Kwartaalrapport 31 maart 2013 Commentaar van de beheerder ALGEMEEN Dat de marktomstandigheden niet gemakkelijk zijn, is een understatement. Overheden en bedrijven blijven verder hun schulden omzetten naar langere looptijden, vaak langer dan 10 jaar, nog steeds tegen historisch lage rentevoeten. In die omstandigheden is een hoog rendement halen op het obligatieluik geen sinecure. Dankzij onze voorzichtige aanpak, geïllustreerd door het zeer kort houden van de gemiddelde obligatielooptijd (2,5 jaar) en het geselecteerd verhogen van het aandelenluik (agerond 15%) slaagden we er het agelopen kwartaal toch in om een mooi rendement van te behalen. Vermoedelijk zorgde de TINA-actor ( There is no alternative ) voor de nodige impulsen, want zo goed als alle aandelenmarkten hebben een goed kwartaal achter de rug. Door deze pre-lentehausse zijn sommige aandelen al wat aan de duurdere kant. Sommige sectoren zoals olie o auto s zijn echter achtergebleven, maar dat heet andere verklaringen, zoals bijvoorbeeld de met zware problemen kampende Europese automobielmarkt. Voor een gedragen en onderbouwde hausse op de aandelenmarkten, is het evenwel nodig dat de bedrijsresultaten stevig aantrekken. De recent gepubliceerde cijers biedt echter nog geen reden tot optimisme. De gemiddelde trend van bedrijsresultaten toonde een lichte verbetering in Noord-Amerika, een pril herstel her en der in Azië, maar een slabakkend Europa. In deze laatste regio zijn er nog geen tekenen van heropleving. Integendeel: de bedrijsleiders prediken voorzichtigheid, waarbij verdere herstructureringen dikwijls nog op het menu staan. Voor de multinationals zal het dus vooral ahangen o Noord-Amerika en Azië er in zullen slagen de schuchtere weg van herstel verder te vervolgen. P. 1/11
De grondstoenmarkt kende een minder positie verloop dan die van de aandelen. Enkel ijzererts toonde een sterk herstel. Na een dieptepunt van net onder de 100 dollar per ton gingen de prijzen weer in stijgende lijn. We zien nu al enkele weken koersen rond de 150 dollar, hetgeen historisch zels vrij hoog is. Dit heet natuurlijk te maken met het geloo in de Chinese relance. Ook al zouden de inrastructuurinvesteringen wellicht niet meer het zeer hoge niveau halen dat kenmerkend was voor de jaren voor 2008, toch blijt China een groeiland dat meer dan de helt van de wereldwijde productie consumeert. Koper, dikwijls de barometer van de economie genoemd, verliest de laatste weken steeds meer terrein. Enerzijds blijven er de verhalen over torenhoge voorraden in Londense en Chinese opslagplaatsen, anderzijds zijn er de indicaties dat op termijn de stijgende vraag niet zal kunnen worden beantwoord door de huidige productie. Deze laatste visie lijkt evenwel nog niet de bovenhand te halen, waardoor de aandelen van de meeste mijngroepen dan ook een stuk lager noteren dan enkele maanden geleden. Goud kende een zwakker kwartaal. Na een piek van net geen 1.700 dollar per ons ging het op enkele weken tijd lager, tot onder de 1.600 dollar. Ook de olieprijzen moesten zuidwaarts, maar dat kan weer worden verklaard door een dalende vraag als gevolg van de verder vertragende Europese economie. Bovendien gaat de Amerikaanse productie in stijgende lijn, mede door het succes van shale oil waardoor de Opec-landen, Saoedi-Arabië op de eerste plaats, zich genoodzaakt zagen om hun eigen productie terug te schroeven. Brent-prijzen van bijna 120 dollar per vat waren in de loop van het voorbije kwartaal dan ook eerder het gevolg van geopolitieke spanningen dan van een economisch onevenwicht tussen vraag en aanbod. Wellicht zal in de nabije toekomst een prijsvork van 100 tot 110 dollar per vat realistischer zijn. De olieprijs sloot het kwartaal net onder de 110 dollar per vat a. AANDELEN De meeste aandelenmarkten hebben een goed kwartaal achter de rug. De wereldwijde MSCI World-index liet ongeveer 7% winst optekenen. Enkel de beurs van Hong Kong viel met een paar procenten verlies uit de toon. De algemene Aziatische perormance werd vooral gedragen door Japan, waar de koerswinsten meer dan 20% bedroegen, uitgedrukt in yen, weliswaar. Niet zozeer de onderliggende bedrijsresultaten zorgden immers voor die stijging, wel politieke beslissingen om koma te maken met een jarenlang scenario van delatie en dure yen. Japan wil zijn munt goedkoper hebben om zo de export te stimuleren, hetgeen de bedrijsresultaten ten goede moet komen. De beleggers namen alvast een P. 2/11
voorschot en gingen op Japanse aandelenjacht. De koersen van Japanse aandelen stegen, de munt daalde verder in waarde. Ook in Europa stegen de aandelenkoersen tussen begin januari en eind maart. De lage rente overtuigde beleggers om richting aandelen te gaan. De kans dat de rentevoeten snel zullen stijgen, lijkt niet groot. De in schulden verdrinkende overheden hebben er alle belang bij om de kost van die schuld laag te houden, ook de bedrijven blijven hun schulden omzetten van korte looptijden naar (zeer) lange, tegen historisch lage rentes. In de Verenigde Staten zien we uitingen van iets meer dynamisme. Gevoed door licht toenemend consumentenvertrouwen, dalende werkloosheidsaanvragen en opnieuw licht groeiende activiteit in de bouwsector lirt de S&P 500-index met eerdere recordkoersen uit 2007. In het voorbije kwartaal hebben we onze aandelenpositie opnieuw geleidelijk wat uitgebouwd tot een gewicht van bijna 15%. Naast het verhogen van de meeste bestaande posities, zodat hun respectievelijk gewicht op ongeveer 1% per lijn blee, werden er twee nieuwe namen toegevoegd: het Japanse Bridgestone, de grootste bandenproducent ter wereld, en de Zwitserse uurwerkenmaker Swatch. OBLIGATIES Obligaties kenden wereldwijd een zeer wispelturig verloop, en Europa was hierop geen uitzondering. De geldmarkt strooide roet in het eten doordat de Europese banksector bij de start van het eerste kwartaal haar LTRO-verplichtingen bij de Europese Centrale Bank (ECB) partieel vroegtijdig aloste. Dit had tot gevolg dat 200 miljard euro zijn weg zocht in de markt, hetgeen aanleiding ga tot rente-opstoten over heel de rentecurve. De Cypriotische crisis kon deze beweging naar het einde van het kwartaal deels ombuigen. De gemiddelde overheidsbenchmarks in euro sloten in extremis toch nog met een positieve noot a. Dat zorgde voor volgende resultaten: 1-3 jaarse rente 0.40% 1-10 jaarse rente 0.57% 1-30 jaarse rente 0.41% Het obligatieluik van Crelan Fund EconoFuture tekende een positieve perormance op. Dit was het resultaat van consequent voorzichtig beleid inzake duratie, kredietrisico en valuta. P. 3/11
De rode draad blijt aldus het zekere voor het onzekere nemen en kapitaalbescherming als het hoogste goed beschouwen. De voornaamste investeringen van nieuwe gelden gebeuren hoodzakelijk in de euro-seer. Ook hier is minimalisatie van het renterisico troe. Er werd een aanzienlijk pakket geïnvesteerd in kredietwaardig kortlopend papier (commercial paper op 6 maanden) tegen een rendement van 0.82%. Verder investeerden we in obligaties met vlottende rente (3-6 maandelijks herzienbaar) met looptijden tussen 2014 en 2016. Bekende namen van emittenten hier waren Daimler, General Electric, GazProm, EIB, KFW, Slovakije en het Franstalige Gewest. In valuta werd er in KFW positie genomen in Braziliaanse real (BRL). Tenslotte werd er geopteerd om een vervalpost in Noorse kroon (NOK) door te rollen voor 1 jaar. Het resultaat van deze ingrepen is dat Crelan Fund EconoFuture momenteel een lage gemiddelde looptijd vertoont van ongeveer 2,5 jaar, vertaald in een duratie van 1,77. De hoge kwaliteit van het obligatiecompartiment wordt nog steeds vertaald in een rating AA-. De sectorverhouding staatsobligaties versus bedrijsobligaties bedraagt 53% tegenover 47% van het totale obligatieluik. P. 4/11
Prestatie in % Crelan Fund EconoFuture Evolutie Netto Inventariswaarde (NIW) Huidige NIW: 107,42 euro (28/03/2013) 110 108 106 104 102 100 98 96 94 Jaarlijks bruto rendement 1 2 van de laatste 5 kalenderjaren op jaarbasis 5,00% 4,50% 4,00% 3,50% 3,00% 2,50% 2,00% 1,50% 1,00% 0,50% 0,00% 1,20% 4,60% 2008 2009 2010 2011 2012 1 Rendement voor instapkosten en roerende voorheing 2 Cijers uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst P. 5/11
Allocatie beleggingsporteeuille Huidige: Obligaties Aandelen Cash 14,52% 7,63% 77,85% Historische: 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Obligaties Aandelen Cash P. 6/11
Allocatie beleggingsporteeuille per type obligatie Overheidsobligaties Bedrijsobligaties Bedrijsobligaties; 49,60% Overheidsobligatie s; 50,37% Allocatie beleggingsporteeuille per devies EUR USD NOK SEK BRL Andere Andere; 9,03% BRL; 4,13% SEK; 6,71% NOK; 6,95% USD; 7,93% EUR; 65,24% P. 7/11
Allocatie beleggingsporteeuille per sector 17,77% 24,96% Overheden Financiën Superationale Organisaties 8,09% Federale Staten, kantons, Provincies Petrolium Banken 7,62% Energie & Water bevoorrading Transport Pharma 21,43% 2,34% 2,43% 2,46% 6,71% 3,55% 2,63% Chemicaliën Andere TOP-10 posities # Naam %-porteeuille Type eect 1 UCB 2,20% Obligatie 2 Igretec 2,08% Obligatie 3 Belgium Kingdom 2,06% Obligatie 4 ENI spa 2,04% Obligatie 5 Volvo Treasury 2,03% Obligatie 6 Kred. Anst. Wiederaub 2,03% Obligatie 7 Com Francaise 2,02% Obligatie 8 Bird 1,94% Obligatie 9 Gaz Capital SA 1,71% Obligatie 10 Bird 1,67% Obligatie Totaal 19,77% P. 8/11
Technische iche ALGEMEEN ISIN Code Type deelbewijs Munt Minimum deelbewijs Type belegging Juridische vorm Beleggingsbeleid Beleggingshorizon BEHEER EN DISTRIBUTIE Beheersmaatschappij Distributeur Depositaris Onder depositaris Tussenpersoon belast met de inanciële dienstverlening in België Lancering compartiment BE6209692431 Kapitalisatie euro 1 deelbewijs Bevek naar Belgisch recht Naamloze vennootschap Crelan Fund EconoFuture heet als doelstelling om de beleggers een aantrekkelijke groei op lange termijn te bieden, gecombineerd met een gematigd risico (geen enkele ormele garantie wordt aan het compartiment o de beleggers toegewezen). Crelan Fund EconoFuture beoogt de doelstellingen te realiseren door hoodzakelijk te beleggen in een porteeuille van aandelen (min. 0% en max. 60% van de porteeuille) en in obligaties. Crelan Fund EconoFuture belegt niet in een speciieke geograische zone o in een speciieke economische sector 5 jaar Econowealth Crelan N.V. Sylvain Dupuislaan 251, 1070 Brussel Keytrade N.V. Keytrade Bank Vorstlaan 100, 1170 Brussel Crelan N.V. CACEIS Bank Luxembourg CACEIS Belgium S.A. 7 december 2010 Eerste NIW 13 december 2010 Consulteren NIW De NIW wordt gepubliceerd in de de Tijd en L Echo P. 9/11
Frequentie NIW FISCALITEIT Wekelijks Fiscaal regime Het compartiment EconoFuture wordt verondersteld om rechtstreeks o onrechtstreeks meer dan 25% van het vermogen te beleggen in waarden bedoeld in artikel 19bis van CIR92. Bijgevolg, in geval van wederinkoop van de kapitalisatie-aandelen door het gemeenschappelijke beleggingsorganisme, is de belegger onderworpen aan 25% roerende voorheing (behoudens wettelijke wijziging) KOSTEN Instapkosten Uitstapkosten 0,00% Beurstaks Kosten bij verandering van compartiment binnen dezelde bevek Kosten bij directe inschrijving Bij Crelan bedragen de instapkosten 2,00%. De maximale instapkost die toegestaan is volgens het prospectus, bedraagt 5,00% Zie tarielijst die beschikbaar is bij de inanciële dienstverlener en de distributeurs. Wederinkopen Omvormingen 0,00% RISICO- EN OPBRENGSTENPROFIEL Risico-klasse 100 euro (btw inbegrepen) kapitalisatie-aandelen: 1,00% met een maximum van 1.500 EUR. Kap. naar Kap./Dis.: 1,00% met een maximum van 1.500 EUR. Dis. naar Kap./Dis.: 0,00%. 4 Op een schaal van 1 (laagste risico) tot 7 (hoogste risico) Lager risico Hoger risico Risico- en opbrengstenproiel Mogelijk lager rendement Mogelijk hoger rendement 1 2 3 4 5 6 7 P. 10/11
Documentatie De Essentiële Beleggersinormatie, het prospectus en het laatste periodieke verslag is gratis beschikbaar bij Crelan N.V., Sylvain Dupuislaan 251, 1070 Brussel, in al de agentschappen, Keytrade Bank Vorstlaan 100, 1170 Brussel en de instelling die in België belast is met de inanciële dienstverlening, CACEIS Belgium, Havenlaan 86C bus 320, 1000 Brussel. Deze documenten zijn zowel beschikbaar in Nederlands als Frans. Crelan Fund EconoFuture is een compartiment van Crelan Fund, een beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal en meerdere compartimenten (BEVEK) opgericht krachtens de Belgische wetten van 20 juli 2004, op 27 september 2010. Nummer registratie 830.158.563. Bevek met meerdere compartimenten die gekozen heet voor beleggingen die beantwoorden aan de geldende richtlijn 85/611/CEE, wat betret zijn werking en zijn beleggingen, en aan de wet van 20 juli 2004 betreende bepaalde vormen van collectie beheer van beleggingsporteeuilles. Het mag niet gelijkgesteld worden met beleggingsadvies. Elk intekening kan enkel worden uitgevoerd op basis van het prospectus en de Essentiële Beleggersinormatie die gratis beschikbaar zijn bij de inanciële dienstverlening en de distributeurs. De beleggers worden eraan herinnerd dat de prestatie uit het verleden geen toekomstige winsten garandeert. Een belegging kan in waarde toenemen o anemen volgens de marktschommelingen en de wijziging van de wisselkoers, liquiditeitrisico s en politieke en sociale onzekerheden in de landen waarin het compartiment belegt, zodat eventueel het gevaar bestaat om het aanvankelijk belegde bedrag te verliezen. Alvorens een beleggingsbeslissing te nemen wordt elke belegger aangeraden na te gaan o deze belegging geschikt is, met name rekening houdend met zijn kennis van en zijn ervaring met inanciële aangelegenheden, met zijn beleggingsdoelstellingen en met zijn inanciële situatie. P. 11/11