Duurzaamheidsagenda 2011-2014 Samenwerken en verbinden : Nota van Beantwoording. Op 30 juni 2011 heeft de raad de Duurzaamheidsagenda 2011-2014 vastgesteld en vrijgegeven voor de inspraak. De Duurzaamheidsagenda heeft tot en met 26 augustus ter inzage gelegen. Er is één inspraakreactie ontvangen, per e-mail, op 17 augustus 2011. In deze Nota van Beantwoording wordt puntsgewijs ingegaan op deze inspraak en worden voorstellen gedaan voor wijziging (cursieve tekst).. Reactie van Jan Kempers, inwoner van Zoeterwoude en werkzaam als manager sustainable development bij Heineken Ik heb mijn reactie gebaseerd op de samenvatting van het stuk. In het stuk gebruiken jullie regelmatig de term duurzaamheid (duurzame inrichting,...is duurzaam...etc). Het is en blijft in jullie stuk een containerbegrip waar ieder nog een eigen interpretatie aan geeft. Wat is dan eigenlijk duurzaam? En dan heb je duurzaam en een duurzame ontwikkeling. De discussie hieromtrent wordt veel specifieker als je de term specificeert. Zie mijn opzet in de tabel. Duurzaamheidsaspect klimaatverandering Dit is duurzaam (eindpunt van een ontwikkeling) alle processen hebben netto géén emissies van broeikasgassen er gaat geen landbouwareaal verloren, omdat door de bedrijfsvoering een stabiele bodemvruchtbaa rheid is gerealiseerd Dit is duurzame ontwikkeling reduceren van broeikasgasemis sies agrarische activiteiten worden op het thema behoud van bodemvruchtbaar heid vorm gegeven. Aandachtgebieden wonen werken mobiliteit groene en natte ruimte gemeentelijke organisatie toevoegen: agrarische activiteiten grondstoffentekort (waaronder schoon water) alle materiaalstromen maken deel uit van een cyclisch proces: de biologische cyclus, of een technische cyclus bij het hergebruik vindt geen materiaaldegene processen met lineaire (verloren) materiaalstromen elimineren en vervangen door processen waarin de materialen hergebruikt worden bij processen waarin al van hergebruik 1
gezonde en veilige leefomgeving ratie plaats, zodat het recyclen oneindig lang kan plaatsvinden er zijn geen ongezonde en onveilige elementen meer aanwezig in de aandachtsgebied en van de Gemeente behoud en stimulatie van biodiversiteit is gerealiseerd bij alle processen in de gemeente sprake is vinden aanpassingen plaats om materiaaldegener atie te verminderen het elimineren van ongezonde en onveilige elementen In alle besluitvormingspr ocessen is biodiversiteit een aandachtspunt en alle partijen verplichten zich tot een jaarlijkse inspanning op dit gebied. Reactie: De agrarische activiteiten binnen het bouwblok vallen wat ons betreft onder werken. Agrarische activiteiten buiten het bouwblok vallen onder het aandachtgebied groene en natte ruimte. Een apart aandachtgebied toevoegen is daarom niet nodig. De term duurzaam is inderdaad een term waar verschillende interpretaties over bestaan. Wij verstaan onder duurzame ontwikkeling ten minste een ontwikkeling met minder belasting voor mens en milieu dan gebruikelijk. Daarmee wordt gelijk gezegd dat de doelstellingen met betrekking tot duurzame ontwikkeling niet absoluut vastliggen. Wat vandaag duurzamer is dan gebruikelijk, kan over enige tijd wel gebruikelijk zijn. Voorstel: Hoewel bovenstaande tabel een correct en bruikbaar handvat biedt voor het beleid, stellen wij voor de huidige systematiek en indeling van de Duurzaamheidsagenda te handhaven. Duurzaam bouwen De bovenstaande redenering volgend geloof ik niet dat er in Zoeterwoude al duurzaam gebouwd wordt. Er wordt duurzamer gebouwd dan vroeger, maar er is nog lang geen sprake van klimaatneutrale woningen/gebouwen en enkel dit kan het gewenste eindpunt zijn. De gemeente moet proberen om een trendbreuk te creëren i.p.v. een geleidelijke verbetering. Dat kost veel teveel tijd. Een gebouw staat er nl. zeker weer 40 jaar. Van nu af aan zou klimaatneutraal bouwen het uitgangspunt moeten zijn en niks minder. Op dit moment is klimaat-positief bouwen zelfs al mogelijk. Reactie: Onder verwijzing naar bovenstaande reactie geldt voor duurzaam bouwen de ambitie om duurzamer te bouwen dan gebruikelijk, i.c. duurzamer dan het bouwbesluit voorschrijft. De Energieprestatie (EPC) is per 1 januari 2011 verlaagd van 0,8 naar 0,6. Het Bouwbesluitniveau is gewijzigd en schrijft voor als norm voor Energie voor: 6,8 (was 6,3). Daarmee geeft een GPR van 7 (resp. 8) voor Energie niet meer de ambitie van de gemeente weer. 2
Voorstel: Wij stellen voor in de Duurzaamheidsagenda voor het onderdeel Energie te streven naar een GPR van 8,5 voor nieuwe gemeentegebouwen en 7,5 voor externe initiatiefnemers. Voor de overige componenten in het programma: Milieu, Gezondheid, Gebruik en Toekomstwaarden is het ambitieniveau een GPR van 7. Mocht in de toekomst de wetgeving opnieuw worden aangepast, dan zullen de gemeentelijke ambitieniveaus worden heroverwogen. Duurzame nieuwe woonwijken ontwikkelen Geen specifieke opmerkingen. Zie mijn opmerking bij duurzaam bouwen. Punt 3 Kleinschalige glastuinbouw hoeft niet perse verkeerd te zijn. De omzetting hiervan naar woningen stimuleert de biodiversiteit niet per definitie. Je mag wel eisen dat de kleinschalige glastuinbouw door haar bedrijfsvoering de biodiversiteit actief gaat ondersteunen. De ondernemer moet daarover nadenken en deze eis invullen. Reactie: Met deze analyse zijn wij het eens. Ook kleinschalige glastuinbouw kan in principe duurzaam. In de concrete situatie van Zoeterwoude hebben de betrokkenen echter aangegeven dat ze geen mogelijkheden zien (gezien de ruimtelijke beperkingen) om de bedrijfsvoering hier op rendabele wijze voort te zetten, laat staan de biodiversiteit te verhogen. Voorstel: De sanering is ingegeven door planologische beperkingen in het Zoeterwoudse buitengebied en wij stellen daarom voor deze maatregel hier te laten vervallen. Punt 4: het gaat niet enkel om energiebesparen, maar ook om de introductie van hernieuwbare energie (zonne- en windenergie) Reactie: Hiermee zijn wij het eens. Voorstel: De tekst op dit punt aanscherpen Punt 5: bronscheiding is niet altijd het meest effectieve middel. Bijv. nasorteren van plastic is bewezen effectiever, zeker als de logistieke inspanningen meegenomen worden in de calculatie. Ik zou hier willen zien dat de gemeente/gevulei de samenwerking zoekt met de afvalverwerker en dan gezamelijk de keten vorm geeft. Reactie: Bronscheiding van plastic is landelijk beleid. In de Nederlandse wetgeving gelden vanaf 1 januari 2006 doelstellingen voor de inzameling en recycling van plastic verpakkingen. Nascheiding is inderdaad mogelijk. Deze technologie is in Nederland echter nog niet op grote schaal geïntroduceerd. Daarom is in Nederland gestart met een apart inzamelsysteem voor plastic verpakkingsafval (bron: www.plasticheroes.nl/). Voorstel: Bestaande tekst handhaven. 3
Punt 6:... en bestaande materialen zullen waar mogelijk naar een nieuwe toepassingen worden gerecycled. Reactie: Mee eens. Waar dat enigszins rendabel mogelijk is zullen wij dat doen. Voorstel: Tekst aldus aanpassen. Punt 7: - een enkel oplaadpunt voor elektrische auto's zet toch geen zoden aan de dijk... - de gemeente kan wel haar wagenpark verduurzamen (aardgas, LNG/LBG) en er naar streven infrastructuur realiseren, zodat de bewoners en ondernemers eveneens een dergelijk stap kunnen gaan zetten. - stimuleer het gebruik van elektrische fietsen, ook voor bewoners. - Denk na over hoe je het boodschappen doen op de fiets kunt vereenvoudigen. Dat is niet alleen goed voor het milieu, maar ook voor de gezondheid en de lokale ondernemers. Is er een bagagekarrensysteem denkbaar, bijv. fietsaanhangers, om de boodschappen met de fiets te kunnen vervoeren naar huis? Vraag het aan De Grim en C1000 om hierover mee te denken. En bezorgen door een vakkenvuller per bakfiets? Reactie: Het stimuleren van vervoermiddelen die elektrisch worden aangedreven in plaats van door een brandstofmotor kan een invulling zijn van het beleid dat in dit speerpunt is geformuleerd. Dat stimuleren kan bijvoorbeeld door het realiseren van infrastructuur en voorzieningen. Het genoemde oplaadpunt bij het Recreatief Transferium is daarvan een voorbeeld en een eerste stap. De mate waarin een dergelijke maatregel vervolg krijgt, is uiteraard afhankelijk van de mate waarin van de betreffende vervoermiddelen gebruik wordt gemaakt. Om mobiliteit effectief te beïnvloeden, is afstemming met andere overheden/gemeenten nodig. Bovendien geldt voor dit soort maatregelen, evenals voor het idee van de bagagekarren, dat ook andere partijen een aandeel zullen moeten leveren en zelfs het initiatief kunnen nemen. De gemeentelijke initiatievenpot die deel uitmaakt van de Reserve Duurzaamheid kan daarbij een steuntje in de rug zijn. De doelstelling met betrekking tot het gemeentelijk wagenpark staat genoemd onder speerpunt 8. Voorstel: bestaande tekst handhaven. Punt 8: wordt de dakvervanging van het gemeentehuis gecombineerd met de introductie van hernieuwbare energiebronnen: warmtedak, zonnepanelen, sedumdak...??? Is er een partij geraadpleegd om de innovatieve opties te inventariseren en te evalueren, of is enkel besloten om het dak beter te isoleren? Door een combinatie kunnen schijnbaar te dure innovaties wellicht financieel haalbaar worden. Denk aan de voorbeeldwerking van de Gemeente en het mooie verhaal dat er ontstaat als bij deze grote revisie tegelijkertijd een dergelijk stap gemaakt wordt. Reactie: Zoals geformuleerd onder speerpunt 1 wordt voor gemeentelijke gebouwen een GPR van minimaal 8 nagestreefd. Daarbij laat het college zich momenteel informeren over de mogelijkheden en de effectiviteit van duurzame toepassingen op (platte) daken. Resultaat daarvan kan zijn dat bij de vervanging van het dak van het gemeentehuis naast isolatie ook andere duurzame innovaties worden toegepast, waarbij de financiële haalbaarheid inderdaad een rol speelt. Voorstel: De betreffende tekst over gemeentelijke gebouwen als volgt aanpassen: 4
De gemeentelijke gebouwen worden verder verduurzaamd, de nadruk ligt op energiebesparing en, waar mogelijk en effectief, hernieuwbare energiewinning. Ook bij het vervangen van het dak van het gemeentehuis zal dit een belangrijk punt van overweging zijn. Punt 9: geen opmerkingen Punt 10: ontwikkeling naar Deens voorbeeld: in maatschappij en bedrijfsleven de biomassastromen (GFT afval, bermgras, restanten levensmiddelen van cateraars...) in kaart brengen en daarna, bij voorkeur met een (lokale), ondernemer bijv. een boer met een covergister, vergisten naar biogas voor diverse energie applicaties. Het is erg belangrijk dat de gemeente mineralenbehoud (is recycling) stimuleert en faciliteert, bijv. door mee te werken aan inzameling van substraten en aan digestaat applicaties vanuit een dergelijke vergister. Houtig afval (snoeiafval) verbranden. Reactie: Indien de voorgestelde werkwijze het in het speerpunt geformuleerde doel dichterbij brengt, zal de gemeente hier graag aan meewerken. Het college ziet hier overigens nadrukkelijk niet alleen een rol van de gemeente, maar ook van bedrijven. De gemeente stelt middels de Reserve Duurzaamheid een initiatievenpot in, waaruit dergelijke onderzoeken kunnen worden gestimuleerd en kunnen worden ondersteund door (o.a.) de Milieudienst West-Holland. Voorstel: Bestaande tekst handhaven Verder was al ter sprake gekomen dat de gemeente een faciliterende rol moet gaan vervullen in de duurzame ontwikkeling, om het ook voor bewoners mogelijk te maken hun huis bijv. duurzaam te onderhouden. Nu is dit nog vrijwel onmogelijk, omdat de kennis en materialen domweg niet beschikbaar zijn. Zoek de samenwerking met Van Velzen op dit punt. Reactie: daar zijn wij het niet mee eens. Al een aantal jaren brengt de gemeente i.s.m. de Milieudienst West-Holland folders over duurzaam verbouwen uit. Het is aan de (lokale) ondernemers om daar middels aanpassingen aan hun assortiment op in te spelen. Voorstel: Bestaande tekst handhaven 5