PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 58 12 december 2008 nummer 100 Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Vis (VIS 34 tot en met VIS 38) 2 Productschap Zuivel (PZ 12 en PZ 13) 36
Tegen een besluit tot goedkeuring van een begroting of een herziene begroting van een bedrijfslichaam kunnen belanghebbenden binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt een beroepschrift indienen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven, Postbus 20021, 2500 EA Den Haag. BEDRIJFSLICHAMEN Productschap Vis VIS 34 Heffingsverordening 2009 Vbbo 2008, nr. 100 2
Vbbo 2008, nr. 100 3
Vbbo 2008, nr. 100 4
Vbbo 2008, nr. 100 5
Vbbo 2008, nr. 100 6
Vbbo 2008, nr. 100 7
Vbbo 2008, nr. 100 8
Vbbo 2008, nr. 100 9
Vbbo 2008, nr. 100 10
Vbbo 2008, nr. 100 11
Rijswijk, 2 oktober 2008 B.J. Odink voorzitter W.G. van de Fliert secretaris Goedgekeurd door de Toezichtkamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 4 december 2008. Vbbo 2008, nr. 100 12
Vbbo 2008, nr. 100 13
Vbbo 2008, nr. 100 14
Vbbo 2008, nr. 100 15
Vbbo 2008, nr. 100 16
Vbbo 2008, nr. 100 17
Vbbo 2008, nr. 100 18
Vbbo 2008, nr. 100 19
Vbbo 2008, nr. 100 20
Vbbo 2008, nr. 100 21
Rijswijk, 2 oktober 2008 B.J. Odink voorzitter W.G. van de Fliert secretaris Vbbo 2008, nr. 100 22
VIS 35 Verordening I tot wijziging van de Verordening Algemene Bepalingen Productschap Vis 2006 Vbbo 2008, nr. 100 23
Rijswijk, 2 oktober 2008 B.J. Odink voorzitter W.G. van de Fliert secretaris Goedgekeurd door de Toezichtkamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 4 december 2008. Vbbo 2008, nr. 100 24
Rijswijk, 2 oktober 2008 B.J. Odink voorzitter W.G. van de Fliert secretaris VIS 36 Verordening tot intrekking van de Verordening retributie keuring en controle garnalen 2008 Vbbo 2008, nr. 100 25
Rijswijk, 2 oktober 2008 B.J. Odink voorzitter W.G. van de Fliert secretaris Goedgekeurd door de Toezichtkamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 4 december 2008. Vbbo 2008, nr. 100 26
Rijswijk, 2 oktober 2008 B.J. Odink voorzitter W.G. van de Fliert secretaris VIS 37 Besluit regeling studiekosten en studiefaciliteiten 2009 Besluit van de secretaris van het Productschap Vis van 1 december 2008, houdende de vaststelling van een regeling voor opleidingskosten en opleidingsfaciliteiten voor werknemers van het Productschap Vis (Besluit regeling studiekosten en studiefaciliteiten 2009) De secretaris; gelet op: - artikel 1 van de Kaderverordening arbeidsvoorwaarden PVis; - artikel 3, tweede lid, en artikel 26, vierde lid, van de geldende Collectieve arbeidsovereenkomst voor de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie; - artikel 6, zesde lid, van de Verordening bevoegdheden organen en secretariaat Productschap Vis 2008; met instemming van de Ondernemingsraad; besluit: Artikel 1 1. In dit besluit worden overgenomen de begripsomschrijvingen genoemd in artikel 1 van de Collectieve arbeidsovereenkomst voor de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie. 2. In dit besluit wordt voorts verstaan onder: a. opleiding: de opleiding aan een erkende school of instituut, de één of meerdaagse cursus, de één of meerdaagse training, het dagseminar of een studie op MBO-, HBO-, of WOniveau; b. faciliteiten: faciliteiten die de werkgever beschikbaar stelt in de vorm van vrije tijd en vergoeding van kosten; c. personeelsfunctionaris: het hoofd van de afdeling Algemene Zaken; d. aanvraagformulier: formulier dat voor aanvang van opleiding, cursus, training of seminar door de werknemer dient te worden ingevuld; e. direct leidinggevende: de persoon die binnen het productschap ten aanzien van de werknemer geldt als direct leidinggevende. Artikel 2 De werknemer, die in aanmerking wenst te komen voor vergoeding van studiekosten, dient hiervoor vóór de aanvang van de opleiding een verzoek in bij de direct leidinggevende middels het als bijlage I bij dit besluit opgenomen aanvraagformulier, waarbij: Vbbo 2008, nr. 100 27
a. de opleiding betrekking dient te hebben op de eigen functie, een andere voor betrokkene relevante functie binnen het productschap of het verbeteren van het persoonlijk functioneren; b. de opleiding wordt gevolgd bij een instituut dat door de secretaris aanvaardbaar wordt geacht in verband met erkenning en kosten; c. de opleiding dient aan te sluiten bij de vooropleiding, capaciteit en ambitie van de betrokken medewerker; d. de opleiding in principe buiten de gebruikelijke werktijden van de werknemer gevolgd gaat worden tenzij anders wordt overeengekomen; en e. de opleiding gevolgd kan worden met zo min mogelijk verstoring van de dagelijkse werkzaamheden. Artikel 3 Via het aanvraagformulier wordt de direct leidinggevende geïnformeerd over: a. de reden van de aanvraag; b. de aard van de opleiding; c. de verwachte belasting per week volgens de opgave van school of het opleidingsinstituut; d. de kosten van de te volgen opleiding; en e. de naam van de school of het opleidingsinstituut. Artikel 4 1. Aan de hand van de verkregen informatie wordt, in samenspraak met de personeelsfunctionaris, door de direct leidinggevende beoordeeld of de opleiding aanleiding geeft tot toekenning van vergoeding van kosten of het beschikbaar stelen van faciliteiten. 2. Het verzoek om tegemoetkoming in kosten of het toekennen van faciliteiten wordt, voorzien van het advies van de direct leidinggevende en de personeelsfunctionaris, ter goedkeuring voorgelegd aan de secretaris. 3. Op het verzoek zal, binnen 3 weken na ontvangst, door de secretaris een beslissing worden genomen. 4. Indien een verzoek tot toekenning van een tegemoetkoming in de kosten of het verlenen van faciliteiten door de secretaris wordt afgewezen, ontvangt de werknemer hiervan schriftelijk bericht onder vermelding van de redenen. 5. Verzoeken welke aan de secretaris worden voorgelegd zonder advies van de direct leidinggevende en de personeelsfunctionaris, worden geacht niet te zijn gedaan. Artikel 5 1. Indien tijdens het beoordelingsgesprek door de werknemer wordt aangegeven dat er behoefte bestaat aan een opleiding, zal dit door de direct leidinggevende worden vermeld op het beoordelingsformulier. 2. Indien tijdens het beoordelingsgesprek door de direct leidinggevende wordt aangegeven dat de werknemer, ter wille van het kunnen voldoen aan de eisen zoals weergegeven in de functiebeschrijving, nadere scholing behoeft, zal de direct leidinggevende dit vermelden op het beoordelingsformulier en ter kennis van de secretaris brengen. 3. Indien tijdens het beoordelingsgesprek tussen een direct leidinggevende en de secretaris door de secretaris wordt aangegeven dat de direct leidinggevende nadere scholing behoeft, zal dit door de secretaris worden vermeld op het beoordelingsformulier. Vbbo 2008, nr. 100 28
Artikel 6 Faciliteiten die de werkgever ter beschikking stelt in de vorm van vrije tijd, worden verleend voor een bepaalde termijn welke wordt afgeleid van de normaal te achten duur van een opleiding. Voor het afleggen van een tentamen of examen tijdens de gebruikelijk werktijden van de werknemer, geldt de daarvoor benodigde tijd. Artikel 7 1. Faciliteiten die de werkgever ter beschikking stelt in de vorm van vrije tijd en vergoeding van kosten, kunnen worden ingetrokken indien de werknemer zonder aanvaardbare reden(en) niet in die mate met de studie vordert, welke voor hem/haar als haalbaar wordt beschouwd, de studie binnen de onder artikel 6 bedoelde termijn af te ronden. Ter beoordeling van de voortgang dient de werknemer periodiek te rapporteren aan de direct leidinggevende. Tevens dienen alle examen- en tentamenresultaten voorgelegd te worden aan de direct leidinggevende met een afschrift aan de personeelsfunctionaris. 2. Van de termijn inzake het toekennen van buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging als bedoeld in het eerste lid kan, in geval van ziekte, worden afgeweken indien de werknemer hiertoe een schriftelijk verzoek ter accordering voorlegt aan de secretaris. Artikel 8 1. Indien de door de werknemer aangevraagde opleiding slechts zijdelings betrekking heeft op de huidige functie en er geen duidelijke, directe noodzaak aanwezig is, bedraagt de vergoeding maximaal 25%. Deze vergoeding wordt gezien als stimulering en waardering voor de inzet van de werknemer en wordt als zodanig passend geacht binnen de doelstelling van de Regeling Bewust Belonen. 2. Indien de door de werknemer aangevraagde opleiding wel betrekking heeft op de functie doch er is geen sprake van directe noodzaak, bedraagt de vergoeding maximaal 50%. 3. Indien de door de werknemer aanvraagde opleiding wel betrekking heeft op de functie en er is sprake van een aantoonbare noodzaak, bedraagt de vergoeding maximaal 75%. 4. Indien de studie van werkgeverszijde wordt verlangd, bedraagt de vergoeding 100%. 5. De door de werkgever te vergoeden kosten bestaan uit: a. inschrijfgeld; b. lesgeld/collegegeld; c. boekengeld voor zover er sprake is van verplicht aan te schaffen materialen tentamenen examenkosten; d. kosten voor herexamens zulks ter beoordeling van de secretaris op advies van de direct leidinggevende en de personeelsfunctionaris; e. diplomakosten; of f. reiskosten op basis van de laagste klasse openbaar vervoer. 6. Tot betaling van de vergoeding aan de werknemer, wordt door de werkgever niet eerder overgegaan dan na overlegging van de betreffende bewijsstukken door de werknemer. Artikel 9 1. Voor opleidingen van werkgeverszijde gewenst, die opleiden tot een diploma of een verklaring waaruit blijkt dat de opleiding met goed gevolg is doorlopen wordt, afhankelijk van de studiebelasting, buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging verleend volgens onderstaand schema. Vbbo 2008, nr. 100 29
Studiebelasting per week Aantal dagen buitengewoon verlof per kwartaal Maximaal aantal dagen buitengewoon verlof per jaar 0 tot 5 uur ½ 2 5 tot 10 uur 2 8 10 tot 15 uur 3 12 15 uur en meer 4 16 2. Voor opleidingen van werknemerszijde gewenst waarvan de aanvraag tot vergoeding van kosten is geaccordeerd door de secretaris, die opleiden tot een diploma of verklaring waaruit blijkt dat de opleiding met goed gevolg is doorlopen wordt, afhankelijk van de studiebelasting buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging verleend volgens onderstaand schema. Studiebelasting per week Aantal dagen buitengewoon verlof per kwartaal Maximaal aantal dagen buitengewoon verlof per jaar 0 tot 5 uur 0 0 5 tot 10 uur 1 4 10 tot 15 uur 2 8 15 uur en meer 3 12 3. De benodigde tijd voor kort-cyclische opleidingen welke worden afgesloten met een bewijs van deelname wordt toegekend in de vorm van buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging voor zover deze opleidingen niet gevolgd kunnen worden buiten de reguliere werktijden van de werknemer. 4. Voor het afleggen van tentamen en examen wordt de hiervoor benodigde tijd beschikbaar gesteld in de vorm van buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging voor zover een tentamen of examen alleen kan worden afgelegd binnen de reguliere werktijden van de werknemer. 5. In het geval dat een van werkgeverszijde gewenste opleiding niet anders dan tijdens de reguliere werktijden van de werknemer kan worden gevolgd, worden de hiervoor benodigde uren aangemerkt als buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging. 6. Voor het volgen van schriftelijke opleidingen wordt, met uitzondering van het bepaalde in het vierde lid, geen buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging toegekend. Artikel 10 1. Gehele terugbetaling wordt door de werkgever gevorderd waarbij reeds genoten buitengewoon verlof voor studie met behoud van bezoldiging wordt aangemerkt als vakantieverlof, indien: a. de werknemer zich niet houdt aan zijn verplichtingen of de opleiding door zijn eigen schuld niet binnen de normale tijd kan afronden: b. de werknemer de opleiding voortijdig beëindigt zonder dat daar naar het oordeel van de direct leidinggevende en de secretaris hier aanleiding toe bestaat; c. de opleiding door de werknemer is gestaakt of opgeschort zonder dat daar naar het oordeel van de direct leiding gevende en de secretaris hier aanleiding toe bestaat; of d. de werknemer voor het einde van de opleiding ontslag wordt verleend, hetzij op eigen verzoek, hetzij op grond van een aan de werknemer te wijten dringende reden. 2. Gedeeltelijke terugbetaling wordt door de werkgever gevorderd waarbij reeds genoten buitengewoon verlof voor studie met behoud van bezoldiging wordt aangemerkt als vakantieverlof, indien de werknemer binnen 24 maanden na afronding van de opleiding ontslag neemt op eigen verzoek of de organisatie verlaat als gevolg van aan de werknemer te wijten feiten of omstandigheden, anders dan met recht op wachtgeld of onmiddellijk ingaand pensioen. Vbbo 2008, nr. 100 30
3. Voor iedere maand dat het dienstverband na het voltooien van de opleiding korter duurt dan 24 maanden kan 1/24 ste deel van de genoten vergoeding worden teruggevorderd. 4. De terugbetalingsregeling, bedoeld in het derde lid, is niet van toepassing, indien: a. de opleiding is gevolgd in opdracht van de werkgever en de vergoeding door de werkgever 100% bedraagt; of b. aan de medewerker een vergoeding is toegekend van 25%. 5. Het op door de werknemer terug te betalen deel van de ontvangen vergoeding, kan worden verrekend met het salaris van de maand volgend op het moment waarop de terugbetaling is gevorderd dan wel het salaris voorafgaande aan het moment van beëindiging van het dienstverband. 6. Indien het bedrag dat terugbetaald dient te worden, het salaris of de afrekening bij beëindiging van het dienstverband te boven gaat, zal met de werknemer een betalingsregeling worden afgesproken. Artikel 11 1. Bij een zeer kostbare opleiding kan, in afwijking van het bepaalde in artikel 10, vijfde of zesde lid, met de werknemer een betalingsregeling worden getroffen zulks ter beoordeling aan de secretaris. 2. In bijzondere gevallen kan de secretaris, na overleg met de direct leidinggevende, conform artikel 6:9 of artikel 6:160 van het Burgerlijk Wetboek besluiten tot kwijtschelding om niet of afstand doen van zijn vorderingsrecht voor de gehele of gedeeltelijke verplichting tot terugbetaling. Artikel 12 In alle gevallen waarin dit besluit niet voorziet, beslist de secretaris schriftelijk na hiertoe partijen eventueel te hebben gehoord. Artikel 13 Na de inwerkingtreding van dit besluit blijven reeds verleende dan wel toegekende studiefaciliteiten, studiekosten of anderszins gemaakte afspraken op grond van het bepaalde bij het Besluit tot regeling studiekosten en studiefaciliteiten 2003 van kracht en berusten deze op dit artikel totdat conform het onderhavige besluit een nieuwe verbintenis wordt aangegaan dan wel de oude verbintenissen van rechtswege zijn verlopen of opgeheven door een verbintenisopheffende overeenkomst. Artikel 14 1. Het Besluit tot regeling studiekosten en studiefaciliteiten 2003 wordt ingetrokken. 2. Dit besluit kan worden aangehaald als Besluit regeling studiekosten en studiefaciliteiten 2009. 3. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2009. Rijswijk, 1 december 2008 W.G. van de Fliert secretaris Vbbo 2008, nr. 100 31
TOELICHTING In de bestuursvergadering van 27 maart 2003 is de Kaderverordening arbeidsvoorwaarden PVis ingesteld, waarbij o.a. de Verordening PVis arbeidsvoorwaarden personeel 2000 is ingetrokken. Het dagelijks bestuur heeft 25 maart 1993 op grond van artikel 37 (ex artikel 36 van de Verordening VVp Arbeidsvoorwaarden personeel 1991) van de Verordening PVis arbeidsvoorwaarden personeel 2000 het Besluit tegemoetkoming in de kosten woon-werkverkeer vastgesteld. In artikel 3, tweede lid, van de geldende Collectieve arbeidsovereenkomst voor de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie is bepaald dat de werkgever over arbeidsvoorwaarden die niet in deze CAO zijn geregeld met de ondernemingsraad aanvullende regelingen kan treffen. In artikel 26, vierde lid, van de geldende Collectieve arbeidsovereenkomst voor de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie is bepaald dat de werkgever ook voor andere situaties buitengewoon verlof - al dan niet met behoud van salaris en toeslagen- kan toekennen met instemming van de ondernemingsraad. In artikel 6 van de Verordening bevoegdheden organen en secretariaat Productschap Vis 2008 wordt een nadere invulling gegeven over de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de secretaris. De secretaris valt onder het begrip bestuurder, bedoeld in artikel 1 van de Wet op de ondernemingsraden, als degene die de hoogste zeggenschap uitoefent bij de leiding van de arbeid en is uit dien hoofde bevoegd tot het nemen van beslissingen in het kader van arbeidsvoorwaarden, arbeidsomstandigheden, arbeidsplekken, arbeidsaangelegenheden, de fysieke inrichting van werkplekken en hiermee verband houdende benodigde technische verbouwingen, alsmede de verdere invulling en het doen van ter zake van toepassing zijnde uitgaven. Reden voor het bepaalde in artikel 6 is dat binnen de huidige wettelijke en organisatorische taken het vaststellen van de regeling studiekosten en studiefaciliteiten en de vergoedingen voor woonwerkverkeer en reis- en verblijfkosten tot de taken en verantwoording van de secretaris behoren, nu er geen bepalingen in de Kaderverordening arbeidsvoorwaarden PVis van 27 maart 2003 of de daarbij behorende bijlage (de CAO) meer hieromtrent zijn opgenomen. Uitvoering van de regelingen en besluiten als bedoeld in artikel 6, vijfde en zesde lid, wordt door de secretaris opgedragen aan het hoofd van de afdeling Algemene Zaken om technische en praktische redenen. De Ondernemingsraad van het Productschap Vis heeft op 17 november 2008 ingestemd met het voorgenomen besluit van de secretaris. Het onderhavige besluit beoogt het opnieuw instellen van een besluit houdende een regeling voor opleidingskosten en opleidingsfaciliteiten voor werknemers van het Productschap Vis met ingang van 1 januari 2009. Rijswijk, 1 december 2008 W.G. van de Fliert secretaris Vbbo 2008, nr. 100 32
Bijlage I bij artikel 2 van het Besluit regeling studiekosten en studiefaciliteiten 2009 AANVRAAGFORMULIER STUDIEKOSTEN EN STUDIEFACILITEITEN De ondergetekende: Afdeling: verzoekt hierbij om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in de studiekosten en het beschikbaar stellen van studiefaciliteiten in verband met de opleiding:.. bij (naam school/opleidingsinstituut):. duur van de studie:. studiebelasting per week volgens opgave school of instituut:. datum aanvang:.. (* de kosten zoals bedoeld in artikel 8, vijfde lid, van de Regeling studiekosten en studiefaciliteiten 2009) Hij/zij verbindt zich hier om zich aan de voor de studie vastgestelde tentamen(s) of en examen(s) te onderwerpen en de uitslag hiervan ter kennis te brengen van de direct leidinggevende en de personeelsfunctionaris. Hij/zij verklaart er naar te zullen streven om de studie binnen de daarvoor geldende termijn af te ronden. Hij/zij verklaart er van op de hoogte te zijn dat indien er sprake is van het bepaalde in artikel 10 van de Regeling studiekosten en studiefaciliteiten 2009, de werkgever gerechtigd is om over te gaan tot terugvordering van de verleende tegemoetkoming in de kosten. Datum:... Handtekening:... Paraaf direct leidinggevende:... Beslissing secretaris Tegemoetkoming (*) Geen 25% 50% 75% 100% Studieverlof per kwartaal (*): ½ 2 3 4 0 1 2 3 Datum:... Handtekening:... * aangekruist hetgeen van toepassing is Vbbo 2008, nr. 100 33
VIS 38 Besluit tegemoetkoming in de kosten woon-werkverkeer 2009 Besluit van de secretaris van het Productschap Vis van 1 december 2008, houdende de vaststelling van een tegemoetkomingsregeling in de kosten voor woon-werkverkeer voor werknemers van het Productschap Vis (Besluit tegemoetkoming in de kosten woonwerkverkeer 2009) De secretaris; gelet op: - artikel 1 van de Kaderverordening arbeidsvoorwaarden PVis; - artikel 3, tweede lid, van de geldende Collectieve arbeidsovereenkomst voor de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie; - artikel 6, zesde lid, van de Verordening bevoegdheden organen en secretariaat Productschap Vis 2008; met instemming van de Ondernemingsraad; besluit: Artikel 1 1. In dit besluit worden overgenomen de begripsomschrijvingen genoemd in artikel 1 van de Collectieve arbeidsovereenkomst voor de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie. 2. In dit besluit wordt voorts verstaan onder: a. werkplaats: de gemeente of het met name bekende afzonderlijk liggend deel van die gemeente waar de werknemer zijn werkzaamheden voor het productschap verricht; b. woonplaats: de gemeente of het met name bekende afzonderlijk liggend deel van die gemeente waar de woning van de werknemer is gelegen. Artikel 2 De werknemer ontvangt een tegemoetkoming in de reiskosten van het woon- werkverkeer. Artikel 3 De tegemoetkoming wordt vastgesteld afhankelijk van de afstand enkele reis van de woonplaats naar de werkplaats volgens onderstaande tabel onder afronding naar hele kilometers: enkele reis maandelijkse tegemoetkoming Artikel 4 Bij deeltijdarbeid wordt de tegemoetkoming uitgekeerd naar evenredigheid van het aantal keren per week dat de werknemer van de woonplaats naar de werkplaats reist. Vbbo 2008, nr. 100 34
Artikel 5 1. Het Besluit tegemoetkoming in de kosten woon-werkverkeer 2003 wordt ingetrokken. 2. Dit besluit kan worden aangehaald als Besluit tegemoetkoming in de kosten woonwerkverkeer 2009. 3. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2009. Rijswijk, 1 december 2008 W.G. van de Fliert secretaris TOELICHTING In de bestuursvergadering van 27 maart 2003 is de Kaderverordening arbeidsvoorwaarden PVis ingesteld, waarbij o.a. de Verordening PVis arbeidsvoorwaarden personeel 2000 is ingetrokken. Het dagelijks bestuur heeft 25 maart 1993 op grond van artikel 37 (ex artikel 36 van de Verordening VVp Arbeidsvoorwaarden personeel 1991) van de Verordening PVis arbeidsvoorwaarden personeel 2000 het Besluit tegemoetkoming in de kosten woon-werkverkeer vastgesteld. In artikel 3, tweede lid, van de geldende Collectieve arbeidsovereenkomst voor de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie is bepaald dat de werkgever over arbeidsvoorwaarden die niet in deze CAO zijn geregeld met de ondernemingsraad aanvullende regelingen kan treffen. In artikel 6 van de Verordening bevoegdheden organen en secretariaat Productschap Vis 2008 wordt een nadere invulling gegeven over de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de secretaris. De secretaris valt onder het begrip bestuurder, bedoeld in artikel 1 van de Wet op de ondernemingsraden, als degene die de hoogste zeggenschap uitoefent bij de leiding van de arbeid en is uit dien hoofde bevoegd tot het nemen van beslissingen in het kader van arbeidsvoorwaarden, arbeidsomstandigheden, arbeidsplekken, arbeidsaangelegenheden, de fysieke inrichting van werkplekken en hiermee verband houdende benodigde technische verbouwingen, alsmede de verdere invulling en het doen van ter zake van toepassing zijnde uitgaven. Reden voor het bepaalde in artikel 6 is dat binnen de huidige wettelijke en organisatorische taken het vaststellen van de regeling studiekosten en studiefaciliteiten en de vergoedingen voor woonwerkverkeer en reis- en verblijfkosten tot de taken en verantwoording van de secretaris behoren, nu er geen bepalingen in de Kaderverordening arbeidsvoorwaarden PVis van 27 maart 2003 of de daarbij behorende bijlage (de CAO) meer hieromtrent zijn opgenomen. Uitvoering van de regelingen en besluiten als bedoeld in artikel 6, vijfde en zesde lid, wordt door de secretaris opgedragen aan het hoofd van de afdeling Algemene Zaken om technische en praktische redenen. De Ondernemingsraad van het Productschap Vis heeft op 17 november 2008 ingestemd met het voorgenomen besluit van de secretaris. Het onderhavige besluit beoogt het opnieuw instellen van een besluit houdende een tegemoetkoming in de kosten van het personeel van het Productschap Vis voor woonwerkverkeer, waarbij de bedragen verhoogd worden met ingang van 1 januari 2009. Rijswijk, 1 december 2008 W.G. van de Fliert secretaris Vbbo 2008, nr. 100 35
Productschap Zuivel PZ 12 Zuivelverordening 2009 administratieve heffingen Vbbo 2008, nr. 100 36
Zoetermeer, 29 oktober 2008 G.A. Koopstra voorzitter F. Beekman secretaris Goedgekeurd door de Toezichtkamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 4 december 2008. Vbbo 2008, nr. 100 37
Vbbo 2008, nr. 100 38
Zoetermeer, 29 oktober 2008 G.A. Koopstra voorzitter F. Beekman secretaris Vbbo 2008, nr. 100 39
PZ 13 Verordening tot wijziging (2) van de Zuivelverordening 2003, Administratieve bepalingen Zoetermeer, 29 oktober 2008 G.A. Koopstra voorzitter F. Beekman secretaris Goedgekeurd door de Toezichtkamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 4 december 2008. Vbbo 2008, nr. 100 40
Zoetermeer, 29 oktober 2008 G.A. Koopstra voorzitter F. Beekman secretaris Vbbo 2008, nr. 100 41
Wettelijk voorgeschreven uitgave van de Sociaal- Economische Raad met mededelingen, verordeningen en besluiten van de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie (pbo). Verschijnt wekelijks. ISSN 0920-4865 Redactie: Bezuidenhoutseweg 60 Postbus 90405 2509 LK Den Haag Telefoon: 070-3 499 499 Telefax: 070-3 832 535 E-mail: pboblad@ser.nl De SER heeft een eigen website op het Internet. Deze is te vinden op www.ser.nl Een jaarabonnement is gratis. Opgave jaarabonnementen, opzeggingen en adreswijzigingen uitsluitend via email: pboblad@ser.nl met als onderwerp abonnement.