HYGIENE PROTOCOL ter voorkoming van ziekten en plagen in FRAGARIAE Hoe houd ik het bedrijf schoon en hoe voorkom ik verspreiding van ziekten en plagen. Inleiding Dit Hygiëne Protocol geeft handvaten om goed om te gaan met de risico s van ziekteverspreiding van ziekten en plagen bij het gewas AARDBEI. De directe aanleiding voor dit protocol is het steeds groter wordende risico van Xanthomonas fragariae. Maar het protocol draagt natuurlijk ook bij aan het voorkomen van andere ziekten en plagen. Ook wanneer op uw bedrijf geen Xanthomonas is aangetoond kan de bacterie al wel aanwezig zijn. Daarom is het in alle gevallen belangrijk maatregelen te nemen. Evenzo moet op een besmet bedrijf nieuwe besmetting worden voorkomen door ook de in dit dokument genoemde maatregelen te nemen. We maken onderscheid tussen 2 typen maatregelen om besmettingen te voorkomen : 1. Noodzakelijke en verplichte voorwaarden waar ieder bedrijf aan moet voldoen 2. voldoen Om een erkend bedrijf te zijn/worden tav het Hygieneprotocol FRAGARIAE moet een totale score van minimaal 42 punten worden behaald! HYGIENE PROTOCOL Basis (B) hygiënevoorwaarden/preventieve maatregelen B1. Aandachtspunten teeltwisseling behaald aantal punten max. aantal punten max. extra aantal punten Gewasresten afvoeren naar een perceel waar meerdere jaren niet (meer) wordt geteeld. Reinigen opstanden, containers, bakken, goten, containerveld (grond en onkruiden). Aantoonbaar: plan van aanpak Bij vermeerdering van SE: voor de start aantoonbaar schoon starten (bv doek van luisvrije tunnel ontsmetten) "Afvalhoop" niet op erf: bron van besmetting (zie ook B7 Afvoer/opslag van restmateriaal) B2. Aandachtspunten uitgangsmateriaal Ontvangen planten van derden Wees zelf extra alert op (onbekende) ziekten en plagen. Zet deze partijen waar mogelijk apart, liefst in een aparte afdeling/perceel. Registratie van aangekocht materiaal ten behoeve van traceerbaarheid Nieuw plantmateriaal in aparte ruimte totdat alles gecontroleerd en vrijgegeven is. Met planten van buiten het certificeringsysteem loopt men meer risico s. Voor de regels rondom certificering verwijzen we naar het certificeringreglement Softfruit Elite Naktuinbouw. Moederplanten Nieuwe rassen en moederplantvermeerdering: Voor de regels rondom certificering verwijzen we naar het certificeringreglement Softfruit Elite Naktuinbouw Het is belangrijk te beseffen dat het betrekken van moederplanten van andere bedrijven een risico kan zijn. Advies: overleg met uw leverancier over de bekende bijzondererheden rondom betreffend partij 1 Risicobestrijding besmetting door CATT Geen SE en EE planten bij E- of CAC-planten in dezelfde CATT behandeling. Bij partijen van meerdere kwekers in een cel ook geen SE en EE planten bij E- of CAC-planten in dezelfde CATT behandeling. Aantoonbare afspraken met (gecertificeerde) CATT-behandelaar om risico's te voorkomen (plan van aanpak en/of risicoanalyse opgesteld door dienstverlener). Tijdens CATT behandeling van (moeder)planten vochtige lucht (water) constant ontsmetten. B. Aandachtspunten inrichting bedrijf Algemeen
Plan van aanpak met betrekking tot reiniging en/of ontsmetting Controleer omgeving, hou contact met buren etc. (belending etc.) De logistieke stromen van verwerken en productie dienen zoveel mogelijk te zijn gescheiden 2 Materialen en middelen Gebruik schoon fust, potten, trays, kisten Gebruik schoon groeimedium (onkruiden, ziekten) (RHP-potgrond) Gebruik schoon (giet)water. Extra aandacht voor recirculatiewater. Scheiding stromen vuil en schoon materiaal. Land/ veld keuze Spreid risico door gewassen te verdelen over meerdere percelen (verschillende partijen op verschillende percelen). advies: Minimaal jaar Xanthomonas vrij. advies: Bij een belendend perceel met teeltverbod; laat minimaal 2 meter buffer tussen teelt en besmet veld. advies: Gezonde geschiedenis van het perceel. 1 advies: Vermeerder maximaal 2 jaar op hetzelfde perceel, daarna pas na vijf jaar terugkomen. Voorkom zoveel mogelijk contact tussen velden. Indien werkzaamheden toch achtereenvolgens plaatsvinden, dan tussendoor materiaal, schoeisel en handen reinigen en ontsmetten. Vermeerder op geïsoleerde percelen die duidelijk gescheiden zijn van wachtbed- en vruchtproductievelden (richtlijn: Belendingseisen ELITE). Voor de regels rondom certificering verwijzen we naar het certificeringreglement Softfruit Elite Naktuinbouw. Let op hobby planten, braakliggend terrein Perceelskeuze: plant niet in omgeving waar infectiedruk hoog is. B4. Aandachtspunten teeltmaatregelen, teelthandelingen Algemeen Plan van aanpak aantoonbaar voor: Ontsmetting gereedschap, apparatuur, machines Controle tijdens teelt (kwaliteit, ziekten) Materiaal waarvan bekend is dat het opgezuiverd is apart telen en opslaan van verondersteld gezond materiaal Verspreiding door mensen Bezoek (en loonwerkers) op het veld Aantoonbare signalering op veld dat bezoekers zich dienen te melden bij de bedrijfsleiding vόόr het betreden van bedrijf/perceel. Bij bezoek op het veld worden (bedrijfs)eigen laarzen of schoenhoezen gebruikt. Schoeisel ontsmetten, bij voorkeur gladde zolen. Alleen velden bezoek met auto van het eigen bedrijf. Beperk bezoek aan tunnels, kassen en velden. Bezichtiging velden in auto. Voor het betreden van een perceel, handen ontsmetten Vermijd contact met gewas. Alleen toegang in spuitpaden. Spuit apparatuur en andere machines van loonwerkers goed schoon en ontsmet voorafgaand aan betreden van ieder perceel. Procedure herhalen bij betreden van ieder nieuw perceel Aantoonbaar plan van aanpak voor bezoekers. 10 Personeel (en keurmeesters) op het veld Bij bezoek op het veld worden (bedrijfs)eigen laarzen of schoenhoezen gebruikt. Schoeisel ontsmetten, bij voorkeur gladde zolen. Voor het betreden van een perceel, handen ontsmetten Bij tunnels is afgesloten box aanwezig met materiaal van bedrijf/perceel (water, ontsmettingsmiddel, handschoenen, over-laarzen, speciale overalls etc.) Alleen velden bezoek met eigen auto (bij voorkeur auto niet op het perceel). Eerst werkzaamheden in tunnels daarna de velden. Bij werkzaamheden in tunnel eerst overlaarzen en overall (uit veldbox) aan. Vermijd zoveel als mogelijk contact met gewas. Spuit apparatuur en andere machines van goed schoon en ontsmet voorafgaand aan betreden van ieder perceel.
Aantoonbaar plan van aanpak interne routing van mensen. Als mensen werken in de kas, dan niet in het veld en visa-versa. Als mensen werken in zowel productieteelt als in vermeerderingsteelt loop je grote risico s! Maatregelen Kas (SEE, SE1) voor Personeel (en keurmeesters) SCHEMA: Betreden van buiten naar sluis: Ø schoeisel ontsmetten ==========> In de sluis: alle materiaal in kastje (telefoon eventueel in plastic zakje) 1. schoeisel uit 2. handen wassen. bedrijfsschoeisel aan 4. bedrijfskleding aan. handschoenen aan aanvullende eisen op te stellen binnen eigen bedrijfs-policy =========> Betreden kas Overige maatregelen voor bezoek en personeel (en keurmeesters) Was handen met zeep voor aanvang werkzaamheden of bezoek aan werkruimten en percelen Trek bij elk perceel of werkruimte schone wegwerphandschoentjes aan of ontsmet handen. Verwissel regelmatig handschoentjes, minimaal 4x per dag (bij start, na pauzes en toiletbezoek). Zet bij elk perceel een afsluitbare ontsmettingsbak, met genoeg actief middel, waar iedereen die het perceel betreedt zijn schoeisel kan ontsmetten. Bij betreden percelen verplicht schoeisel ontsmetten of overlaarzen aantrekken. Na werkzaamheden en bezoek van percelen, wegwerphandschoentjes en overlaarzen binnenstebuiten weggooien of schoeisel ontsmetten en handen wassen en ontsmetten. Regenjassen na gebruik ontsmetten. Organiseer een logische werkvolgorde (beginnen met hoog gekwalificeerd materiaal). Bijvoorbeeld op maandag beginnen met tunnels en topvelden. Altijd als laatste in perceel met besmette of verdachte planten werken. Gebruik bij voorkeur schoeisel met gladde zool (makkelijker te reinigen en te ontsmetten). Voorkom zoveel mogelijk het contact met het gewas, als het gewas nat is. Verspreiding door machines, middelen en overig Gereedschap, machines en fust: Spuit voor het betreden van velden gereedschap, kisten en machines schoon EN ONTSMET alle gereedschappen en machines voor opnieuw gebruik (ook van loonwerkers). Machines zoveel mogelijk schoonmaken op het veld voor het verlaten van het veld. Spuit na de werkzaamheden op velden rooiers en maaiers schoon op bedrijf. Ontsmet ze na het reinigen. Ontsmetten bij voorkeur niet op spuitplaats. Gebruik éénmalig of ontsmet fust. Voorkom zoveel mogelijk het contact met het gewas, als het gewas nat is. Let op: indien gewasbeschermingsapparatuur, dan extra aanvullende eisen in nieuwe activiteitenbesluit opgenomen: Lozen afvalwater motorvoertuigen waarmee gewasbeschermingsmiddelen zijn toegepast Dieren: Voorkom dat dieren makkelijk op de velden kunnen komen (gaas als omheining) Verjaag vogels. Bestrijd muizen. Voor bovenstaande punten extra aandacht als andere teelt in de buurt is Beregening:
Beregen alleen als dit echt nodig is. Gebruik hoge sproeiers die boven de planten uitkomen of druppelslangen (Ttape). 1 Het dient zoveel mogelijk te worden voorkomen dat het gewas lang nat blijft. Na afloop teelt: Verzamel en verwijder harde plantdelen. Werk resterende zachte plantdelen zorgvuldig door de grond. B. Aandachtspunten omgaan met zieke planten, uitval, afval Verwijderen en afvoeren zieke planten Systeem van waarnemen/scouten (en inzichtelijk maken wat de resultaten zijn) Verantwoord afvoeren, afhankelijk van het probleem bijv. in dichte container of plastic zak. Ziek plantmateriaal nooit terugbrengen op de percelen die in aanmerking komen voor teelt van aardbei. Plan van aanpak bij calamiteiten moet aantoonbaar zijn! Ziek materiaal bij voorkeur verwijderen door doding plantmateriaal of frezen. Ziek materiaal bij voorkeur binnen werkdagen verwijderen/vernietigen Q-organismen: Ieder bedrijf dient te voldoen aan en op de hoogte te zijn van regelgeving opgesteld door de NVWA en/of keuringsdiensten te aanzien van de gezondheid van plantmateriaal. Ontsmetten/Reinigen Informeer altijd bij leveranciers welke ontsmettingsmiddelen en/of reinigingsmiddelen effectief/dodend zijn! B6. Aandachtspunten spoelen, opslag, kuilen, overwinteren en koelen Spoelen Bij voorkeur niet spoelen. Spoelwater regelmatig vervangen, zeker als bekend is dat materiaal ziek is. (Spoelen of natmaken niet met recirculatiewater) Maatregelen voor oogsten Kuubkisten worden schoongemaakt van plantenresten en ontsmet. Alle te gebruiken machines moeten voor betreden van perceel steeds opnieuw goed schoongemaakt zijn van plantenresten, schoongespoten en ontsmet zijn. Maatregelen tijdens oogsten Tijdens laden/ lossen van kisten mogen geen planten verloren worden of op de grond liggen. Voor laden van de kisten moeten de wagens schoon zijn van plantenresten. Alle te gebruiken (kuub)kisten moeten ontsmet zijn. Bij wisseling van perceel/ras/klasse, trekker en wagen schoonmaken en ontsmetten. Geen planten buiten kisten zwerven, wagens schoon houden tijdens oogsten. Start rooien op perceel bij hoogste klasse. Sorteren
Voor aanvang van nieuwe partij te sorteren planten met bestemming trays en/of wachtbed, moeten de tafels, messen en werkkisten volledig vrij van plantenresten te zijn. Mesjes en andere gereedschappen dienen ook ontsmet te zijn. Voor aanvang van een nieuwe partij mogen er tot klasse EE, mogen geen plantresten onder tafel liggen. Bij plantresten onder tafel (CAC, E) mogen deze niet in contact komen met mensen en materiaal tijdens sorteren. Alle planten worden gesorteerd met handschoenen, bij elke wisseling van partijnummer vernieuwen. SE-1 en SE-2 planten wordt goed gescheiden gesorteerd van de overige klassen Elite en CAC planten en/of gesorteerd op ander tijdstip. Planten worden gesorteerd met handschoenen, mouwbeschermers en schort. Plantenresten worden afgevoerd, naar een plek waar geen contact is met geteelde planten. Voor aanvang van nieuwe dag zijn alle tafels, messen en kisten schoongemaakt en ontsmet. Planten alleen verpakken in nieuwe zakken. Bij materiaal dat in de volgende generatie gebruikt wordt als vermeerderingsmateriaal alleen gebruikte kisten gebruiken als deze zijn ontsmet/gestoomd. Afvoer/opslag van restmateriaal Afvalhoop dient op erf te zijn afgedekt. Als losse hoop: belendingseis: 2 meter Afvoer naar (bij voorkeur 1) perceel waar geen planten (meer) worden geteelt Afvalhoop bij voorkeur in afsluitbare SILO. Bewaring Planten worden opgeslagen in koelcel, vrij van plantenresten. Tijdens het temperaturen van de planten word er voor iedere meting per perceelsnummer, de thermometer ontsmet. Gehuurde cellen voldoen aan de door het bedrijf gestelde eisen voor het bewaren van aardbeiplanten. 1 keer per jaar geheel schoon gemaakt en ontsmet. B7. Aandachtspunten afleveren partijen Gebruik schoon fust Planten worden afgeleverd in laadruimtes, vrij van plantresten. Klanten die planten komen halen, mogen geen oude planten mee terug nemen. Bij laden/ lossen mogen geen planten op de grond liggen, planten die op de vloer liggen worden weggegooid. Alle(kuubs) kisten worden (tegen uitdroging) afgedekt met nieuwe afdekzeiltjes, die worden na gebruik weggegooid. Niet hergebruiken. Vloer moet ontsmet worden bij wisseling van perceelsnummer/ ras. Bij meten van temperatuur word apparatuur ontsmet tussen elke perceelsnummer De laadruimte van de vrachtwagen moet vrij zijn van plantenresten. Er mogen geen planten buiten de verpakking hangen tijdens intern transport. In principe kunnen er geen planten verloren worden tijdens transport. Mocht dat wel gebeuren, dan worden deze planten weggegooid. Wagen-afdekzeil bij ieder nieuw partij reinigen en ontsmetten. Vrachtwagens worden waar mogelijk ontsmet. Ingeleverde kisten worden direct na ontvangst vernietigd of op apart verzamelpunt ontsmet. B8. Aandachtspunten tracking and tracing (documentatie) Aanwezigheid documenten bij inkoop Aanwezigheid documenten bij verkoop B9. Aanstellen hygiënefunctionaris (organisatie structuur, wie is verantwoordelijk)
Verantwoordelijke voor opstellen en naleven hygiënevoorwaarden. 10 Contactpersoon naar keuringsdienst en/of controlerende instantie(s). Opstellen en beheren van werkinstructies/protocollen; verantwoordelijke persoon daarvoor 10 Eventueel aanstellen van externe adviseur/begeleider/voorlichter die een deel 1 van de genoemde aandachtspunten voor zijn/haar rekening neemt. Aandachtspunt: kennis over risico s gewassen, herkomsten Inzicht in risico s m.b.t. gewassen die men teelt Aandachtspunt: kennis van medewerkers, controle en scouting (opleidingsplan) Instructie, training van medewerkers op terrein van gewasbescherming, hygiëne en het herkennen van ziekte en plagen algemeen en Q organisme. Extra aandachtspunt hierbij: buitenlandse werknemers Aanwezigheid van bepaalde naslagwerken met ziektebeelden, beschrijvingen etc. Aanstellen verantwoordelijke voor gewasbescherming, scouting (org.structuur) SOM VAN AANTAL PUNTEN: 0