POLITIËLE EN JUSTITIËLE STRAFRECHTELIJKE SAMENWERKING IN DE EUROPESE UNIE Welk evenwicht tussen vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid? JOHAN MEEUSEN GERT STRAETMANS (eds.) Dit boek kwam tôt stand met de steun van de Europese Gemeenschap (Actie Jean Monnet) intersentia Antwerpen - Oxford
INHOUD DE BURGER, DE UNIE EN HET EUROPEES AANHOUDINGSBEVEL: OP ZOEK NAAR HET JUISTE EVENWICHT TUSSEN VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHTVAARDIGHEID CHRISTINE JANSSENS 1 Inleiding 1 Hoofdstuk 1. Het kaderbesluit inzake het Europees aanhoudingsbevel en het paradigma van wederzijdse erkenning: revolutie of evolutie in Europees strafrecht? 4 A. Wederzijdse erkenning buiten de strafrechtelijke context 4 A.l. De origine: wederzijdse erkenning in de interne markt 4 A.2. Wederzijdse erkenning in burgerlijk en handelsrecht 5 B. Wederzijdse erkenning in justitièle samenwerking in strafzaken 7 B.l. De pionier in Europees strafrecht: de Raad van Europa 7 B.2. Justitiële samenwerking in strafzaken in de EU: enkele eerste bescheiden stappen 8 B.3. Justitiële samenwerking in de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht(vaardigheid): wederzijdse erkenning en het EAB 10 De juridisering van de overleveringsinstanties 11 Wederzijdse erkenning, met de nodige checks and balances... 13 a) Een tweesporenbeleid m.b.t. de dubbele incriminatievereiste 14 b) Weigeringsgronden 19 c) Een tijdelijke weigeringsgrond: de opschorting omwille van ernstige humanitaire redenen 23 d) Garanties 24 e) Minimumharmonisatie inzake procedurele waarborgen.. 25 Strakke deadlines en standaardformulieren 29 Hoofdstuk 2. De nationale rechter als spilfiguur bij de toepassing van het Europees aanhoudingsbevel 31 A. De inhoud van het EAB: duidelijkheid over de feiten, de identiteit van de betrokkene en zijn hoedanigheid van 'beschuldigde' 32
B. Lijstfeiten versus niet-lijstfeiten en de dubbele strafbaarheidstoets 39 C. De weigeringsgronden 42 Cl. De in het kaderbesluit vermelde weigeringsgronden 43 Non bis in idem 43 Extraterritorialiteit 44 Gezondheidsredenen 47 Verjaring 49 C.2. De niet (expliciet) in het kaderbesluit vermelde weigeringsgronden 49 Het onschuldverweer 49 Fundamentele rechten 50 a) Algemeen 50 b) De redelijke termijn 52 c) Risicoop folteringofonmenselijkebehandeling 55 d) Recht op een eerlijk procès 56 e) Recht op een privé- en familieleven 57 Niet uitleveren van eigen onderdanen (op basis van reciprociteit) 58 D. De garanties 59 D.l. Recht op een nieuw procès in geval van een verstekvonnis 59 D.2. De terugkeergarantie voor eigen onderdanen en ingezetenen... 62 Hoofdstuk 3. De derdepijlerrechtspraak van het Hof van Justitie: wederzijdse erkenning ten gunste van de veroordeelde en grondrechtenbescherming 64 A. De visie van het Hof van Justitie op het principe van wederzijdse erkenning in strafzaken 65 A. 1. Wederzijdse erkenning zonder de noodzaak van een voorafgaande harmonisatie 65 A.2. Een teleologische benadering, waarbij het Hof balanceert tussen vrijheid, veiligheid en recht(vaardigheid) 67 B. Het Europees Hof van Justitie en de nationale grondwettelijke hoven: verenigde krachten in de bescherming van grondrechten 69 B.l. De nationale grondwettelijke hoven en de bescherming van fundamentele rechten 69 B.2. Het Hof van Justitie en de bescherming van fundamentele 70 rechten C. Het Europees Hof van Justitie als motor voor het Europese integratieproces 71 Vin
Conclusie 72 A. Het EAB: revolutie of evolutie in de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht(vaardigheid)? 72 B. De nationale rechter balancerend tussen vrijheid, veiligheid en recht(vaardigheid) 74 C. Derdepijlerrechtspraak in het licht van het EAB 76 VIJFTIEN JAAR UNIESTRAFRECHT: VERWEZENLIJKINGEN EN PERSPECTIEVEN GERT VERMEULEN 79 Inleiding 79 Hoofdstuk 1. Harmonisatie 83 A. Actieradius van harmonisatie 84 A.l. Minima inzake strafbaarstellingen en sancties 84 A.2. Inzake georganiseerde criminaliteit, terrorisme en illégale drugshandel 85 A.3. Door middel van kaderbesluiten 86 B. Doelstellingen van harmonisatie 88 C. Potentiële meerwaarde van harmonisatie 92 Cl. Strafbaarstellingen 92 C.2. Straffen 94 Hoofdstuk 2. Wederzijdse erkenning 95 A. Wederzijdse erkenning en materieel strafrecht 99 A. 1. Eenzijdige interpretatie van de wederzijdse erkenning van misdrijven 99 A.2. Convergentie materieel strafrecht zonder meerwaarde voor wederzijdse erkenning 100 B. Wederzijdse erkenning en internationaal formeel strafrecht 101 C. Wederzijdse erkenning en nationaal formeel strafrecht 105 C. 1. Enkel minimumtoenadering voor bepaalde procedurele waarborgen? 105 C.2. Nood aan een bredere en meer specifieke inspanning 106 C3. Naar een werkelijke wederzijdse erkenning van procedurele waarborgen? 107 D. Besluit 108
DE ONTWIKKELING VAN DE POLITIËLE SAMENWERKING IN DE EUROPESE UNIE: VERWORVENHEDEN EN UITDAGINGEN CYRILLE FIJNAUT 109 Hoofdstuk 1. Algemene inleiding 109 Hoofdstuk 2. De ontwikkeling van de politiële samenwerking tussen de Benelux-landen, Duitsland en Frankrijk 111 A. De voorzetten in het kader van de Bénélux en NEBEDEAGPOL 111 B. De doorwerking in de Schengen Uitvoeringsovereenkomst 112 C. De uitwerking in de Verdragen van Senningen en Enschede 113 D. De voorlopige afronding in het Verdrag van Priïm 115 E. Een balans van de ontwikkelingen op regionaal niveau 116 Hoofdstuk 3. De ontwikkeling van de politiële samenwerking in de derde pijler van de Europese Unie 119 A. Van Maastricht via Amsterdam naar Tampere 120 A.l. Het bescheiden begin van Maastricht 120 A.2. De ruimere ambitie van Amsterdam 120 A.3. De (on)vervulde beloften van Tampere 121 Naar meer daadwerkelijke en systematische samenwerking tussen de lidstaten 122 De opbloei van de Europese Politie Akademie 123 De integratie van de derde pijler in de tweede pijler 124 De verdwijning van het onderscheid tussen politiële en justitiële samenwerking 126 B. Van Den Haag via Rome naar Brussel 127 B.l. De Haagse onderbouwing van de Verdragen van Senningen, Enschede en Prtim 127 B.2. De politiële samenwerking in het achterhaalde grondwettelijk Verdrag van Rome 128 B.3. De komende communautarisering van de politiële samenwerking volgens Brussel 130 C. De toekomst van Europol 132 D. Een balans van de ontwikkelingen op EU-niveau 135 Hoofdstuk 4. Algemeen besluit 138