over elektriciteit nu en in de toekomst, met de heer Marc Van den Bosch, senior adviseur bij het Voka-Kenniscentrum

Vergelijkbare documenten
over het al dan niet milieuvriendelijke karakter van (steun aan particulieren voor) het plaatsen van zonnepanelen

Verzoekschrift. over de premie voor energiebesparende investeringen voor niet-belastingbetalers. Verslag

over vermindering van onroerende voorheffing voor energiezuinige woningen waarvan de bouwaanvraag dateert van voor de EPB-regelgeving

betreffende de problematiek van de te hoge prijzen voor gas en elektriciteit betreffende de problematiek van de hoge brandstofprijzen

Ontwerp van decreet. houdende wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat betreft de aansprakelijkheid van netbeheerders.

betreffende het voorbereiden van Vlaanderen op olie- en gaspieken

624 ( ) Nr. 1 7 juli 2010 ( ) stuk ingediend op. Voorstel van decreet

Bevoorradingszekerheid

COMMISSIEVERGADERINGEN

NOTA (Z) CDC-1299

Samenvatting voor beleidsmakers

over een waarborgfonds voor huurders met financiële problemen

Kernenergie: Kan België zonder?

Voorstel van decreet. houdende wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat betreft de milieuvriendelijke energieproductie.

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2014

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

betreffende het vastleggen van ambitieuze onderhandelingsdoelstellingen voor de Vlaamse Regering op de Klimaatconferentie in Kopenhagen

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2013

Aggiornamento. Bedreigingen en uitdagingen voor de. industrie VWEC. Een perspectief voor Vlaanderen. Een perspectief voor Vlaanderen

Voorstel van resolutie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wie betaalt de rekening van de energietransitie?

Impact maatschappelijke rol van Eandis op nettarieven

Position Paper Contact Datum Omschrijving

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2016

Reken op ons! Donkere wolken boven de zonnepanelen (vervolg)

over de ex-ante-evaluatie Impact hervorming Europees landbouwbeleid op biologische landbouw in Vlaanderen

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2015

Energie voor morgen, vandaag bij GTI

Hernieuwbare elektriciteit,

Agenda VREG VLAAMSE REGULATOR VAN DE ELEKTRICITEITS- EN GASMARKT P 1

Prof. Jos Uyttenhove. E21UKort

betreffende de ontwikkeling van warmtenetten

Beleggen in de toekomst. de kansen van beleggen in klimaat en milieu

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Voorstel van resolutie

De kleur van stroom: de milieukwaliteit van in Nederland geleverde elektriciteit

ENERGIE- OBSERVATORIUM. Kerncijfers % 80% 60% 40%

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2013

ENERGIE- OBSERVATORIUM. Kerncijfers %

ADVIES AR ALGEMENE RAAD COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS. over

De Energietransitie van de Elektriciteitsproductie

Studie Onze energiefactuur explodeert (+62%), die van de multinationals daalt (-3%)

betreffende de problematiek van de hoge brandstofprijzen

over de agenda van de komende Europese Ministerraden Landbouw en Visserij en het Belgische EU-voorzitterschap

30 oktober Achtergrondrapport doorrekening regeerakkoord Rutte III: elektriciteitsvoorziening

PLENAIRE VERGADERINGEN

Hernieuwbare energie in Brussel

Factsheet: Dong Energy

Grootschalige energie-opslag

Grootschalige energie-opslag

Verzoekschrift. over de voorwaarden voor de Vlaamse aanmoedigingspremie Landingsbaan social profit. Verslag

DE BEREKENING VAN DE GROENESTROOMCERTIFICATEN

Verzoekschrift. over het opspuiten van eilanden op de Vlaamse Banken voor de kust. Verslag

ADVIES AR ADVIESRAAD GAS EN ELEKTRICITEIT Nijverheidsstraat, Brussel Tel. : 02/ Mail :

emissie broeikasgassen

Kernenergie in de Belgische energiemix

Evoluties in het energielandschap. Peter De Pauw

Zonnepanelen steeds rendabel. In een notendop

RWE Power. CCS Werbeagentur 10/07. Energiecentrale Eemshaven. RWE Power AG Essen Keulen (Duitsland) I Dertien vragen

Hernieuwbare elektriciteit,

Effecten en kosten van een kolenexit versus schone kolencentrales Bezinningsgroep energie 28 juni 2016

VBO en kernenergie: kritische toelichting

INSCHATTING VAN DE IMPACT VAN DE KILOMETERHEFFING VOOR VRACHTVERVOER OP DE VOEDINGSINDUSTRIE. Studie in opdracht van Fevia

ENERGIE- OBSERVATORIUM. Kerncijfers %

100% groene energie. uit eigen land

over de uitsluiting van grensarbeiders van de Vlaamse zorgverzekering

COMMISSIEVERGADERINGEN AANPASSING

Kwaliteits- en Capaciteitsplan 2013

ADVIES AR ALGEMENE RAAD COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS. over

ENERGIE- OBSERVATORIUM. Kerncijfers % 80% 60% 40%

Goedkeuring plan Wathelet door kern

tot wijziging van het begrip inkomen voor de rentevoet bij de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW)

De rol van biomassa in de energietransitie.

betreffende het Vlaams Energiebedrijf

over de vernieuwde Vlaamse renovatiepremie

Gedachtewisseling. Verslag. namens de Commissie voor Woonbeleid, Stedelijk Beleid en Energie uitgebracht door de heer Dirk de Kort

ADVIES AR ALGEMENE RAAD COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS. over

Duorsume enerzjy yn Fryslân. Energiegebruik en productie van duurzame energie

Verzoekschrift. over een studie naar de gevolgen van het Engels als eventuele derde officiële taal in Brussel. Verslag

Gedachtewisseling. over de ontwikkelingen in het dossier Opel Antwerpen. Verslag

Duurzame energie in balans

over het uitbreiden van de mogelijkheid om de asurne te bewaren op een andere plaats dan de begraafplaats

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0341/45. Amendement. Roger Helmer, David Coburn namens de EFDD-Fractie

VLAANDEREN PARTICULIERE KLANTEN

BELEIDSNOTA 2008 VAN FEBEG

Hernieuwbare elektriciteit,

Fotovoltaïsche systemen in de stad

Verzoekschrift. over opleidingscheques voor Vlamingen die buiten het Vlaamse of Brusselse Hoofdstedelijke Gewest werken. Verslag

Hernieuwbaar energie-aandeel in Vlaamse nieuwbouwprojecten Ontdek de zonnestroomoplossingen van SMA

Biomassa. Pilaar in de energietransitie. Uitgangspunt voor de biobased economie

Marktanalyse Powerhouse

1. Hoe is de productie voor bio-energiedoeleinden sinds 2013 jaarlijks geëvolueerd?

Windenergie op zee discussiebijeenkomst Kivi. Annemiek Verrips

Demand response: een opportuniteit voor professionele gebruikers. SGF Smart Energy Solutions BASF 22 January 2013

Hernieuwbare elektriciteit,

Position Paper Contact Datum Inleiding Bestaande meerkosten

FACTSHEET EMISSIEHANDEL

VLAANDEREN PROFESSIONELE KLANTEN

Visie op Windenergie en solar Update 2014

Transcriptie:

stuk ingediend op 597 (2009-2010) Nr. 1 28 juni 2010 (2009-2010) Gedachtewisseling over elektriciteit nu en in de toekomst, met de heer Marc Van den Bosch, senior adviseur bij het Voka-Kenniscentrum Verslag namens de Commissie voor Woonbeleid, Stedelijk Beleid en Energie uitgebracht door de heer Carl Decaluwe verzendcode: WON

2 Stuk 597 (2009-2010) Nr. 1 Samenstelling van de commissie: Voorzitter: de heer Jan Penris. Vaste leden: mevrouw Griet Coppé, de heer Carl Decaluwe, mevrouw Veerle Heeren, de heer Veli Yüksel; de heren Chris Janssens, Jan Penris, Wim Wienen; de heer Filip Anthuenis, mevrouw Mercedes Van Volcem; mevrouw Michèle Hostekint, de heer Bart Martens; de heer Marc Hendrickx, mevrouw Liesbeth Homans; mevrouw Patricia De Waele; mevrouw Mieke Vogels. Plaatsvervangers: de heren Tom Dehaene, Dirk de Kort, mevrouw Valerie Taeldeman, de heer Koen Van den Heuvel; de heer Frank Creyelman, mevrouw Marleen Van den Eynde, de heer Christian Verougstraete; de dames Irina De Knop, Vera Van der Borght; de heer Patrick Janssens, mevrouw Els Robeyns; de heer Bart De Wever, mevrouw Tine Eerlingen; de heer Peter Reekmans; de heer Hermes Sanctorum. V l a a m s Pa r l e m e n t 1011 B r u s s e l 0 2 / 5 5 2. 11. 11 w w w. v l a a m s p a r l e m e n t. b e

Stuk 597 (2009-2010) Nr. 1 3 Op donderdag 20 mei 2010 hield de Commissie voor Woonbeleid, Stedelijk Beleid en Energie een gedachtewisseling met de heer Marc Van den Bosch, senior adviseur bij het Voka-Kenniscentrum, over elektriciteit nu en in de toekomst. I. TOELICHTING De heer Marc Van den Bosch verklaart dat Voka in juni 2006 een studie heeft gepubliceerd met als titel Elektriciteit nu en in de toekomst. Strategisch product voor burgers en bedrijven. Voor de presentatie van vandaag heeft hij de cijfers van die studie geactualiseerd. 1. Algemene situering De studie was ingegeven vanuit de wetenschap dat de prijs van elektriciteit belangrijk is voor bedrijven. Deze prijs is onderhevig aan sterke schommelingen. Een andere zorg van Voka betreft de zekerheid van de levering. De heer Van den Bosch wijst op het hoge aandeel van energie-intensieve industrie in Vlaanderen. Een van de doelstellingen die Voka in de studie heeft omschreven, is een terugkeer van België naar de status van netto-exporteur. De spreker acht investeringen in elektriciteit en de productie daarvan zeer noodzakelijk, gezien het hoge aantal energie-intensieve ondernemingen. Vergeleken met onze buurlanden hebben we in verhouding tot het bbp de grootste staalindustrie en chemische nijverheid. Bijgevolg hebben we de grootste elektriciteitsbehoefte per miljoen euro bbp. Dit maakt de elektriciteitsprijs cruciaal voor de Vlaamse economie. 2. Evolutie en verwachtingen Tussen 1990 en 2008 is de totale hoeveelheid geproduceerde elektriciteit gestegen. De daling van het aandeel van de elektriciteit uit kernenergie is enkel relatief: de totale productie daarvan is gelijk gebleven. Het aandeel van elektriciteit uit kolen is gedaald van twintig naar acht percent, terwijl vooral het aandeel van elektriciteit uit gas is toegenomen. Bijna alle investeringen van de laatste twintig jaar betreffen investeringen in de productie van elektriciteit uit gas. Het aandeel van de hernieuwbare energie is de jongste jaren opgelopen tot enkele percenten. De in 2006 geformuleerde doelstelling om netto-exporteur te worden, heeft Vlaanderen in 2009 al gehaald. Aan de hand van een grafiek toont de heer Van den Bosch dat België voor 1990 elektriciteit uitvoerde naar Frankrijk en andere landen. Van 1990 tot 2008 heeft ons land echter heel veel elektriciteit ingevoerd: acht terawattuur, of tien percent van de totale productie. Daarmee hadden we de hoogste importgraad van heel Europa. In 2009 was er echter terug een lichte netto-export. Dit wijt de spreker aan de grote onbeschikbaarheid van nucleaire energie uit Frankrijk, waardoor ons land zijn eigen productiecapaciteit ten volle heeft moeten benutten om dit te compenseren. Bovendien is het industriële verbruik in 2009 aanzienlijk gedaald. Daarom mag de exportoverschot van dat jaar als een veeleer toevallige situatie worden beschouwd. Dit staaft de heer Van den Bosch met een grafiek die theoretische reservecapaciteit van de Europese landen in beeld brengt. Bij een gemiddelde behoefte heeft België inderdaad een overschot, maar op piekmomenten komen we tien tot vijftien percent capaciteit te kort. Met andere woorden komt de leveringszekerheid in het gedrang. Zeker in koude periodes zullen we afhankelijk zijn van stroom uit het buitenland. Landen als Hongarije en Finland, die zich in het verleden in een gelijkaardige situatie bevonden, hebben intussen door te investeren in productie hun energievoorziening veilig gesteld. België bevindt zich nu in de meest ongunstige situatie van de hele EU. Op

4 Stuk 597 (2009-2010) Nr. 1 bepaalde momenten in 2008 bedroeg het aandeel van de geïmporteerde elektriciteit liefst 35 percent. Dit noemt de heer Van den Bosch een niet-duurzame situatie. Op korte termijn, dit is tot 2013, verwacht de spreker een lichte verbetering van deze situatie, gezien geplande investeringen in onder andere hernieuwbare energie en wkk. Tot 2015 verwacht hij dan ook geen grote problemen. Maar dan wordt de situatie onzeker. Zo is de nucleaire uitstap nog niet helemaal geregeld. Er is de LCP-richtlijn, die mogelijk tot de sluiting van oude kolencentrales zal leiden. Na 2015 is de interconnectiecapaciteit dus cruciaal. Het uitstellen of schrappen van projecten kan tot problemen leiden. 3. Vraag en aanbod Het totale elektriciteitsverbruik in België is het afgelopen jaar met elf percent gedaald, meldt de heer Van den Bosch. In de industrie bedroeg die twintig percent. Maar de cijfers over het totale verbruik beoordeelt de heer Van den Bosch als niet helemaal correct. Elia, dat de cijfers ter beschikking stelt, brengt enkel de hoogspanning in rekening. Elektriciteit die wordt geproduceerd op laagspanningsniveau, het niveau van de netbeheerders, is daarbij niet inbegrepen. Het gaat bijvoorbeeld om zonnepanelen op huizen en wkk s in onder andere de landbouw. Anders is het niet te verklaren dat zowel productie als verbruik 81 terawattuur bedragen, en er toch nog 2,8 terawattuur is geëxporteerd. Voor de toekomst verwacht het Federaal Planbureau nog een stijging van het verbruik. Dat zal zeker het geval zijn als er veel elektrische voertuigen komen, meent de spreker. Hij ziet dan ook een nood aan bijkomende capaciteit. Wat het geïnstalleerde vermogen betreft, beschikte het productiepark in 2000 over 15,7 megawatt. Nu bedraagt dit vermogen ruim 16 megawatt. Als de kernuitstap en de sluiting van oude kolencentrales een feit worden, zijn er echter heel zware investeringen nodig. De huidige infrastructuur zal ongeveer moeten worden verdubbeld. Zelfs zonder kernuitstap zal er moeten worden bijgebouwd als ons land in zijn eigen capaciteit wil blijven voorzien. 4. Opties De heer Van den Bosch vindt het vanzelfsprekend dat de energie-efficiëntie moet worden verbeterd, maar waarschuwt om hiervan geen wonderen te verwachten. Onze energieintensiteit gaat inderdaad elk jaar licht omlaag, maar het is niet realistisch om te geloven dat dit op vijf jaar tijd een reductie met 30 percent zou opleveren. Een optie is om meer te importeren, maar dat zal onze afhankelijkheid van derden alleen maar verhogen. Op dit moment gelden de reddingscodes nog: als er een probleem is in een land, worden de andere landen afgesloten. Bovendien blijkt in de praktijk dat in importerende landen hogere prijzen gelden. Italië en Nederland vormen hiervan de traditionele voorbeelden. De spreker wijst op het nimbysyndroom en vraagt of we de discussie zullen voeren over wat we willen importeren: elektriciteit uit Franse kerncentrales of uit Duitse kolencentrales. Een belemmering bij de import is de congestie op de grenzen. De prijzen op de groothandelsbeurzen lopen grotendeels gelijk over de landsgrenzen heen, maar tijdens de piekperioden kunnen de verschillen hoog oplopen. Dan kan in landen die afhankelijk zijn van import, de prijs per megawattuur stijgen van 60 à 70 tot 500 euro. Het risico op een zo hoge prijs is een gevolg van de afhankelijkheid van import. Ook op het EU-niveau stijgt de afhankelijkheid van import. 40 percent van het gas komt uit Rusland, wat al prijsopstoten heeft veroorzaakt naar aanleiding van de geschillen tussen Rusland en Oekraïne. Ook andere relatief kleine gebeurtenissen zoals orkanen kunnen de energieprijzen drastisch beïnvloeden. De Vlaamse gasopslag is zeer beperkt, wat het risico verhoogt bij problemen met de buitenlandse aanvoer.

Stuk 597 (2009-2010) Nr. 1 5 Voor de toekomst verwacht de heer Van den Bosch een heel nieuwe situatie als gevolg van het EU-klimaatbeleid. De spreker vindt het logisch om te investeren in energiebronnen die weinig CO 2 -uitstoot veroorzaken. Maar eigenlijk is dit geen Vlaams of Belgisch probleem meer. Vanaf 2013 worden de grote elektriciteitsproducenten, die nu al een beroep moeten doen op het ETS, helemaal op Europees niveau gereguleerd. Ze zullen hun rechten moeten kopen op de Europese markt. Het risico om voor een bepaalde technologie te kiezen, ligt dan bij de exploitant. De ETS-bedrijven zullen een reductie van de CO 2 -uitstoot met van 21 percent moeten realiseren. Al in 2006 was een duidelijke koppeling merkbaar tussen de elektriciteitsprijs en de prijs van de CO 2 -rechten. Per land kon je op basis van de relatie tussen de daling van de prijs van de CO 2 -emissierechten en de daling van de elektriciteitsprijs bijna uitrekenen welk land voornamelijk afhankelijk is van kolen, van gas enzovoort. Ook de zogenaamde switch levels zijn daaruit af te leiden: vanaf welke prijs wordt er overgeschakeld tussen gas en kolen en vanaf wanneer krijgt een bepaald type centrales de prioriteit? Wat wel op het Belgische niveau moet worden aangepakt, is het probleem van de verzurende emissies. De verwachting is dat een nieuwe Europese richtlijn de plafonds tegen 2020 drastisch zal verlagen, zodat ze dicht tegen het technisch haalbare zullen aanleunen, zeker met betrekking tot de NOx-uitstoot. Dit kan een remmende factor zijn voor nieuwe installaties. Het Europese gerechtshof buigt zich momenteel over de vraag hoe bindend die plafonds zijn. In Vlaanderen is intussen een MBO afgesloten met de elektriciteitssector. Deze MBO installeert een plafond voor de hele sector, met weliswaar een marge voor nieuwkomers. Bij het opstellen van de studie werd Voka verweten de doodgraver van de hernieuwbare energie te zijn. De heer Van den Bosch verzekert dat het niet de bedoeling was om deze boodschap te brengen en betwist niet dat hernieuwbare energie inderdaad de richting is die we zijn ingeslagen. De doelstelling van dertien percent meer hernieuwbare energie impliceert vooral meer hernieuwbare elektriciteit. In andere energievormen is het potentieel vermoedelijk kleiner. Een voordeel van deze evolutie is dat onze afhankelijkheid van primaire energiebronnen uit het buitenland zal dalen. Maar er is ook veel biomassa-import, merkt de heer Van den Bosch op. Windenergie scoort immers minder goed qua leveringszekerheid. Op het vlak van leefmilieu en CO 2 -uitstoot in het bijzonder scoort hernieuwbare energie meestal wel goed, zij het niet beter dan kernenergie. Onze keuzes in groene stroom zullen minstens gedeeltelijk op kostenefficiëntie moeten worden gebaseerd. Voor Vlaanderen is nog niet echt berekend welke vorm van groene stroom daarvoor het meest in aanmerking komt. Maar het IPPC-rapport vermeldt de mogelijkheden op wereldschaal. De Europese Commissie richt zich op een prijs van ongeveer 30 euro per ton CO 2. Dan worden hydro- en windenergie al behoorlijk rendabel, net als bio-energie en geothermische energie. Maar fotovoltaïsch opgewekte elektriciteit blijft helemaal buiten beeld. Heel veel potentieel ligt daarentegen in de opvang en opslag van CO 2. CO 2 -reductie heeft een kostprijs. Ten opzichte van een gascentrale kost groene stroom 150 tot 230 euro per vermeden ton CO 2. Het verbruik zal blijven stijgen, meent de heer Van den Bosch. Ook het aandeel hernieuwbare energie zal enigszins stijgen, maar een kernuitstap zal een lacune veroorzaken, waarbij het een illusie is dat hernieuwbare energie die helemaal kan invullen. Ook andere bronnen, bijvoorbeeld gascentrales, zullen dan in grotere mate moeten worden aangewend.

6 Stuk 597 (2009-2010) Nr. 1 Wat de beleidsopties betreft, komt de spreker tot de volgende conclusies: er is nood aan een energie-efficiënte inzet van gediversifieerde bronnen; het is fout om bronnen, bijvoorbeeld kernenergie, op voorhand uit te sluiten; een goed investeringsklimaat is noodzakelijk met het oog op voldoende productie en de status van netto-exporteur; investeerders moeten over zekerheid beschikken; voor groene stroom is er behoefte aan één systeem voor groene stroom en wkk, gebaseerd op vermeden CO 2 en kostenefficiëntie; het beleid moet streven naar uitwisselbaarheid binnen België en later binnen Europa; de ondersteuning van niet-marktrijpe technologieën is te financieren vanuit het budget voor technologische innovatie en ontwikkeling, veeleer dan de stroom die ze genereren te subsidiëren. 5. Marktwerking De heer Van den Bosch vindt de marktwerking nog verre van ideaal. We komen van een kostengebaseerd model met overheidscontrole. Op dit moment is de markt vrij, maar met beperkingen. Met de leveringszekerheid is het echter slecht gesteld, zodat er nood is aan extra investeringen. De spreker acht nogal wat nieuwe regelgeving nodig. Er heerst nogal wat frustratie omtrent de werking van de CREG. Een kostengebaseerd investeringsmodel kan interessant zijn. In Finland wordt het bijvoorbeeld toegepast voor de kerncentrales. Bedrijven investeren samen met de elektriciteitsleverancier. In ons land gebeurt iets gelijkaardigs voor bijvoorbeeld de wkk s die BASF heeft geplaatst. Voka beschouwt het transportnetwerk als een prioriteit en hoopt op een toenemende concurrentie als gevolg van een goede internationale stroomuitwisseling. Daarom heeft Voka in 2006 gevraagd om de rechtstreekse verbindingen met Duitsland en Groot-Brittannië te onderzoeken. Intussen is dat onderzoek aan de gang en al deels afgerond. Misschien zal de windenergie ons toegang helpen verlenen tot het Noordzeegrid. Ook de verbinding met Duitsland boekt vooruitgang, zij het vrij traag. Ook wat de regulatie betreft, is er een evolutie. Tot dusver is er geen sprake van één Europese regulator. Nochtans is dit de aangewezen oplossing als er echt één Europese elektriciteitsmarkt komt. De grootverbruikers proberen zich in te dekken tegen de volatiliteit van de prijzen. Zo streefden ze naar langetermijncontracten, maar voor elektriciteit is dat niet meer mogelijk. Voor gas gebeurt dat wel. De EU moet intussen toezien op verdoken staatssteun. Vooral in Frankrijk vormt die een probleem. In dat verband heeft Agoria zijn leden bevraagd over de prijs die ze voor elektriciteit betalen. Uit dat onderzoek is gebleken dat de Belgische prijzen vergelijkbaar zijn met de Britse, Duitse en Nederlandse, maar dat de Franse prijzen systematisch lager liggen. Dat komt door de tariefregulering in Frankrijk. Enkele weken geleden heeft het Franse Parlement beslist om die regulering nog zeker tot eind 2010 te handhaven. Daardoor lijden onze bedrijven een concurrentiehandicap van 20 tot 30 percent ten opzichte van bedrijven die net over de Franse grens liggen. Een West- Vlaams bedrijf heeft het verschil in productiekost met zijn Noord-Franse evenknie berekend op vijf miljoen euro. Zoiets valt niet te compenseren in het product zelf. Op dit moment voert de Europese Commissie een onderzoek, maar is er nog geen uitspraak. Steeds vaker verlenen Belgische bedrijven medewerking en investeringen aan productieprojecten, waardoor ze zich op lange termijn aan een vrij stabiele prijs kunnen bevoorraden. Het beleid zou dergelijke consortia beter kunnen ondersteunen. Ook met betrekking tot het distributienet is er vernieuwing mogelijk en raadt de heer Van den Bosch aan om de kansen van smart grids aan te grijpen om nieuwe diensten aan te bieden. De meerkost die daarmee gepaard gaat, is terugverdienbaar.

Stuk 597 (2009-2010) Nr. 1 7 6. Het overheidsbeslag Een studie in opdracht van de Vlaamse overheid heeft geanalyseerd in welke mate overheidsbeleid invloed heeft op de elektriciteitskosten van bedrijven. Daaruit blijkt dat, onder meer door de geringe degressiviteit, België de hoogste kosten heeft voor de allergrootste gebruikers. In dit verband vestigt de heer Van den Bosch er de aandacht op dat in Duitsland een deel van de kosten wordt vergoed in de verhouding tot de sociale bijdragen die een bedrijf betaalt. Duitsland heeft met betrekking van de elektriciteit uit windmolens op zee een reductie voor grootgebruikers. Nederland werkt op dit moment nog met algemene middelen. Frankrijk past daarvoor wel degressiviteit toe. De federale bijdrage is op drie jaar tijd opgelopen van minder dan 2,4 naar meer dan 4 euro per megawattuur. Vanaf 2011 verwacht de heer Van den Bosch een stijging tot meer dan 5 euro. Een van de belangrijkste redenen is de vrijstelling voor elektriciteit uit hernieuwbare bronnen. Die hoeft niet uit het eigen land afkomstig te zijn. Daarom kopen onze bedrijven massaal buitenlandse garanties van oorsprong, aan een fractie van de waarde van de vrijstelling. Bijgevolg komen steeds minder bedrijven in aanmerking om de federale bijdrage te innen, zodat de prijs per bedrijf explosief stijgt. Dit mechanisme is aan bijsturing toe. Vervolgens gaat de Voka-medewerker in op de kosteninefficiëntie in de groene stroom. Voor stroom uit PV-installaties bedraagt die verhouding 350 euro per megawattuur, terwijl ze voor biomassa slechts 30 euro per megawattuur bedraagt. De gemiddelde terugkoopgarantie bedraagt 73 euro per megawattuur. De gemiddelde aanrekening aan de klant is 100 euro per megawattuur. Met dezelfde ondersteuning is dus 35 percent extra groene stroom mogelijk. Het beleid kan dit potentieel benutten door meer te moduleren in het systeem van de groenestroomcertificaten, of door naar Duits model een feed-intarief in te voeren. Een dergelijke beleidsaanpassing is volgens de heer Van den Bosch belangrijk gezien de evoluties op lange termijn. De heer Filip Maertens van C-Power mag dan al terecht verklaren dat de windenergie niet meer kost dan een pizza per gezin, maar een groot bedrijf moet door de schaalgrootte wel een hele pizzeria betalen. Precies daarom is een aftopping van de meerkosten aangewezen, zodat een degressief tarief van toepassing wordt op de grote bedrijven. Op dit moment betaalt een bedrijf met een jaarlijks verbruik van ongeveer 30 megawatt bijvoorbeeld een wat groter dan gemiddeld voedings- of textielbedrijf elk jaar zowat 30.000 euro voor wind op zee en 150.000 euro voor groenestroomcertificaten. Als we alle geplande projecten blijven doorvoeren en aan dezelfde tarieven blijven doorrekenen, dan worden die cijfers tegen 2020 verhoogd tot respectievelijk 300.000 en 260.000 euro. Voor een echt groot bedrijf zullen deze bedragen door het ontbreken van een aftopping zelfs in de miljoenen lopen. Daarom pleit de heer Van den Bosch voor een kostencompetitieve subsidiëring. Aspecten zoals leereffect en schaalgrootte moeten een rol spelen. Niet elke nieuwe windmolen moet evenveel subsidie krijgen als de allereerste exemplaren. In de prijs van de groenestroomcertificaten moet het beleid rekening houden met kostenefficiëntie. Aan de grote gebruikers zou ons land, zoals onze buurlanden nu al doen, via een element van degressiviteit wat meer ademruimte moeten geven en een industrievriendelijker politiek moeten voeren II. BESPREKING IN DE COMMISSIE De heer Carl Decaluwe vraagt welke oplossingen Voka suggereert voor de meerkosten van de hernieuwbare energie voor de industrie.

8 Stuk 597 (2009-2010) Nr. 1 De heer Marc Van den Bosch merkt op dat de Nederlandse VNO ronduit stelt dat alle meerkosten voor hernieuwbare energie voor de rekening van de kleinverbruikers moet zijn. Zo ver wil Voka niet gaan. Wel pleit de organisatie voor een versterking van de degressiviteit, die nu beperkt blijft tot een vrijstelling van 50 percent boven de 100 gigawattuur, en voor de invoering van een plafond in het totale bedrag dat aan een bedrijf wordt aangerekend. Voor de federale bijdrage is er al een dergelijke aftopping op 250.000 euro. De heer Van den Bosch vraagt om ook een plafond in te voeren voor de gecumuleerde bijdrage aan de verschillende overheden in ons land. Ter promotie van de eigen hernieuwbare energie ziet de spreker heil in een vrijstelling van de grootgebruikers door aanwending van de inkomsten van de CO 2 -rechtenveiling, waarvan hij verwacht dat die na 2013 een Vlaamse bevoegdheid blijven. Die inkomsten begroot hij op 400 miljoen euro per jaar en kunnen worden aangewend om de rekening van de grootgebruikers te milderen. De heer Carl Decaluwe kan begrip opbrengen voor de standpunten van Voka, zeker wat betreft het concurrentienadeel dat bedrijven in de grensstreek ondervinden ten opzichte van hun Franse buren. Maar uiteindelijk zal iemand de prijs moeten betalen. Ook een recent CREG-rapport over de distributienettarieven komt ter zake bij de kleine verbruiker terecht. De heer Marc Van den Bosch wijst erop dat niet alleen grote bedrijven zich aan de solidariteit wensen te onttrekken. Al wie zonnepanelen plaatst, ook als privépersoon, doet dit nu al. Op een gegeven moment zal dit onhoudbaar worden. Alle grootverbruikers bestuderen momenteel de mogelijkheden om eigen elektriciteit op te wekken. De prijzen van biomassa en gas zijn tenslotte minder volatiel dan die van de elektriciteit. Een tweede voordeel is dat dit meer leveringszekerheid biedt en ten derde kan ook warmte geproduceerd worden (bijvoorbeeld wkk). Ten slotte vermijd je zo ook meerkosten. Maar het gevolg van deze massale vlucht uit de solidariteit zal zijn dat de kosten nog extra oplopen voor wie dit niet kan doen. Door de kosten af te toppen kan de overheid deze evolutie tegenhouden. De heer Bart Martens vraagt zich af of het pleidooi van Voka geen tegenstrijdigheid bevat. Aan de ene kant pleit de heer Van den Bosch ervoor dat de gebruikers zoveel mogelijk hun eigen elektriciteit produceren, maar aan de andere kant zou dat de solidariteit in het gedrang brengen en vraagt de spreker om dit een halt toe te roepen. Juist dat is het probleem, antwoordt de heer Marc Van den Bosch. Een grootgebruiker zal de analyse maken dat zelf produceren de beste manier is om de elektriciteitskosten te drukken. Het huidige beleid stimuleert dit. Maar misschien moet het beleid deze handelswijze wat afremmen omdat dit ten koste gaat van de solidaire kostenverdeling. Dat kan de overheid bewerkstelligen door plafonds en meer degressiviteit in te voeren. De heer Carl Decaluwe kent vele bedrijven die eigen windmolens overwegen. Misschien kan het ook een vorm van solidariteit opleveren dat ze anderen, bijvoorbeeld gezinnen uit de omgeving, in die projecten betrekken. Volgens de heer Marc Van den Bosch is een windmolen enkel rendabel voor het industrieel bedrijf die hem op zijn eigen terrein heeft. Participeren in een windmolenproject is momenteel niet of veel minder rendabel, tenzij misschien op het vlak van sponsoring met vermelding van de bedrijfsnaam op de molens. Wie op zijn eigen terrein een molen heeft, geniet vele voordelen: groenestroomcertificaten, geen distributietarief, geen transportkosten, geen federale bijdragen enzovoort. Voka heeft al eens gesuggereerd dat de overheid

Stuk 597 (2009-2010) Nr. 1 9 een deel van die voordelen zou koppelen aan een investering in een ruimer project. Het effect dat de overheid nu veroorzaakt, is dat de windmolens willekeurig her en der verspreid in het landschap opduiken, wat de ruimtelijke ordening niet ten goede komt. De heer Bart Martens vindt dat de heer Van den Bosch er nogal gemakkelijk van uitgaat dat de status van exportland, die Vlaanderen nog maar net opnieuw heeft verworven, snel terug verloren zal gaan. Zal het deel van de vraag naar energie dat door de economische crisis is weggevallen, zo snel terugkomen? Onderschat de heer Van den Bosch niet het effect van de investeringen van heel wat bedrijven in eigen elektriciteitsproductie, bijvoorbeeld uit wkk of STEG? Als voorbeelden van zulke bedrijven noemt de heer Martens Tessenderlo Chemie, Duferco en Arcelor Mittal. Zal dit nieuwe vermogen onze status van exportland niet bestendigen? Het totale vermogen uit deze nieuwe elektriciteitswinning zal volgens het commissielid hoger liggen dan de som van de drie kerncentrales die in 2015 al dan niet zullen sluiten. Wat de eerste vraag betreft, antwoordt de heer Marc Van den Bosch dat een aantal bedrijven nog steeds stil ligt als gevolg van de crisis. Op het moment dat zij terug heropstarten, zal het elektriciteitsgebruik zwaar toenemen. Wat het nieuwe beschikbare vermogen betreft, stelt de Voka-adviseur de vraag of de bedrijven dit enkel voor intern gebruik zullen aanwenden of het ook aan anderen ter beschikking zullen stellen. De marktprijzen spelen ter zake een belangrijke rol. Wie in het buitenland goedkoper elektriciteit kan kopen, zal niet opteren om hier te produceren. Veel zal ook afhangen van de evolutie van de marktprijzen voor gas. Hoe dan ook meent de heer Van den Bosch op de grafiek voldoende te hebben aangetoond dat het overschot op de energiebalans zeer gering is en dat winterpieken die balans in de richting van de import doen overhellen. Vervolgens gaat de heer Bart Martens in op het pleidooi van de heer Van den Bosch om naar het Finse voorbeeld individuele participatie in de productie-installaties mogelijk te maken. De consumenten krijgen dan elektriciteit aan de kostprijs van de productie, die lager ligt dan de marktprijs. Een mogelijke variant zou erin bestaan om de producenten van bijvoorbeeld kernenergie te verplichten hun elektriciteit, tegen de som van de kostprijs en een vastgelegde winstmarge, te verkopen aan een zogenaamde single buyer. Deze laatste kan de stroom vervolgens veilen aan de nieuwkomers. De extra winst komt dan bij die aankoopcentrale terecht, die daarmee de kosten van bijvoorbeeld offshorewindmolenparken kan overnemen. In dat geval hoeven die extra kosten niet te worden doorverrekend aan de grootgebruikers. Voka is geen voorstander van een dergelijke aankoopcentrale, verklaart de heer Marc Van den Bosch. Als een overgang naar een vrijgemaakte markt zou dit systeem zin hebben gehad, maar nu niet meer. De spreker vindt het niet evident om die single buyer dan enkel toe te passen op de nucleaire energie. Hij zou op alle manieren geproduceerde elektriciteit moeten opkopen. Dat impliceert het risico dat de aankoopcentrale verlies maakt. De heer Robrecht Bothuyne peilt naar de Voka-visie op het Vlaams Energiebedrijf. Het Vlaams Energiebedrijf mag vooral de markt niet verstoren, antwoordt de heer Marc Van den Bosch. Voka was er niet meteen een vragende partij voor, ook al omdat het regeerakkoord een onduidelijk aantal taken aan dit nieuwe bedrijf toevertrouwt. Op één vlak kan het bedrijf in elk geval een nuttige rol spelen, namelijk in de ontwikkeling van netwerken voor warmte-uitwisseling. De privésector neemt ter zake geen initiatieven. De terugverdientijd is immers vrij lang en de afschrijvingstermijn loopt op tachtig jaar. Zulke systemen zijn dus commercieel niet interessant maar kunnen wel bijdragen tot de

10 Stuk 597 (2009-2010) Nr. 1 CO 2 -reductie. Het is momenteel wachten op een verdere uitwerking van de taken voor het Vlaams energiebedrijf om het initiatief goed te kunnen beoordelen. De voorzitter, Jan PENRIS De verslaggever, Carl DECALUWE

Stuk 597 (2009-2010) Nr. 1 11 Gebruikte afkortingen BASF bbp btw CO 2 CREG EC ETS EU IPPC LCP MBO nimby NOx PV STEG VNO Voka wkk Badische Anilin & Soda Fabrik (Duits chemisch bedrijf) bruto binnenlands product belasting over de toegevoegde waarde koolstofdioxide (koolzuurgas) Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Europese Commissie Emission Trading System (Europese emissiehandel) Europese Unie Integrated Pollution Prevention and Control Large Combustion Plant (grote stookinstallatie) milieubeleidsovereenkomst not in my backyard (niet in mijn achtertuin) stikstofoxide photovoltaic (fotovoltaïsch) stoom- en gasturbine Verbond van Nederlandse Ondernemingen Vlaams netwerk van ondernemingen warmte-krachtkoppeling