Koksijde Verzoek tot raadpleging

Vergelijkbare documenten
Stad Tielt Verzoek tot raadpleging

Stad Roeselare gedeeltelijke herziening BPA Kazand-West Verzoek tot raadpleging

STAD TIELT VERZOEK TOT RAADPLEGING

GEMEENTE LANGEMARK-POELKAPELLE VERZOEK TOT RAADPLEGING

Stad Diksmuide. verzoek tot raadpleging. west-vlaamse intercommunale baron ruzettelaan brugge tel (050) fax (050)

GEMEENTE MIDDELKERKE RUP LEFFINGE CENTRUM WEST - TER

GEMEENTE KNOKKE-HEIST VERZOEK TOT RAADPLEGING RUP KERN OUD-ZOUTE

gemeente Knokke-Heist verzoek tot raadpleging

baron ruzettelaan brugge tel (050) fax (050)

gemeente De Haan verzoek tot raadpleging Rup gedeeltelijke wijziging BPA villawijk Noordhoek

STAD DEINZE VERZOEK TOT RAADPLEGING RUP MOLENS VAN DEINZE Juni 2008 FOTO UAPS

Stad Veurne SRUP Zonevreemde bedrijven. Verzoek tot raadpleging plan_id:

Kaart 36: plangebied en omgeving grondwaterstromingsgevoelige gebieden Kaart 37: plangebied en omgeving infiltratiegevoelige gebieden Kaart 38:

Veurne - Westkust. 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76)

Stad Nieuwpoort Verzoek tot raadpleging

Onderzoek tot Plan-MER-plicht (screening) gemeentelijk RUP WAR 04 Sint-Eloois-vijve Molenstraat

Onderzoek tot Plan-MER-plicht (screening) gemeentelijk RUP Gemeente WEVELGEM: RUP 3-1 Menenstraat-Noord

gemeente Vleteren verzoek tot raadpleging

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen

Als gevolg aan uw aanvraag van 4/12/2017, ontvangen op 4/12/2017, met referentie gevraagde gegevens over. IDENTIFICATIE VAN HET ONROEREND GOED

Zelzate. Voorontwerp GRUP Wittouck. Verzoek tot raadpleging. Gent,

Wanneer is een plan of programma plan-m.e.r.- plichtig?

STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL

Wanneer is een plan of programma plan-m.e.r.- plichtig?

STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen. Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen

GEMEENTE ICHTEGEM VERZOEK TOT RAADPLEGING

Project-m.e.r.-screening

gemeente Oostrozebeke verzoek tot raadpleging

STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL

afbakening zeehavengebied Antwerpen

Onderzoek naar milieueffectrapportage. Gemeentelijk RUP voorzieningenconcentratie Testelt Scherpenheuvel-Zichem. Aanvullende nota

RUP Hernieuwenburg Wielsbeke. Bewonersvergadering OC Hernieuwenburg 24/08/2015

Oostende - Middenkust

Project-m.e.r.-screening

BPOST N.V. Muntcentrum 1000 Brussel

Onderzoek naar de noodzaak tot milieueffectrapportage (Plan MER screening) juni 2009

S t a d R o e s e l a r e V e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g

MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER. Beroep: Datum van aanvraag: IDENTIFICATIE VAN HET ONROEREND GOED

Roeselare - Tielt. 1. Reservegebieden voor woonwijken (KB 17/12/79)

Stad Nieuwpoort Verzoek tot raadpleging

2. Beschrijving en verduidelijking van het voorgenomen plan en in voorkomend geval redelijke alternatieven voor het plan of onderdelen ervan

Bijlage bij het besluit van de Vlaamse Regering van tot wijziging van diverse besluiten, wat betreft de oprichting van het beleidsdomein Omgeving

STAD TIELT RUP EUROMARKTLAAN

Screening milieueffecten van het PRUP Hof Ter Molleken Gemeente Gooik Februari 2009

MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER. Beroep: Datum van aanvraag: IDENTIFICATIE VAN HET ONROEREND GOED

RUP Kanaalzone West Wielsbeke. Bewonersvergadering OC Leieland 24/08/2016

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

onderzoek naar de noodzaak tot milieueffectrapportage (plan-mer screening)

GEMEENTE ALVERINGEM RUP WONEN

Provincieraadsbesluit

GEMEENTE KORTENBERG DEEL II: GRAFISCH LUIK. Provincie Vlaams Brabant Arrondissement Leuven Gemeente Kortenberg RUP VIERHUIZEN RU KOG 2008/056

RUP Klaverblad Zuid-Oost Gemeente Lummen Kaart 1 Situering

RUP MOLENBEEK SPORT & RECREATIE

Gemeentebestuur Tessenderlo Markt z/n 3980 Tessenderlo tel: fax: Website: SCHOOT

Stedenbouwkundig uittreksel Inlichtingenformulier vastgoedinformatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Gemeentelijk gebiedsgericht ruimtelijk uitvoeringsplan GGR-K6 Tiensesteenweg, grootschalige kleinhandel

Onderzoek tot plan-mer-plicht (screening) RUP Zannekinlaan(bis)

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Aanvullende nota milieuscreening PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1'

MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER. Beroep: Datum van aanvraag:

RUP Leestenburg Brugge

23016_D_0145_X_003_00

aadde d d e nnd d u m

INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN

BEERNEM VERZOEK TOT RAADPLEGING

23016_D_0157_H_011_00

PRUP Regionaal bedrijventerrein Jagersborg te Maaseik - Herziening RUP's. Kaart 1 Situering

gewenste ruimtelijke structuur voor Sint-Truiden

Naar aanleiding van uw vraag vindt u hierbij het gevraagde uittreksel voor het perceel met de volgende coördinaten:

Notaris Hans Van Overloop

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST

Onderzoek naar de noodzaak tot milieueffectrapportage (Plan MER screening) juli 2009 aangepaste versie

naam: gedeeltelijke wijziging van het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse datum: 17/07/2000 met bestemming:

Aanpak problematiek van de weekendverblijven. Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) Leugenboombos

Onderzoek tot Plan-MER-plicht (screening) gemeentelijk RUP Waregem 13-1 Oud Containerpark

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ter bevordering van het kwaliteitsvol wonen

stedenbouwkundige voorschriften

IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER IDENTIFICATIE VAN HET PERCEEL

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

RUP SION. Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan. bijlage 5: aanvullende watertoets. stad Lier. 04 mei 2011

STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE

De Panne Verzoek tot raadpleging

GEMEENTE ZONNEBEKE RUP GRB POLDERHOEK

Vastgoedinformatie IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER IDENTIFICATIE VAN HET ONROEREND GOED 1/6. Telefoon

Naar aanleiding van uw vraag vindt u hierbij het gevraagde uittreksel voor het perceel met de volgende coördinaten:

Bijlage II: Stedenbouwkundige voorschriften. Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Petroleum-Zuid: gevangenis en technische schoolcampus

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN artikel 14

INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE

RUP Torhout-Noord Stad Torhout Kaart 1 Situering

STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE

Naar aanleiding van uw vraag vindt u hierbij het gevraagde uittreksel voor het perceel met de volgende coördinaten:

23070_E_0141_V_000_00

GEMEENTELIJKE VERORDENING INZAKE HEMELWATERPUTTEN, INFILTRATIEVOORZIENINGEN, BUFFERVOORZIENINGEN, GESCHEIDEN LOZING VAN AFVALWATER EN HEMELWATER

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project:

Naar aanleiding van uw vraag vindt u hierbij het gevraagde uittreksel voor het perceel met de volgende coördinaten:

23 mei Aan Hougaerts Georges BV BVBA. de Tieckenstraat Tongeren. Geachte,

Hoofdstuk 1: Definities

Transcriptie:

baron ruzettelaan 35 8310 brugge tel (050) 36 71 71 fax (050) 35 68 49 www.wvi.be 00171 Koksijde Verzoek tot raadpleging RUP Strandlaan RUP_38014_214_00012_00001 maart 2010

1. inlichtingen en coördinaten van de initiatiefnemer... 3 2. beschrijving en verduidelijking van het voorgenomen plan en in voorkomend geval redelijke alternatieven voor het plan of onderdelen ervan... 3 2.1. beslissing tot opmaak... 3 2.2. doelstelling... 3 2.3. situering van het plangebied... 4 2.4. mogelijke alternatieven - nulalternatief... 4 2.5. afbakening van het toepassingsgebied en de plan-merplicht... 5 3. een beschrijving en een inschatting van de mogelijke aanzienlijke milieu-effecten van het voorgenomen plan of programma... 5 3.1. de gezondheid en de veiligheid van de mens... 7 3.2. de ruimtelijke ordening... 7 3.3. de biodiversiteit, de fauna en de flora... 8 3.4. de energie- en grondstoffenvoorraden... 9 3.5. de bodem... 9 3.6. het water...11 3.7. de atmosfeer en de klimatologische factoren... 12 3.8. het geluid... 13 3.9. het licht... 13 3.10. de stoffelijke goederen... 13 3.11. het cultureel erfgoed, met inbegrip van het architectonisch en archeologisch erfgoed... 13 3.12. het landschap... 14 3.13. de mobiliteit... 14 3.14. de samenhang tussen de genoemde factoren... 15 4. relevante gegevens met inbegrip van de redenen waarom de initiatiefnemer meent geen plan-mer te moeten opmaken overeenkomstig art. 4.2.6, 1, 5 van het DABM... 15 5. in voorkomend geval een beoordeling of het voorgenomen plan of programma grensoverschrijdende of gewestgrensoverschrijdende aanzienlijke milieueffecten kan hebben... 15

1. inlichtingen en coördinaten van de initiatiefnemer initiatiefnemer: Gemeente Koksijde Zeelaan 303 8670 Koksijde contactpersoon: Leen Declerck leen.declerck@koksijde.be opdrachthouder: Wvi Baron Ruzettelaan 35 8310 Assebroek contactpersonen: Kathy Danneels k.danneels@wvi.be Ann Van Ackere a.vanackere@wvi.be 2. beschrijving en verduidelijking van het voorgenomen plan en in voorkomend geval redelijke alternatieven voor het plan of onderdelen ervan Het RUP Strandlaan beoogt de eigenheid en het waardevol (historisch) karakter van de in het gebied aanwezige villawijken te valoriseren en te versterken en, in uitvoering van het GRS, ook bepaalde weloverwogen zones (zoals langs invalswegen) aan te wijzen waar appartementenvilla s toegelaten kunnen worden. Om het typische karakter van het gebied te kunnen bewaren is het aangewezen voor het gebied geëigende stedenbouwkundige voorschriften op te stellen en op te nemen in een ruimtelijk uitvoeringsplan. 2.1. beslissing tot opmaak Bij contract d.d. 15-04-1991 werd de wvi aangesteld als ontwerper van het BPA Strandlaan. Op de plenaire vergadering van 29-08-2001 werd beslist, daar het GRS ondertussen werd goedgekeurd (definitief aanvaard op 19-12-2000), om het BPA te herwerken tot een RUP. 2.2. doelstelling De doelstellingen van het RUP Strandlaan zijn: Beschermen van het bouwkundig erfgoed mede gelet op de bevoorrechte ontstaansgeschiedenis van de badplaats, het gaaf bewaarde patroon van straten en gebouwen en de constante architecturale evolutie van Sint-Idesbald. Het sfeerbeeld van Sint-Idesbald ondersteunen mede gelet op de aanwezigheid van gezinsgericht toerisme, zones voor traag verkeer, overvloedig groen en een toeristische winkelstraat. Het duidelijk afbakenen van zones waar appartementenvilla s worden toegelaten om de druk op de andere zones te verminderen. De toeristische ontplooiing van de badplaats stimuleren mede gelet op de klemtoon op behoud van het waardevol erfgoed, aanzwengelen van de toeristische sector, hedendaagse architectuur mogelijk maken, integratie van nieuwe woontypologieën. Reikwijdte en detailleringsniveau van het voorgenomen RUP. Het voorgenomen RUP vormt een kader voor het aanvragen van stedenbouwkundige vergunningen. Het RUP maakt voorschriften tot op perceelsni- veau. Alle nieuw op te richten constructies dienen te voldoen aan de meest beperkende voorwaarden van deze bepalingen van het RUP. De voorschriften bevatten volgende items: bepalen van voorschriften omtrent architectu- rale en ruimtelijke kwaliteit bepalingen betreffende te behouden erfgoed bepalingen omtrent hoofdbestemming, neven- bestemming bebouwingstype, bebouwingspercentage- en terreinbezetting, volumebeperking, inplantingsvoorwaarden voor het hoofdgebouw, de bijgebouwen, garages,... bepalen van maximale bouwdieptes en hoogte, dakvorm bepalingen omtrent inrichting van de niet-be- bouwde ruimtes,... wvi maart 10 verzoek tot raadpleging 3

2.3. situering van het plangebied in het zuiden: de Willem Elsschotlaan en deels de zone 2: zone voor appartementenvilla s - 1 ha 27 Het onderhavige plan is gelegen binnen de deelgemeente Sint-Idesbald. Het plangebied wordt begrensd door: in het noorden: de Koninklijke Baan in het oosten: de Majoor D Hoogelaan Duinenkranslaan in het westen: de gemeentegrens met De Panne. Het op te maken RUP bestrijkt een gebied van 62 ha 23 a en 51 ca: zone 1: centrumgebied - 5 ha 39 a 27 ca a 41 ca zone 3: zone voor woonondersteunende ondernemingen met wisselbestemming zone 2-0 ha 97 a 02 ca zone 4: patrimoniumzone - 39 ha 48 a 90 ca zone 5: hotelzone - 0 ha 54 a 06 ca zone 6: openbare groenzone - 0 ha 02 a 94 ca Kaart 1: situering plangebied zone 7: museumzone - 0 ha 71 a 54 ca zone 8: zone voor gemeenschapsvoorzieningen - 0 ha 11 a 36 ca zone 9: zone voor terrassen en gelijkvloerse com- merciële voorbouwconstructies - 0 ha 53 a 13 ca zone 10: zone voor meergezinswoningen in vil- lastijl - 0 ha 59 a 11 ca zone 11: openbare wegenis - 12 ha 58 a 77 ca 2.4. mogelijke alternatieven - nulalternatief 2.4.1. mogelijke alternatieven De opmaak van het RUP kadert binnen het GRS, definitief aanvaard en goedgekeurd door de Bestendige Deputatie 23-08-2001. Aangezien het RUP voorschriften formuleert met als doel het behouden van het waardevolle karakter van de villawijken enerzijds en het afbakenen van zones waar appartementenvilla s worden toegelaten (in uitvoering van het GRS) anderzijds, werden geen alternatieven onderzocht. 2.4.2. nulalternatief Indien het RUP niet vastgesteld wordt, blijft de situatie in eerste instantie ongewijzigd, maar kan het typische karakter op termijn verloren gaan, door bijvoorbeeld het slopen van waardevol bouwkundig erfgoed. 4 verzoek tot raadpleging maart 10 wvi

2.5. afbakening van het toepassingsgebied en de plan-merplicht fase 3: bepaling van de plicht tot opmaak van een plan-mer Bij plannen en programma s die van rechtswege onderworpen zijn aan de plan-mer-plicht is er geen voorafgaande toetsing vereist daar er op onweerlegbare wijze wordt vermoed dat deze plannen en programma s aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben. Men onderscheidt twee groepen van plannen en programma s: a) plannen en programma s, of de wijziging ervan, die tegelijkertijd - een kader vormen voor de toekenning van een vergunning voor de in bijlagen I en II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 opgesomde projecten - niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau, noch een kleine wijziging inhouden - betrekking hebben op landbouw, bosbouw, visserij, energie, industrie, vervoer, afvalstoffenbeheer, waterbeheer, telecommunicatie, toerisme en ruimtelijke ordening of grondgebruik (artikel 4.2.3, 2, 1 D.A.B.M.); b) plannen en programma s of de wijziging ervan waarvoor, gelet op de mogelijke betekenisvolle effecten op speciale beschermingszones, een passende beoordeling vereist is (artikel 4.2.1, tweede lid D.A.B.M.). Voor een plan of programma dat overeenkomstig art. 4.2.1. plan-mer-plichtig is, en dat het gebruik bepaalt van een klein gebied op lokaal niveau of een kleine wijziging inhoudt, moet geen plan-mer worden opgemaakt voor zover de initiatiefnemer aantoont dat het plan of programma geen aanzienlijke milieu-effecten kan hebben (art. 4.2.3. 3 D.A.B.M.) Het RUP is niet van rechtswege onderworpen aan de plan-mer-plicht want het vormt niet het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I of II van het Besluit van de Vlaamse Regering van 10-12-2004, het regelt niet het gebruik van een relatief klein gebied op lokaal niveau (totale oppervlakte RUP is 62 ha 23 a en 51 ca en omvat een groot deel van St.-Idesbald), het houdt slechts een kleine wijziging in (opmaken van voorschriften voor een bestaande wijk) en het heeft betrekking op de ruimtelijke ordening. Binnen de contouren van het plangebied bevinden zich geen Vogelrichtlijn-of Habitatrichtlijngebieden. Het plangebied grenst aan het Vogelrichtlijngebied Westkust en aan het Habitatrichtlijngebied Duingebieden inclusief IJzermonding en Zwin. Het plangebied werd reeds grotendeels bebouwd. Het op te maken RUP creëert een ruimtelijk kader en concretiseert de verdere ontwikkeling. Er kan gesteld worden dat het RUP geen bijkomstig effect, ten aanzien van deze geselecteerde gebieden, zal veroorzaken (zie ook onder 3.3.). : Het RUP valt onder de screeningsplicht. 3. een beschrijving en een inschatting van de mogelijke aanzienlijke milieu-effecten van het voorgenomen plan of programma Hier wordt een overzicht gevraagd van de mogelijke aanzienlijke milieueffecten van het plan of programma op: de gezondheid en veiligheid van de mens de ruimtelijke ordening de biodiversiteit de fauna en flora de energie- en grondstoffenvoorraden de bodem het water de atmosfeer de klimatologische factoren het geluid het licht de stoffelijke goederen het cultureel erfgoed, met inbegrip van het architectonisch en archeologisch erfgoed het landschap de mobiliteit de samenhang tussen de genoemde factoren Er wordt gebruik gemaakt van een ingreepeffectenschema. De effecten waarvan vermoed wordt dat ze waarschijnlijk significant zijn worden verder in detail onderzocht. Op de effecten die vermoedelijk niet significant zijn wordt minder diep ingegaan. Het opzet van het op te maken RUP bestaat er in het behoud na te streven van het waardevolle karakter van de villawijken enerzijds en het afbakenen van zones (zone 2: 1 ha 27 a 41 ca en zone 3: 0 ha 97 a wvi maart 10 verzoek tot raadpleging 5

02 ca) waar appartementenvilla s worden toegelaten anderzijds, dit door het uitwerken van consistente en eenduidige voorschriften. Ingreepeffectenschema ingreep omvang in ruimte en tijd mens gezondheid Opp (m²) Duur Aanlegfase eventuele sloop/verbouwing bestaande gebouwen eventueel nieuwbouw appartementenvilla s mens ruimt. aspecten lucht geluid en trillingen licht, warmte stralingen bodem water geur landschap mobiliteit fauna en flora 22.4434 m² tijdelijk N N N* N* N N N N N N N N* 22.443 m² tijdelijk N N N* N* N N* N* N N* N N N* Erfgoed + archeologie Exploitatiefase bewoning permanent N N N N* N N N N N N N* N bijkomende mobiliteit permanent N N N* N* N N N N N N* N N afvoer hemelwater permanent N N N N N N* N* N N N N N afvoer afvalwater permanent N N N N N N N* N N N N N verwarming woningen permanent N N N* N N* N N N N N N N verlichting woonzone permanent N N N N N* N N N N N N N N: niet significant effect N*: waarschijnlijk niet significant effect, effect zeer beperkt in ruimte en omvang, zeer lokaal effect S: (waarschijnlijk) significant effect T: tijdelijk effect P: permanent effect O: positief effect V: verder onderzoek noodzakelijk bij vergunningsaanvraag 6 verzoek tot raadpleging maart 10 wvi

3.1. de gezondheid en de veiligheid van de mens Het doel van het RUP is het behouden van het waardevolle karakter van de villawijken (niet langs de invalswegen) enerzijds en het afbakenen van zones waar appartementenvilla s worden toegelaten (in uitvoering van het GRS) anderzijds. Het plangebied is een gebied met hoofdzakelijk wonen gemengd met bestaande handels- en horecazaken langsheen de invalswegen. Er zijn geen Seveso-inrichtingen binnen het plangebied aanwezig. Binnen een perimeter van 2 km rond het plangebied zijn geen Seveso-inrichtingen aanwezig. Het RUP formuleert voorschriften om het huidige karakter van de villawijken te behouden. Deze wijken zijn op vandaag bijna volledig bebouwd. Er wordt een duidelijke zone afgebakend waar appartementenvilla s (meergezinswoningen, ca. 3 bouwlagen hoog) gebouwd mogen worden. Het betreft deels reeds bestaande bebouwing. De menging van wonen en op het toerisme gerichte functies (handel, detailhandel, horeca,...) in de Strandlaan en langs de Koninklijke Baan wordt gestimuleerd. De bestaande woonondersteunende ondernemingen langsheen de Koninklijke Baan kunnen behouden blijven, met als wisselbestemming de mogelijkheid tot oprichten van appartementenvilla s. De in het plangebied bestaande hotels worden bestendigd in hun functie. De musea worden bestendigd in hun functie alsook de bestaande bijhorende parkings (nabestemming wonen). Het grootste deel van het plangebied is reeds bebouwd. In de omgeving van het RUP liggen geen Sevesobedrijven, zodat bewoners en/of bedrijven in het plangebied geen risico s lopen verbonden aan dergelijke bedrijven. Het RUP vormt niet het kader voor de oprichting van Seveso-bedrijven, zodat de omwonenden niet blootgesteld worden aan de risico s die dergelijke bedrijven met zich meebrengen. De uitvoering van het RUP zal geen bijkomende risico s voor de gezondheid en de veiligheid van de omwonenden opleveren. Kaart 2: gewestplan 3.2. de ruimtelijke ordening Koksijde situeert zich aan de Kust tussen Nieuwpoort en De Panne, ten noorden van de stad Veurne. Het plangebied is nagenoeg volledig bestemd als woongebied, uitgezonderd een kleine zone die bestemd is als natuurgebied maar werd bebouwd in het kader van een verkaveling (V 91/494 - VK 949/3 - d.d. 16/12/1991-03/01/2001). Het gebied waarin het RUP gelegen is betreft de kern Sint-Idesbald met een duidelijke T-structuur bestaande uit de Koninklijke Baan en de Strandlaan. Langsheen de Strandlaan bevinden zich de belangrijkste voorzieningen en de kerk. Diverse bebouwingstypologieën: Rondom de commerciële T-structuur Koninklijke Baan - Strandlaan vormt zich een web van villawijken in een vrij ruime perceelsstructuur, ontwikkeld in het begin van de 20 e eeuw volgens de tuinstadgedachte. De wijken worden gekenmerkt door een fijnmazige en gedifferentieerd wegennet dat rekening houdt met het oorspronkelijke duinenlandschap en zich schikt naar het reliëf. De bebouwing heeft er een karaktervolle vormgeving met een eigen vakantie-aan-zee sfeer. Veel gebouwen zijn nog authentiek en als dusdanig opgenomen in de gemeentelijke inventaris van het bouwkundig erfgoed. Het betreft wijken met een groen, rustig en kleinschalig karakter. Ter hoogte van het kruispunt van de Koninklijke Baan met de Strandlaan, langsheen laatstgenoemde en ten noorden van de Koninklijke Baan is een concentratie van hoogbouw en winkels terug te vinden vooral ontstaan i.f.v. wvi maart 10 verzoek tot raadpleging 7

het toerisme. Binnen de T-structuur Koninklijke Baan - Strandlaan is geen sprake meer van authentieke of oorspronkelijke bebouwing en dit ten gevolge van talrijke verbouwingen (vooral op de begane grondverdiepingen), voorbouwconstructies,... Ter hoogte van de Strandlaan bevindt zich vooral gesloten bebouwing, langsheen de Koninklijke Baan situeren zich appartementen(villa s) en een aantal grootschalige handelszaken. Het gemeentelijk RUP geeft uitvoering aan het GRS en staat onderaan de hiërarchie van de ruimtelijke uitvoeringsplannen. Het RUP heeft enkel betrekking op (een deel van) het grondgebied van de gemeente Koksijde. Doelstelling is een maximaal behoud van het aanwezige waardevolle patrimonium na te streven in de kleinschalige wijken, niet langs de invalswegen. In functie van dit behoud worden regels opgelegd betreffende o.a. splitsing en samenvoeging van percelen. In de patrimoniumzone (villawijken) worden geen meergezinswoningen toegestaan. In uitvoering van het GRS worden zones aangeduid voor appartementenvilla s (langsheen de Koninklijke Baan). In relatie tot de draagkracht van het gebied (van de villawijken in het bijzonder) en i.f.v. het garanderen van voldoende woonkwaliteit worden voorschriften opgenomen die aangeven welke de criteria zijn voor ruimtelijke en architecturale kwaliteit. 3.3. de biodiversiteit, de fauna en de flora Binnen het plangebied van onderhavig RUP zijn een aantal gebieden ingekleurd op de BWK: In het zuidelijk deel van het plangebied is een zone tussen de F. Wallecanlaan en de W. Elsschotlaan geselecteerd als biologisch waardevol (n + pop: loofhoutaanplant en populier). Langs de F. Wallecanlaan zijn er bomenrijen met dominantie van populier (westkant) of wilg (oostkant). Het gebied is op heden bebouwd met woningen. Verder zijn er nog enkele waardevolle percelen, nl. in het oosten van het plangebied tussen de Tennislaan en de Duinenkranslaan, nl. verruigde graslanden (hr), mesofiele hooilanden Kaart 3: biologische waarderingskaart (hu), met bomenrijen met dominantie van popolier (kbp) en struweelopslag (sz) met iep (ulm). Deze percelen zijn momeenteel nog onbebouwd. In het noorden van het plangebied (langs de Koninklijke Baan) is een gebied gekarteerd als duindoornstruweel (sd), kalkrijk duingrasland (hd) en zeereepduin (dd). Deze percelen zijn reeds deels bebouwd. Tussen de Koninginnelaan en de Smeyerslaan is er een onbebouwd perceel gekarteerd als sd (duindoornstruweel) en hd- (kalkrijk duingrasland). In het noordwesten van het plangebied is er nog een onbebouwd perceel, dat als biologisch Kaart 4: natuurbehoud Het is vooral de bedoeling om het huidige karakter te behouden, dus geen aanzienlijk effect. 8 verzoek tot raadpleging maart 10 wvi

waardevol gekarteerd werd, nl.verruigd grasland (hr) en mesofiel hooiland (hu-). Ten westen van het plangebied zijn het natuurreservaat Houtsaegerduinen en het Kerkepannebos, gekarteerd als biologische zeer waardevolle gebieden. Het plangebied is niet gelegen in een vogel- of habitat-richtlijngebied, noch in een Ramsar-gebied. De westelijke grens van het plangebied sluit aan bij het habitatrichtlijngebied Duingebieden inclusief IJzermonding en Zwin en bij het vogelrichtlijngebied Westkust. Ten zuidoosten van het plangebied bevindt zich eveneens een zone die deel uitmaakt van het habitatrichtlijngebied Duingebieden inclusief IJzermonding en Zwin. De hierboven vermelde habitatrichtlijngebieden vallen samen met de afbakening van het VENgebied De Westkust. In het duinendecreet (MB 14-07-93) worden delen van de duinstreek als beschermd gebied beschouwd. Het plangebied is niet gelegen in beschermd duingebied. Het RUP heeft als doel om het open karakter van de villawijken te behouden. Het gebied is nagenoeg volledig bebouwd is (op enkele restpercelen na). Het RUP laat toe om de vrijliggende percelen te bebouwen. De huidige gewestplanbestemming laat dit ook toe. Er zullen specifieke voorschriften worden opgenomen betreffende de terreinbezetting i.f.v. het maximaal behouden van de aanwezige groene structuur. Er wordt in de Strandlaan een zone bestemd als openbare groenzone (op vandaag braakliggende bouwgrond). milderende maatregelen Het natuurdecreet legt een natuurverguningsplicht op voor het wijzigen van sommige vegetaties in bepaalde gebieden. Er moeten geen significante bijkomende effecten op de waardevolle natuur in het plangebied en in de omgeving van het plangebied verwacht worden, groter dan wat kan verwacht worden bij een autonome evolutie van het gebied. 3.4. de energie- en grondstoffenvoorraden In de omgeving van het plangebied liggen geen ontginningsgebieden. milderende maatregelen EPB-regelgeving legt minimale eisen op inzake isolatie en ventilatie bij nieuwbouw en verbouwing. De ontwikkeling van het plangebied heeft geen gevolgen voor de verdere exploitatie van enige ontginningsgebieden. Geen aanzienlijk effect. 3.5. de bodem bodemkaart: De omgeving van de Strandlaan en de zone ten westen ervan en ten noorden van de P.P. Rubenslaan hebben een antropogene ondergrond. Het deel tussen de P.P. Rubenslaan en de W. Elsschotlaan wordt gekenmerkt door een bodemtype: d.c1 (geëgaliseerde duingronden) en d.b1 (duingronden - grotere duinpannen en lage kleine duintjes). De zone ten oosten van de Strandlaan en ten noorden van de Koninginnelaan bestaat uit het bodemtype d.a0 (hoge duinen - al of niet gefixeerd). Kaart 5: bodemkaart wvi maart 10 verzoek tot raadpleging 9

Tussen de Koninginnelaan en de Tennislaan komt d.b1 (duingronden - grotere duinpannen en lage kleine duintjes) voor. De omgeving Kroonlaan-Demyttenaerelaan bestaat uit d.a0 (hoge duinen - al of niet gefixeerd). landbouwtyperingskaart: zeer lage waardering GAS-kaart: Het plangebied behoort niet tot de gewenste agrarische structuur. erosiekaarten: Op de erosiegevoeligheidskaart is het grootste deel van het plangebied ingekleurd als niet erosiegevoelig. Enkele kleine gebieden in de omgeving van de J. Pootlaan zijn wel als erosiegevoelig gekarteerd. Kaart 6: landbouwtyperingskaart VLAREBO-activiteiten: Binnen het plangebied zijn er een aantal VLAREBO-activiteiten gekend: een garage/herstelwerkplaats en tankstation (Konijklijke Baan 261) een garage/herstelwerkplaats en tankstation (Koninklijke Baan 341) een garage/herstelwerkplaats (Koninklijke Baan 349) In het studiegebied zijn geen bedrijven of activiteiten gevestigd onderworpen aan de milieuvergunningsplicht klasse 1 en waarvoor OVAM adviesbevoegdheid heeft. Er zijn bij de gemeentediensten gegevens bekend over gronden binnen het plangebied die zijn opgenomen in het register van verontreinigde gronden of het Gronden- en Informatieregister: 3 afdeling, sectie A nr. 155c (Koninklijke Baan 341). Op basis van het beschrijvend bodemonderzoek dd. 05-03-2007 oordeelt OVAM dat er historische bodemverontreiniging voorkomt die een ernstige bedrijging vormt. Op basis hiervan moet er overgegaan worden tot verdere maatregelen. Er zijn (nog) geen gegevens over een bodemsaneringsproject. 3 afdeling, sectie A nr. 152b, 136b en 137 b: opgenomen in het register van verontreinigde gronden (Koninklijke Baan 349 - voorheen 337). Op basis van het beschrijvend bodemonderzoek dd. 05-03-2007 oordeelt OVAM dat er historische bodemverontreiniging voorkomt die een ernstige bedrijging vormt. Op basis hiervan moet er overgegaan worden tot verdere maatregelen. Er zijn (nog) geen gegevens over een bodemsaneringsproject. effect Het volbouwen van de nog onbebouwde percelen en de aanleg van nieuwe verhardingen kan aanleiding geven tot een verhoogde afvoer van hemelwater en verdroging van de bodem. milderende maatregelen In het RUP worden maximale bebouwingpercentages opgelegd. De gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, buffer- en infiltratievoorzieningen en de gescheiden afvoer van afvalwater en hemelwater legt op dat het opgevangen hemelwater in eerste instantie moet nuttig aangewend worden (hemelwaterput) en indien dit niet kan ter plaatse geïnfiltreerd of als laatste keuze gebufferd en vertraagd afgevoerd. Het RUP biedt niet het kader voor de oprichting van nieuwe grootschalige bedrijven. Eventuele ingedeelde activiteiten moeten voldoen aan de Vlarem-wetgeving die maatregelen oplegt ter voorkoming van bodemverontreiniging. Bovendien moet bij de uitoefening van Vlarebo-activiteiten de toestand van de bodem opvolgen. Bij het verlenen van aktenames voor bronbemalingen in de buurt van de verontreinigde percelen moet aandacht besteed worden aan de mogelijkheid van het oppompen en lozen van verontreinigd grondwater, zolang de saneringen niet hebben plaatsgevonden. Geen aanzienlijk grotere effecten dan wat kan verwacht worden bij de autonome evolutie van het gebied. 10 verzoek tot raadpleging maart 10 wvi

3.6. het water Door het plangebied stroomt geen waterloop. Ten zuiden van het plangebied stroomt het Langgeleed, een waterloop (2 e categorie) in beheer van de polder Noordwatering Veurne. Het plangebied behoort tot het IJzerbekken en het deelbekken Langgeleed - Beverdijkvaart. Op 30 januari 2009 hechtte de Vlaamse Regering haar definitieve goedkeuring aan het bekkenbeheerplan maar het deelbekkenbeheerplan is momenteel nog niet definitief vastgesteld. Binnen het plangebied bevinden zich geen waterwingebieden en beschermingszones type I, II of III, afgebakend volgens het Besluit van de Vlaamse Regering van 27-03-1985 houdende nadere regelen voor de afbakening van waterwingebieden en de beschermingszones. Het plangebied ligt niet in een oppervlaktewaterwingebied. In het plangebied liggen geen waterlopen die moeten voldoen aan de waterkwaliteitsnormen voor water bestemd voor drinkwaterproductie. Er zijn geen waterkwaliteitsgegevens beschikbaar over de waterlopen in de onmiddellijke omgeving. Voor het Langgeleed zijn er wel gegevens beschikbaar. Er is een meetpunt langs de Svinkxstraat, Kapelhof (685000). In 2005 werd een BBI van 5 of matige kwaliteit en een prati-index van 6,66 of verontreinigd gemeten. De kaart met de grondwaterstromingsgevoelige gebieden situeert het plangebied als zeer gevoelig voor grondwaterstroming, de site valt binnen een zgn. type 1 gebied. Het noordelijk deel van het plangebied is gecategoriseerd als infiltratiegevoelig gebied, net als een zone in de omgeving van de Kroonlaan - De Myttenaerelaan. Het overig deel van het plangebied is gekarteerd als niet infiltratiegevoelig. Het plangebied behoort niet tot het winterbed van een grote rivier. Op de hellingekaart zijn het duinenlandschap en de reliëfverschillen duidelijk weergegeven. Kaart 7: erosiegevoeligheid verziltingskaart: Het plangebied ligt grotendeels niet in verzilt gebied. In het noordelijke deel van het plangebied (ten noorden van de Zeepannelaan) komt er zout grondwater voor op diverse diepte. zoneringsplan: Het plangebied is volledig ingekleurd als centraal gebied. Het plangebied is nagenoeg volledig gerealiseerd. Bijkomend is het plangebied gelegen in een voormalig duinlandschap bestaande uit zandgrond die een vlotte infiltratie van regenwater toelaat. Het grootste gedeelte van het plangebied ligt vervat in een residentiële woonzone in een groen kader. Deze kent een vrij open structuur, waarvan het planopzet ook is om deze optimaal te vrijwaren. Bijgevolg zijn er beperkingen opgelegd naar verhardingen toe. Kaart 8: overstromingsgevoelige gebieden watertoetskaarten: Het RUP is niet gelegen in een effectief overstromingsgevoelig gebied. Behalve enkele percelen langs de Strandlaan ligt het ook niet in mogelijk overstromingsgevoelig gebied. wvi maart 10 verzoek tot raadpleging 11

Er moet geen grotere afvoer van hemelwater verwacht worden dan indien het gebied autonoom zou evolueren. Er moet geen grotere hoeveelheid afvalwater of meer verontreinigd afvalwater verwacht worden dan indien het gebied autonoom zou evolueren. Het RUP biedt niet het kader voor de oprichting van bedrijven. Het RUP geeft geen aanleiding tot de bouw van meer of grotere ondergrondse constructies dan kan verwacht worden bij een autonome evolutie van het gebied. De gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, buffer- en infiltratievoorzieningen en de gescheiden afvoer van afvalwater en hemelwater legt op dat het opgevangen hemelwater in eerste instantie nuttig moet toegepast worden (hemelwaterput) en indien dit niet kan, ter plaatse geïnfiltreerd of als laatste keuze gebufferd en vertraagd afgevoerd. Indien er ondergrondse constructies gepland worden moet er advies gevraagd worden indien deze een diepte van meer dan 3 m of een horizontale lengte van meer dan 50 m hebben. Het advies dient aangevraagd bij de bevoegde adviesinstantie (VMM). Bovendien moet er bij een eventuele bemaling aandacht besteed worden aan de kwaliteit (zoutgehalte) en de bestemming van het opgepompte water. Er kan geconcludeerd worden dat er geen aanzienlijke effecten groter dan wat kan verwacht worden bij een autonome evolutie van het gebied zullen zijn, mits het nemen van milderende maatregelen. 3.7. de atmosfeer en de klimatologische factoren milderende maatregelen De Vlarem-regelgeving legt normen op voor de kwaliteit van het te lozen huishoudelijk en eventueel bedrijfsafvalwater. Luchtverontreiniging door verwarming van woningen: aangezien het gebied al grotendeels bebouwd is, zal dit effect niet groter zijn dan bij een autonome evolutie van het gebied. Luchtverontreiniging door de wagens van bewoners: aangezien het gebied al grotendeels be- Kaart 9: grondwaterstromingsgevoelige gebieden Kaart 10: infiltratiegevoelige gebieden Kaart 11: hellingenkaart 12 verzoek tot raadpleging maart 10 wvi

bouwd is, zal dit effect niet groter zijn dan bij een autonome evolutie van het gebied. milderende maatregelen EPB-regelgeving Wettelijke voorschriften onderhoud stookolie- en gasketels Er moeten geen aanzienlijke effecten verwacht worden op de atmosfeer en de klimatologische factoren, groter dan wat kan verwacht worden bij een autonome evolutie van het gebied. 3.8. het geluid Lawaaihinder door de activiteiten van de bewoners en de wagens van bewoners en bezoekers. Aangezien het gebied bijna volledig gerealiseerd is, zal er nauwelijks bijkomende geluidsproductie zijn. Er moeten geen aanzienlijke effecten verwacht worden voor de geluidskwaliteit, groter dan wat kan verwacht worden bij een autonome evolutie van het gebied. 3.9. het licht Het gebied is al bijna volledig bebouwd. Er zijn nog slechts wat restpercelen over. Er zal nauwelijks bijkomende lichthinder door straatverlichting zijn, aangezien het gebied bijna volledig bebouwd is. Aangezien het gebied al bijna volledig bebouwd is, zal de bijkomende lichthinder door verlichting van woningen en handelszaken zeer beperkt zijn. milderende maatregelen Keuze van goede lichtarmaturen. Het RUP vormt niet het kader voor projecten die veel verlichting met zich meebrengen zoals sportvelden, serrebedrijven en winkels met lichtreclame en verlichte terreinen. Er moet geen groter effect op de lichtkwaliteit verwacht worden dan wat kan verwacht worden bij een autonome evolutie van het gebied. 3.10. de stoffelijke goederen Het plangebied is nagenoeg volledig bebouwd met woningen en (in mindere mate) handel-, horeca- of bedrijfsruimte. Er worden stedenbouwkundige voorschriften opgenomen voor aanwezige bebouwing en bebouwingsmogelijkheden. De bestaande toestand zal als uitgangspunt worden gehanteerd. Bij het RUP wordt een onteigeningsplan toegevoegd. Het gaat om een stuk braakliggende bouwgrond die bestemd wordt als openbare groenzone. Indien het (deel van het) perceel niet in der minne kan aangekocht worden, kan onteigend worden. Er worden geen woningen of andere gebouwen onteigend. Er wordt een beperkt deel onteigend (ca. 287 m²) voor het aanleggen van een openbare groenzone. Geen aanzienlijk effect. 3.11. het cultureel erfgoed, met inbegrip van het architectonisch en archeologisch erfgoed Binnen het plangebied bevindt zich een beschermd monument: de Keunekapel aan de H. Christiaenlaan (MB 07-11-1985). Binnen het plangebied zijn geen beschermde landschappen gelegen. Direct ten westen van het plangebied ligt het beschermd landschap Houtsaegerduinen. Binnen het plangebied zijn geen beschermde dorpsgezichten gelegen. Ten zuiden situeert zich het beschermd dorpsgezicht de ruime omgeving van de voormalige abdijhoeve Ten Bogaerde. Op 14 september 2009 heeft de administrateurgeneraal van het Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed (VIOE) de Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed voor Vlaanderen vastgesteld. Op de lijst worden, voor het plangebied, volgende gebouwen vermeld: H. Christiaenlaan (Keunekapel) Strandlaan 287 (Huis Coene) Strandlaan 284 (Résidence La Galiote) Zeepannelaan 22 (Lentelust) Zeepannelaan 49 (Le Carbet) wvi maart 10 verzoek tot raadpleging 13

De gemeente Koksijde beschikt over een gemeentelijke inventaris van het bouwkundig erfgoed. Gebouwen met een waardecode 4 (4 sterren) op de lijst zijn beeldbepalend voor hun omgeving en dienen voor afbraak behoed te worden. In zitting van 26 februari 2007 verklaarde de gemeenteraad zich akkoord met de lijst van gebouwen met vier sterren zoals opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed van de gemeente. De op de lijst opgenomen gebouwen dienen bewaard te worden. Restauratie, renovatie en verbouwingen moeten indien nodig gebeuren met een ruime aandacht voor het gebouw en zijn omgeving. In het RUP wordt voor deze gebouwen een afbraakverbod opgenomen. Archeologisch erfgoed: de contouren van het RUP werden op 12-02-2010 overgemaakt aan de afdeling onroerend erfgoed van RWO, met de vraag of er mogelijk archeologisch erfgoed kan voorkomen. Op heden werd hierop nog geen antwoord ontvangen. Doelstelling van het RUP is een maximaal behoud van het aanwezige waardevolle patrimonium na te streven in de kleinschalige wijken, niet langs de invalswegen. milderende maatregelen Bouwplannen die betrekking hebben op gebouwen met 4 sterren (gemeentelijke inventaris) in de villawijken worden voor advies voorgelegd aan de gemeentelijke Commissie Monumentenzorg. De voorschriften van het RUP zullen een onderscheid maken tussen de beschermde monumenten, het waardevol patrimonium en de bebouwing waarvan de percelen inherent deel uitmaken van het verkavelingsplan van de villawijken. Door het decreet m.b.t. het archeologisch patrimonium door de conventie van Malta (La Valetta, 16-01-1992) wordt de bescherming, de instandhouding, het behoud, het herstel en het beheer van het archeologisch patrimonium geregeld. De vigerende wetgeving m.b.t. archeologie met o.a. de vondstenmeldingsplicht, ondervangt aldus de eventuele negatieve effecten. Geen aanzienlijke effecten. De voorschriften van het RUP zijn in die mate geconcipieerd dat het maximaal behoud van het karakter van de villawijken nagestreefd wordt. Onderhavig uitvoeringsplan brengt een meerwaarde aan ter behoud van het waardevol karakter van het plangebied. 3.12. het landschap In het plangebied zijn geen ankerplaatsen gelegen. In het plangebied komen geen relictzones voor. De westelijke grens van het plangebied sluit aan bij de relictzone Duinen Westkust (R30021). Voor deze zone zijn in hoofdzaak de noordelijke smalle strook zeereepduinen, de duidelijke overgang van duinen naar polders, als het voorkomen van diverse plantensororten voor de duinen en kalkgraslanden, van bijzondere wetenschappelijke waarde. Hierbij is het grootste gedeelte geselecteerd als ankerplaats (gebieden met ensembles van elementen met bijzondere samenhang), aansluitend bij het plangebied betreft het de Houtsaegerduinen (A30049). Ruim ten zuiden van het plangebied situeert zich de ankerplaats Duinpolderovergang Ten Bogaerde (A30054). Het is de bedoeling het karakter van het gebied te behouden. Er is geen effect op de relicten of ankerplaatsen buiten het plangebied. Geen aanzienlijke effecten. 3.13. de mobiliteit Bestaande ontsluitingswegen: De N34 of de Koninklijke Baan (komt overeen met de noordelijke grens van het plangebied) en de N396 ten zuiden van het plangebied zijn secun- Kaart 12: landschapsatlas 14 verzoek tot raadpleging maart 10 wvi

daire wegen type II (verbinden en/of verzamelen op (boven)lokaal niveau). De Strandlaan (centraal in het plangebied) heeft de functie van lokale weg type II (verbinden en/ of verzamelen op sublokaal niveau, aanvullende functie toegang geven). De interne wegenstructuur binnen de villawijken zijn vnl. straten met een verblijfsfunctie (hoofdfunctie toegang geven). De atlas der Buurtwegen werd opgemaakt vóór de ontwikkeling van Sint-Idesbald en bevat bijgevolg geen voor het plangebied relevante informatie. Het doel van het RUP is het behouden van het waardevolle karakter van de villawijken enerzijds en het afbakenen van zones waar appartementenvilla s worden toegelaten (in uitvoering van het GRS) anderzijds. Doordat het plangebied op vandaag nagenoeg volledig bebouwd is, moeten dus niet veel meer bewoners en bijkomende voertuigen en mobiliteit verwacht worden dan wat kan verwacht worden bij een autonome ontwikkeling van het gebied. Geen aanzienlijk effect. 4. relevante gegevens met inbegrip van de redenen waarom de initiatiefnemer meent geen plan-mer te moeten opmaken overeenkomstig art. 4.2.6, 1, 5 van het DABM Het betreft de opmaak van een RUP, waarbij het bestaande woonweefsel en de uitvoering van het GRS als uitgangspunt zijn genomen. Er is geen aanleg van bijkomende infrastructuur. Er zal slechts beperkt bijkomende bebouwing worden gerealiseerd (op de nog vrijliggende percelen) die mogelijks tijdelijk lokaal lawaaihinder en stofhinder met zich meebrengen, maar niet meer dan wat kan verwacht worden bij een autonome evolutie van het gebied. Bij eventuele verbouwings/ renovatiewerken aan bestaande bebouwing kan eveneens tijdelijk lokaal lawaaihinder en stofhinder optreden. Aangezien er voorschriften geformuleerd worden voor het behoud van een reeds grotendeels ontwikkeld gebied, zijn er geen bijkomende aanzienlijke effecten voor de waardevolle natuur binnen en in de omgeving van het plangebied. De mobiliteit en lawaaihinder die ermee gepaard kunnen gaan, zullen niet hoger zijn dan wat bij een autonome evolutie van het gebied kan verwacht worden. De afvoer van hemelwater naar de waterlopen en de verminderde infiltratie van hemelwater in de bodem en de hoeveelheid en de verontreinigingsgraad van het afvalwater zullen niet hoger zijn dan wat bij een autonome evolutie van het gebied kan verwacht worden. Bij het RUP wordt uitgegaan van de bestaande toestand van de villawijken en de uitgangspunten zoals opgenomen in het GRS. Er zijn geen negatieve effecten te verwachten voor de stoffelijke goederen en het erfgoed. Er kan dus gesteld worden dat er geen aanzienlijke effecten, moeten verwacht worden. 5. in voorkomend geval een beoordeling of het voorgenomen plan of programma grensoverschrijdende of gewestgrensoverschrijdende aanzienlijke milieueffecten kan hebben 3.14. de samenhang tussen de genoemde factoren Geen aanzienlijk effect. Aangezien het gebied reeds grotendeels ontwikkeld is en er naar gestreefd wordt om het huidige karakter te behouden in de villawijken (niet langs de invalswegen) enerzijds en zones af te bakenen voor appartementenvilla s anderzijds, moeten nauwelijks bijkomende negatieve effecten verwacht worden op de luchtkwaliteit (o.a. door de gebouwenverwarming en mobilteit). Het betreft een woongebied in de gemeente Koksijde. Het plangebied heeft een totale oppervlakte van 62 ha 23 a en 51 ca. Er worden geen effecten verwacht die de gewestgrens of de landsgrens zullen overschrijden. wvi maart 10 verzoek tot raadpleging 15