Hausaufgaben machen Ich lese ein Buch Ich lese ein Buch. das Buch das Buch Bücher Gitarre spielen Siehst du viel fern Siehst du viel fern? ausschlafen mit dem Hund Gassi gehen Computerspiele spielen ins Kino gehen Ich treffe mich mit meiner Clique Ich treffe mich mit meiner Clique. Am Sonntag besuche ich meine Oma Am Sonntag besuche ich meine Oma. am Nachmittag am Samstag am Abend die Übung die Übung Übungen die Leute Fußball spielen das Training das Training Trainings Musik hören tanzen die Nachrichten das Hobby das Hobby Hobbys Jonathan spielt Volleyball Jonathan spielt Volleyball. im Internet chatten jeden Tag die Freizeit die Zeitung die Zeitung Zeitungen Sie ist keine Anfängerin Sie ist keine Anfängerin. der Film der Film Filme
het boek Ik lees een boek Ik lees een boek. huiswerk maken uitslapen Kijk jij veel tv Kijk jij veel tv? gitaar spelen naar de bioscoop gaan gamen met de hond Gassi gaan wandelen na 12 uur s middags Op zondag ga ik bij mijn oma op bezoek Op zondag ga ik bij mijn oma op bezoek. Ik kom met mijn vrienden bij elkaar Ik kom met mijn vrienden bij elkaar. de opgave / de oefening s avonds op zaterdag de training voetballen de mensen dansen muziek luisteren Jonathan volleybalt Jonathan volleybalt. de hobby het nieuws de vrije tijd elke dag op internet chatten de film Zij is geen beginner Zij is geen beginner. de krant
die Werbung der Gegner der Gegner Gegner der Spaziergang in die Disko gehen Mountainbike fahren Schlittschuh laufen Spielst du Tennis Spielst du Tennis? schwimmen Ski fahren klettern Tanzen macht uns viel Spaß Tanzen macht uns viel Spaß. Mein Hobby ist Reiten Mein Hobby ist Reiten. der Verein der Verein Vereine trainieren der Wettkampf der Wettkampf / das Spiel Am Sonntag ist das Handballspiel Am Sonntag ist das Handballspiel. das Rennen Was machst du am liebsten Was machst du am liebsten? Hast du jetzt frei Hast du jetzt frei? vorige Woche in der Sporthalle auf dem Fußballplatz die Goldmedaille die Bundesliga der Bericht die Europameisterschaft die Sportart die Sportart Sportarten das Stadion das Stadion die Stadien die Reitstunde
de wandeling de tegenstander de reclame schaatsen mountainbiken naar de disco gaan skiën zwemmen Tennis jij Tennis jij? Mijn hobby is paardrijden Mijn hobby is paardrijden. Dansen doen we graag Dansen doen we graag. klimmen de wedstrijd trainen de vereniging / de club de race Op zondag is de handbalwedstrijd Op zondag is de handbalwedstrijd. vorige week Heb jij nu vrij Heb jij nu vrij? Wat doe jij het liefst Wat doe jij het liefst? de gouden plak op het voetbalveld in de sporthal het Europees Kampioenschap het bericht de hoogste voetbaldivisie van Duitsland de paardrijles het stadion de sportsoort
der Termin der Termin Termine die Reithalle das Pferd das Pferd Pferde schwer schwer / schwierig gähnen mich / dich ihn / es / sie uns / euch / sie / Sie nächstes Jahr nächsten Monat das ganze Wochenende den ganzen Tag
het paard de manege de afspraak mij / jou gapen moeilijk volgend jaar ons / jullie / hen / u hem / het / haar de hele dag het hele weekend volgende maand