,6 16,7 21,9 Gestegen 75+ jaar 12,4 11,6-8,3-1 Landelijke referentiecijfers voor volwassenen CBS POLS (2006-2008) en voor jeugd TRIMBOS 2007 2 < 7 dagen per week minstens 1 uur matig actief 3 Verschillende meetmomenten: 2001/2005/2009 = 13/14 en 15/16 jaar; 1998/2003/2009 = 20-54 jaar; 1998/2003/2008 = 55-75 jaar NB: duidt op een significant ongunstig verschil tussen de gemeente en andere Zuid-Limburgse gemeenten, duidt op een significant gunstig verschil. Veel inwoners van Beek bewegen nog onvoldoende Het percentage volwassenen in Beek dat voldoet aan de Nederlandse norm gezond bewegen was in 2009 71%. Dit is een aanzienlijk hoger percentage dan in de rest van Zuid-Limburg (zie bijlage 2b). Ouderen in Beek scoren iets positiever ten opzichte van het regionale gemiddelde, maar veel inwoners, waaronder veel jongeren, halen de beweegnorm niet (zie tabel 4.3). Ruim tweederde van de jongeren in Beek is lid van een sportvereniging. Ten opzichte van 2005 hebben meer jongeren in Beek een lidmaatschap bij een sportvereniging (zie tabel 4.3 en bijlage 2a). 32

Factoren die de GEZONDHEid beïnvloeden Roken populair bij meisjes In Beek rookte in 2009 19% van de volwassen bevolking. Van de 13- en 14-jarigen en de 15- en 16-jarigen rookte respectievelijk 4,9 en 14%. In Beek wordt door jongeren en volwassenen beduidend minder gerookt dan gemiddeld in Zuid-Limburg (zie bijlage 2a en 2b). De grootste daling van het roken is te zien bij de volwassenen. Het roken door ouderen in Beek is gestegen ten opzichte van 2003 (zie tabel 4.3). Minder dronken jongeren in Beek Van de volwassenen en ouderen in Beek drinkt respectievelijk 9,2 en 7,8% overmatig alcohol. Dit is iets minder dan in de rest van Zuid-Limburg (zie bijlage 2b en 2c). Ook het percentage volwassenen en ouderen in Beek dat zwaar drinkt is iets lager dan in de rest van de regio. Het percentage jongeren in Beek dat dronken is geweest in de laatste 4 weken is afgenomen en ligt aanzienlijk lager dan in de rest van de regio (zie bijlage 2a). Bij de jongeren in Beek is er geen toename in het (overmatig) alcohol gebruik en binge-drinken. Deze percentages zijn desondanks omvangrijk (zie tabel 4.4). Minder softdruggebruik onder jongeren In Beek gebruiken jongeren beduidend minder softdrugs (cannabis) dan jongeren in de rest van Zuid-Limburg. Ten opzichte van 2003/2005 wordt door jongeren minder cannabis gebruikt (zie tabel 4.4 en bijlage 2a). Van de 13- en 14-jarigen in Beek vrijt 2,5% onveilig (gebruikt geen condoom). Bij 15- en 16-jarigen is het percentage onveilig vrijen opgelopen tot 10% (zie tabel 4.4). Trend in leefstijl in Beek niet ongunstig De leefstijl van veel volwassenen en ouderen in Beek ontwikkelt zich de laatste jaren redelijk gunstig: het (ernstig) overgewicht is gedaald, er worden meer groenten gegeten, het algemeen alcoholgebruik en zwaar drinken zijn afgenomen. Met name bij volwassenen is het roken gedaald en wordt de beweegnorm vaker gehaald. Diabetes neemt echter toe en de fruitconsumptie neemt af bij volwassenen en ouderen in Beek. Jongeren in Beek zijn de laatste jaren vaker gaan ontbijten en zijn vaker lid van een sportvereniging. Ook het genotmiddelengebruik is afgenomen en aanzienlijk lager dan in de rest van de regio: alcoholgebruik, dronken geweest in de laatste 4 weken, softdruggebruik en roken is gedaald. De consumptie van groenten door jongeren in Beek is licht afgenomen. 33

Een gezonde kijk op BEEK Tabel 4.4: Alcohol-/drugsgebruik en seksueel gedrag in Beek: prevalentie en trends (Bron: Jongerenmonitor GGD Zuid Limburg, 2009; Volwassenenmonitor GGD Zuid Limburg, 2009; Ouderenmonitor GGD Zuid Limburg, 2008; PGO GGD Zuid Limburg, 2008 en 2009) Landelijk 1 2006/2008 (%) Begin leeftijd alcohol drinken 34 Zuid-Limburg 2 2008/2009 (%) Beek 2 2003/2005 (%) Beek 2 2008/2009 (%) Trend Beek 13-14 jaar 11,8 jaar 11,0 jaar 11,3 jaar 10,8 jaar Gedaald 15-16 jaar 13,1 jaar 12,9 jaar 11,7 jaar 12,9 jaar Gestegen Alcoholgebruik 13-14 jaar 3 33,0 27,0 30,7 23,1 Gedaald 15-16 jaar 3 71,7 66,4 68,2 61,0 Gedaald 20-54 jaar 4 86,3 85,0 91,9 88,6 Gedaald 55-74 jaar 4 82,5 79,5 86,8 78,0 Gedaald 75+ jaar 4 67,6 61,6-59,2 - Overmatig alcoholgebruik (man > 21 glazen en vrouw > 14 glazen per week) 13-14 jaar 5 1,2 0,9 0,7 0,6 Stabiel 15-16 jaar 5 9,3 6,8 8,2 9,2 Stabiel 20-54 jaar - 9,3-9,6-55 - 74 jaar - 11,3-9,6-75+ jaar - 3,8-1,5 - Binge drinken ( 5 glazen per gelegenheid in de afgelopen 4 weken) 13-14 jaar 23,8 17,9 13,9 15,2 Stabiel 15-16 jaar 54,3 46,3 49,0 41,0 Gedaald Zwaar drinken ( 6 glazen minstens 1 dag in de week) 20-54 jaar 13,0 12,1 16,3 11,6 Gedaald 55-74 jaar 8,9 8,6 14,9 6,9 Gedaald 75+ jaar 1,7 1,5-1,8 - Dronken geweest (afgelopen 4 weken) 13-14 jaar 8,7 6,6 5,1 3,8 Stabiel 15-16 jaar 34,1 27,0 30,7 18,8 Gedaald Softdruggebruik (recent gebruik < 4 weken) 13-14 jaar 3,8 3,8 3,8 1,9 Gedaald 15-16 jaar 11,5 9,3 8,8 5,1 Gedaald Harddrugsgebruik (recent gebruik < 4 weken) 13-14 jaar 0,6 0,3 0,0 0,0 Stabiel 15-16 jaar 1,2 1,1 1,5 0,0 Gedaald Onveilig vrijen (geen condoom gebruikt, alle jongeren) 13-14 jaar - 3,2 1,3 2,5 Stabiel 15-16 jaar - 15,3 9,3 10,4 Stabiel

Factoren die de GEZONDHEid beïnvloeden Landelijk 1 2006/2008 (%) Zuid-Limburg 2 2008/2009 (%) Risico op soa (geen condoom gebruikt, seksueel actieve jongeren) Beek 2 2003/2005 (%) Beek 2 2008/2009 (%) Trend Beek 13-14 jaar 36,0 16,7 44,6 Gestegen 15-16 jaar 47,6 35,3 45,2 Gestegen Soa gehad (seksueel actieve jongeren) 13-14 jaar - 4,5 0,0 - - 6 15-16 jaar - 1,5 0,0 0,0 Stabiel 1 Landelijke referentiecijfers voor volwassenen CBS POLS (2006-2008) en voor jeugd TRIMBOS 2007 2 Verschillende meetmomenten: 2001/2005/2009 = 13/14 en 15/16 jaar; 1998/2003/2009 = 20-54 jaar; 1998/2003/2008 = 55-75 jaar 3 Heeft afgelopen 4 weken gedronken 4 Heeft afgelopen jaar gedronken 5 > 20 glazen alcohol per week 6 Te klein absoluut aantal om uitspraken te doen over de trend NB: duidt op een significant ongunstig verschil tussen de gemeente en andere Zuid-Limburgse gemeenten, duidt op een significant gunstig verschil. Leefstijfactoren hangen samen met sociaaleconomische gezondheidsverschillen In Zuid-Limburg leven mensen met een lagere sociaaleconomische status (ses) vaker ongezond. Laagopgeleiden roken vaker, eten ongezonder en zijn vaker te dik dan hoogopgeleiden. Ouderen, die voor hun inkomen volledig afhankelijk zijn van de AOW, drinken daarentegen minder alcohol dan mensen met meer inkomen. Ten opzichte van Zuid-Limburg scoort Beek gemiddeld of positief voor nagenoeg alle leefstijlfactoren. Dit hangt samen met het overwegend gemiddeld en midden-hoog opleidingsniveau in Beek. In de gemiddelde cijfers is de invloed van de ses nauwelijks zichtbaar. De invloed van de mensen met een lage en een hoge ses worden in de gemeentelijke cijfers uitgemiddeld. Bovendien wonen de mensen met een lage ses verspreid over de gemeente en is geen sprake van een geografische clustering op dit vlak. Zie ook paragraaf 2.2 over deze verschillen in Beek. 4.3 Fysieke omgeving Veel woningen in Beek hebben een binnenmilieuprobleem De kwaliteit van het binnenmilieu wordt bepaald door de aanwezige bronnen van verontreiniging en de mate van ventilatie. Vooral de ventilatie is in Beekse woningen (net zoals in de rest van Zuid-Limburg) onder de maat. Ventilatie verbetert de binnenmilieukwaliteit: hoe beter de ventilatie, hoe beter de binnenmilieukwaliteit. In de 35