November 2012 Zevende nieuwsbrief van het lectoraat Werken aan de opdracht Geachte relatie, In deze zevende nieuwsbrief van het lectoraat wil ik twee ervaringen met u delen. De eerste gaat over de resultaten van een opdracht die een aantal leerlingen van het Hoornbeeck College heeft gemaakt over achtergronden van moderne muziek. De tweede gaat over opvoedingsverlegenheid bij ouders. U zult lezen dat de twee ervaringen bij elkaar aansluiten. Tenslotte schrijf ik iets over de af te nemen enquête. Met vriendelijke groet, W. Fieret Ft@hoornbeeck.nl Je hebt het vaak helemaal niet in de gaten Deze zin was een conclusie van een leerling van het Hoornbeeck College naar aanleiding van de opdracht om de tekst van een Engelstalig en Nederlandstalig liedje van een populaire zanger(es) te bestuderen. Het ging vooral om de tekst, niet in de eerste plaats om de muziek. In de opdracht was ook het onderdeel opgenomen dat de leerlingen de uitgekozen teksten moesten vergelijken met wat de Bijbel zegt. Tenslotte moesten ze aangeven wat ze ervan geleerd hadden. Deze opdracht gaf ik in een eerste klas van het Hoornbeeck College. Jongeren tussen de 16 en 19 jaar. Ik was wel benieuwd naar het resultaat. Dat riep gemengde gevoelens op. Allen gaven aan dat ze er veel van geleerd hadden. Ik laat als illustratie een paar conclusies volgen: Ik vond het een leerzame opdracht. Ik wist niet dat sommige liedjes zo grof zijn. De naam van God wordt misbruikt en dat vind ik heel erg. Dit onderzoek heeft mij geleerd dat ik moet oppassen voor welke muziek ik luister. Dus eerst kijken wat de vertaling is voordat ik ga luisteren. Deze leerling schreef dit op naar aanleiding van de liedjes Papa van Stef Bos en van Paradise van de groep Coldplay. 1
Een ander groepje had een lied van Jan Smit, Leef nu het kan en van Lady Gaga, Pokerface bestudeerd. Een van de leerlingen schreef als conclusie: Nu besef je hoe verkeerd wereldse liedjes eigenlijk zijn en dat ze ingaan tegen de Tien Geboden. Een ander lid van het groepje omschreef haar leerervaring als volgt: Nu ga je beter nadenken voor je muziek gaat luisteren en eigenlijk is elk liedje wel inhoudsloos als je het goed beschouwt. Door dit onderzoek merk je ook wat voor verkeerde invloed artiesten op jongeren hebben. Een paar voorbeelden van bewustwording. Veel jongeren luisteren dagelijks muziek. Tijdens de lectoraatsgesprekken zei een van de jongens dat het eerste wat hij s morgens doet, is de radio aanzetten. Op weg naar school, in de bus, op de fiets, onafgebroken zijn de dopjes in de oren. Van de 31 leerlingen met wie ik interviews heb gehouden, vertelden er 20 dat ze variërend van twee uur per dag tot zoveel ik kan popmuziek beluisteren. Wat doet dat met hen? Het is wel zo, maar toch Er kwamen ook andere reacties. Op de vraag wat de conclusie betekent voor hun luistergedrag, zei een aantal leerlingen: Ja, dat van de Tien Geboden is wel zo, maar toch blijf ik luisteren. Het is zo mooi en iedereen doet het. Anderen zeiden: Ja, dat is wel zo, maar er is wel verschil tussen soorten popmuziek. Met die zin werd het doorgaan met het luisteren naar popmuziek gelegaliseerd. 2
Dit soort reacties komt tijdens gesprekken met jongeren vaak naar voren. Het woord eigenlijk past daar helemaal bij. Eigenlijk is het niet goed, maar toch De eigenlijk-zeggers zijn vaak schakelaars: ze schakelen tussen het Bijbelse waarden- en normenpatroon en dat van de seculiere wereld. Voorbeeldgedrag van (mede)opvoeders en persoonlijke gesprekken zijn twee belangrijke middelen om met deze jongeren om te gaan. Bewustwording De opdracht zoals hierboven beschreven leidt in ieder geval tot bewustwording. Dat is een belangrijke eerste stap. Is dit een vorm van begeleide confrontatie? Ik denk het niet. De scholen confronteren immers niet meer. Jongeren weten veel meer van de moderne cultuur dan hun docenten. Het is vaak net andersom: jongeren confronteren hun (mede)opvoeders. Veel opvoeders herkennen deze constatering. Dit betekent volgens mij in ieder geval twee dingen: 1. (Mede)opvoeders kunnen zich de luxe niet permitteren om te denken en te zeggen: De leefwereld van jongeren interesseert me niet. Ik wil me daar niet in verdiepen. Als je zo redeneert, is er een belangrijke verbindingslijn tussen jongeren en opvoeders doorgesneden. 2. Door (mede)opvoeders moeten uitingen van de jeugdcultuur aan de orde worden gesteld in toerustende zin. Een leerling zei: Laten we op school maar eens een boek lezen waarin het gaat over het moderne levensgevoel, dan kunnen we er in ieder geval nog over praten met onze docenten en met elkaar. Een mooie uitspraak waaruit behoefte spreekt aan begeleiding. Ze snappen ons niet Onlangs had ik samen met collega Van der Poel een gesprek met zes leerlingen van de locatie Hoevelaken van het Van Lodenstein College. Tijdens het gesprek kwam de invloed van ouders op hun vorming ter sprake. Het is bekend dat ouders een grote invloed hebben op hun kinderen. Dat zeiden deze leerlingen ook. Hun ouders staan op nummer 1. Ze kennen ons goed, ze houden van ons, je kunt er altijd bij terecht, er is niemand die ons al zo 3
lang kent als onze ouders. Mooie woorden die ouders zich ter harte mogen en moeten nemen. Ouders mogen hun invloed niet onderschatten. Toch kwam ook in dit gesprek naar voren dat ouders in dit opzicht concurrentie hebben te duchten van een andere invloedrijke groep, namelijk de vrienden. De jongeren gaven aan dat ze veel praten over allerlei zaken met hun leeftijdsgenoten. Dat is niets nieuws, het is ook van alle tijden. Wat wel opviel, was de motivatie van die jongeren. Op de vraag waarom vrienden veel invloed hebben op gedrag en meningsvorming, zeiden ze unaniem: Onze vrienden begrijpen wat we bedoelen. Onze ouders houden van ons, maar vaak snappen ze ons niet. En omdat hun ouders hen niet altijd snappen, gaan ze te rade bij vrienden. Dit voorbeeldje is illustratief voor wat veel ouders ervaren. Tijdens ontmoetingen met ouders komt regelmatig ter sprake dat ze het gevoel hebben aan de zijlijn te staan. De eigen wereld van jongeren is hecht, is ieder ogenblik van de dag (en van de nacht!) aanwezig door Facebook, sms, msn enz. In die wereld kom je als ouders zijnde niet zo maar binnen. Jongeren delen geweldig veel met elkaar waar ouders lang niet altijd weet van hebben. Dit maakt veel ouders onzeker. Opvoedingsonzekerheid is een verschijnsel dat velen herkennen. Het niet-snappen wordt ook veroorzaakt doordat ouders vaak andere waarden en normen hanteren dan jongeren. Een voorbeeld daarvan is bioscoopbezoek. Veel jongeren hebben daartegen geen bezwaar. Thuis worden er dvd s bekeken. Wat is het verschil? Ouders uit onze kring zijn veelal opgevoed met het idee dat de bioscoop hoort bij het domein van de wereld. Daar hoor je niet heen te gaan. Als jongeren dan hun argumenten noemen, stuit dat bij ouders vaak op onbegrip of in ieder geval gevoelens van onvrede: het is toch niet gepast. Toch, en dat valt iedere keer weer in gesprekken met jongeren op, nemen ouders de belangrijkste plaats in. Hun ouders betekenen veel voor hen. Ze zijn de significante anderen, mensen die betekenis en zin geven aan jongeren bij hun persoonlijkheidsvorming. Het is belangrijk dat ouders zich hiervan bewust zijn en dat ze zich niet naar de zijlijn laten dirigeren. Natuurlijk ga je als ouder anders met een kind van 4 om dan met een kind van 14. Dat ligt voor de hand. De vorming van een eigen identiteit gaat samen met de ontwikkeling naar zelfstandigheid, het leren om zelf beslissingen te nemen en keuzes te maken. Jongeren 4
hebben behoefte aan ruimte voor zichzelf. Als ouder ga je met wijsheid om met het enerzijds vasthouden en anderzijds loslaten. Gesprek met jongeren is ook in dit opzicht van groot belang. Weet hebben van de leefwereld van jongeren, wat heel iets anders is dan binnendringen in hun wereld, voorkomt dat de uitspraak Ze snappen ons niet leidt tot het gevoel dat de belangrijkste mensen voor kinderen aan de zijlijn komen te staan. Enquête In de vorige nieuwsbrief schreef ik iets over de vierde fase van het projectplan van het lectoraat. In deze fase wordt een schriftelijke enquête onder honderden jongeren van de reformatorische scholen voor voortgezet onderwijs en van het Hoornbeeck College uitgezet. Het is een webbased enquête geworden, die inzicht zal geven in de leefwereld van onze leerlingen. Tevens zal duidelijk worden hoeveel leerlingen verbinder, schakelaar of ontkoppelaar zijn. De enquête bestaat uit 51 vragen. Het was een hele klus om zo n vragenlijst goed op te stellen. Zijn de vragen niet te moeilijk, zijn ze niet op meer dan één manier te lezen, krijgen we met deze enquête antwoorden op onze vragen enz. Om die reden heeft een deskundige er goed en kritisch naar gekeken. Daar leer je van. Dat is ook het geval met de opmerkingen die leerlingen maakten tijdens een proefsessie. Hun opmerkingen kwamen de kwaliteit van de vragenlijst ten goede. We zijn erg benieuwd naar de resultaten van de enquête. We houden u op de hoogte! Om u een indruk te geven van de enquête, volgen hieronder ter illustratie drie vragen. In bijna alle speelfilms zitten wel onderdelen die niet kunnen volgens de Bijbel. Hoe ga je daarmee om? - als ik zie dat bijvoorbeeld mensen met geweld in elkaar geslagen worden of als er gevloekt wordt of als er seks te zien is, kijk ik niet verder - als er bijvoorbeeld gevloekt wordt of geweld gebruikt wordt of seks te zien is, voel ik van binnen wel dat het niet goed is, maar ik kijk toch maar verder - als er bijvoorbeeld gevloekt wordt of geweld gebruikt wordt of seks te zien is, is dat voor mij geen reden om niet meer te kijken - de enige reden waarom ik een film niet verder kijk, is omdat hij saai is - ik kijk nooit speelfilms Wat betekent de Bijbel voor jouw leven? - Het is het Boek waarmee ik in mijn hele leven rekening moet houden. Dat doe ik zoveel mogelijk - Het is het Boek waarmee ik eigenlijk in mijn hele leven rekening mee moet houden, maar ik doe dat niet zo veel - Het is een Boek waarmee ik geen rekening houd Zou je later ook nog naar dezelfde kerk gaan als nu? - ja, ik geloof zeker dat ik bij deze kerk zou blijven - misschien, het hangt er bijvoorbeeld van af bij welke kerk mijn vriend(in) hoort - nee, ik zou naar een andere kerk gaan - nee, ik zou helemaal niet meer naar de kerk gaan 5