MONITOR ALLOCHTONE OUDEREN IJSSELMONDE

Vergelijkbare documenten
10. Veel ouderen in de bijstand

2. De niet-westerse derde generatie

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten

Sterke toename alleenstaande moeders onder allochtonen

Demografie in Schildersbuurt-Oost

Inhoudsopgave hoofdstuk 2

Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer

JONGE MOEDERS IN ROTTERDAM. Stand van zaken 2008

Persbericht. Niet-westerse allochtonen tweemaal zo vaak een uitkering. Centraal Bureau voor de Statistiek

KRALINGEN-CROOSWIJK IN BEELD 2007

NOORD IN BEELD Martijn Epskamp. Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) April 2008

Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer

Demografische ontwikkeling Gemeente Wervershoof

Demografische ontwikkeling Gemeente Drechterland


Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn

Demografische ontwikkeling Gemeente Enkhuizen

10. Banen met subsidie

Personen met een uitkering naar huishoudsituatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn

Dienst Ruimtelijke Ordening Fact sheet Demografische ontwikkelingen: blijvende groei Amsterdamse bevolking

Demografische ontwikkeling Gemeente Enkhuizen

12. Vaak een uitkering

Demografische ontwikkeling Gemeente Koggenland

2. Groei allochtone bevolking fors minder

Demografische ontwikkeling Gemeente Stede Broec

Demografische levensloop van jongeren na het uit huis gaan

Factsheet Demografische ontwikkelingen

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs

FEIJENOORD IN BEELD 2006

Fact sheet. Concentraties van allochtone ouderen en jongeren,

Demografische ontwikkeling Gemeente Medemblik

Demografische ontwikkeling Gemeente Andijk

Afhankelijk van een uitkering in Nederland

Verhuizers onder in- en uitstroom WWB

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald

Huishoudensontwikkelingen bij allochtonen

Dienst Ruimtelijke Ordening Fact sheet Demografische ontwikkelingen in 2005: emigratie stopt groei Amsterdamse bevolking

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Bevolking groeit tot 17,5 miljoen in 2038

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Bijlage 1, bij 3i Wijkeconomie

Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO

Auteur: Gemeente Dronten Datum: 4 april 2017 Voor vragen: Feiten en cijfers 2016 Bevolking

Auteur: Onderzoek en statistiek gemeente Dronten Datum: 28 januari 2016 Voor vragen: Feiten en cijfers 2015 Bevolking

Allochtonen op de arbeidsmarkt

8. Werken en werkloos zijn

Auteur: Gemeente Dronten Datum: Februari 2018 Voor vragen: Feiten en cijfers 2017 Bevolking

Demografische ontwikkelingen in Curaçao in 2015

Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen

BEVOLKINGSPROGNOSE ROTTERDAM 2025

Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer Augustus 2014

CHINEZEN IN ROTTERDAM

Auteur: Gemeente Dronten Datum: Februari 2019 Voor vragen: Feiten en cijfers 2018 Bevolking

Bevolkingsprognose van Amersfoort Gemeente Amersfoort Marc van Acht en Ben van de Burgwal maart 2013


Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn Augustus 2014

Uit huis gaan van jongeren

Demografische ontwikkeling Gemeente Medemblik Augustus 2014

Demografische ontwikkeling Gemeente Koggenland Augustus 2014

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft

centrum voor onderzoek en statistiek

Demografische ontwikkeling Gemeente Enkhuizen Augustus 2014

Gemengd Amsterdam * in cijfers*

Demografische ontwikkeling Gemeente Drechterland Augustus 2014

HILLEGERSBERG-SCHIEBROEK IN BEELD 2007

Allochtonen, 2012 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Woningmarktanalyse Gooise Meren

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

Wonen zonder partner. Arie de Graaf en Suzanne Loozen

Nieuwe dadergroep vraagt aandacht

maatschappelijke afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie

FORUM Factsheet Jeugdwerkloosheid,

Rotterdamse Risicogroepen 2014 Een monitor van de maatschappelijke positie van Rotterdamse risicogroepen

Pensioenaanspraken in beeld

Samenvatting Aardrijkskunde H1 paragraaf 2 t/m 8

Bevolkingsprognose Purmerend

Migratiestromen en inkomensontwikkelingen in de provincie Groningen

Uitgevoerd in opdracht van de afdeling Beleid, dienst Sociale Zaken en Werk, gemeente Groningen

Jeugdwerkloosheid Amsterdam

Waar zijn allochtone werknemers in dienst?

Rotterdamse Risicogroepen 2013

Sociaal-economisch wijkprofiel: De Wierden en gebied 1354

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011

Misdrijven en opsporing

Loop van de bevolking

szw Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding

Achterblijvers in de bijstand

Gezinshereniging en gezinsvorming na immigratie

4. Kans op echtscheiding

fluchskrift Vergrijzing in Fryslân neemt toe Aantal senioren sterk gestegen Aantal 65-plussers in Fryslân, /2012

Kenmerken van wanbetalers zorgverzekeringswet

Bijstand in Amsterdam: weinig concentraties, relatief grote spreiding

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming

loop van de bevolking

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015

Regionale verschillen in de vruchtbaarheid van autochtonen en allochtonen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald

Prognose van de bevolking naar herkomst,

Partnerkeuze van allochtonen

Transcriptie:

MONITOR ALLOCHTONE OUDEREN IJSSELMONDE C.Ergun, M. van Rhee Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) 17-03-2005 In opdracht van deelgemeente IJsselmonde

Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) Auteur: C.Ergun, M. van Rhee Project: 05-2309 Prijs: 10.- Adres: Goudsesingel 78, 3011 KD Rotterdam Postbus 21323, 3001 AH Rotterdam Telefoon: (010) 489 95 00 Telefax: (010) 489 95 01 E-mail: info@cos.rotterdam.nl Website: www.cos.rotterdam.nl 2

INHOUD Samenvatting en conclusies 5 1 Inleiding 7 1.1 Onderzoeksvragen en opzet 7 1.2 Afbakening 8 1.3 Gehanteerde begrippen 9 2 De allochtone ouderen in IJsselmonde 11 2.1 De totale groep ouderen in IJsselmonde 11 2.2 Allochtone ouderen 11 2.2.1 Ontwikkeling van de groep 12 2.2.2 Bevolkingsontwikkeling 14 2.2.3 Migratie 15 2.2.4 Geografische spreiding 20 2.2.5 Geslacht en leeftijdsopbouw 22 2.3 Woonsituatie en huisvesting van allochtone ouderen 24 2.4 Bijstandsafhankelijkheid van allochtone ouderen 25 3 De allochtone jongere bewoners in IJsselmonde 27 3.1 De totale groep jongere bewoners in IJsselmonde 27 3.1.1 Geslacht en leeftijdsopbouw 27 3.2 Allochtone jongere bewoners 28 3.2.1 Ontwikkeling van de groep 29 3.2.2 Bevolkingontwikkeling 30 3.2.3 Migratie 32 3.2.4 Geografische spreiding 35 3.2.5 Geslacht en leeftijdsopbouw 36 3.3 Woonsituatie en huisvesting van allochtone jongere bewoners 38 3.4 Bijstandsafhankelijkheid van allochtone jongere bewoners 39 3

4

Samenvatting en conclusies Op 1 januari 2004 telde de bevolking in de deelgemeente IJsselmonde ongeveer 59.950 inwoners waarvan 17.750 personen ouder dan 54 jaar waren.ongeveer 30 procent van deze ouderen had een allochtone afkomst. Meer dan de helft van de allochtone ouderen was afkomstig uit de Overige Rijke landen. Ongeveer 15 procent kwam uit Suriname, tien procent uit de Overige Arme landen en zes procent uit de Antillen. De ouderen met een andere etnische afkomst (Turken, Marokkanen en Kaapverdianen) waren in IJsselmonde in relatief kleine aantallen te vinden. De helft van alle allochtone ouderen in IJsselmonde is jonger dan 65 jaar. Van de allochtone ouderen uit overige Rijke landen/ Noord-mediterranen is twee vijfde zelf niet geboren in het buitenland, maar (tenminste) een van de ouders. Van de allochtonen uit nietrijke landen is een veel kleiner deel zelf niet in het buitenland geboren. Zowel de omvang van de groep allochtone ouderen in IJsselmonde als hun aandeel in de totale groep ouderen nam in de periode 2000 tot 2004 toe. In dezelfde periode nam het percentage ouderen onder de allochtonen af doordat de omvang van de groep allochtone jongere bewoners sneller toenam. Het aantal allochtone ouderen stijgt voornamelijk doordat steeds meer inwoners uit de zittende bevolking van de deelgemeente de leeftijdsgrens van 55 jaar bereiken. Doordat de groep jongere bewoners vooral door een vestigingsoverschot groeit, dragen de migratiestromen van de allochtonen hier indirect aan bij. De bijdrage van het vestigingsoverschot van de allochtone ouderen zelf is echter beperkt. Vanwege de relatief jonge leeftijdsopbouw van de groep komt er weinig sterfte voor. De allochtone ouderen die zich in IJsselmonde vestigen komen voornamelijk uit een andere deelgemeente in Rotterdam. Als zij IJsselmonde verlaten, gaan zij vaker weer naar een andere locatie in Rotterdam om zich te vestigen. Meer dan de helft van de allochtone ouderen woont in de buurt Groot-IJsselmonde. In de afgelopen periode nam het aantal en aandeel van de allochtone ouderen in alle buurten toe. De toename was in Beverwaard opvallend, waarbij het aandeel allochtonen op 1 januari 2004 21 procent van ouderen bereikte. Bij de andere buurten lag hun aandeel tussen de 12 én 14 procent. Ongeveer eenderde van de ouderen woont alleen. Deze verhouding is min of meer hetzelfde voor de meeste etnische groeperingen. Slechts de groep ouderen uit Turkije/Marokko wijkt daar sterk van af met een aandeel alleenwonenden van slechts elf procent. Over het algemeen trouwen of wonen de ouderen samen met een partner die dezelfde etnische herkomst heeft. De ouderen uit Overige Rijke en Noord-mediterrane landen vormen hierop een uitzondering. Als die trouwen of samenwonen, hebben zij meestal een partner met een andere etnische herkomst Behalve van de ouderen uit de Overige Arme landen en Kaapverdië woonden van de allochtonen op 1 januari 2004 ongeveer een even groot aandeel in een koopwoning als van de autoch- 5

tonen. De allochtone ouderen wonen slechts in zeer kleine aantallen in de ouderenverzorgingsunits en verpleegtehuizen. Dit komt vooral doordat er erg weinig allochtonen zijn die ouder dan 75 jaar zijn. Op 1 januari 2004 was meer dan een kwart van de allochtone ouderen, tussen de 55 en 64 jaar, bijstandsafhankelijk. Van de allochtonen uit de niet-rijke landen was dat zelfs eenderde. De bijstandsafhankelijkheid onder 65-plussers uit de Rijke landen is lager dan onder de 55 tot en met 64-jarigen. Bij de 65-plussers uit de niet-rijke landen is de bijstandsafhankelijkheid nog iets hoger dan onder de 55 tot en met 64-jarigen. 6

1 Inleiding De deelgemeente IJsselmonde wordt gekenmerkt door een relatief laag percentage allochtonen, namelijk 36 procent versus 45 procent voor heel Rotterdam. Daarentegen is de toename van het aandeel van de allochtonen in IJsselmonde in de afgelopen vijf jaar de op één na grootste (na de deelgemeente Charlois) (respectievelijk zeven procentpunt en negen procentpunt). De samenstelling en de leeftijdsopbouw van de bevolking verandert dus snel. De deelgemeente IJsselmonde wil haar inwoners zo goed mogelijk kunnen bedienen. Daarvoor is het van belang om te weten wie dat zijn. Met name over de groep allochtone ouderen heeft de deelgemeente behoefte aan structurele informatie. In dit kader is het COS gevraagd om een monitor allochtone ouderen in IJsselmonde te ontwikkelen. Na overleg met de deelgemeente is besloten om daarbij uitsluitend gebruik te maken van informatie uit bestaande bronnen en geen aanvullend veldwerk te verrichten. In dit rapport wordt een verslag gemaakt van de resultaten van de ontwikkelde monitor. 1.1 Onderzoeksvragen en opzet De centrale onderzoeksvraag luidt: Hoe is de groep allochtone ouderen in IJsselmonde samengesteld? Hierbij is, naast demografische kenmerken zoals leeftijdsopbouw, geslacht en geografische spreiding binnen de deelgemeente, ook de dynamiek binnen de groep zelf van belang. Hoe snel groeit de groep ouderen? Waar komen deze ouderen vandaan? En als zij verhuizen waar gaan zij dan heen? De monitor omvat nog twee andere dimensies namelijk woonsituatie en als een indicatie van het inkomen de bijstandsafhankelijkheid. De subvragen die bij de onderzoeksvraag horen kunnen worden geformuleerd als: Hoe groot is de omvang van de groep? In welke buurten concentreren zij zich? Wat is hun land van herkomst? Waar kwamen zij vandaan (IJsselmonde, elders Rotterdam, elders Nederland, buitenland)? Waar zijn ze naartoe gegaan (overleden, elders Rotterdam, elders Nederland, Buitenland)? Wat is hun woonsituatie (huur/koop, alleen-/samenwonend)? Hoe groot is hun bijstandsafhankelijkheid? 7

1.2 Afbakening De monitor heeft betrekking op de gegevens vanaf 1 januari 2000 tot en met 1 januari 2004. Er wordt uitsluitend gebruik gemaakt van binnen het COS aanwezige bronnen: 1. Gemeentelijke basisadministratie stand gegevens 2. Gemeentelijke basisadministratie stroom gegevens 3. Woningen bevolking onderzoeksbestand 4. Uitkeringenbestand SoZaWe De geografische uitsplitsingen beperken zich tot CBS-buurt niveau: namelijk Oud-IJsselmonde, Groot-IJsselmonde, Lombardijen en Beverwaard. Wanneer de aantallen deze uitsplitsing niet toelaten, worden de resultaten op deelgemeenteniveau in kaart gebracht. Bij de presentatie van de resultaten zijn de onderscheiden etnische groepen: Surinamers Antillianen Kaapverdianen Turken Marokkanen Noord-mediterranen Inwoners afkomstig uit Overige Arme landen Inwoners afkomstig uit Overig Rijke landen autochtonen Vanwege de (nog) kleine omvang van (sommige) etnische groepen ouderen wordt ook gebruik gemaakt van een andere indeling: Surinamers/Antillianen Turken / Marokkanen Inwoners afkomstig uit Overige Arme landen / Kaapverdianen Inwoners afkomstig uit Overig Rijke landen / Noord-mediterranen autochtonen Het verslag bestaat uit twee delen. Het eerste deel is besteed aan de allochtone ouderen waarbij ook de informatie betreffende de autochtonen ter vergelijking is opgenomen. Het tweede deel geeft, daar waar relevant, dezelfde informatie over de jongere bewoners om het beeld compleet te maken. 8

1.3 Gehanteerde begrippen De ouderen bestaan uit de bewoners van de deelgemeente IJsselmonde, die ingeschreven staan bij de gemeente Rotterdam én per peildatum (1 januari) 55 jaar of ouder waren. De jongere bewoners bestaan uit de rest van de bevolking van de deelgemeente IJsselmonde per peildatum. De allochtonen zijn de personen die zelf en/of tenminste één van de ouders in het buitenland geboren zijn. De autochtonen zijn de in Nederland geboren personen waarvan beide ouders ook in Nederland zijn geboren. De nieuwkomers zijn de allochtonen waarvan de verblijfsduur in Nederland per peildatum korter dan twee jaar is. De alleen-wonenden zijn de personen die volgens de GBA op het desbetreffende adres de enige bewoner zijn. De bijstandsafhankelijkheid is het aandeel van de personen in de bevolking, die tot een huishouden behoren waaraan een periodieke ABW-, IOAW- of IOAZ-uitkering wordt verstrekt door de SoZaWe van de gemeente Rotterdam per peildatum (1 januari). Als de uitkering aan een inwonend kind wordt verstrekt, wordt alleen dat kind als bijstandsafhankelijk aangemerkt. De vestiging is het aantal op peildatum geregistreerd staande personen in IJsselmonde, die één jaar eerder niet geregistreerd stonden exclusief de geboren personen. Dit wil zeggen dat de personen die in één jaar na de eerste peildatum naar IJsselmonde verhuisd zijn én vervolgens vóór de volgende peildatum de deelgemeente weer verlaten hebben, niet worden meegeteld. Het vertrek is het aantal op peildatum geregistreerd staande personen in IJsselmonde, die één jaar later niet meer geregistreerd staan exclusief de overleden personen. Dit wil zeggen dat de personen die in één jaar na de eerste peildatum vanuit IJsselmonde verhuisd zijn én vervolgens vóór de volgende peildatum weer naar de deelgemeente zijn teruggekeerd, niet worden meegeteld. De mobiliteit is de omvang van vestiging én vertrek als het percentage van de gemiddelde bevolking in het betreffende jaar. Dit wil zeggen dat de verhuizingen binnen de deelgemeente geen deel uit maken van de mobiliteit. 9

10

2 De allochtone ouderen in IJsselmonde 2.1 De totale groep ouderen in IJsselmonde Op 1 januari 2004 telde de bevolking in de deelgemeente IJsselmonde ongeveer 59.950 inwoners waarvan 17.750 personen ouder dan 54 jaar waren. In vergelijking met de Rotterdamse bevolking heeft de bevolking van IJsselmonde een relatief oudere leeftijdsopbouw. Het aandeel ouderen in IJsselmonde was 30 procent op 1 januari 2004, terwijl het Rotterdamse gemiddelde op 24 procent lag. Ten opzichte van 1 januari 2000 is de bevolking in IJsselmonde slechts met twee promille gegroeid. Deze kleine toename was helemaal te danken aan de jongere bewoners, want de omvang van de groep ouderen is in dezelfde periode met drie en half procent afgenomen. In dezelfde periode is het aantal ouderen in Rotterdam met ruim één procent toegenomen. Figuur 1 Ontwikkeling van de bevolking in de deelgemeente IJsselmonde tussen 2000-2004 70.000 60.000 50.000 40.000 30.000 jonger dan 55 jaar 55 jaar en ouder 20.000 10.000 0 2000 2001 2002 2003 2004 2.2 Allochtone ouderen Het hierboven geschetste beeld betreffende de totale groep ouderen wordt in feite bepaald door de kenmerken van de autochtone ouderen. Op 1 januari 2004 was namelijk ongeveer 86 procent van de ouderen in IJsselmonde van autochtone afkomst. Het aantal allochtone ouderen bedroeg 2460 personen. De ouderen uit de Overige Rijke landen vormden op 1 januari 2004 en de jaren daarvoor de grootste groep onder de allochtone ouderen. De ouderen met een andere etnische afkomst in IJsselmonde waren en zijn nog steeds in relatief kleine aantallen te vinden. 11

Figuur 3 Etnische samenstelling van de groep ouderen in IJsselmonde 2000 2001 2002 2003 2004 Suriname 243 278 305 341 360 Nederlandse Antillen/Aruba 99 117 152 164 156 Kaapverdië 20 22 27 32 36 Turkije 48 57 66 70 78 Marokko 38 41 46 50 53 Noord-mediterraan 132 146 153 158 163 Overig rijk 1337 1329 1318 1347 1346 Overig arm 152 172 209 238 268 Totaal allochtonen 2069 2162 2276 2400 2460 Autochtoon 16321 15865 15758 15657 15276 Totaal 18390 18027 18034 18057 17736 Percentage allochtonen 11% 12% 13% 13% 14% Het aandeel tweede generatie onder de allochtonen ouderen in IJsselmonde is onder de groep Overig Rijk/Noordmediteraan vrij hoog maar onder de andere groepen erg laag. Tussen 2000 en 2004 is het percentage van de tweede generatie onder de allochtone ouderen van 30 procent naar 27 procent afgenomen. Deze afname is veroorzaakt vooral door de aanhoudende stroom van de eerste generatie ouderen uit de Overige Arme landen en Kaapverdië waardoor het aandeel van de tweede generatie in deze groep is gedaald. Figuur 4 Percentage tweede generatie onder de groep ouderen 2000 2001 2002 2003 2004 Suriname/Antillen 3% 3% 3% 3% 3% Turkije/Marokko 0% 0% 0% 0% 0% Overig arm/kaapverdië 16% 13% 14% 13% 13% Overig rijk/noord-mediterraan 39% 39% 40% 39% 40% Totaal 30% 28% 28% 27% 27% 2.2.1 Ontwikkeling van de groep Het aantal allochtone ouderen is tussen 2000 en 2004 in alle etnische groepen toegenomen. Mede doordat de aantallen klein zijn, zijn de groeipercentages per groep opvallend. De groei van het aantal ouderen uit de Overige Arme landen en Kaapverdië was procentueel de grootste. De omvang van de groep ouderen uit Suriname/Antillen en uit Turkije/Marokko is ongeveer even snel toegenomen. In grafiek 4 is te zien dat de in het begin van het hoofdstuk genoemde afname van het totaal aantal ouderen in de deelgemeente IJsselmonde tussen de jaren 2000 en 2004 in feite door de ontwikkeling van de groep autochtone ouderen werd veroorzaakt. 12

Figuur 5 Groeipercentage van de groep ouderen tussen 2000 en 2004 per etniciteit Suriname/Antillen Turkije/Marokko Overig arm/kaapverdie Overig rijk/noord Mediterraan Totaal allochtoon Autochtoon Totaal -20% -10% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Het aantal ouderen uit Turkije/Marokko is met 50 procent gegroeid ten opzichte van 1 januari 2000. Maar het aandeel ouderen in de Turkse en Marokkaanse gemeenschap is in dezelfde periode wel afgenomen. Blijkbaar was de groei van de jongere bewoners uit deze landen nog groter. Bij de andere allochtone groepen en de autochtonen is het aandeel van de ouderen gestegen. Dit wil zeggen dat voor deze groepen het aantal ouderen sneller is toegenomen dan het aantal jongere bewoners. 13

Figuur 6 Het percentage ouderen per etnische groepering in 2000 en 2004 Suriname/Antillen Turkije/Marokko Overig arm/kaapverdie Overig rijk/noord Mediterraan 2000 2004 Totaal allochtonen Autochtoon Totaal 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% 2.2.2 Bevolkingsontwikkeling In 2001 en 2002 was het aantal oudere vestigers ongeveer gelijk aan het aantal veretrekkers. Ook het aantal sterfgevallen was ongeveer even groot als de aanwas vanuit de groep jongeren (personen die 55 jaar zijn geworden). In 2000 was er zowel sprake van een vertrekoverschot als van een sterfte overschot. In 2004 was er enkele sprake van een vetrekoverschot. Figuur 7 Bevolkingsontwikkeling van de totale groep ouderen 2000 2001 2002 2003 2004 omvang per 1 januari 18390 18027 18034 18057 17736 vestiging 497 485 550 381 - nieuwe ouderen uit de zittende bevolking 491 840 766 714 - vertrek 579 481 525 691 - sterfte 772 837 768 725 - saldo -363 7 23-321 - 14

Omdat de stroomcijfers per allochtone groepering én jaar te klein zijn worden zij hieronder niet per jaar weergegeven. In plaats daarvan worden deze cijfers getotaliseerd voor de hele periode en dan per groep gepresenteerd. De totale groep allochtone ouderen is vooral gegroeid doordat er meer allochtone bewoners een leeftijd 55 jaar hebben bereikt dan dat er allochtone ouderen zijn overleden. Alhoewel het nog altijd positief was, was het vestigingsoverschot voor de groei van de allochtone ouderen van secundair belang. Bij de autochtonen was er sprake van een vertrekoverschot, zij verlieten de deelgemeente. Daarnaast was het aantal overledenen ook aanzienlijk hoger vanwege de relatief oudere leeftijdsopbouw van deze groep. Figuur 8 Bevolkingsontwikkeling over de periode 2000-2004 per etniciteit Suriname/ Turkije/ Overig arm/ Overig rijk/ Totaal Autoch- Totaal Antillen Marokko Kaapverdië Noord allochtoon toon Mediterraan begin bevolking (2000) 342 86 172 1469 2069 16321 18390 vestiging 181 31 94 181 487 1426 1913 nieuwe ouderen uit de 162 37 109 247 555 2255 2810 zittende bevolking vertrek 128 20 58 173 379 1897 2276 sterfte 42 3 13 215 273 2829 3102 saldo 173 45 132 40 390-1045 -655 Eindbevolking (2004) 515 131 304 1509 2459 15276 17735 2.2.3 Migratie De deelgemeente IJsselmonde trekt vaker Rotterdammers vanuit de andere deelgemeenten aan dan nieuwe bewoners vanuit een andere gemeente elders in het land. Dit beeld geldt ook voor de ouderen. Het merendeel van de groep die zich de afgelopen vier jaar in de deelgemeente hebben gevestigd kwam uit een andere deelgemeente in Rotterdam. Daarnaast was de omvang van de vestiging uit het binnenland ook redelijk groot. De vertrekkende ouderen hebben daarentegen een lichte voorkeur juist voor een andere gemeente in het land boven een andere locatie in de stad. 15

De buitenlandse migratie speelt geen belangrijke rol voor de groei van de groep ouderen in IJsselmonde. Het is wel opvallend dat er sprake was van een buitenlands vertrekoverschot voor het eerst in 2003. Dit komt helemaal overeen met de landelijke ontwikkelingen en voorspellingen. Of dit verschijnsel in de komende jaren ook voor de ouderen in IJsselmonde zich zal voortzetten of versterken, is nog de vraag. Figuur 9 Herkomst (bestemming) van de naar (uit) IJsselmonde verhuisde ouderen 2000 2001 2002 2003 vestiging binnenland 138 110 180 109 buitenland 28 30 27 14 Rotterdam 319 335 334 241 onbekend 12 10 9 17 Totaal 497 485 550 381 vertrek binnenland 318 257 261 349 buitenland 11 10 14 32 Rotterdam 236 197 234 273 onbekend 14 17 16 37 Totaal 579 481 525 691 saldo binnenland -180-147 -81-240 buitenland 17 20 13-18 Rotterdam 83 138 100-32 onbekend -2-7 -7-20 Totaal -82 4 25-310 Alhoewel de aantallen klein zijn, is wel te zien dat het migratiegedrag van de allochtone ouderen niet echt veel afwijkt van dat van de autochtone. Een duidelijk verschil is echter dat de vertrekkende allochtone ouderen, anders dan de autochtone, juist vaker voor een andere locatie in Rotterdam kiezen dan voor een andere gemeente in het land. Door de kleine aantallen kunnen we ook nog niet zien of de opgangkomende suburbanisatie van de allochtonen op stedelijk niveau ook onder de oudere allochtonen in IJsselmonde leeft. 16

Er zijn relatief veel ouderen die zich rechtstreeks vanuit Suriname/Antillen en Overig Arme landen/kaapverdië hebben gevestigd. Figuur 10 Herkomst (bestemming) van de naar (uit) IJsselmonde verhuisde ouderen per etniciteit gedurende periode 2000-2003 Suriname/ Antillen vestiging Turkije/ Marokko Overig rijk/ Overig arm/ Noord Totaal Autochtoon Kaapverdië Mediterraan allochtoon Totaal binnenland 37 2 21 57 117 420 537 buitenland 46 3 24 8 81 18 99 Rotterdam 83 24 45 112 264 965 1229 onbekend 15 2 4 4 25 23 48 Totaal 181 31 94 181 487 1426 1913 vertrek binnenland 24 4 20 73 121 1064 1185 buitenland 31 1 4 15 51 16 67 Rotterdam 58 13 30 72 173 767 940 onbekend 15 2 4 13 34 50 84 Totaal 128 20 58 173 379 1897 2276 saldo binnenland 13-2 1-16 -4-644 -648 buitenland 15 2 20-7 30 2 32 Rotterdam 25 11 15 40 91 198 289 onbekend 0 0 0-9 -9-27 -36 Totaal 53 11 36 8 108-471 -363 Als de absolute aantallen vestigers en vertrekkers aan de gemiddelde bevolking worden gerelateerd verschaffen zij meer inzicht over de mobiliteit van de bevolkingsgroepen. In figuur 11 is te zien dat het totaal aantal allochtone vestigers en vertrekkers in 2000 tien procent van de gemiddelde allochtone bevolking van dat jaar bedroeg. De mobiliteit bij de allochtonen was dus twee keer zo hoog als die bij de autochtonen. Aan het eind van de periode is de mobiliteit bij de allochtonen teruggelopen naar negen procent. Bij de autochtonen is dat niet veranderd waardoor de mobiliteit bij de allochtonen nog steeds aanzienlijk hoger was in 2003. 17

Figuur 11 Mobiliteit bij de ouderen per etniciteit tussen 2000-2003 2000 2001 2002 2003 Suriname/Antillen 20% 19% 16% 14% Turkije/Marokko 13% 7% 9% 17% Overig arm/kaapverdië 17% 19% 18% 12% Overig rijk/noord-mediterraan 6% 6% 6% 6% Totaal allochtonen 10% 10% 9% 9% Autochtoon 5% 5% 5% 5% Totaal 6% 5% 6% 6% Mede door de beperkte vestiging van de allochtone ouderen in IJsselmonde rechtstreeks uit het buitenland was het aandeel van de nieuwkomers (allochtonen die korter dan twee jaar in Nederland wonen) in de groep allochtone ouderen altijd laag. Figuur 12 Verblijfsduur in Nederland op 1 januari 2004 per etniciteit korter dan 2 jaar 2-4 jaar 4 jaar en langer Totaal Suriname/Antillen 3% 7% 90% 100% Turkije/Marokko 2% 2% 96% 100% Overig arm/kaapverdië 5% 5% 90% 100% Overig rijk/noord-mediterraan 1% 1% 99% 100% Totaal 2% 2% 96% 100% Tot hier hebben we, wat migratie betreft, alleen de grensoverschrijdende migratie bekeken. De verhuizingen binnen IJsselmonde spelen namelijk geen rol bij de groei van de groep in de deelgemeente. Bovendien worden de aantallen nog kleiner als de verhuizingen meer gedifferentieerd worden zoals tussen en binnen de buurten in IJsselmonde. Desondanks geven deze verhuisbewegingen toch aan hoe dynamisch (of statisch) de groep is. Om deze informatielacune gedeeltelijk op te vangen, maken wij hieronder gebruik van de verblijfsduur van de inwoners op hun huidige adres. De verblijfsduur op het adres van de ouderen uit de Overige Rijke en Noord-mediterrane landen lijkt op die van de autochtone. Deze ouderen wonen langer op hetzelfde adres in de deelgemeente IJsselmonde in vergelijking met de andere allochtone groepen. 18

Figuur 13 Percentage ouderen met een verblijfsduur korter dan twee jaar op het adres 2000 2001 2002 2003 2004 Suriname/Antillen 25% 28% 27% 25% 20% Turkije/Marokko 24% 21% 19% 12% 20% Overig arm/kaapverdië 19% 24% 24% 26% 21% Overig rijk/noord-mediterraan 12% 12% 12% 12% 12% Totaal allochtoon 15% 16% 17% 16% 15% Autochtoon 11% 12% 11% 11% 10% Totaal 12% 12% 11% 11% 11% 19

2.2.4 Geografische spreiding Geografisch gezien, resulteerden bovengeschetste demografische ontwikkelingen er in dat de omvang en de samenstelling van de groep ouderen per buurt in de deelgemeente IJsselmonde verschillend is ontwikkeld. Tussen de jaren 2000 en 2004 is het aantal ouderen in de buurten Groot-IJsselmonde en Lombardijen afgenomen en in Oud-IJsselmonde en Beverwaard toegenomen. Ondanks de afname bevond meer dan de helft van de ouderen zich op 1 januari 2004 in Groot-IJsselmonde. Figuur 15 Ontwikkeling van de groep ouderen per buurt 20.000 18.000 16.000 14.000 12.000 10.000 8.000 6.000 4.000 2.000 0 2000 2001 2002 2003 2004 Oud-IJsselmonde Beverwaard Lombardijen Groot-IJsselmonde 20

Per etniciteit bezien woonde het merendeel van de allochtone ouderen ook in Groot- IJsselmonde. Beverwaard heeft het hoogste percentage van allochtonen onder de ouderen. Hun aandeel was op 1 januari 2004 in de groep ouderen ongeveer 21 procent. In de andere buurten lag dit percentage tussen de 12 en 14 procent. Zowel het aantal allochtonen als hun aandeel in de groep ouderen is in alle buurten toegenomen in de periode 2000 tot 2004. Maar de toename was vooral in Oud-IJsselmonde en Beverwaard hoog; respectievelijk 48 en 46 procent. In Lombardijen is de groep met 17 procent gegroeid en in Groot-IJsselmonde met elf procent. Figuur 16 Etnische samenstelling van de groep ouderen per buurt 2000 2001 2002 2003 2004 Oud-IJsselmonde allochtoon 98 103 109 128 145 autochtoon 757 762 799 883 922 Totaal 855 865 908 1011 1067 % allochtonen 11% 12% 12% 13% 14% Lombardijen allochtoon 570 583 609 649 665 autochtoon 4353 4203 4171 4069 3940 Totaal 4923 4786 4780 4718 4605 % allochtonen 12% 12% 13% 14% 14% Groot-IJsselmonde allochtoon 1140 1176 1240 1281 1268 autochtoon 9942 9634 9461 9309 8973 Totaal 11082 10810 10701 10590 10241 % allochtonen 10% 11% 12% 12% 12% Beverwaard allochtoon 261 300 318 342 382 autochtoon 1269 1266 1327 1396 1441 Totaal 1530 1566 1645 1738 1823 % allochtonen 17% 19% 19% 20% 21% Totaal 18390 18027 18034 18057 17736 Bron:GBA/COS % allochtonen 11% 12% 13% 13% 14% 21

2.2.5 Geslacht en leeftijdsopbouw Over het algemeen ligt het percentage vrouwen duidelijk hoger bij de autochtone ouderen in vergelijking met de allochtone. Het verschil is echter met de Turkse en Marokkaanse ouderen opvallend. Bij deze groepen vormen juist mannen de meerderheid; het percentage vrouwen is gemiddeld slechts 40 procent. Figuur 17 Het percentage vrouwen onder de ouderen per etniciteit 2000 2001 2002 2003 2004 Suriname/Antillen 61% 58% 56% 56% 57% Turkije/Marokko 40% 40% 38% 40% 41% Overig arm/kaapverdië 56% 56% 56% 57% 60% Overig rijk/noord-mediterraan 56% 55% 55% 55% 55% Totaal allochtonen 56% 55% 55% 55% 55% Autochtoon 59% 59% 59% 59% 59% Totaal 59% 59% 59% 58% 58% De allochtone ouderen hebben duidelijk een jongere leeftijdsopbouw in vergelijking met de autochtone. Op 1 januari 2004 had ongeveer 50 procent van de allochtone ouderen nog niet de pensioensgerechtigde leeftijd bereikt. Van de autochtone ouderen was daarentegen meer dan de helft 70 jaar of ouder. Figuur 18 Leeftijdsopbouw van de allochtone en autochtone ouderen per 1 januari 2004 35% 30% 25% 20% 15% allochtoon autochtoon 10% 5% 0% 55-59 jaar 60-64 jaar 65-69 jaar 70-74 jaar 75-79 jaar 80 jaar en ouder 22

In zowel 2000 en als 2004 is de omvang van de groep allochtone ouderen in de hogere leeftijdscategorieën aanzienlijk klein. Figuur 19 Leeftijdsopbouw van de ouderen per 1 januari 2000 en 1 januari 2004 90 en ouder 85-99 jaar 80-84 jaar 75-79 jaar 70-74 jaar autochtoon allochtoon 65-69 jaar 60-64 jaar 55-59 jaar 4.000 3.000 2.000 1.000 0 1.000 2.000 3.000 4.000 2000 2004 23

2.3 Woonsituatie en huisvesting van allochtone ouderen Ongeveer eenderde van de ouderen woont alleen. Deze verhouding geldt voor de meeste etnische groeperingen. Slechts de groep ouderen uit Turkije/Marokko wijkt daarvan sterk af. Meer dan de helft van de ouderen is getrouwd of woont samen met een partner. Van de Turkse en Marokkaanse ouderen is zelfs tweederde getrouwd. Onder de Surinaamse en Antilliaanse ouderen komt deze woonsituatie relatief minder voor. Over het algemeen hebben (echt)paren dezelfde etniciteit. De ouderen uit Overige Rijke en Noord-mediterrane landen vormen hierop een uitzondering. Als die getrouwd zijn of samenwonen, dan hebben zij meestal een partner met een andere etnische herkomst. In iets mindere mate komt deze woonsituatie ook onder de ouderen uit de Overige Arme landen en Kaapverdië voor. Het aantal Turkse en Marokkaanse ouderen met een partner uit een andere etnische groep is zeer beperkt. Figuur 20 Woonsituatie van ouderen per 1 januari 2004 Suriname/ Antillen Turkije/ Marokko Overig arm/ Kaapverdië Overig rijk/ Noord- Totaal mediter- raan allochtoon Autochtoon Totaal alleen wonende 33,5% 11,5% 28,6% 35,1% 32,7% 35,6% 35,2% (echt)paar met dezelfde herkomst 26,4% 64,1% 24,3% 12,8% 19,8% 50,1% 45,9% (echt)paar met versch. herkomst 8,5% 2,3% 19,4% 38,7% 28,0% 4,2% 7,5% hoofd met kind 0,6% 0,0% 0,7% 0,5% 0,5% 0,1% 0,1% inwonenden 30,8% 22,1% 26,6% 12,9% 18,8% 9,8% 11,1% inwonende kinderen 0,2% 0,0% 0,3% 0,1% 0,1% 0,2% 0,2% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Behalve de oudere inwoners uit de Overige Arme landen en Kaapverdië woonden de allochtone ouderen op 1 januari 2004 ongeveer even vaak in een koopwoning als de autochtone. Met de uitzondering van de groep Overig Rijk/Noord-mediterraan bevonden de allochtonen zich vaker in een sociale of particuliere huurwoning dan de autochtonen. Deze verhouding kwam tot stand doordat de allochtone ouderen slechts in zeer kleine aantallen in de ouderenverzorgingsunits en verpleegtehuizen te vinden zijn. Gezien de relatieve jonge leeftijdsstructuur van deze groepen is dit geen verrassing. Daardoor is het nog te vroeg om uitspraken te doen in hoeverre de culturele verschillen hierbij ook een rol spelen. 24

Figuur 21 Huisvesting van ouderen per 1 januari 2004 Suriname/ Turkije/ Overig arm/ Overig rijk/ Totaal Autochtoon Totaal Antillen Marokko Kaapverdië Noordmediterraatoon alloch- Sociale huurwoning 77,1% 74,0% 76,0% 63,8% 68,7% 64,0% 64,6% Particuliere huurwoning 4,7% 6,1% 7,9% 11,1% 9,1% 12,3% 11,9% Koopwoning 15,9% 17,6% 13,8% 19,7% 18,0% 17,5% 17,5% Ouderenverzorgingsunit 1,4% 0,0% 0,7% 1,9% 1,5% 2,7% 2,6% Verpleegtehuis 0,6% 0,8% 1,6% 2,6% 2,0% 2,1% 2,1% Tehuis 0,0% 0,0% 0,0% 0,3% 0,2% 0,8% 0,7% overige 0,4% 1,5% 0,0% 0,5% 0,4% 0,3% 0,3% onbekend 0,0% 0,0% 0,0% 0,2% 0,1% 0,2% 0,2% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 2.4 Bijstandsafhankelijkheid van allochtone ouderen Om iets te kunnen zeggen over de inkomenssituatie van de allochtone ouderen in IJsselmonde kijken we naar de bijstandsafhankelijkheid. Personen die 65 jaar of ouder zijn en (bijna) hun hele leven in Nederland hebben gewoond ontvangen een volledige AOW-uitkering. Daardoor kunnen ze geen bijstandsuitkering meer ontvangen. Om een goede vergelijking te kunnen maken tussen allochtone en autochtone ouderen kijken we in eerste instantie alleen naar de groep 55 tot en met 64-jarigen. Niemand van deze groep ontvangt AOW. Van de allochtonen 55 tot en met 64-jarigen is ruim een kwart afhankelijk van een bijstandsuitkering. Van de autochtonen in deze leeftijdsgroep is dat de helft minder. De bijstandsafhankelijkheid van de allochtonen uit niet rijke landen is zelfs eenderde afhankelijk van een bijstandsuitkering. 25

Figuur 22 Percentage van bijstandsafhankelijke ouderen tussen 55 tot 64 jaar per etniciteit 2000 2001 2002 2003 2004 Suriname/Antillen 38% 42% 40% 36% 33% Turkije/Marokko 42% 33% 31% 35% 39% Overig arm/kaapverdië 36% 38% 31% 36% 35% Overig rijk/noord-mediterraan 18% 19% 18% 16% 15% Totaal allochtoon 26% 28% 27% 26% 26% Autochtoon 12% 12% 12% 12% 11% Totaal 14% 15% 15% 15% 14% Bron: GBA/SoZaWe/COS Over personen ouder dan 65 jaar, die korter dan 40 jaar (voor hun 65 e ) in Nederland wonen kunnen we op basis van de bijstandsafhankelijkheid iets zeggen over hun inkomenspositie. Daaruit blijkt dat de helft van de Surinamers/Antillianen afhankelijk is van een bijstandsuitkering. Figuur 23 Percentage van bijstandsafhankelijke 65-plussers 2000 2001 2002 2003 2004 Suriname/Antillen 46% 53% 46% 52% 49% Turkije/Marokko 38% 40% 33% 31% 34% Overig arm/kaapverdië 16% 26% 23% 27% 37% Overig rijk/noord-mediterraan 3% 4% 5% 5% 7% Totaal allochtoon 13% 17% 16% 19% 20% Autochtoon 4% 4% 4% 4% 5% Totaal 9% 11% 11% 13% 15% Bron: GBA/SoZaWe/COS 26

3 De allochtone jongere bewoners in IJsselmonde In dit deel van het verslag wordt dezelfde informatie als in het eerste deel (in dezelfde volgorde) weergegeven, teneinde een vergelijking mogelijk te maken. 3.1 De totale groep jongere bewoners in IJsselmonde Op 1 januari 2004 waren er 42.194 bewoners in de deelgemeente IJsselmonde, die toen jonger dan 55 jaar waren. Dit komt overeen met 70 procent van de inwoners. Daarmee blijkt IJsselmonde een van de deelgemeentes te zijn met een relatief oudere leeftijdsopbouw van de inwoners. In Rotterdam was, namelijk, meer dan driekwart van de bevolking jonger dan 55 jaar. De omvang van de groep jongere bewoners is met 1,8 procent gegroeid ten opzichte van 1 januari 2000. De groei was iets groter dan het Rotterdamse gemiddelde; namelijk 1,1 procent. 3.1.1 Geslacht en leeftijdsopbouw Zoals verwacht, is de groep jongere bewoners, wat betreft het geslacht, evenredig verdeeld. De jongere bewoners zijn geconcentreerd in de relatief hogere leeftijdsgroepen vanaf 30 tot en met 49 jaar. Ruim acht procent van de huidige jongere bewoners is nu 50-54 jaar oud en zal binnen vijf jaar onder de groep ouderen vallen. Daarna zal elk jaar een groter aantal bewoners uit de huidige bevolking de leeftijd van 55 jaar bereiken. Figuur 25 Leeftijdsverdeling van de jongere bewoners op 1 januari 2004 leeftijd aantal % 0-4 jaar 3.316 7,8% 5-9 jaar 3.299 8,2% 10-14 jaar 3.683 8,7% 15-19 jaar 3.872 8,9% 20-24 jaar 3.618 8,5% 25-29 jaar 3.880 9,3% 30-34 jaar 4.202 10,5% 35-39 jaar 4.375 10,5% 40-44 jaar 4.515 10,5% 45-49 jaar 3.965 9,1% 50-54 jaar 3.469 8,2% Totaal 42.194 100,0% 27

3.2 Allochtone jongere bewoners Van de 42.194 jongere bewoners op 1 januari 2004 was ruim 46 procent van allochtone afkomst. De omvang van deze allochtone jongere bewoners is echter in zowel absolute als relatieve zin snel aan het toenemen. Op 1 januari 2000 bestond 37 procent van de jongere bewoners uit allochtonen. Van de allochtone jongere bewoners vormen de Surinamers de grootste groep, gevolgd door de jongeren uit de Overige Arme landen en vervolgens door de Antilliaanse jongeren. Figuur 26 De etnische samenstelling van de groep jongere bewoners in IJsselmonde 2000 2001 2002 2003 2004 Suriname 4287 4701 4961 5137 5171 Ned.Antillen/Aruba 2016 2490 2749 2902 2737 Kaapverdië 485 522 562 627 659 Turkije 1050 1266 1533 1703 1920 Marokko 1044 1242 1382 1517 1623 Noord-mediterraan 1084 1157 1194 1227 1271 Overig rijk 1932 1889 1827 1755 1686 Overig arm 3310 3727 4073 4241 4164 Totaal allochtonen 15208 16994 18281 19109 19231 Autochtoon 26216 25845 24742 24001 22963 Totaal 41424 42839 43023 43110 42194 Percentage allochtonen 37% 40% 42% 44% 46% Onder de allochtone jongere bewoners is het aandeel van de tweede generatie tussen 2000 en 2004 met twee procentpunt toegenomen van 44 procent naar 46 procent. De toename was bij de Surinamers, Antillianen, Turken en Marokkanen relatief groter. Dit zijn ook de groepen waarbij het geboorteoverschot een belangrijke rol speelt bij de groei van de groep. Figuur 27 Percentage tweede generatie onder de allochtone jongere bewoners 2000 2001 2002 2003 2004 Suriname/Antillen 39% 39% 40% 40% 42% Turkije/Marokko 47% 49% 50% 52% 53% Overig arm/kaapverdië 36% 36% 35% 36% 37% Overig rijk/noord-mediterraan 61% 62% 61% 62% 61% Totaal 44% 44% 44% 44% 46% 28

3.2.1 Ontwikkeling van de groep In de afgelopen periode was de toename van het aantal jongere bewoners uit Marokko maar vooral uit Turkije opvallend snel In IJsselmonde. Het aantal jongere bewoners uit de Overige Rijke en Noord-mediterrane landen is daarentegen even sterk afgenomen als het aantal autochtonen. Figuur 28 Groeipercentage van de jongere bewoners per etniciteit tussen 2000 en 2004 Suriname/Antillen Turkije/Marokko Overig arm/kaapverdie Overig rijk/noord Mediterraan Totaal allochtoon Autochtoon Totaal -20% -10% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% De snelle groei van het aantal jongere Turkse en Marokkaanse bewoners veroorzaakte dat hun aandeel in de betreffende etnische groep in 2004 ten opzichte van 2000 is toegenomen. 29

Figuur 29 Het percentage van jongere bewoners per etnische groepering Suriname/Antillen Turkije/Marokko Overig arm/kaapverdie Overig rijk/noord Mediterraan 2000 2004 Totaal allochtonen Autochtoon Totaal 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% 3.2.2 Bevolkingontwikkeling De geboortes zijn de meest stabiele factor voor de groei van de groep jongere bewoners in IJsselmonde. Door het klein aantal sterftes is er sprake van een geboorteoverschot met een omvang van ongeveer 600 personen per jaar. Desondanks compenseert deze geboorteoverschot de uitstroom van 54 jarigen, die in hetzelfde jaar 55 jaar zijn geworden, niet. Daardoor is het vestigingsoverschot, ondanks de onstabiele aard ervan, de belangrijkste factor voor de groei van de groep. Sinds het jaar 2000 is de vestigingsoverschot echter aan het afnemen met als resultaat een steeds kleinere groei van de jongere bewoners. Uiteindelijk is in 2003 het vestigingsoverschot zelfs omgeslagen in een vertrekoverschot, waardoor de omvang van de groep voor het eerst in de periode is gedaald. Wat betreft de ontwikkeling van het vestigingsoverschot is een duidelijk patroon te zien. Door de hele periode heen is de vestiging van de jongere bewoners in de deelgemeente IJsselmonde afgenomen terwijl het vertrek daaruit juist is toegenomen. 30

Figuur 30 Bevolkingsontwikkeling van de groep jongere bewoners 2000 2001 2002 2003 2004 omvang per 1 januari 41424 42839 43023 43110 42194 vestiging 4710 4381 4120 3486 - geboorte 679 649 694 673 - - vertrek 3415 3948 3902 4296 - naar de groep ouderen 491 844 763 714 - sterfte 68 54 62 65 - - saldo 1415 184 87-916 - De groep jongere allochtone bewoners is in de afgelopen vier jaar vooral door het vestigingsoverschot gegroeid. Uiteraard heeft het geboorteoverschot ook bijgedragen, maar de omvang daarvan was relatief beperkt. Onder de allochtone jongere bewoners vertonen de personen uit de Overige Rijke en Noord-mediterrane landen hierbij ook een afwijkende ontwikkeling. In de hele periode was de omvang van totale vestiging en totaal vertrek van deze groep ongeveer even groot. Verder was het aantal geboortes kleiner dan het aantal bewoners die in de periode 55 jaar zijn geworden. Hiermee lijken zij meer op de autochtonen dan de rest van de allochtone groep. Figuur 31 Bevolkingsontwikkeling van de groep jongere bewoners per etniciteit Overig Overig rijk/ Suriname/ Turkije/ arm/ Kaap- Noord- Totaal Antillen Marokko verdië mediterraan allochtoon Autochtoon Totaal begin bevolking 6.303 2.094 3.795 3.016 15.208 26.216 41.424 vestiging 4.421 2.083 2.901 1.208 10.613 6.084 16.697 geboorte 588 337 360 125 1.410 1.285 2.695 vertrek 3.227 930 2.111 1.124 7.392 8.169 15.561 naar de groep ouderen 162 37 109 247 555 2.255 2.810 sterfte 38 13 15 18 84 165 249 saldo 1.582 1.440 1.026-56 3.992-3.220 772 eindbevolking 7.885 3.534 4.821 2.960 19.200 22.996 42.196 31

3.2.3 Migratie De jongere bewoners die zich in de deelgemeente IJsselmonde hebben gevestigd, komen meestal vanuit een andere deelgemeente in Rotterdam. Ook uit andere gemeenten komen de jongere bewoners in redelijk grote aantallen naar IJsselmonde om zich daar te vestigen. Dit beeld komt in grote lijnen overeen met het beeld van de ouderen. Het grote verschil is namelijk dat het aandeel uit Rotterdam in de totale vestiging lager is bij de jongere bewoners. Dit komt doordat relatief meer jongere bewoners rechtstreeks uit het buitenland in IJsselmonde komen te wonen; namelijk gemiddeld tien procent van de totale vestiging. De vertrekkende jongere bewoners hebben, net als de oudere, voorkeur voor elders in Nederland boven een andere locatie in de stad. Verder verhuizen de jongere bewoners iets vaker naar het buitenland in vergelijking met de oudere. Figuur 32 Herkomst (bestemming) van de naar (uit) IJsselmonde verhuisde jongere bewoners vestiging 2000 2001 2002 2003 binnenland 1423 1393 1387 1071 buitenland 559 491 414 339 Rotterdam 2643 2329 2180 1868 onbekend 85 168 139 208 Totaal 4710 4381 4120 3486 vertrek binnenland 1799 2106 2028 1955 buitenland 159 154 228 279 Rotterdam 1297 1498 1421 1600 onbekend 160 190 225 462 Totaal 3415 3948 3902 4296 saldo binnenland -376-713 -641-884 buitenland 400 337 186 60 Rotterdam 1346 831 759 268 onbekend -75-22 -86-254 Totaal 1295 433 218-810 De allochtone jongere vestigers komen vaker uit een andere deelgemeente in Rotterdam naar IJsselmonde. Onder de Turken en Marokkanen bereikt hun aandeel zelf driekwart van alle Turkse en Marokkaanse vestigers. De omvang van de allochtone groep die uit een andere gemeente naar IJsselmonde is verhuisd is relatief klein in vergelijking met de autochtonen. Daarentegen komen relatief meer allochtone jongere bewoners rechtstreeks uit het buitenland in IJsselmonde te wonen. Hun aandeel valt vooral bij de groep Overig arm/kaapverdië op. Deze groep onderscheid zich ook 32

met relatief meer vestigingen vanuit andere gemeenten in het land. Naar alle waarschijnlijkheid zijn zij meestal de asielmigranten die, nadat hun aanvraag ergens behandeld is, de deelgemeente IJsselmonde als vestigingsplaats hebben gekozen. Figuur 33 Herkomst (bestemming) van de naar (uit) IJsselmonde verhuisde jongere bewoners per etniciteit gedurende de periode 2000-2003 Suriname/ Turkije/ Overig arm/ Overig rijk/ Noordmediterraan Totaal Autoch- Antillen Marokko Kaapverdië allochtoon toon Totaal vestiging binnenland 1030 319 912 345 2606 2668 5274 buitenland 685 226 592 206 1709 94 1803 Rotterdam 2485 1501 1285 596 5867 3153 9020 onbekend 221 37 112 61 431 169 600 Totaal 4421 2083 2901 1208 10613 6084 16697 vertrek binnenland 1073 248 610 526 2457 5431 7888 buitenland 308 22 277 90 697 123 820 Rotterdam 1567 594 931 379 3471 2345 5816 onbekend 279 66 293 129 767 270 1037 Totaal 3227 930 2111 1124 7392 8169 15561 saldo binnenland -43 71 302-181 149-2763 -2614 buitenland 377 204 315 116 1012-29 983 Rotterdam 918 907 354 217 2396 808 3204 onbekend -58-29 -181-68 -336-101 -437 Totaal 1194 1153 790 84 3221-2085 1136 Op 1 januari 2004 bevond acht procent van allochtone jongere bewoners dat zich korter dan twee jaar in Nederland. Per etniciteit bezien was de verblijfsduur in Nederland onder de groep Overig rijk/kaapverdië iets korter en onder de groep Overig rijk/noord-mediterraan iets langer dan het gemiddelde. Figuur 34 Verblijfsduur in Nederland op 1 januari 2004 per etniciteit korter dan 2 jaar 2-4 jaar 4 jaar en langer Totaal Suriname/Antillen 8% 9% 83% 100% Turkije/Marokko 9% 10% 81% 100% Overig arm/kaapverdië 10% 11% 79% 100% Overig rijk/noord-mediterraan 7% 6% 88% 100% Totaal 8% 9% 82% 100% 33

In figuur 35 is te zien dat in 2000 het aantal allochtone vestigers en vertrekkers 28 procent van de gemiddelde allochtone bevolking in dat jaar bedroeg. De mobiliteit bij de allochtonen was dus twee keer zo hoog als die bij de autochtonen (14 procent). Aan het eind van de periode is het bij de allochtonen naar 23 procent gedaald en de autochtonen naar 18 procent. Figuur 35 Mobiliteit van de jongere bewoners per etniciteit tussen 2000-2004 2000 2001 2002 2003 Suriname/Antillen 29% 26% 24% 23% Turkije/Marokko 32% 28% 22% 24% Overig arm/kaapverdië 32% 28% 27% 25% Overig rijk/noord-mediterraan 21% 20% 18% 19% Totaal allochtonen 28% 26% 23% 23% Autochtoon 14% 15% 15% 14% Totaal 19% 19% 19% 18% De instroom van de nieuwe jongere bewoners is afgezwakt. Voor alle etnische groeperingen neemt het aandeel van jongere bewoners waarvan de verblijfsduur op het adres korter dan twee jaar is, snel af. Bovengenoemde snellere groei van de Turkse en Marokkaanse jongere bewoners resulteert voor deze etnische groep in het hoogste percentage van nieuwe bewoners in vergelijking met de rest van de bevolking. Figuur 36 Percentage jongere bewoners met een korte verblijfsduur op het adres per etniciteit 2000 2001 2002 2003 2004 Suriname/Antillen 48% 4593% 40% 36% 33% Turkije/Marokko 49% 4637% 46% 39% 37% Overig arm/kaapverdië 47% 4554% 41% 37% 34% Overig rijk/noord-mediterraan 32% 3076% 29% 27% 27% Totaal allochtoon 45% 43% 40% 36% 33% Autochtoon 25% 23% 22% 22% 21% Totaal 32% 31% 29% 28% 26% 34

3.2.4 Geografische spreiding Als gevolg van de hiervoor beschreven ontwikkelingen is de samenstelling van de bevolking per buurt ook veranderd, in de periode 2000-2004. Net als van de ouderen woont ook van de jongere bewoners een groter deel in de buurt Groot-IJsselmonde. Maar zij wonen in verhouding wel meer verspreid dan de ouderen. In twee buurten, Lombardijen en Beverwaard woont een even groot deel van de groep. Over de hele periode genomen is het aantal jongere bewoners in de buurt Oud-IJsselmonde toegenomen. In de rest van de deelgemeente blijft dit aantal min of meer stabiel. Figuur 38 Ontwikkeling jongere bewoners per buurt 50.000 45.000 40.000 35.000 30.000 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 0 2000 2001 2002 2003 2004 Oud-IJsselmonde Beverwaard Lombardijen Groot-IJsselmonde 35

Op 1 januari 2004 vormen de allochtonen in de buurt Beverwaard en Lombardijen het merendeel van de jongere bewoners. In Oud-IJsselmonde bestaat ongeveer 28 procent van de jongere bewoners uit allochtonen. Figuur 39 Etnische samenstelling van de groep jongere bewoners per buurt Oud-IJsselmonde Lombardijen Groot-IJsselmonde Beverwaard 2000 2001 2002 2003 2004 allochtoon 817 885 960 1163 1248 autochtoon 3031 3131 3066 3253 3235 Totaal 3848 4016 4026 4416 4483 % allochtonen 21% 22% 24% 26% 28% allochtoon 4023 4389 4652 4886 4993 autochtoon 5647 5417 5143 4884 4670 Totaal 9670 9806 9795 9770 9663 % allochtonen 42% 45% 47% 50% 52% allochtoon 5920 6762 7416 7504 7385 autochtoon 11353 11198 10776 10409 9875 Totaal 17273 17960 18192 17913 17260 % allochtonen 34% 38% 41% 42% 43% allochtoon 4448 4958 5253 5556 5605 autochtoon 6185 6099 5757 5455 5183 Totaal 10633 11057 11010 11011 10788 % allochtonen 42% 45% 48% 50% 52% 3.2.5 Geslacht en leeftijdsopbouw Wat betreft het geslacht zijn de vrouwen iets oververtegenwoordigd onder de jongere bewoners uit Suriname en Antillen. Van de Turken, Marokkanen en autochtonen is precies de helft vrouw. Figuur 40 Het percentage vrouwen onder de jongere bewoners per etniciteit 2000 2001 2002 2003 2004 Suriname/Antillen 54% 53% 53% 53% 53% Turkije/Marokko 49% 50% 50% 50% 50% Overig arm/kaapverdië 51% 51% 51% 51% 52% Overig rijk/noord-mediterraan 50% 51% 50% 51% 51% Totaal allochtoon 52% 52% 52% 52% 52% Autochtoon 50% 50% 50% 50% 50% Totaal 51% 51% 51% 51% 51% 36

Op 1 januari 2000 vormden autochtonen in alle leeftijdsgroepen een meerderheid. In de afgelopen vier jaar is de omvang van de groep allochtonen in alle leeftijdscategorieën zowel absoluut als relatief toegenomen. Op 1 januari 2004 waren de allochtonen in de leeftijdsgroepen tot 25 jaar in de meerderheid. Hoe jonger de groep des te groter het aandeel allochtonen. Uit de leeftijdspiramide hieronder lijkt het, dat de komende jaren weer relatief meer autochtone dan de allochtone bewoners de 55 jaar zullen bereiken. Het omvangrijke vertrekoverschot van de autochtone jongere bewoners kan dit beeld echter snel veranderen. Figuur 41 Leeftijdsopbouw van de jongere bewoners op 1 januari 2000 en 1 januari 2004 per etniciteit 50-54 jaar 45-49 jaar 40-44 jaar 35-39 jaar 30-34 jaar 25-29 jaar autochtoon allochtoon 20-24 jaar 15-19 jaar 10-14 jaar 5-9 jaar 0-4 jaar 5.000 3.000 1.000 1.000 3.000 5.000 2000 2004 De Turken en Marokkanen hadden een jongere leeftijdsopbouw op 1 januari 2004 in vergelijking met de rest van de jongere bewoners in IJsselmonde. De leeftijdsstructuur van de Surinamers, Antillianen, Kaapverdianen en de personen uit Overig Arme landen is min of meer dezelfde. Ook ten opzichte van de leeftijdsopbouw vertonen de jongere bewoners uit de Overige Rijke en Noord-mediterrane landen meer overeenkomsten met de autochtonen dan met de rest van de allochtone groep. 37

Figuur 42 Leeftijdsopbouw per etniciteit op 1 januari 2004 Suriname/ Antillen Turkije/ Overig arm Overig Totaal Allochtoon rijk/noord- Marokko /Kaapverdië mediterraan Autochtoon Totaa perc. Totaal abs. 0-4 jaar 10% 14% 10% 6% 10% 6% 10% 3.316 5-9 jaar 10% 11% 10% 6% 10% 6% 10% 3.299 10-14 jaar 11% 11% 11% 6% 10% 7% 10% 3.683 15-19 jaar 12% 9% 12% 6% 10% 8% 10% 3.872 20-24 jaar 9% 12% 11% 8% 10% 7% 10% 3.618 25-29 jaar 9% 12% 9% 11% 10% 9% 10% 3.880 30-34 jaar 10% 10% 8% 13% 10% 10% 10% 4.202 35-39 jaar 9% 9% 9% 13% 10% 11% 10% 4.375 40-44 jaar 9% 6% 9% 12% 9% 12% 9% 4.515 45-49 jaar 7% 3% 7% 10% 7% 12% 7% 3.965 50-54 jaar 5% 2% 5% 10% 5% 11% 5% 3.469 Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 42.194 3.3 Woonsituatie en huisvesting van allochtone jongere bewoners Bij alle etnische groepen bestaat het grootste deel van de jongere bewoners uit thuiswonende kinderen. Hun aandeel is onder personen uit Overig Rijke en Noord-mediterrane landen en autochtonen relatief laag. Ongeveer een kwart van de allochtonen is getrouwd of woont samen met een partner al dan niet met dezelfde etnische herkomst. Onder Turken, Marokkanen, Noord-mediterranen, personen uit Overig Rijke landen en autochtonen komt deze woonsituatie vaker voor. Figuur 43 Woonsituatie jongere bewoners op 1 januari 2004 Suriname/ Turkije/ Overig arm/ Overig rijk/ Noordmediterraatootoon Totaal alloch- Autoch- Antillen Marokko Kaapverdië Totaal alleen wonende 6,9% 4,0% 7,1% 11,1% 7,1% 12,8% 10,2% (echt)paar met dezelfde herkomst 13,6% 31,9% 15,4% 11,6% 17,1% 29,8% 24,0% (echt)paar met versc. herkomst 2,9% 2,5% 8,4% 22,4% 7,2% 4,3% 5,6% hoofd met kind 2,0% 0,4% 1,5% 2,0% 1,6% 1,6% 1,6% inwonenden 28,7% 18,5% 25,0% 24,1% 21,3% 18,0% 21,3% inwonende kinderen 46,0% 42,7% 42,7% 28,8% 37,3% 33,5% 37,3% Totaal 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 38

Ruim tweederde van de allochtonen woont in sociale huurwoningen. In vergelijking met de rest van de allochtonen heeft een groter deel van de personen uit Overige Rijke en Noordmediterrane landen een koopwoning of particuliere huurwoning. Dit geldt in nog sterkere mate voor de autochtonen. Figuur 44 Huisvesting van de jongere bewoners per 1 januari 2004 Overig rijk/ Suriname/ Turkije/ Overig arm/ Noordmediterraan Totaal Antillen Marokko Kaapverdië allochtoon autochtoon Totaal sociale huurwoningen 68,1% 70,4% 70,0% 52,3% 66,5% 42,4% 53,4% particuliere huurwoningen 3,2% 3,8% 6,0% 9,0% 4,9% 9,7% 7,5% koopwoningen 28,0% 25,0% 23,4% 36,9% 27,7% 45,9% 37,6% overige 0,2% 0,1% 0,1% 0,1% 0,1% 0,3% 0,2% onbekend 0,6% 0,7% 0,6% 1,6% 0,8% 1,7% 1,3% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 3.4 Bijstandsafhankelijkheid van allochtone jongere bewoners Behalve op 1 januari 2001 was gemiddeld een vijfde van de jongere bewoners tussen 15 en 54 jaar bijstandsafhankelijk. Zij zelf of hun ouders of hun partners kregen een periodieke uitkering van de SoZaWe. Op 1 januari 2001 was hun aandeel opvallend hoger; ongeveer een kwart. Figuur 45 Percentage bijstandsafhankelijke jongere bewoners tussen 15 en 54 jaar 2000 2001 2002 2003 2004 Suriname/Antillen 22% 25% 21% 20% 20% Turkije/Marokko 25% 28% 23% 21% 21% Overig arm/kaapverdië 28% 31% 26% 26% 26% Overig rijk/noord-mediterraan 12% 12% 10% 10% 10% Totaal allochtoon 21% 24% 20% 20% 20% Autochtoon 8% 8% 7% 7% 8% Totaal 13% 14% 12% 12% 13% Als kinderen jonger dan 15 jaar worden meegerekend, gaat het percentage bijstandsafhankelijke jongere bewoners vooral onder meeste allochtone groepen aanzienlijk omhoog. De bijstandsafhankelijkheid is zowel bij de allochtone als bij de autochtone jongere bewoners kleiner in vergelijking met de ouderen. De jongere bewoners vertonen onderling wel een verscheidenheid in dat opzicht. Onder de groep Overig arm/kaapverdië was en is de afhankelijk- 39