f}^ groningen V pr viqt]cle - 3 SEP /36/A. 14, W Krijgsheld B. (050)

Vergelijkbare documenten
Oan Provinsjale Steaten

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

provinsje fryslân provincie fryslân

W) ^, Pi^ovincie L4f groningen

De actuele versie van Het Nieuwe Spoorplan heb ik opgenomen in de bijlage bij deze brief.

Arriva Openbaar Vervoer N.V. Afdeling trein noordelijke lijnen T.a.v. mevrouw Dubben Postbus AP Heerenveen. Beste mevrouw Dubben,

: : Mobiliteit : R. T. Reitsma /(058) of

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Uitkomst besluitvorming Zwolle - Herfte

Jj,. provincie groningen

1 2 iov /46/A.9,W Sinnema H. (050)

Aan de voorzitter van Provinciale Staten in de provincie Drenthe De heer J. Tichelaar Postbus AC Assen. Datum: 27 juni 2013

Maarten C.W. Janssen. Meer concurrentie op of om het spoor? 19 oktober 2018

Hierbij beantwoord ik de vragen van het lid Van Helvert (CDA) over het station in Eijsden.

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

1

"^&& groningen 1/) CC UJ 2 5 MEI Aan Provinciale Staten. Datum Briefnummer Zaaknummer Behandeld door Telefoonnummer Antwoord op

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 28 september 2009

provinsje fryslân provincie fryslân

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

1 6 KAART /11, W

60 Vervoersconcessie hoofdrailnet

Interne memo. P. Verheijdt Projectleider RB Telefoon /1. Aan Provinciale Staten. Van P. Verheijdt

1 7 MEI /20/A.14, W Graaf E. de (050)

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

o UJ . provincie ^}(^ groningen 1 O DEC Aan Provinciale Staten Datum Briefnummer Zaaknummer Behandeld door Telefoonnummer

Aan de vertegenwoordigers van de Consumentenorganisaties in het Locov. Geachte vertegenwoordigers van de consumentenorganisaties,

Agendapunt 4. Vergadering : Bestuurlijk Overleg Verkeer & Vervoer Datum : 12 april 2018 Onderwerp : Spoorcorridor Utrecht Harderwijk Bijlagen : 2

1. Hoe groot is de groep huiseigenaren die door deze nieuwe regel geen gebruik meer kan maken van de tijdelijke regeling waardevermeerdering?

Geen prestige maar prestaties Kies voor regionaal spoor

1 9 JULI /29/A.19, W Lange W.J. de (050)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 15 maart 2013 Betreft Kamervragen tariefsysteem spoor

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Rapport REIZIGERSONDERZOEK. Gedecentraliseerde treindiensten Limburg 26 september

1))^ provincie ^ groningen

Antwoord 1 Ja. Schiedam Centrum is een van de regionale knooppunten, vergelijkbaar met stations als Rotterdam Blaak en Rotterdam Alexander:

groningen ^Ml^yiÖA.H.W Krijgsheld B. (050) Aan Provinciale Staten

Hierbij treft u mijn antwoorden aan op de vragen van de leden Visser en De Boer (beiden VVD) over de Zaanse spoorlijn (ingezonden 11 maart 2015).

2 1 m /4/A.9, RS Bijl P.H.K. (050) P.

2 3 APR provinsje fryslân provincie fryslân. Provinciale Staten van de Provincie Fryslân Postbus H M LEEUWARDEN

PROVINCIALE STATE' VAN OVERMSSEL. 17 DEC Statenvragen Christenunie met betrekking tot spooremplacement Enschede.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

27 Spoorordening. Deze motie is voorgesteld door het lid Jetten. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

2 S NOV Leeswijzer In deze brief gaan wij achtereenvolgens in op: o Rode Diesel o Voortzetting groei op het spoor e Volle treinen o Financiën

Extra Sneltrein Groningen Leeuwarden

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. VS/ZJG IX/ 4 f 2. Schriftelijke vragen ex art 59 inzake overbelastverklaring spoorlijn Zwolle-Emmen.

S 5. ^p/& groningen (/) Aan Provinciale Staten. Datum Briefnummer Zaaknummer Behandeld door Telefoonnummer Antwoord op Bijlage Onderwerp

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Inhoudsopgave. 1. Aanleiding. 2. Reismogelijkheden. 3. Huidige markt. 4. Mogelijke groei. 5. Infrastructuurgevolgen. 6. Conclusies

provincie groningen 1 A APR Aan Provinciale Staten

h FEE /7/A.6, PO Kooi R.J. (050) brief Integriteit

Onderzoeksopdracht scenario s naar de ordening op het spoor op de langere termijn

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA Den Haag

Agenda vergadering Provinciale Staten op 14 november 2012

Structuur treingebruik Nederland Deelonderzoek voor de scenario s over de ordening van het spoor

Aan de leden van de Statencommissie Economie en Mobiliteit

LimburgNet 2.0. "Resultaten behaald in het verleden bieden een prima garantie voor de toekomst.

Hierbij doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen van het lid Jetten (D66) over de nieuwe tariefstructuur van de IC Amsterdam Brussel.

Voorbehoud. Inleiding. 3 juni 2008 Corr.nr , VV Nummer 19/2008 Zaaknr

2 2 JULI /29/A.41, RP Horst W.A. ter (050) w.a.ter.horst@provinciegroningen.nl

Tweede Kamer der Staten-Generaal

1 5 NOV /46/A.9, W Molenaar-Mosterman C.M. (050)

Extra Sneltrein Groningen Leeuwarden

Betreft: concessiegrens- overschrijdende kwesties m.b.t. OV- chipkaart en tarieven

Concessie Exploitatie Treindiensten Zwolle Enschede en Zwolle - Kampen

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG Datum 11 oktober 2011 Betreft dienstregeling hoofdrailnet 2013

Provinciale Staten van Overijssel Provincie Overijssel Postbus GB Zwolle

Intentieverklaring. Platform voor Overleg, Samenwerking en Besluitvorming. OV-Chipkaart

Alle zitplaatsen zonder staanplaatsen plus 100% klapzittingen

Extra Sneltrein Groningen Leeuwarden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

PROVINCIE FLEVOLAND. Mededeling. Besluit OV SAAL middellange termijn

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

3 Q NOV /48/A.20, LGW Galen Last L.J. van (050)

ERTMS en Duurzaamheid Eric Mink. Duurzaamheid, ERTMS en LTSA

Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer

Tweede Kamer der Staten-Generaal

overwegende dat de NS voornemens is, een prijsverhoging van gemiddeld 3,4% op het treinkaartje in te voeren;

Statenmededeling. 1. De provincie Noord-Brabant onderschrijft de doelen uit de notitie Contouren Toekomstbeeld OV 2040.

connexxion ROCOV Gelderland Industrieweg Oost 13A 6662 NEELST Connexxion Openbaar Vervoer Laapersveld VB Hilversum

provincie /& groningen

HOLLAND ZUID. Lid Gedeputeerde Staten. R.A.Janssen. Contact

Vraag 2 Op welke wijze heeft u de afgelopen periode uitvoering gegeven aan de motie Hoogland? 3

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Het is noodzakelijk om dit proces zorgvuldig te doorlopen en de rapportages en het voorstel voor het alternatief zorgvuldig te beoordelen.

Minuut. De Voorzitter van het Interprovinciaal Overleg De heer J. Franssen. Decentralisatie contractsector. Ministerie van Verkeer en Waterstaat

GOEDE REIS! speciale editie. Check onze nieuwe dienstregeling, dan bent u altijd op tijd

OV-bureau: begroting 2019, dienstregeling 2019, motie waardering buschauffeurs en voorlopige gunning

Tweede Kamer der Staten-Generaal

31305 Mobiliteitsbeleid. Nr. 200 Brief van de minister van Infrastructuur en Milieu. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aanleiding Hierbij informeren wij u over de laatste stand van zaken ten aanzien van het verduurzamen van het regionaal treinvervoer.

Lange termijn spooragenda

4 e spoorpakket. Masja Stefanski. Directie Openbaar Vervoer en Spoor

Transcriptie:

V pr viqt]cle f}^ groningen Martinikerkhof 12 Aan Provinciale Staten 111 Datum Briefnummer Zaaknummer Behandeld door Telefoonnummer E-mail Antwoord op Bijlagen Onderwerp - 3 SEP. 2013 2013-35.415/36/A. 14, W 477265 Krijgsheld B. (050)316 4109 b.krijgsheld@provinciegroningen.nl stand van zaken decentralisatie stoptrein Groningen-Zwolle Geachte dames en heren, (/) ec Met deze brief informeren wij u over de stand van zaken van een eventuele aanbesteding van de stoptrein Groningen-Zwolle. In het "Beleidsvoornemen gunning vervoerconcessie hoofdrailnef' had de minister een onderzoek aangekondigd om eventueel een vijftal stoptreindiensten buiten de brede Randstad te decentraliseren. Voor Noord-Nederland is onderzocht of de stoptreindienst Groningen-Zwolle zich hiervoor leent. Op 12 juli 2012 heeft de minister het advies van de commissie Janse de Jonge over de decentralisatie van een aantal spoorlijnen (met kenmerk: lenm/bsk- 2012/136071) naar de Tweede Kamer gestuurd. Het advies van de commissie Janse de Jonge was om onder een aantal voorwaarden de lijn Groningen-Zwolle te decentraliseren. In reactie hierop heeft de minister aangegeven de decentralisatie van de lijn Zwolle - Groningen te willen bekijken in overleg met de betrokken decentrale overheden. Op 13 december 2012 is het "Beleidsvoornemen gunning vervoerconcessie hoofdrailnef' in de Vaste Commissie voor Infrastructuur en Milieu van de Tweede Kamer behandeld. Hierbij is tevens de eventuele decentralisatie van enkele specifieke sprinters op de uitlopers van het hoofdrailnef aan de orde geweest. Aangenomen is de Motie Hoogland c.s. (zie bijlage 1) waarin de Regering wordt verzocht de concessie voor het hoofdrailnef voor tien jaar te gunnen aan de NS en tussentijds geen lijnen te decentraliseren. Tegelijkertijd is de Motie Van Veldhoven c.s. (zie bijlage 2) aangenomen waarin de Regering wordt verzocht na vijfjaar de ervaringen met de gedecentraliseerde lijnen in kaart te brengen en hierbij de wenselijkheid van verdere decentralisatie te verkennen. o De decentralisatie van de stoptreinen ten noorden van Zwolle is verschillende keren besproken in het BO Spoor. Dit is het bestuurlijke overleg van de vier noordelijke provincies (Groningen, Fryslan, Drenthe en Overijssel) met ProRail en het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Op 1 juli 2013 heeft het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (inclusief Overijssel) overleg gevoerd met de staatssecretaris over dit onderwerp. In dit overieg hebben de bestuurders 06-HB-SG-001 De provincie Groningen werks ïoigens normen die zijn vastgelegd Ï.T een iiandvesl voor disnstvariening. Dit handvest vindt u op onze website of l<unt u opvragen bij de atdeiing Communicatie en Kabinet, PubSieksvoorlichting: 050 3164160

van de provincies Groningen en Fryslan aangegeven ontevreden te zijn over hoe het proces met betrekking tot de decentralisatie van de sprinters op het hoofdrailnef is gelopen. Wij hebben aangegeven met name teleurgesteld te zijn over hoe wij betrokken zijn bij het tot stand komen van het advies van de commissie Janse de Jonge, alsmede het tot stand komen van de reactie van de minister daarop. De staatssecretaris heeft aangegeven dat wij bij de verkenning naar eventuele verdere decentralisatie betrokken zullen worden. Met bovenstaande lijkt de decentralisatie van de stoptrein Groningen-Zwolle in elk geval voor de looptijd van de Hoofdrailconcessie (2015-2025) van de baan. Op 13 februari 2013 heeft de staatssecretaris echter ook de definitieve visie, ambities en doelen van de Lange Termijn Spooragenda (LTSA) aan de Tweede Kamer verzonden. Onze verwachting is dat in het kader van de LTSA ook de discussie over decentralisatie weer op de agenda komt. Ons standpunt in deze is wat ons betreft ongewijzigd. Deze treft u hier bijgaand (bijlage 3) ter kennis name aan. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Groningen:, voorzitter. secretaris. Bijlagen: Nr. Titel Bijgevoegd Ter inzage in de Statenkast 1 Motie van het lid Hoogland c.s ja nee 2 Motie van het lid Van Veldhoven c.s ja nee 3 SNN-standpunt inzake decentralisatie sprinters hoofdrailnef ja nee

Bijlage 1: Motie van het lid Hoogland c.s. Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012-2013 29 984 Spoor: vervoer- ein beheerplan Nr. 346 MOTIE VAN HET UD HOOGLAND CS. Voorgesteld 20 december 2012 Da Kamer, getioord da beraadsiagirtg, overvtregende dat da reizjger gebaat is bij rust op hst spoor; overwegande dat het tussentijds openbreken van aen tienjartga concassis laidt tot onzelcertieid bij da NS an haar werknemets, en nigt in hat belang is van de dianstverlenirg naar da reiziger; overwegande dat jekarhaid en rust op hat spoor ruïqdzakelijk is voor de NS opdat zij de noodzakelijke meerjarige investeöngen kan doen; varzoekt de ragerïng, de concessie voor het hoofdrallnet te gunngn voor tien gaar aan de ins en tussentijds geen lijnen te decantraliseren en aan te besteden; varzoekt de regering tevens, da bevindingen van dacentralisatia van het htmfdrailnat uit de midtarm raviaw te batrakkan bij de concessieverlaning na 2025, en gaat over tot da orda van da dag. Hoogland De Graaf Bashir Van Tongaren Klaln ISSN OOJl-7371 ^Gr3va: uq0 2012 TvreaJQ Kamer, vergadaijaar 2012-2013, 29 984, nr. 346

Bijlage 2: Motie van het lid Van Veldhoven c.s. Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012-2013 29 984 Spoor: vervoer- en beheerplan Nn 3S0 MOTIE VAN HET UD VAN VELDHOVEN C.S, Voorgesteld 20 december 2012 De Kamer, gehoord da beraadslaging, constaterende dat dit jaar da concsssie voor het Hoofdrailnet voor da periode 201&-2025 zal worden varlaend, constatarsnde dat het hoofdrailnet aan da NS wordt gegund en ean aantal lijnen zal wordlen gedecentraliseerd; overwegende dat meer concurrentie op en rond het spoor asn middel kan zijn om te zorgen voor betere prastatias, maar ook kan laidan tot minder reizigersgetnak door bi:jvooit)>8eld vaker overstappen of problemen door maerdera varvoerders op esn spoor; overwegende dat mear concurrentie in het belang van reizigers moat zijn, zij staan centraal bij de kauze voor hat al dan niet toelatan van maef concurrantia op hal spoor: varzoekt da regering, na vijf jaar da ervaringen van ds op dat momant reads gadacentraliseerde lijnen in kaart te brangan en hierbij da wansalijkhaid van het decentraliseren van aanvullende verbindlr^an ta verkennen, en tevens ta evalueran of aen eventuele openbare aanbesteding van het hoofdrailnet vanaf 2025 in hst belang van de reiziger Is, en gaat over tot da orde van da dag. Van Valdhovan Dik-Paber De Rouwe!tSl-lSaB4^ï9D IBENCflll.T^m Tweede Kamer, varaadarjaar 2012-2013, 29 984, nr. 350-

Bijlage 3: SNN-standpunt inzake decentralisatie sprinters hoofdrailnet MEMO aan : de leden van het Convent Noordelijke Tweede Kamerleden van : gedeputeerden OV / Infra in Noord Nederland datum : 22 juni 2012 onderwerp : Voorlopig SNN-standpunt inzake decentralisatie sprinters hoofdrailnet / "het Nieuwe Spoorplan" (FMN) Aanleiding In het bestuurlijk overleg met het Convent Noordelijke Tweede Kamerleden van 8 juni jl. is toegezegd binnen een week terug te komen op het voornemen van de minister van lenm om een onderzoek te starten naar het aanbesteden van de sprinters op de uitlopers van het hoofdrailnet en "Het Nieuwe Spoorplan" van de Federatie Mobiliteitsbedrijven Nederland (FMN). Hieronder het voorlopige SNN-standpunt hierover. Algemeen In het ^^Beleidsvoornemen gunning vervoerconcessie hoofdrailnet" kondigt de minister een onderzoek aan om eventueel een vijftal stoptreindiensten buiten de brede Randstad te decentraliseren. Voor Noord-Nederland wordt onderzocht af de stoptreindienst Groningen - Zwolle zich hiervoor leent. In het "Het Nieuwe Spoorplan" van FMN wordt voorgesteld alle sprinters in vijf onderscheiden regionale netten buiten de brede Randstad aan te besteden. Voor Noord- Nederland gaat het daarbij naast de sprinters van Zwolle naar Groningen ook om de sprinters van Zwolle naar Leeuwarden. Tijdens het algemeen overleg van 15 februari jl. heeft de minister toegezegd een toets op het FMN-plan te laten uitvoeren. Hiervoor is een onafhankelijke deskundige (de heer E.J. Janse de Jonge) aangetrokken, die daarbij wordt ondersteund door externe bureaus. Voor elk van de vijf Regionetten die FMN voorstelt, wordt momenteel nader overleg gevoerd. De minister is voornemens om de Tweede Kamer na het zomerreces over de uitkomsten van de analyse te informeren. Uitgangspunt Het SNN kiest als algemeen vertrekpunt dat het decentraliseren van regionale Openbaar Vervoer zinvol kan, zijn indien dit leidt tot een beter product voor de reizigers en/of een lagere prijs. Ervaringen met de eerdere decentralisatie van de regionale spoorlijnen zijn overwegend positief. Er is sprake van een gunstig effect op kwaliteit (beter materieel, hogere frequentie) en de effectiviteit van de regionale treindienst. Een bijkomend voordeel is dat het mogelijk is om het bus- en treinvervoer multimodaal aan te besteden en aldus een nog betere afstemming te krijgen in het totale regionale OV-product. Een niet onbelangrijk punt in tijden van bezuinigingen op het OV. Gedeeltelijke decentralisatie treindiensten hoofdrailnet In het kader van het Programma Noord-Nederland (RSP) werken SNN, ProRail en lenm aan infrastructuurmaatregelen die betere treindiensten op de sporendriehoek Zwolle- Groningen/ Leeuwarden mogelijk maken. Het gaat hierbij om kortere reistijden, hogere frequenties en betere overstapmogelijkheden op de knooppunten.

Uitgangspunt voor het SNN is dat het eventueel decentraliseren van sprinterdiensten op het hoofdrailnet moet bijdragen aan het realiseren van het Programma Noord-Nederland. Op dit moment zijn wij nog in overleg met NS en FMN over de toekomstige dienstregeling die men voor Noord-Nederland zou willen gaan rijden. Het voorlopige beeld is dat het "aanbod" van beide vervoerders goed past in het Programma Noord-Nederland. Verder is er onderling maar weinig verschil tussen de door NS en FMN voorgestelde dienstregelingen. Ten aanzien van de kosten voor het rijden van de sprinters is het beeld nog allerminst duidelijk. In het FMN-plan wordt verondersteld dat er een rijksbijdrage beschikbaar komt als de sprinters worden gedecentraliseerd. Wij moeten kunnen nagaan of een dergelijke bijdrage voldoende is om de sprinterexploitatie door een regionale vervoerder te kunnen bekostigen; financiering vanuit de sterk onder druk staande BDU is uitgesloten. Verder zien wij op voorhand een groot aantal overige kwesties die om een antwoord of een oplossing vragen. Enkele daarvan willen wij hierbij noemen. Zo hebben wij eerder een dienstregelingsmodel voorgesteld waarbij de Friese IC en de Groningse sprinter in Meppel gekoppeld/gesplitst wordt. Dat kan niet meer als sprinters en IC's door verschillende vervoerders met verschillend materieel gereden wordt. Decentralisatie kan wat ons betreft dus pas serieus aan de orde zijn als NS aangeeft dat dit model niet realiseerbaar is. Verder vinden wij het een voorwaarde vooraf dat er een tariefintegratie van regionale treinen en NS, middels de OV-chipkaart, gerealiseerd wordt. Het gaat hierbij niet alleen om het dubbele opstaptarief, maar vooral om het degressieve tarief dat voor treinreizen (afnemend km-tarief bij grotere afstanden) wordt gehanteerd. Zonder die tariefintegratie is de reiziger die een deel van zijn reis met een "FMN-trein" reist en dan overstapt op een NS-trein aanmerkelijk duurder uit dan wanneer hij de hele reis met een NS-trein doet. Voorbeeld: een 2^ klasreis met NS van Beilen naar Amersfoort kost nu 18,20; bij uit- en inchecken in Zwolle 21 ( + 15%). Van Beilen naar Maastricht met NS 24; bij uit- en inchecken in Zwolle 34,60 (+44%). Zolang het nog mogelijk is een papieren kaartje te kopen, kan de reiziger deze prijsverhoging nog ontlopen. Maar met de aankondiging dat het papieren treinkaartje wordt afgeschaft is dit niet langer mogelijk. Een ander vraagstuk dat opgelost moet worden is hoe bij een baanvakstremming als gevolg van een incident het vervangend vervoer geregeld wordt in en situatie dat er twee vervoerders rijden. Ten slotte is het aanbesteden van een treindienst op zich al een gecompliceerde bezigheid. De complexiteit neemt nog toe als - wat hier het geval is - meerdere provincies hierbij betrokken zijn (voor zowel de lijn Zwolle - Leeuwarden en als voor de lijn Zwolle - Groningen zijn dat er drie). Het is daarom van belang de bestuurlijke aansturing bij een decentralisatie van de sprinterdienst Zwolle-Groningen/Leeuwarden goed te regelen. Conclusie Hoewel wij in principe positief staan tegenover decentraliseren van de sprinterdiensten op het hoofdrailnet, zijn er nog vragen te beantwoorden en zien we nog een aantal problemen die wel eerst opgelost moeten worden voordat de decentralisatie ook feitelijk plaats kan vinden.