Welzijn, Volksgezondheid en Emancipatie

Vergelijkbare documenten
Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Emancipatie

Gemeente Den Haag. aan de voorzitter van de commissie SZWI, mw. T.Lont. Geachte mevrouw Lont,

Notitie Subsidiering Peuteropvang gemeente Krimpen aan de IJssel

Gemeente Den Haag. Aan de voorzitter van de commissie Welzijn, Duurzaamheid en Leidschenveen-Ypenburg. 28 september Geachte voorzitter,

Bij de verschillende gemeentelijke diensten is informatie opgevraagd over of en hoe een integrale kostprijs berekend wordt.

Wethouder van Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Economie

Portefeuillehouder: Ter behandeling in de vergadering van: de commissie samenleving d.d. 30 oktober 2017 de Raad d.d.

Ruimtelijke Ordening, Stadsvernieuwing en Volkshuisvesting

EXPLOITATIEBEGROTING DE BLINKERD 2.0

Datum: 25 september 2014 Portefeuillehouder: M.L.C. Klein-Schuurs

DISCUSSIENOTITIE VOOR DE COMMISSIE

Memo Aan: College Cc: Van: Wethouder Van de Wardt Datum: 10 maart 2015 Kenmerk: 15ini00570 Onderwerp: Harmonisatie Peuterspeelzalen

Wethouder van Financiën en Stadsbeheer. Onderwerp het beheer van de voorziening graven

Burgemeester en Wethouders 3 juli Steller Documentnummer Afdeling. L. van der Hoeven Samenleving

Subsidieregeling Kinderopvang gemeente Haren 2018

Betreft: * Tarieven 2013 * Toelichting op de berekening van het uurtarief van de SKPC * Wijzigingen wet- en regelgeving kinderopvangtoeslag 2013

Raadsvoorstel inzake opdrachtformulering knelpuntenonderzoek Hulp in het Huishouden

Burgemeester en wethouders

Raadsvoorstel 10 december 2009 AB

Naam Verordening eigen bijdragen maatschappelijke opvang en vrouwenopvang gemeente Nijmegen (2013)

Harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in de gemeente West Maas en Waal per

Portefeuillehoudersoverleg Jeugd, Samenwerkende gemeenten Jeugdhulp Rijnmond

12 Stiens, 28 juli 2014

Gemeente Den Haag. de gemeenteraad

Toelichting bij de SZW-Adviestabel ouderbijdragen kinderopvang 2004 Percentagetabel

Burgemeester en Wethouders

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Directie Concern Ingekomen stuk D2 (PA 14 juli 2010) Begroten en Verantwoorden. Datum uw brief

Aan de voorzitter van de Commissie Welzijn, Duurzaamheid en Leidschenveen-Ypenburg

De voorzitter van de Raad van Toezicht/het Stichtingsbestuur van. MEVA/ABA/ Aloys Kersten Verantwoording inkomen bestuurder

Aan de gemeenten in de GR Breed Griffier ter attentie van gemeenteraad. Datum: 31 maart 2014 Onderwerp: gewijzigde begroting 2015

Doetinchem, 18 juni Begroting Erfgoedcentrum ECAL ALDUS VASTGESTELD 26 JUNI 2014

Nota van B&W. l januari Nieuwe aanbesteding of contract verlengen? gemsente Haarlemmermeer

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 januari 2011;

In tabel is een berekening gemaakt van de ouderbijdrage van de peuterspeelzaal in de huidige situatie en in de nieuwe situatie bij de kinderopvang.

Uitwerking twee scenario s subsidie peuterspeelzaalwerk uitgevoerd door SKB (Bijlage 1)

Gemeente Haarlem. Drs. Joyce Langenacker wethouder Werk, Economische Zaken, Sociale Zaken (Participatiewet), Wonen, Coördinatie Sociaal Domein

Wijziging begroting maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en verslavingszorg BESLUITEN

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 8 oktober 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Als gevolg hiervan kan bovenstaande verordening worden ingetrokken.

PROGNOSES VAN INKOMSTEN, UITGAVEN EN OMVANG VAN DE SOW GEMEENTE ENSCHEDE VOOR DE PERIODE COLLEGE VAN KERKRENTMEESTERS

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Memorie van Toelichting

Beleidsregel Peuteropvang Koggenland 2017.

Onderwerp Wijziging beleid inzake eigen bijdrage Wmo en aanpassen Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Bunnik 2018.

- Daarnaast is in 2012 de bijdrage van werkgevers verhoogd van ruim 700 miljoen naar ruim 1 miljard.

Aan de voorzitter van de Commissie Welzijn, Duurzaamheid en Leidschenveen-Ypenburg

Wethouder van Welzijn, Volksgezondheid en Emancipatie

Verordening eigen bijdrage Maatschappelijke opvang en Vrouwenopvang gemeente s- Hertogenbosch 2014.

B&W-Aanbiedingsformulier

Welzijn, Volksgezondheid en Emancipatie

BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN van het raadslid J.E. Labuche. sv RIS Regnr. BOW/ Den Haag, 21 december 2004

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Gemeente Den Haag. Aan de leden van de commissie voor Onderwijs, Sociale zaken, Werkgelegenheidsbevordering en Integratiebeleid.

NOTA WEERSTANDSVERMOGEN RECREATIESCHAP VOORNE-PUTTEN-ROZENBURG

Onderwerp Programmabegroting 2013 en meerjarenraming Veiligheidsregio Gelderland-Zuid

VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ROERMOND

Voorjaarsnota 2018 Uitgangspunten begroting 2019 en meerjarig kader Provincie Gelderland

GGD Drenthe} College van burgemeester en wethouders van de Drentse gemeenten/ Leden van de Drentse gemeenteraden

Raadsvoorstel 11 december 2012 AB RV

Raadsvoorstel. Commissie Welzijn, Onderwijs en Cultuur. Nummer 53 Dienst Welzijn, Onderwijs en Cultuur Welzijn, Onderwijs en Cultuur.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Gemeenten gaan de afgelopen jaren steeds vaker over tot omvorming van hun peuterspeelzalen naar kinderopvang. In die gemeenten worden

Raadsvoorstel. Aan de raad van de gemeente Strijen. VERGADERING GEMEENTERAAD d.d. 7 maart 2012 Agendapunt 12

Collegevoorstel. Zaaknummer: Onderwerp: beantwoording vragen begrotingsvergadering 2014

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Besluit nr.: Onderwerp: Verordening sociaal-medische indicatie kinderopvang Albrandswaard

Brancheorganisatie Kinderopvang Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang Sociaal Werk Nederland BOinK Stichting Voor Werkende Ouders FNV CNV

Onderwerp Openingstijden stadsdeelkantoren

Aan : de Commissie van Veiligheid, Bestuur en Financiën en de Rekeningencommissie. Onderwerp Inhuur personeel derden

Zorg voor kinderen met een intensieve zorgvraag

Bijlage 2 - Model Raadsbesluit wijziging Algemene subsidieverordening update zomer 2016

GEMEENTEBESTUUR ARCHIEFEXEMPLAAR. Stichting Filmtheater de Nieuwe Scène De heer L. Thommassen Postbus AH VENLO. Geachte heer Thommassen,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Ruimte voor groei in de kinderopvang. Sociaal en Cultureel Planbureau in opdracht van het

Tijdelijke Subsidieregeling harmonisatie peuterspeelzaalwerk en kinderopvang

Voorstel aan : de gemeenteraad van 28 juni 2004 Behandeling in : commissie Samenlevingszaken en Middelen van 15 juni 2004

Voorstel aan : de gemeenteraad van 28 juni 2004 Behandeling in : commissie Samenlevingszaken en Middelen van 15 juni 2004

Naam vragensteller: M.H.J. Bon Namens Fractie Inwonersbelangen Montfoort Linschoten.

Leges: feiten en inzichten ten aanzien van de stelselwijziging Omgevingswet. Versie: Mei Vereniging van Nederlandse Gemeenten

Wet kinderopvang. Tegemoetkoming van het Rijk Aanvraagformulier Belastingdienst/Toeslagen 2005

Wethouder van Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Economie. Onderwerp collectieve ziektekostenverzekering 2008

HANDHAVINGSBELEID BESTUURLIJKE BOETE KINDEROPVANG

Betaalbaarheid Haaglanden

PROTESTANTSE GEMEENTE te ENSCHEDE COLLEGE VAN KERKRENTMEESTERS

Toelichting Verordening toeslagen en verlagingen WWB Asten 2010

Bijlagen bij raadsvoorstel m.b.t. harmonisatie peuterspeelzaalwerk met kinderopvang

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad. ng/vraagstelli ng: Agendanummer. Programma. Gevraagde beslissing: Afdeling. Aan leid i.

Besluit van de gemeenteraad d.d. 12 december 2011, nr. 14B/B, tot vaststelling van de Algemene subsidieverordening Tubbergen

De heer B.G. Schalkwijk. Mevrouw A.I. Vreugdenhil

(Deze mail is verzonden naar de raadsleden, duo-burgerleden en fractie-assistenten)

RAADSVOORSTEL. De raad der gemeente Sliedrecht. Onderwerp: Agendapunt 7. Sliedrecht, 20 mei Voortgang Home Start

Wethouder van Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Economie. Uw commissie heeft bij de begrotingsbehandeling verzocht om nadere informatie over:

Berenschot. Evaluatie wet VTH. Op weg naar een volwassen stelsel BIJLAGE 3 ANALYSE FINANCIËLE RATIO S OMGEVINGSDIENSTEN

: Politiewet 1993, artikel 44; Besluit financiën regionale politiekorpsen Relatie met andere circulaires EA96/U331

PROGNOSES VAN INKOMSTEN, UITGAVEN EN OMVANG VAN DE SOW GEMEENTE ENSCHEDE VOOR DE PERIODE COLLEGE VAN KERKRENTMEESTERS

ALGEMEEN BESTUUR. AB-vergadering d.d. 20 juli-2016, agendapunt 6.3

15 december 2016 R Gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders, van 22 november 2016

Welzijn, Volksgezondheid en Emancipatie

Transcriptie:

Gemeente Den Haag Bestuursdienst Commissie Welzijn, Volksgezondheid en Emancipatie Retouradres: Postbus 12 600, 2500 DJ Den Haag Uw brief van Aan de leden van de Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Emancipatie Onderwerp kostprijsmodel kinderopvang Uw kenmerk Ons kenmerk OCW/2000.5550 Doorkiesnummer (070) 353 5535 Aantal bijlagen 1 Datum 31 mei 2000 Inleiding Voor de subsidiëring van de koepelinstellingen voor kinderopvang wordt uitgegaan van een normbedrag per groep op te vangen kinderen. Dit normbedrag is vastgesteld op basis van historische gegevens en wordt jaarlijks aangepast met een trendpercentage. De subsidie aan de instellingen bestaat uit dit normbedrag per groep, vermeerderd met de vaste huisvestingslasten per groep en verminderd met de ouderbijdragen per groep. Sinds enige jaren geven de instellingen bij de zogenaamde budgetonderhandelingen aan dat de prijs die de gemeente Den Haag voor hun producten betaalt niet toereikend is om de kostenstijgingen met name vanwege de personele ontwikkelingen en kwaliteitsbepalingen op te vangen. De koepelinstellingen zouden verlies maken op de gesubsidieerde opvang en die tekorten moeten dekken uit de opbrengsten van de bedrijfsopvang. Voor het opvangen van de effecten van de CAO-welzijn in relatie tot de gemeentelijke trend, heeft de gemeente reeds alle mogelijke ruimte binnen het subsidievolume kinderopvang ingezet voor de financiering van de gesubsidieerde kinderopvang. Momenteel zijn de huidige subsidiemiddelen niet meer toereikend om de aantallen gesubsidieerde kindplaatsen op het niveau van 1999 te handhaven. Dit heeft tot gevolg dat de gemeente in het jaar 2000 138 gesubsidieerde kindplaatsen minder kan afnemen. Deze kindplaatsen verdwijnen niet, maar worden omgezet in bedrijfs- of particuliere plaatsen. Uitgaand van het gegeven dat de gemeente Den Haag een redelijke subsidie zou moeten stellen tegenover het product kinderopvang, is begonnen met de ontwikkeling van het zogenaamde 'Kostprijsmodel kinderopvang'. Inlichtingen bij: B. Heyer Postadres: Postbus 12 600, 2500 DJ Den Haag Telefoon 070-353 3351 Bezoekadres: Spui 70, Den Haag Fax 070-353 2210

2 In 1998 heeft een extern bureau in samenwerking met de gemeente en de koepelinstellingen een kostprijsmodel ontwikkeld voor de gesubsidieerde kinderopvang in Den Haag. Dit model is onder meer ontwikkeld om inzicht te krijgen in: - de te verwachten kosten per instelling en per soort opvang per kindplaats; - de werkelijke kosten en opbrengsten van de overige activiteiten van de instellingen, met name uit hoofde van de bedrijfsopvang; - de ontwikkeling van de vermogensposities van de instellingen in relatie tot de risico's die de instellingen lopen (bedrijfsvoering, wachtgelden en dergelijke). Het kostprijsmodel kinderopvang dient dus een helder en eenduidig inzicht te bieden in de kosten en de kostenontwikkeling van de kinderopvang. Zodoende kan beter worden onderhandeld over de prijs van de jaarlijks in te kopen aantallen gesubsidieerde kindplaatsen. De inkomsten uit ouderbijdragen maken geen onderdeel uit van de kostprijs. Voor gebruikmaking van gesubsidieerde kindplaatsen is het voorrangsbeleid kinderopvang van toepassing. Het merendeel van de mensen die gebruik maken van gesubsidieerde opvang heeft een laag inkomen en kan slechts een geringe ouderbijdrage betalen. Saldering geschiedt achteraf. Bij een nadeel legt de gemeente het restant bij, een eventueel voordeel zal worden ingezet ten behoeve van gesubsidieerde kinderopvang. Normering van de inkomsten uit ouderbijdragen kan in strijd zijn met de doelstellingen van het kinderopvangbeleid. Stand van zaken implementatie In 1999 is in overleg met de drie koepelinstellingen de eerste stap tot implementatie van het kostprijsmodel gezet. De door de koepels geleverde inspanningen hebben het mogelijk gemaakt te komen tot een beter overleg over de feitelijke kosten van de gesubsidieerde opvang, die vervolgens gericht in relatie kunnen worden gebracht met de hoogte van het door de gemeente beschikbaar gestelde subsidievolume. Hierdoor is ook meer inzicht verkregen in de kostenopbouw binnen de instellingen, de wijze van begroten en het omgaan met risico's in de bedrijfsvoering. Het bleek nog niet mogelijk om voor het subsidiejaar 2000 tot een volledig uitgewerkte kostprijs per kindplaats conform het model te komen. Het kostprijsmodel dient op een aantal aspecten nog verder verfijnd te worden, zo zijn er nog enkele verschillen tussen de instellingen in het toepassen van bepaalde kosten- of opbrengstensoorten. Daarnaast zijn de instellingen bij de toepassing van het model uitgegaan van normatief te maken kosten voor de instandhouding van hun voorzieningen. Dit biedt wel inzicht in hoe de kostenopbouw volgens de instellingen zou moeten zijn, maar de gemeente kon er op dat moment nog niet adequaat op reageren. De instellingen voor kinderopvang gaven aan dat, uitgaand van een aantal normen 2

3 (Verordening, CAO, arbeidstijden wet, arbo-wetgeving en dergelijke) de subsidie van een kindplaats exclusief accommodatielasten f 20.213,00 zou moeten bedragen. De prijs die de gemeente per kindplaats in 1999 betaalde was f 15.911,00 (exclusief accommodatielasten). Uiteindelijk is na onderhandelingen de prijs (c.q. subsidie) voor 2000 per kindplaats f 17.558,00 (exclusief accommodatielasten) geworden. De accommodatielasten zijn nog niet in de kostprijs meegenomen (zie verderop). Voor 2001 is afgesproken dat de drie instellingen een uniform rekeningschema hanteren, zodat de resultaten onderling beter vergelijkbaar worden. Momenteel is een werkgroep, bestaande uit de administrateurs van de drie instellingen bezig dit uniforme schema op tijd, dat wil zeggen voor het subsidiejaar 2001, in te voeren. Ter informatie heb ik een overzicht bijgevoegd met prijzen van de drie koepelorganisaties en die van een aantal particuliere instellingen voor kinderopvang in Den Haag. Eerste resultaten van de invoering van het kostprijsmodel Bij de implementatie van het kostprijsmodel kwam naar voren, dat op basis van de door de instellingen verstrekte gegevens en de daaruit voortvloeiende kostprijs, het subsidiebudget niet voldoende is om hetzelfde niveau 1999 aan gesubsidieerde kindplaatsen in te kopen. Het kostprijsmodel kinderopvang maakte aannemelijk dat de prijs die de gemeente Den Haag voor het product kinderopvang betaalt inderdaad te laag is. De kosten van de kinderopvang zijn de afgelopen jaren namelijk sterk gestegen terwijl het subsidiebudget nagenoeg gelijk is gebleven. De oorzaken voor de kostenstijgingen zijn drieledig: 1. Aanscherpen van de kwaliteitseisen kinderopvang. In 1996 zijn de Verordening op de Kindercentra en de daarbij behorende Nadere Regels van kracht gegaan. Hierin zijn minimale kwaliteitseisen vastgesteld m.b.t. tot groepsgrootte en personeel, benodigde toilet en wasruimte, aantal m² per kind. Daarnaast is de afgelopen jaren nog andere wet en regelgeving van kracht gegaan (Kwaliteitsstelsel, Speel en Attractiebesluit, Convenant Ergonomie).. 2. De kostenstijgingen op grond van CAO-bepalingen Door nieuwe CAO-bepalingen, die als doel hebben het verbeteren van de arbeidsvoorwaarden en 3

4 de salarissen van het personeel (hogere salarisschalen gerelateerd aan functies) in de kinderopvang is in de afgelopen jaren de personele component in de kinderopvang meer gestegen, dan aan trend is doorgegeven. 3. Kostenstijgingen als gevolg van gemeentelijk beleid De gemeenteraad heeft in 1997 met het raadsvoorstel Voorrangsbeleid kinderopvang vastgesteld onder welke voorwaarden ouders aanspraak kunnen maken op gesubsidieerde kinderopvang. Dit betekent, dat om voor een gesubsidieerde plaats in aanmerking te komen, de kindplaats nodig is voor het (gaan) verrichten van betaald werk, het gezinsinkomen onvoldoende is om de plaats zelf te bekostigen en de werkgever (aantoonbaar) niet in staat is een bijdrage te leveren. Daarbij krijgen alleenstaande ouders voorrang bij plaatsing. Als gevolg van de invoering van het Voorrangsbeleid kinderopvang maken steeds meer mensen met lage inkomens gebruik van gesubsidieerde kinderopvang. Mensen met hogere inkomens kunnen vaker gebruik maken van bedrijfsopvang of particuliere opvang. Gesteld kan worden dat het Voorrangsbeleid aan zijn doelstelling voldoet, maar dat het tegelijkertijd tot gevolg heeft dat de inkomsten uit ouderbijdragen afnemen. Het gevolg daarvan is dat de kosten voor de gemeente stijgen. Bij een gelijkblijvend subsidiebudget kunnen er minder kindplaatsen afgenomen worden Aangezien de invoering van het kostprijsmodel gefaseerd geschiedt en pas na enkele jaren aan de hand van de jaarrekeningen de werkelijke kosten kunnen worden afgezet tegen de genormeerde kosten per kindplaats is met de instellingen voor kinderopvang afgesproken om de subsidie per producteenheid in de komende jaren geleidelijk te laten stijgen. Dit betekent dat de gemeente, bij een gelijkblijvend subsidiebudget minder gesubsidieerde kindplaatsen af kan nemen tenzij zij het subsidiebudget verhoogt. Gezien het belang van de gesubsidieerde kinderopvang kies ik voor het laatste. Dit betekent dat ik bij de begrotingsbehandeling 2001 extra budget voor de gesubsidieerde kinderopvang wil claimen. Accommodatielasten Hierboven is reeds aangegeven dat de accommodatielasten van de gesubsidieerde kinderopvang nog niet zijn meegenomen in het kostprijsmodel. Het is zeker de bedoeling dat nog te doen. Uiteindelijk wil ik komen tot het normeren van de accommodatielasten. Met andere woorden: ik wil komen tot een vaste component accommodatielasten per producteenheid. Het normeren van accommodatielasten is echter complex. Met het berekenen van gemiddelde accommodatielasten en deze toewijzen naar de afzonderlijke eenheden zijn we er niet. Zo bestaat er veel variëteit in de accommodatielasten van de verschillende panden. Die variëteit is niet evenredig verdeeld over de koepels. Dit is historisch bepaald. 4

5 Een groot aantal kindercentra is gehuisvest in welzijnsaccommodaties van de gemeente Den Haag. In 1995 werd door de gemeenteraad de huurharmonisatie vastgesteld. Op grond hiervan wordt een drietal huurtarieven gehanteerd. De invoering van de huurharmonisatie had in een aantal gevallen flinke huurverhogingen tot gevolg: in het geval van de kinderopvang zijn de accommodatielasten van de instellingen in een jaar gestegen met ƒ 1.200.000,00. Daarmee zijn de huren meer in overeenstemming gebracht met marktconforme tarieven. Uitgangspunt van de invoering van de huurharmonisatie is, dat deze voor de instellingen budgettair neutraal zou geschieden. De subsidie in de accommodatielasten is derhalve met hetzelfde bedrag gestegen. In de centra van de koepels vindt in principe zowel gesubsidieerde opvang als bedrijfsopvang plaats. Het effect van de invoering van de huurharmonisatie is, dat de gemeente een gedeelte van de accommodatielasten van de bedrijfsopvang subsidieert. Aan de hand van het kostprijsmodel zal die indirecte subsidiering moeten verdwijnen, aangezien dan duidelijk wordt welke accommodatielasten aan welk soort opvang (gesubsidieerd of bedrijfsopvang) moet worden toegerekend. Eigen vermogen van de instellingen De instellingen voor kinderopvang hebben een eigen vermogen opgebouwd. Deze is volgens hen nodig om de continuïteit in de organisatie te waarborgen en tegenvallende inkomsten op te vangen. De jaarrekeningen 1998 laten bij drie koepels zien dat de kosten van de gesubsidieerde opvang hoger zijn dan de beschikbare subsidie 1998. Bij twee instellingen wordt het verschil ten laste gebracht op het eigen vermogen. Een globale indruk is dat de eigen vermogens van de instellingen voor kinderopvang, in relatie tot hun omzet, niet groot zijn. Vervolg De invulling van het kostprijsmodel wordt verder uitgewerkt opdat een volledige implementatie kan plaatsvinden. In overleg met de instellingen zal een voorstel tot normering van de huisvestingslasten gemaakt worden, zodat deze onderdeel kunnen uitmaken van de kostprijs. De subsidiëring op werkelijke accommodatielasten achteraf, komt hiermee te vervallen. Een post algemene reserve zal geen onderdeel uit maken van de kostprijs. Wel kunnen specifieke doelreserveringen en een risicoreserve onderdeel uitmaken van bepaalde kostencomponenten binnen het kostprijsmodel. Bij de uitwerking van het kostprijsmodel zal helderheid worden gegeven over de marges ten aanzien van het eigen vermogen. Aan de hand van de jaarrekeningen zal worden bekeken wat de werkelijke kosten per kindplaats in een desbetreffend jaar zijn geweest. Dit kan mogelijk leiden tot aanpassing van de normbedragen voor bepaalde kostenposten. 5

6 Voor de begrotingsbehandeling 2001 in oktober dit jaar zal ik u nader informeren over de verdere ontwikkeling van het kostprijsmodel. Dan moet ook duidelijkheid bestaan over de aantallen van de producteenheden kinderopvang voor de komende jaren. De voorzitter, Jetta Klijnsma 6

8 BIJLAGE 1 Ter informatie een vergelijking van de prijzen van de koepels met die van een aantal particuliere instellingen voor kinderopvang in Den Haag. Het is niet mogelijk om in dit kader het aantal openingsweken en openingsuren per dag met elkaar te vergelijken. Maar een globale beschouwing maakt aannemelijk dat de koepels een redelijke prijs vragen. In de bedrijfsopvang worden de volgende prijzen berekend: organisatie prijs dagopvang Teddy Bear f 22.000,-- De Duinkabouter f 22.020,-- SKON f 22.992,-- Humanitas f 22.000,-- 't Haventje f 19.704,-- Tinkelbel f 21.228.-- Knabbel en Babbel f 21.000,-- Calimero f 18.500,-- Kim en Sam f 15.600,-- Ollie Bollie f 22.185,-- Valentijn f 26.910,-- De Binckhorst f 21.532,-- Dak, Triodus, 2-Samen f 19.250,-- 8