Artikel: Trabanten, Mercedessen en BMW s: Interview Maarten van Rossem Auteur: Joost van Egmond en Emmanuelle Los Verschenen in: Skript Historisch Tijdschrift, jaargang 19.4, 308-311. 2014 Stichting Skript Historisch Tijdschrift, Amsterdam ISSN 0165-7518 Abstract: Not available. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/of vermenigvuldigd zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. Skript Historisch Tijdschrift is een onafhankelijk wetenschappelijk blad dat vier maal per jaar verschijnt. De redactie, bestaande uit studenten en pas afgestudeerden, wil bijdragen aan actuele historische debatten, en biedt getalenteerde studenten de kans om hun werk aan een breder publiek te presenteren. Een abonnement op Skript kost 20 euro per jaar. U kunt lid worden door het machtigingsformulier in te vullen op www.skript-ht.nl. Ook kunt u een e-mail sturen naar de redactie, dan krijgt u het machtigingsformulier thuisgestuurd. Losse nummers zijn verkrijgbaar bij de redactie. Artikelen ouder dan een jaar zijn gratis te downloaden op www.skript-ht.nl/archief. Skript Historisch Tijdschrift Spuistraat 134, kamer 558 1012 VB Amsterdam www.skript-ht.nl info@skript-ht.nl
JOOST VAN EGMOND EMMANUELLE LOS Trabanten, Mercedessen en BMW's Interview met Maarten van Rossem Maarten van Rossem is bijzonder hoogleraar Nederlandse cultuur in internationale context en docent cultuurgeschiedenis van de twintigste eeuw aan de Rijksuniversiteit Utrecht Daarnaast is hij bekend als Amerikakenner en publicist De reactie van Maarten van Rossem op 1989 is in één woord te vangen: verbazing. Daarin is hij niet de enige. Een belangrijke groep slachtoffers van de omwenteling was die van de Sovjetologen: Oost-Europa deskundigen die in enorme getale het sovjetimperium tot in de details dachten te analyseren en plotseling tot de ontdekking kwamen dat ze maar beter de krant konden lezen. Maar "het lot van historici is nu eenmaal dat ze pas achteraf dergelijke plotselinge gebeurtenissen proberen te verklaren: Ze werken altijd naar een bekende uitkomst toe." "In april 1989 verscheen in alle kranten een foto van een Hongaarse grenswacht die met een enorme schaar het IJzeren Gordijn openknipte. In het westen besefte niemand wat dat betekende. Er werden wat hilarische commentaren geschreven in de teneur van 'kijk nou eens wat ze aan 't doen zijn', maar dat was het dan wel. Wie de enorme consequenties wel inzagen waren de Oostduitsers. Met honderden, duizenden Trabanten kwamen ze direct aangereden om te ontsnappen. Ze konden toen nog niet vermoeden dat het een paar maanden later ook met de DDR zou zijn afgelopen." Over de mate waarin de militaire druk van het westen heeft bijgedragen tot de val van het Oostblok is van Rossem genuanceerd: "Het is natuurlijk duidelijk dat de Sovjetunie altijd veel meer geld aan defensie heeft uitgegeven dan zij zich kon veroorloven. Officieel is het bedrag altijd doorgegaan voor 14% van het BNP, maar het zou me niet verbazen als het cijfer wel eens op 25% kon liggen. Maar het lijkt me vrij twijfelachtig dat nu juist Reagans wapenwedloop de Sovjetunie tot hervonningen heeft gebracht. Duimschroeven als SDI waren wellicht een factor in de val van de SU, maar niet meer dan dat. De aanzet tot dit alles is uit de SU zelf gekomen. De verdienste van Reagan is geweest dat hij Gorbatsjovs hervormingsplannen serieus nam en eraan heeft meegewerkt, een toenadering die in Reagans tweede termijn tot ontwapening heeft geleid. Die toenadering was revolutionair. Niemand in de westerse wereld heeft kunnen inschatten wat het uiteindelijke resultaat van die hervormingen zou zijn. Toen Bush in 1989 president werd, heeft hij nog geprobeerd om het hele proces stil te zetten, maar werd overspoeld door de gebeurtenissen. Dat laatste geldt eigenlijk voor iedereen in die tijd. Men was doodsbang voor wat er komen ging. Dat zie 308
309 je ook aan de paniekreacties op de Duitse vereniging. Duitsland zou in één klap het grootste land in Europa worden, wat vooral Engeland en Frankrijk beangstigde. Mitterand heeft Gorbatsjov toen op zijn knieën gesmeekt om het niet zover te laten komen. Thatcher heeft in allerijl studieweekends met Duitslandkundigen belegd. Lubbers heeft laatst geschreven dat hij het allemaal wel prima vond. Ik kreeg in die tijd een andere indruk, maar dat zullen de bronnen te zijner tijd wel uitwijzen. " Het structurele probleem waardoor het Oostblok ooit in moest storten is volgens Van Rossem de commando-economie. "Het systeem werkte simpelweg niet. Bijkomend probleem is dat in Rusland nu eenmaal nooit iets schijnt te kunnen lukken, hoewel dat een weinig wetenschappelijke vaststelling is. Vast staat dat het experiment heeft gefaald, omdat de economie niet draaiende kon worden gehouden. Dat begon al bij Lenin; hij had zijn revolutie nooit in dat achterlijke agrarische Rusland moeten beginnen. Toen later bleek dat het kapitalisme in de rest van Europa overeind bleef en Rusland het alleen moest rooien, hadden de Bolsjewieken hun koffers moeten pakken en het na 75 jaar nog eens moeten proberen. Dat is natuurlijk een prachtige redenering; het brengt ons alleen niet veel verder. Eigenlijk is het wel goed dat het geprobeerd is, hoewel het ten koste is gegaan van de Russische bevolking, die in de afgelopen 75 jaar vreselijk heeft geleden. Uiteindelijk zou het altijd slecht zijn afgelopen met de SU, gezien het beroerde economische functioneren. Maar als Gorbatsjov die hervormingen niet had doorgevoerd, had de Sovjetunie nog minstens 20-30 jaar kunnen bestaan. Gorbatsjov heeft geprobeerd de commandoeconomie en daarmee het hele politieke systeem te hervormen en daar is de Sovjet-Unie voortijdig aan bezweken. Er is daar nu een soort roofkapitalisme ontstaan. Wie weet hoe het gelopen zou zijn als de economie onder het Sovjetregime zich had kunnen liberaliseren? Dat zie je nu aan China: Deng heeft verstandiger gehandeld dan Gorbatsjov. Hij heeft het machtsmonopolie van de Communistische Partij intact gelaten. Tegelijkertijd bood hij gedeelten van het land de - beperkte - mogelijkheid om economisch te groeien door een vrije marktwerking toe te staan. Als alles goed gaat, zullen we nog ruimschoots meemaken dal China de grootste economische macht op aarde is. Het heeft nu eenmaal de meeste inwoners. Er kunnen zich echter nog veel problemen voordoen. De infrastructuur is een zootje. Er is een enorm ongelijke inkomensverdeling: met 200 miljoen Chinezen aan de kust gaat het prima, het overige miljard woont nog in armzalige hutjes in
Beijing, juni 1989.
dat enorme achterland. Ook is het maar de vraag of de combinatie van politieke repressie en economische vrijheid op den duur niet tot gigantische problemen zal leiden. Voor hetzelfde geld eindigt China in een burgeroorlog met warlords, wie zal het zeggen. Als 1989 ons iets heeft geleerd, dan is het wel dat de toekomst niet te voorspellen valt. Het hele idee dat er alternatieven bestaan voor het kapitausme is sinds 1989 failliet. Morsdood. Het kapitalisme is de enige weg. Er zijn vele varianten te bedenken - rechtvaardige en minder rechtvaardige - maar de basis is altijd de vrije markteconomie, dat is met dit gigantische experiment wel aangetoond. Alle communistische staten transformeren, storten in, of een combinatie daarvan. China is in de verste verte niet communistisch meer. Op Cuba bestaat de ideologie alleen nog in de persoon van Fidel Castro en die heeft nu eenmaal ook niet het eeuwige leven. We hebben eigenlijk alleen nog Noordkorea, hoewel er - als de regering op de huidige voet doorgaat - binnenkort geen Noordkoreaan meer over is. Tot die tijd is het fijn dat we die staat nog hebben om ons eraan te herinneren hoe het communisme was. We zouden het moeten koesteren als een communistisch Disneyland. De vraag is wat het einde van deze ideologie voor consequenties zal hebben voor die veelbesproken wereldorde van na de Koude Oorlog. Ik geloof niet dat het nationalisme de nieuwe utopie is. Die sentimenten doemen altijd op wanneer het economisch slecht gaat, als een soort opium voor het volk. Nationalisme lijkt mij voornamelijk een troef die wordt uitgespeeld door politici die geen kant meer op kunnen, mensen als Tudjman en Milosevic. Wanneer de Oost-Europese economieen goed draaien - en daar ligt een rol voor de Europese Unie - verwacht ik niet dat dergelijke gruwelen de wereldorde nog zullen bepalen. Misschien zijn de ideologieën wel gewoon dood. Ik zag eens op de Duitse televisie een documentaire waarin een Oostberlijner werd gevraagd wat er in zijn leven veranderd was door de val van de Muur. Het was zo'n artistiek ogend type, een kunstschilder of dichter schatte ik. Dus ik ging er echt voor zitten, nu zou het komen; vrijheid van meningsuiting, verlossing van de Stasi-buurman, een stembiljet met meer keuze dan SED of SED. De man peinsde even en antwoordde toen dat hij zich nu eindelijk eens kon beraden over de vraag of hij een Mercedes of een BMW zou kopen." 311