Talenten onderweg 1. Inleiding Financieel knelpunt Leeswijzer Wet en regelgeving m.b.t. leerlingenvervoer

Vergelijkbare documenten
VII - C Programma Opgroeien & Ontwikkelen

Talenten onderweg. Spreker: Agnes Eshuis Datum : 4 oktober 2012

Motie Naar aanleiding van de motie is nadrukkelijk gekeken naar de schooltijden en de voor- en nadelen van de invoering van opstapplaatsen.

Leven in Bladel is samen toekomst maken *R *

NOTITIE LEERLINGENVERVOER 1. INLEIDING

Raadsvoorstel. Onderwerp Verordening leerlingenvervoer gemeente Groningen 2019 Steller/telnr. Robert Bleeker/ 7049 Bijlagen 1.

gemeente Eindhoven Memo Aan de leden van de commissie Maatschappij en Cultuur Betreft (On)mogelijkheden bezuiniging leerlingenvervoer

Aan: Gemeente Ede en deelnemers medemaken Leerlingenvervoer t.a.v. Mw Susan van der Zwaag Postbus HK Ede

Samen op weg! Evaluatieverslag Leerlingenvervoer

Leerlingenvervoer Enschede. Voor wie, welke vervoersvormen zijn er en hoe vraagt u aan

In beweging! Evaluatieverslag Leerlingenvervoer Beleidswijziging VSO

AANVRAAGFORMULIER VERGOEDING LEERLINGENVERVOER SCHOOLJAAR

jonger dan 9 jaar 9 jaar of ouder 2012 Geslacht man vrouw Straatnaam Huisnummer Huisletter/huisnummertoevoeging Postcode Woonplaats

18 december 2014 Jeroen Heuvelink

Raadsnota. Raadsvergadering d.d.: 11 april 2011 Agenda nr: Onderwerp: Budgetoverschrijding leerlingenvervoer. Aan de gemeenteraad,

De raad van de gemeente Nuth;

Voorstel/alternatieven

Aanvraagformulier leerlingenvervoer

Nr.: Renswoude, 16 september 2014 Behandeld door: H. Davelaar Onderwerp: verordening leerlingenvervoer Renswoude 2014

Extra toelichting leerlingenvervoer

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Zaaknummer: OWZFD01. Herijking leerlingenvervoer

De verordening gaat in op 1 augustus 2016 en geldt voor alle aanvragen die na deze datum worden gedaan.

Raadsvoorstel. Onderwerp Verordening leerlingenvervoer gemeente Heusden 2015

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp Verordening leerlingenvervoer gemeente Bunnik Aan de raad,

Aanvraag leerlingenvervoer (S)BO- (V)SO-VO schooljaar 2014/2015

12 maart 2013 WIZ-INK H. Dijkhuis

raadsvoorstel 2. het schooljaar 2011/2012 aan te wijzen als overgangsjaar. burgemeester en wethouders van Nieuwkoop mr. G.G.G. Slooters secretaris

Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Zoetermeer 2014

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 november 2006, nr. ;

Gemeente Den Haag RIS166265_28-OKT-2009

Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Boxtel Mei 2013

Aanvraagformulier leerlingenvervoer TEN BOER

AANVRAAGFORMULIER LEERLINGENVERVOER SCHOOLJAAR Naam aanvrager... Uw relatie tot de leerling is: ouder / pleegouder / anders, namelijk.

Uw kind in het leerlingenvervoer

*U * *U *

Onderwerp: Wijziging verordening leerlingenvervoer Oosterhout Vragen van fractie: GROENLINKS Naam raadslid: Willem-Jan.

Toelichting op de aanvraag leerlingenvervoer schooljaar 2015/2016

Reactie platform leerlingenvervoer op concept verordening leerlingenvervoer 2011 en de reactie daarop van het college van burgemeester en wethouders

TITEL 1: ALGEMENE BEPALINGEN TITEL 1: ALGEMENE BEPALINGEN

Datum Agendapunt Nummer. 22 mei R06S003. Wijziging van de Verordening leerlingenvervoer gemeente Zeewolde 2009

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Houten;

Leerlingenvervoer naar school van school

Toelichting op het aanvraagformulier voorziening leerlingenvervoer gemeente Ridderkerk, schooljaar

Raadsvergadering d.d. 10 juni 2014 Raadsnota nummer Onderwerp: Vaststellen verordening leerlingenvervoer gemeente Oosterhout 2014

Beleidsregels Leerlingenvervoer schooljaar

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Korendijk

Aanvraagformulier leerlingenvervoer GRONINGEN

Afweging: Zie stand van zakennotitie.

Voorstel aan de gemeenteraad van Oostzaan

Evaluatie herijking leerlingenvervoer

Aan: de gemeenteraad Vergadering: 22 mei 2017

AANVRAAGFORMULIER BEKOSTIGING VAN DE VERVOERSKOSTEN IN VERBAND MET SCHOOLBEZOEK, SCHOOLJAAR 2016/2017

AANVRAAGFORMULIER LEERLINGENVERVOER VOOR SCHOLEN VOOR BASISONDERWIJS, SPECIALE SCHOLEN VOOR BASISONDERWIJS EN SPECIAAL VOORTGEZET ONDERWIJS.

*U * *U *

Onderwerp: Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Heusden 2011

Bestuurlijke reactie op initiatiefvoorsstel leerlingenvervoer

Deel A. (in te vullen door de ouders/verzorgers) Aanvraag voorziening

Ontwikkelingen regelgeving sociaal domein. Jan Koster VNG, Inclusieve Samenleving

Aanvraagformulier leerlingenvervoer Schooljaar

Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Leeuwarden 2014

Gelet op de Verordening leerlingenvervoer gemeente Bergen 2015 (hierna de verordening)

Leerlingenvervoer in Kampen

Beleidsregels leerlingenvervoer 2014

Aanvraagformulier vergoeding vervoerskosten schoolbezoek Gemeente Oostzaan Schooljaar

Aanvraagformulier leerlingenvervoer Schooljaar

Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Coevorden

Aanvraag leerlingenvervoer schooljaar

Notitie Bezuiniging Leerlingenvervoer

W"Y. ,'/t. BenW-advies. ) Behandeling in de raad. lj1. Onderwerp. Voorstel. Toelichting. In overleg met afdeling(en)

ZAAKNUMMER: Ondergetekende 0 vader 0 voogd 0 verzorger 0 moeder 0 voogdes 0 verzorgster

Commissie Samenleving Het college van burgemeester en wethouders Onderwerp:

Onderwerp : Vaststellen Verordening leerlingenvervoer gemeente Marum Het vaststellen van de Verordening leerlingenvervoer gemeente Marum

Als de leerling niet op het hierboven ingevulde adres woont, vul dan hieronder in waar de leerling wél woont.

AANVRAAGFORMULIER LEERLINGENVERVOER SCHOOLJAAR

AANVRAAGFORMULIER LEERLINGENVERVOER SCHOOLJAAR

Schooljaar Wij verzoeken u, voordat u het formulier invult, de toelichting (blz. 7) te lezen! 1. Gegevens aanvrager. 2.

AANVRAAGFORMULIER LEERLINGENVERVOER SCHOOLJAAR

Aanvraagformulier leerlingenvervoer, schooljaar

Beleidsregels verordening leerlingenvervoer Hellevoetsluis 2015

Onvolledig ingevulde formulieren kunnen niet in behandeling worden genomen.

Aanvraagformulier bekostiging vervoerskosten schoolbezoek 2016/2017 (Speciaal) basisonderwijs/ Speciaal onderwijs/ (Speciaal) voortgezet onderwijs.

Aanvraagformulier leerlingenvervoer SCHOOLJAAR Gegevens leerling. 2. Gegevens aanvrager. 3. Soort onderwijs:

Aanvraagformulier Leerlingenvervoer Schooljaar

Schooljaar Wij verzoeken u, voordat u het formulier invult, de toelichting (blz. 6) te lezen! 1. Gegevens aanvrager. 2.

Voorstel van college dan wel burgemeester aan gemeenteraad

Aanvraag leerlingenvervoer

Registratienummer: GF Datum: 26 mei 2009 Agendapunt: 8

Raadscommissievoorstel

Schooljaar Leerlingenvervoer in Almere. Vóór 1 juni aanvragen, ieder schooljaar weer!

Leerlingenvervoer. Aanvraag

Aanvraagformulier leerlingenvervoer, schooljaar

Aanvraagformulier Leerlingenvervoer (aangepast vervoer voor het schooljaar )

Aanvraag leerlingenvervoer

Burgerservicenummer.. Voor- en achternaam leerling.. Geboortedatum. Is uw kind rolstoelgebruiker: ja: elektrisch inklapbaar normaal nee

Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Nederweert 2014

Aanvraagformulier Leerlingenvervoer

Verordening Leerlingenvervoer gemeente Heerlen

Agendapunt : Voorstelnummer : Raadsvergadering : 11 december Informatie op te vragen bij. Onderwerp: Verordening leerlingenvervoer.

1 jaar na de decentralisaties & Leerlingenvervoer. Gemeente Zaanstad, 25 februari 2016

Transcriptie:

Talenten onderweg 1. Inleiding Kinderen die naar school gaan, leggen in de meeste gevallen de route naar school zelfstandig af of worden door hun ouders gehaald en gebracht. Soms gaat dat niet. In die gevallen kunnen ouders een beroep doen op de Regeling Leerlingenvervoer. Deze regeling is bedoeld om de toegankelijkheid van het onderwijs te waarborgen. Wetgeving verplicht de gemeente om, onder bepaalde voorwaarden, de kosten van het vervoer naar school te bekostigen. De gemeenteraad heeft de wettelijke taak om een regeling (verordening) vast te stellen waarin het leerlingenvervoer nader geregeld wordt. In Enschede is in het verleden een ruimere regeling vastgelegd in de verordening dan volgens de wettelijke norm voorgeschreven wordt. Daarnaast is ook met de toepassing van die Verordening ruimhartig omgegaan. Tijden veranderen; zowel beleidsmatig als budgettair is het wenselijk kritisch te kijken naar de regels rondom leerlingenvervoer. In deze nota worden voorstellen gedaan voor aanpassingen en bijstellingen in de regelgeving/verordening en in de uitvoering van het leerlingenvervoer. Hierbij geldt de essentie van de wetgeving als uitgangspunt. Het doel is om de voorziening adequaat te richten en kwalitatief hoogwaardig beschikbaar te houden voor de doelgroep die niet zonder leerlingenvervoer kan. Resultaat is het voorstel voor een nieuwe verordening voor het leerlingenvervoer, met als ingangsdatum 1 augustus 2013. Deze nieuwe verordening dient mede als basis voor de aanbesteding van de nieuwe contracten voor het leerlingenvervoer Het is over de gehele lijn de gemeentelijke ambitie om anders te sturen. In aansluiting op Meedoen naar vermogen en de Jeugdvisie willen we de verantwoordelijkheid van partners en bewoners in de stad versterken: gericht terugtreden en alleen faciliteren daar waar het effectief is en dit de belangen en verantwoordelijkheden van anderen overstijgt. Daarnaast willen we onze eigen middelen en activiteiten meer richten op de sociaal-economische opgave van de stad. Die ambitie geldt ook voor het leerlingenvervoer: het vergroten van zelfredzaamheid en alleen ondersteunen indien nodig; zo licht en zo nabij mogelijk. Financieel knelpunt Het huidige vervoerscontract voor het leerlingenvervoer dat in 2008 is aangegaan, heeft geleid tot een stijging in de vervoerskosten. In 2007 waren de kosten voor het leerlingenvervoer 1,9 mln. Na de aanbesteding, voor de periode augustus 2008 tot augustus 2013, waren de uitvoeringskosten voor het leerlingenvervoer circa 2,4 mln. per jaar (dit is inclusief het zwem- en gymvervoer). Belangrijkste reden voor deze hogere kosten waren de sterk gestegen kosten in de sector (m.n. brandstoffen en personeel). Om deze gestegen kosten te dekken zijn over de jaren 2010-2013 incidentele middelen ingezet (jaarlijks 487.000,-). Daarnaast is er in de afgelopen jaren door prijsstijgingen en een hoger aantal te vervoeren leerlingen een extra tekort van 100.000,- euro ontstaan. Wanneer we de huidige verordening en het beleidskader als uitgangspunt blijven nemen, ontstaat er vanaf 2014 een tekort van circa 587.000,- (hierbij zijn de financiële gevolgen van de toekomstige aanbesteding niet verdisconteerd). Leeswijzer In deze nota wordt de wet- en regelgeving kort samengevat weergegeven. Daarna volgt een vertaling van de wetgeving in de praktijk, waarbij duidelijk wordt welke groepen leerlingen nu in aanmerking blijven komen voor leerlingenvervoer. Vervolgens worden de uitgangspunten voor het leerlingenvervoer in de toekomst geschetst en worden de verschillende beleidskeuzemogelijkheden uitgewerkt in scenario s. Daarna wordt ingegaan op overige aspecten van het leerlingenvervoer; het gym- en zwemvervoer. Tot slot wordt het vervolg geschetst, de procedure tot vaststelling van de verordening als ook wat betreft de benodigde vervolgacties. 2. Wet en regelgeving m.b.t. leerlingenvervoer De Wet op het primair onderwijs (WPO), de Wet op de expertise centra (WEC) en de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) verplichten de gemeente om, onder bepaalde voorwaarden, de kosten van het vervoer te bekostigen die gemaakt worden ten behoeve van het schoolbezoek. Gemeenten hebben de wettelijke zorgplicht passend vervoer aan te bieden. Bepalingen met betrekking tot de. toewijzing van het recht op leerlingenvervoer De gemeenteraad heeft de wettelijke taak om een regeling (verordening) vast te stellen waarin het leerlingenvervoer nader geregeld wordt. De verordening is van toepassing als:

De school te ver weg is (wettelijke norm is 6 kilometer); Een leerling een lichamelijke, zintuiglijke, of verstandelijke beperking heeft waardoor hij/zij niet of niet zelfstandig naar school kan. Ouders/verzorgers/voogden kunnen een beroep doen op bekostiging van het vervoer naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school, van de volgende onderwijstypes: 1. het basisonderwijs (BO); 2. bijzonder basisonderwijs (op levenbeschouwelijke en godsdienstige grondslag) en speciale scholen voor het basisonderwijs (SBO); 3. speciaal onderwijs (SO) en voortgezet speciaal onderwijs (VSO); 4. gewoon voortgezet onderwijs (alleen wanneer er sprake is van een beperking). Op dit moment hanteert de gemeente Enschede de wettelijk genormeerde afstandsgrens van 6 km voor het BO maar van 2 kilometer voor het SBO, het SO en het VSO. Dit is een voorbeeld van de ruimhartige toepassing van regelgeving in de afgelopen jaren. Bepalingen m.b.t. de vervoersvorm Nadat is vastgesteld dat een leerling recht heeft op leerlingenvervoer moet de bekostiging worden bepaald. Dit gebeurt op basis van de meest passende vorm van vervoer.het uitgangspunt voor passend vervoer is dat elke leerling geacht wordt gebruik te maken van het openbaar vervoer. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft daarbij in haar modelverordening gesteld dat kinderen in het BO en het SBO tot 9 jaar begeleiding nodig hebben in het openbaar vervoer. Ook de gemeente Enschede heeft in de huidige verordening een leeftijdsgrens van 9 jaar opgenomen. Een beperking, maar ook eventuele onbereikbaarheid van openbaar vervoer of een te lange reistijd, kunnen redenen zijn waarom iemand niet van het openbaar vervoer gebruik kan maken; in die gevallen wordt aangepast vervoer geïndiceerd. 3. Toepassing van de wet in de praktijk Op basis van de huidige regelgeving komen op dit moment (per juni 2012) circa 1230 leerlingen in aanmerking voor leerlingenvervoer, grotendeels als volgt onderverdeeld:: 400 leerlingen van het BO/SBO; 500 leerlingen naar het SO; 300 leerlingen naar het VSO Van deze leerlingen worden bijna 1000 leerlingen met een grote schoolbus of een taxibusje vervoerd. Als de wet en regelgeving op het gebied van kilometergrenzen en de vaststelling van de meeste passend vervoersvorm strikt(er) wordt toegepast heeft dit gevolgen voor het aantal leerlingen dat in aanmerking komt voor de regeling leerlingenvervoer, daarnaast heeft het gevolgen voor de wijze van vervoer. Bij de in deze nota uitgewerkte keuzemogelijkheden wordt per voorstel beschreven voor welke leerlingen dit gevolgen heeft en welke gevolgen dit zijn. 4. Scenario s Hierna worden verschillende mogelijkheden voor aanpassingen van de regelgeving in beeld gebracht. Het gaat om voorstellen m.b.t.: wijziging van het afstandscriterium; toewijzing van de vervoersvorm voor leerlingen die alleen op basis van het afstandcriterium in aanmerking komen voor leerlingenvervoer; de indicatiestelling; de wijze van invoering. De keuzemogelijkheden worden op onderdelen kort uitgewerkt, waarbij ook de effecten worden benoemd. Daarna worden een aantal voorstellen gecombineerd in de vorm van scenario s. N.B. de uitwerking van de effecten (zowel wat betreft financiën als wat betreft aantallen leerlingen) zijn aannames gebaseerd op ervaringscijfers van andere gemeentes. Leerlingen voor wie eventuele wijzigingen geen gevolgen hebben Er is een grote groep leerlingen (circa 700) voor wie een strikte(re) toepassing van de wet geen, dan wel nauwelijks consequenties heeft. Dit zijn de leerlingen met een lichamelijke, zintuiglijke, of verstandelijke beperking met een indicatie voor aangepast vervoer of openbaar vervoer met begeleiding. Leerlingenvervoer is daarbij volgens de wet vereist, deze leerlingen blijven buiten de discussie. Het gaat hierbij om: Circa 90% van de huidige aanvragen van de cluster 1, 2 of 3 school voor SO/VSO Cluster 1: visueel gehandicapte kinderen, of meervoudig gehandicapte kinderen met een visuele handicap. Een voorbeeld van een cluster 1 school is het Bartimeus in Doorn 2

Cluster 2: dove of slechthorende kinderen, kinderen met ernstige communicatiemoeilijkheden of meervoudig gehandicapte kinderen met een visuele handicap. Voorbeelden van cluster 2 scholen zijn de Prof. Huizingschool en Het Maatman. Cluster 3: lichamelijk gehandicapte kinderen, zeer moeilijk lerende kinderen (ZMLK) en langdurig zieke kinderen met een lichamelijke handicap, of meervoudig gehandicapte kinderen die één van deze handicaps hebben. Voorbeelden van cluster 3 scholen zijn: Onderwijscentrum Het Roessingh, Schutte s Bosschool, De Huifkar en De Meander. Circa 75% van de huidige aanvragen van de cluster 4 scholen van het SO/VSO Voorbeelden van cluster 4 scholen (zeer moeilijke lerende kinderen en kinderen met gedrags- en of psychiatrische stoornissen) zijn De Mozaïek en Onder de Kap. Circa 10 % van de huidige aanvragen van de SBO scholen Tot slot zal naar schatting circa 10% van de leerlingen van de SBO-scholen geïndiceerd worden voor aangepast vervoer o.b.v. een lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke beperking. SBO scholen zijn bijvoorbeeld De Spinaker, De Tender en de Ariensschool. 4.1 Keuzemogelijkheden m.b.t. het afstandscriterium (de kilometergrens) Wanneer een kind een lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke handicap heeft, waardoor het niet zelfstandig met het openbaar vervoer kan reizen, geldt het afstandscriterium niet (dit geldt voor naar verwachting circa 700 kinderen). In alle overige gevallen is een van de voorwaarden om aanspraak te kunnen maken op leerlingenvervoer dat de meest passende school op minimaal 6 kilometer (wettelijk minimum) van het woonadres is gelegen. Om de kilometergrens te verhogen staan verschillende keuzes open. In theorie zijn daarbij alle afstanden mogelijk, zolang die afstand maar niet meer dan 6 kilometer is. Bij de uitwerking is gekozen voor de varianten 4 en 6 kilometer (de meest gehanteerde afstandscriteria). Ook de 3 km grens is toegevoegd. In navolgende tabel wordt m.b.t. de verschillende kilometergrenzen op hoofdlijnen een vergelijking gemaakt van leerlingenaantallen en financiële gevolgen. Bij de cijfers is rekening gehouden dat kinderen die gehandicapt zijn buiten de discussie blijven Kilometergrens Huidig 3 kilometer 4 kilometer 6 kilometer Aantal te vervoeren leerlingen Circa 1230 Circa 1090 Circa 1000 Circa 840 Financiële afwijking t.o.v. huidige situatie n.v.t. (huidig budget = 2,35 mln) Besparing circa 107.000,- Besparing circa 183.000,- Besparing circa 280.000,- In bijlage 1 is een uitgebreidere berekening opgenomen, met ook de achterliggende aannames. 4.2 Keuzemogelijkheden m.b.t. de passende vervoersvorm Nadat is vastgesteld dat een leerling recht heeft op leerlingenvervoer moet de bekostiging worden bepaald. Bij het vervoeren van leerlingen die alleen op grond van het afstandcriterium in aanmerking komen voor de regeling leerlingenvervoer wordt momenteel in Enschede veelal gebruik gemaakt van aangepast vervoer. Het uitgangspunt van de wet/verordening is echter dat elke leerling geacht wordt gebruik te maken van het openbaar vervoer. De keuzemogelijkheden op hoofdlijnen zijn de volgende: Keuze 1: strikte toepassing van de wet: al deze leerlingen in het OV (of fietsvergoeding) Indien de verordening en de wet strikt worden toegepast komen deze leerlingen in principe alleen in aanmerking voor een vergoeding voor het OV, of voor een fietsvergoeding. Voor kinderen tot 9 jaar worden ook de OV-kosten voor een eventuele begeleider vergoedt, voor leerlingen vanaf 9 jaar wordt een eventuele begeleider niet vergoed. Keuze 2: oudere leerlingen, vanaf 9 jaar in het OV (of fietsvergoeding) Aan jongere leerlingen aangepast vervoer blijven aanbieden (met taxi s, taxibusjes en grote schoolbussen), mede om daarmee ouders niet zo zwaar te belasten. Leerlingen vanaf (in deze uitwerking) 9 jaar alleen nog in aanmerking te laten komen voor een OV-vergoeding, of een fietsvergoeding. Van oudere leerlingen kan verwacht worden dat ze van het OV of de fiets gebruik kunnen maken. Daarnaast worden zij op deze wijze ook voorbereid op de van hen gevraagde zelfredzaamheid als zij het voortgezet onderwijs gaan bezoeken en er geen beroep meer kan worden gedaan op de regeling leerlingenvervoer. Een proef met deze maatregel voor (deelname o.b.v. vrijwilligheid) is in de afgelopen periode uitgevoerd. Dit heeft ertoe geleid dat circa 40 leerlingen (van 9 jaar en ouder) vanuit het aangepast vervoer naar het OV zijn overgestapt 3

In onderstaande tabel wordt m.b.t. de verschillende kilometergrenzen een overzicht gegeven van leerlingenaantallen die hiervan gevolgen ondervinden. Keuze 1 3 km 4 km 6 km Aantal leerlingen voor wie dit gevolgen 290 220 110 heeft Bezuinigingsmogelijkheid 176.000,- 144.000,- 102.000,- Keuze 2 3 km 4 km 6 km Aantal leerlingen voor wie dit gevolgen 119 90 46 heeft Bezuinigingsmogelijkheid 90.000 80.000,- 57.000,- In bijlage 1 is een uitgebreidere berekening opgenomen, met ook de achterliggende aannames. Het is mogelijk om zowel in keuze 1 en 2 een andere leeftijdsgrens te stellen, zolang deze maar niet lager is dan 9 jaar. Een aantal alternatieve mogelijkheden daarvoor, uitgewerkt n.a.v. technische vragen, zijn in bijlage 3 uitgewerkt. 4.3. Uitwerking in scenario s (combinatie van afstand en vervoersvorm) Hierna zijn eerst de onder 4.1 en 4.2 toegelichte keuzemogelijkheden verwerkt in een 4-tal scenario s. Er zijn binnen de keuzemogelijkheden zoals aangegeven meerdere variaties denkbaar en daarmee ook meer scenario s. Scenario 1, afstand naar 4km. en niet geïndiceerde leerlingen v/a 9 jaar in het OV Kiezen voor 4 km, daarnaast iedereen van 9 jaar en ouder, die alleen op basis van het afstandscriterium in aanmerking komt, een vergoeding verstrekken voor het OV/OV met begeleiding, of een fietsvergoeding. Voor leerlingen onder de 9 jaar, die alleen op basis van het afstandscriterium in aanmerking komen wijzigt er niets. De keuze voor 4 kilometer sluit aan bij de keuze van de steden (Almelo en Hengelo) in de regio. Van de 4 uitwerkingen is dit het scenario, waarbij de wijzigingen het minst ingrijpend zijn, de besparingsmogelijkheden zijn hierbij echter ook het geringst. Scenario 2, afstand naar 4km. niet geïndiceerde leerlingen allemaal in het OV Kiezen voor 4 km, daarnaast iedereen die alleen op basis van het afstandscriterium in aanmerking komt een vergoeding verstrekken voor het OV/OV met begeleiding, of een fietsvergoeding. Scenario 3, afstand naar 6km. en niet geïndiceerde leerlingen v/a 9 jaar in het OV Kiezen voor 6 km, daarnaast iedereen van 9 jaar en ouder, die alleen op basis van het afstandscriterium in aanmerking komt, een vergoeding verstrekken voor het OV/OV met begeleiding, of een fietsvergoeding. Voor leerlingen onder de 9 jaar, die alleen op basis van het afstandscriterium in aanmerking komen wijzigt er niets. De keuze voor 6 kilometer sluit aan bij de wettelijke norm en bij de keuze die gemaakt is in diverse gemeentes in ons land. Scenario 4 afstandscriterium naar 6km. en niet geïndiceerde leerlingen in het OV Kiezen voor 6 km, daarnaast iedereen die alleen op basis van het afstandscriterium in aanmerking komt een vergoeding verstrekken voor het OV/OV met begeleiding, of een fietsvergoeding. Dit scenario kent van de 4 de grootste besparingsmogelijkheid en komt het meest tegemoet aan de ambitie: het vergroten van zelfredzaamheid van ouders en kinderen, het alleen ondersteunen indien nodig, zo licht en zo nabij mogelijk. Dit is echter ook de optie met de ingrijpendste wijzigingen voor de grootste groep (zowel voor ouders, kinderen als ook voor scholen). 4

Samengevat zijn de effecten op leerlingenaantallen en financiën per scenario als volgt: Scenario s 1 2 3 4 4 km, > 9 jr in OV 4 km, alle lft in OV 6 km > 9 jr in OV 6 km alle lft in OV Leerl. met onverkort recht 700 700 700 700 Leerl. geen recht meer op llv 225 225 395 395 Leerl. met OV als vervoersvorm 90 220 46 110 bezuinigingsmogelijkheid 263.000* 327.000 337.000 382.000 * in het voorstel van 30 oktober 2012 abusievelijk een bedrag van 248.000,- opgenomen Scenario s 5 en 6 Dan is ook nog een alternatieve uitwerking denkbaar; een uitwerking die in de bespreking in de Stedelijke Commissie aan de orde kwam. Er zou voor gekozen kunnen worden om de leerlingen die alleen voor een OV-vergoeding in aanmerking komen alsnog een vergoeding voor aangepast vervoer toe te kennen, maar - daar waar combineerbaar - met grote schoolbussen te vervoeren (met een begeleider) met een beperkt aantal opstappunten. De hoogte van de besparing is o.a. afhankelijk van de bezettingsgraad van de grote schoolbussen, de bereidwilligheid van de scholen om hun schooltijden hierop af te stemmen, of en hoe leerlingen gezamenlijk wel of niet bij elkaar in de grote schoolbus te vervoeren, de totale reistijd die overbrugd moet worden enz. De uitwerking wordt hierna in 2 varianten weergegeven: Scenario 5: Het organiseren en bekostigen van vervoer zoveel mogelijk met grote schoolbussen voor al die leerlingen die alleen op grond van het afstandscriterium in aanmerking komen (en dus geen indicatie hebben voor aangepast vervoer op grond van een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke beperking). Scenario 6, de variant die tijdens de inspraak door de SBO scholen als variant is aangegeven: Het organiseren en bekostigen van vervoer met grote schoolbussen voor alleen de leerlingen van de 3 SBO scholen, die alleen op grond van het afstandscriterium in aanmerking komen (en dus geen indicatie hebben voor aangepast vervoer op grond van een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke beperking). Waarbij leerlingen uit groep 8 allemaal met het Openbaar Vervoer gaan. Met de betrokken SBO scholen is afgestemd welke uitgangspunten gehanteerd worden m.b.t. aanvangstijden van scholen, het combineren van leerlingen, opstapplaatsen, begeleiding e.d. De volledige lijst uitgangspunten is opgenomen in bijlage 2. In navolgend overzicht zijn de besparingsmogelijkheden weergegeven voor de kilometergrenzen van 2, 3 en 4 km. Uitwerking voor de kilometergrens van 6 km.levert vanwege het geringe aantal te vervoeren leerlingen dusdanige efficiency-nadelen op dat deze niet is opgenomen. 2 km 3 km 4 km Scenario 5 Bezuinigingsmogelijkheid 68.000.- 158.000.- 235.000.- Scenario 6 Bezuinigingsmogelijkheid 75.000,- 171000.- 229.000.- NB genoemde bedragen bij 3km en 4 km zijn inclusief de bedragen die bezuinigd worden door ophoging van de km grens, hierdoor vervalt voor een aantal leerlingen het recht op vervoer. Voorstel 1 In het collegevoorstel van 30 oktober hebben wij u voorgesteld te kiezen voor scenario 4. Scenario 4 komt het meest tegemoet aan de ambitie: het vergroten van zelfredzaamheid van ouders en kinderen, het alleen ondersteunen indien nodig, zo licht en zo nabij mogelijk. Daarnaast kent dit scenario de grootste besparingsmogelijkheid en komt dit het meest overeen met de wettelijk norm Bij de behandeling van de Programmabegroting op 12 november 2012 heeft uw raad een amendement leerlingenvervoer aangenomen om meer mogelijkheden te hebben voor het vervoer naar school voor kinderen onder de 9 jaar die buiten de kilometergrens wonen. In aansluiting op dit amendement stellen wij u daarom met onderhavig voorstel voor te kiezen voor scenario 3, d.w.z. het afstandscriterium naar 6 kilometer en leerlingen vanaf 9 jaar die niet (cf. de daarvoor geldende regelgeving) zijn geïndiceerd voor aangepast vervoer, in aanmerking te laten komen voor een OV-vergoeding of een fietsvergoeding 5

4.4 Wijze van indicatiestelling Het afstandscriterium geldt, ongeacht de soort onderwijs en ongeacht de leeftijd niet voor leerlingen die vanwege lichamelijke, zintuiglijke, of verstandelijke beperking niet of niet zelfstandig naar school kunnen (d.w.z. met een indicatie voor aangepast vervoer of openbaar vervoer met begeleiding). Voor alle overige leerlingen geldt dat als zij dichterbij school wonen dan de in de verordening genoemde afstand, zij niet in aanmerking komen voor leerlingenvervoer. Tot op heden werd een aanvraag voor leerlingenvervoer (met de indicatie voor aangepast vervoer) voornamelijk gebaseerd op het schooladvies. Ook nu al biedt de verordening ruimte om meerdere adviezen op te vragen, echter dit wordt slechts bij hoge uitzondering gedaan. Dit is een voorbeeld van de ruimhartige vertaling van de verordening, Nu we de kilometergrenzen willen optrekken en kritischer willen kijken naar de meest passende vervoersvorm wordt het nog belangrijker om ook een eenduidiger, objectiever(e) indicatiestelling voor vervoersadviezen vast te leggen. Hierbij wordt ook de mogelijkheid van externe toetsing nadrukkelijk ingebouwd. Dit resulteert in de volgende werkwijze. De indicaties om vast te stellen welke vorm van vervoer noodzakelijk is voor leerlingen van SO en VSO worden volgorderlijk beoordeeld op basis van de volgende gegevens: 1. Schooladvies (commissie voor de begeleiding), vaak is voor leerlingen van het SO en VSO deze advisering voldoende. 2. Medische verklaringen van artsen, specialisten, psychologen of orthopedagogen die de ouder zelf indient bij aanvraag. 3. (Eventueel) extern medisch Advies. Bij twijfel kan de gemeente advisering door een onafhankelijke instantie vragen (bijvoorbeeld SKIO, Argonaut e.d.). De kosten van een onafhankelijk onderzoek bedragen circa 200,- - 250,- per consult. De indicaties om vast te stellen welke vorm van vervoer noodzakelijk is voor de overige vormen van onderwijs (waaronder SBO) worden volgorderlijk beoordeeld op basis van de volgende gegevens: 1. Medische verklaringen van artsen, specialisten, psychologen of orthopedagogen die de ouder zelf indient bij aanvraag en het schooladvies (permanente commissie leerlingenzorg) 2. (Eventueel) extern medisch Advies. Uit ervaringscijfers blijkt dat externe toetsing door een onafhankelijke instantie bij circa 1 op de 3 aanvragen aan de orde is. Dit zou een totale extra kostenpost van circa 60.000,- per jaar kunnen betekenen. De gemiddelde kosten voor een leerling in het aangepast vervoer bedragen 2.000,- per jaar. Door strikte indicatiestelling zal het aantal leerlingen in het aangepast vervoer afnemen (geldt m.n. voor SBO leerlingen). Er zal hierdoor meer sprake zijn van maatwerk. Voorstel 2 Wij stellen u voor in de nieuwe regelgeving bovenstaand beschreven bepalingen op te nemen m.b.t. een eenduidige en objectieve indicatiestelling (met mogelijkheden tot externe toetsing) en deze bepalingen strikt toe te passen. 4.5. Wijze van invoering/mogelijkheid van overgangsperiodes De invoering van een nieuwe verordening zal voor een aantal leerlingen (grote) consequenties hebben. Dit geldt met name voor leerlingen die niet meer in aanmerking komen of, alleen nog op grond van het afstandscriterium in aanmerking komen voor leerlingenvervoer. De grootste groep van deze leerlingen bezoekt één van de SBO-scholen (De Tender, De Arienschool en De Spinaker). Scholen die bedoeld zijn voor: moeilijk lerende kinderen, kinderen met opvoedingsmoeilijkheden en andere kinderen die speciale zorg en aandacht nodig hebben. Het gaat hierbij echter vaak niet om kinderen met een zintuiglijke, lichamelijke en/of verstandelijke handicap, met een indicatie voor aangepast vervoer of openbaar vervoer met begeleiding. Daarnaast zijn er ook leerlingen van de SO/VSO cluster 4 scholen die niet meer in aanmerking komen, voor de cluster 1, 2 en 3 scholen geldt dit in zeer beperkte mate. Een overgangsperiode (m.b.t. het afstandscriterium en de vervoersvorm) voor bestaande gevallen kan bijdragen aan draagvlak voor wijziging, en daarnaast klachten en bezwaren verminderen. Invoering van een overgangsperiode heeft wel gevolgen voor de uiteindelijke financiële uitwerking van de maatregelen; besparingen komen gefaseerd tot stand. Voorgesteld wordt een overgangsperiode tot 1 augustus 2014 wordt daarbij voorgesteld. Dit betekent in de praktijk dat ouders en leerlingen die nu gebruikmaken van de regeling vanaf de vaststelling van de verordening (1 januari 2013) tot 1 augustus 2014 de gelegenheid hebben om in te spelen op de wijzigingen. Voorstel 3 Wij stellen u voor de aanpassingen in de regelgeving voor de leerlingen die nu al gebruik maken van het vervoer een overgangsregeling (m.b.t. het afstandscriterium en de vervoersvorm) tot de start van het schooljaar 2014-2015 (d.w.z. 1 augustus 2014) vast te leggen. 6

6. Vervoer t.b.v. van de gymnastiekles en het zwemonderwijs Naast het reguliere leerlingenvervoer kent de gemeente Enschede ook het vervoer van leerlingen t.b.v. gymlessen en schoolzwemmen. In Enschede wordt sinds jaar en dag het vervoer naar gym- en zwemlocaties bekostigd, waarbij de praktijk is dat vervoer bekostigd wordt wanneer de afstand tot de voorziening meer dan 1.500 meter is en/of er grote verkeersbarrières zijn. In tegenstelling tot het reguliere leerlingenvervoer is het gym- en zwemvervoer geen wettelijke taak. Vervoer naar de gymnastieklessen Bij het vervoer van leerlingen naar de gymlessen gaat het om leerlingen van de groepen 3 t/m 8. Op dit moment worden leerlingen van 2 scholen (De Bothoven en de Usselerschool) structureel vervoerd naar gymlessen, de totale kosten bedragen ca 66.000,- (prijspeil 2012). Het vervoer van leerlingen van- en naar gymnastiekles is geen wettelijke verplichting, maar wordt meestal gebaseerd op de verordening Onderwijshuisvesting. Uit een uitspraak van de Raad van State in 2006 is gebleken dat de gemeentelijke zorgplicht voor een ruimte voor het onderwijs in lichamelijke oefening niet de bekostiging van het vervoer naar deze accommodatie inhoudt. Gemeenten kunnen besluiten dit niet te doen. Gezien de belasting die scholen hebben ten aanzien van het steeds complexere onderwijs dienen gemeenten wel rekening te houden met omstandigheden wanneer zij op het onderwijs bezuinigen. Bij het nemen van een dergelijk ingrijpend bezuinigingsbesluit is het redelijk dat gemeenten met het schoolbestuur de situatie, maar ook oplossingen en alternatieven bespreken. Voordat de gemeente een besluit neemt, moet bekend zijn of de school met het wegvallen van de subsidie in staat is op dezelfde wijze gymonderwijs te blijven bieden. Het niet of beperkter aanbieden van deze vorm van vervoer zal op veel weerstand stuiten bij de betrokken scholen en zet de deelname aan gymlessen onder druk. In de praktijk komt het regelmatig voor dat fiets- of loopklassen niet meer naar de gymles gaan, omdat het bijvoorbeeld regent, omdat de docent de verantwoordelijkheid voor de groep in het verkeer niet wil nemen, of omdat het te veel tijd kost. Daar waar mogelijkheden zich voordoen om voor (groepen van) deze scholen dichterbij gymlessen aan te bieden, wordt de inroostering aangepast. Vervoer naar de zwemlessen Tot voor kort werd voor groep 6 schoolzwemmen aangeboden. Bij de directies van scholen heeft het schoolzwemmen ter discussie gestaan, omdat deze activiteit relatief veel invloed heeft op het totale programma van de school. Om die reden mogen scholen m.i.v. het schooljaar 2011 2012 zelf aangeven welke groep schoolzwemmen krijgt aangeboden, zodat het schoolzwemmen beter inpasbaar is in het programma. Een deel van de scholen die deelnemen aan het schoolzwemmen wordt vervoerd. De vervoerskosten bedragen: 83.000,- (prijspeil 2012). Het niet of beperkter aanbieden van deze vorm van vervoer zal op veel weerstand stuiten bij de betrokken scholen en zet de deelname aan schoolzwemmen (nog meer) onder druk. Het schoolzwemmen kost relatief veel tijd, de beschikbare tijd voor de cognitieve vakken komt daarmee naar de mening van enkele scholen nu al te veel onder druk te staan. Scholen niet vervoeren zou er uiteindelijk toe kunnen leiden dat de activiteit schoolzwemmen geen deelnemers meer kent. Voorstel 4 Voorgesteld wordt het vervoer naar de gymnastieklessen en het schoolzwemmen te handhaven met strikte toepassing van de regels en het vervoer in te roosteren buiten de piektijden. Daar waar mogelijkheden zich voordoen wordt deze vorm van vervoer afgebouwd. 7. Hardheidsclausule In een nieuwe verordening wordt ook een hardheidsclausule opgenomen, hierbij blijft de mogelijkheid tot het toepassen van maatwerk in bijzondere situaties mogelijk. Deze clausule geeft het college de mogelijkheid om in individuele gevallen in positieve zin af te wijken vanwege de naar zijn oordeel bijzondere omstandigheden. In alle berekeningen en uitwerkingen van scenario s en varianten daarop is steeds uitgegaan van een correctie van 10%, d.w.z. dat er van uitgegaan wordt dat 10% van de leerlingen die gevolgen ondervinden op grond van de hardheidsclausule alsnog een toekenning krijgen. 8. Communicatie Vooruitlopend op de besluitvorming is op 4 oktober jl. voor de raadsleden een informatiebijeenkomst leerlingenvervoer georganiseerd over de toekomst van het leerlingenvervoer. Hiervoor zijn de onderwijswoordvoerders van de verschillende partijen uitgenodigd. In deze bijeenkomst is de raadsleden het wettelijk kader en de regeling m.b.t. het leerlingenvervoer zoals die nu in Enschede 7

geldt nader toegelicht. Daarnaast zijn de raadsleden geïnformeerd over de keuzes en aanpassingen die in het huidig beleidsmatige kader m.b.t. leerlingenvervoer mogelijk zijn. Tijdens het tweede deel van de bijeenkomst waren betrokkenen uit het veld aanwezig: vertegenwoordigers van ouders, vervoerders en onderwijsinstellingen. In dat deel zijn raadsleden en externe betrokkenen met elkaar in gesprek gegaan over de praktische gevolgen van de mogelijke keuzes t.a.v. het leerlingenvervoer. Na de besluitvorming in het college over het voorstel aan de Raad, waarbij ook gevraagd wordt de verordening vast te stellen, is het voorstel op 5 november 2012 in het randprogramma van de Stedelijke Commissie technisch toegelicht. Ook voor de meest betrokken SBO-scholen is een informatiebijeenkomst gehouden. Voor alle andere scholen is een bijeenkomst op 6 december gehouden om de ontwikkelingen toe te lichten. Direct na de vaststelling van de verordening (streefdatum 1 januari 2012) moet er voortdurend aandacht zijn voor de communicatie en voorlichting richting ouders van leerlingen. Nieuwe aanvragen in het kader van de regeling vervoer worden vanaf het schooljaar 2013-2014 getoetst aan de nieuwe verordening, voor bestaande gevallen is dit vanaf het schooljaar 2014-2015 het geval. 9. De aanbesteding De nieuwe verordening dient mede als basis voor de aanbesteding van de nieuwe contracten voor het leerlingenvervoer (ingangsdatum 1 augustus 2013). De voorbereidingen voor de aanbesteding moeten begin 2013 worden opgestart. Voorafgaand daaraan wordt er een marktconsultatie met vervoerders gehouden, hierbij worden zij ook ingelicht over de aanpassingen in de regelgeving. Binnen de regio en onder regie van de Regio Twente wordt momenteel gewerkt aan een haalbaarheidsonderzoek voor het bundelen van diverse vormen van kleinschalig vervoer (Regiotaxi, AWBZ-begeleiding, WSW, WMO en LLV). De uitkomsten van dit onderzoek worden betrokken bij het voorstel aan uw college. De verwachting is dat een eventuele regiobrede aanbesteding van meerder vormen van kleinschalig vervoer niet op korte termijn geëffectueerd wordt. Tot slot moet nog opgemerkt worden dat de kosten voor het leerlingenvervoer vanaf 2013 mede afhankelijk zijn van de aanbestedingsresultaten (waarbij bijvoorbeeld ook gestegen brandstofprijzen e.d. een invloed hebben). De indicaties die vanuit de branche gegeven worden zijn dat de lijn m.b.t. de prijsstijgingen van de afgelopen jaren zal worden voortgezet. 10. Afspraken met het onderwijs In de verordening worden zaken geregeld m.b.t. de regelgeving. Daarnaast is de uitvoering van het leerlingenvervoer ook afhankelijk van het beleid van scholen t.a.v. bijvoorbeeld schooltijden en invulling van studiedagen e.d. Voorgesteld wordt om hierover met de scholen in overleg te treden. Daarnaast is het wenselijk om met de scholen een aantal andere zaken af te stemmen, zoals de gewijzigde invulling van de indicatiestelling. Voorgesteld wordt om met de scholen in gesprek te gaan en afspraken met elkaar vast te leggen over deze en andere zaken. 8

Bijlage 1: berekeningen scenario s 1 t/m 4 Inleiding In deze bijlage worden de berekeningen m.b.t. de bezuinigingsmogelijkheden, die zijn verwerkt in het raadsvoorstel, nader toegelicht. De uitwerking van de effecten (zowel wat betreft financiën als wat betreft aantallen leerlingen) zijn aannames gebaseerd op ervaringscijfers van andere gemeentes, toegepast op het Enschedese bestand van leerling dat op dit moment (peildatum juni 2012) in aanmerking komt voor de regeling leerlingenvervoer. Gevolgen wijziging afstandcriterium Wanneer een kind een lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke handicap heeft, waardoor het niet zelfstandig met het openbaar vervoer kan reizen, geldt het afstandscriterium niet (dit geldt voor naar verwachting circa 700 kinderen). Om de kilometergrens te verhogen staan verschillende scenario s open. In theorie zijn daarbij alle afstanden mogelijk, zolang die afstand maar niet meer dan 6 kilometer is. Bij de uitwerking is gekozen voor de varianten 3, 4 en 6 kilometer (de meest gehanteerde afstandscriteria in het land). 3 km 4 km 6 km LL waarvan recht 145 225 395 vervalt Bedrag per ll per dag 8 8,- 8,- Aantal dagen per jaar 200 200 200 Bruto besparing 232.000 360.000 632.000 HHC 10% 23.000 -/- 36.000 -/- 64.000 -/- Efficiency 3 km -20% 42.000 -/- Efficiency 4 km -25% - 81.000 -/- - Efficiency 6 km -40% - - 228.000 -/- Indicatiestelling (-60000) 60.000.- 60.000 -/- 60.000 -/- Netto besparing 107.000.- 183.000,- 280.000 HHC: op grond van de hardheidsclausule zal een aantal aanvragen alsnog worden verleend. Efficiencyverlies: er is sprake van een efficiency verlies, omdat de vervoerder kosten maakt voor het vervoer van een lager aantal leerlingen over een langere afstand per leerling (afstand van woning naar school). Indicatiestelling: Uit ervaringscijfers blijkt dat externe toetsing door een onafhankelijke instantie bij circa 1 op de 3 aanvragen aan de orde is. Dit zou een totale extra kostenpost van circa 60.000,- per jaar kunnen betekenen. Toewijzing passende vervoersvorm Nadat is vastgesteld dat een leerling recht heeft op leerlingenvervoer moet de bekostiging worden bepaald. Dit gebeurt op basis van de meest passende vorm van vervoer.het uitgangspunt voor passend vervoer is dat elke leerling geacht wordt gebruik te maken van het openbaar vervoer. Een handicap, maar ook onbereikbaarheid van openbaar vervoer of een te lange reistijd, kunnen redenen zijn waarom iemand niet van het openbaar vervoer gebruik kan maken Het gaat om de volgende aantallen en financiën: Uitwerking 1: strikte toepassing van de wet: al deze leerlingen in het OV (of fietsvergoeding): Uitwerking 1 3 km 4 km 6 km Leerlingen die 290 220 110 gevolgen ondervinden Bruto bezuiniging 326.000 268.000 153.000 HHC 10% 33.000 -/- 27.000 -/- 16.000 -/- Efficiency 3km 40% 117.000 -/- Efficiency 4km 40% 97.000 -/- - Efficiency 6km 25% - 35.000 -/- Netto besparing 176.000 144.000 102.000 9

Uitwerking 2: oudere leerlingen, vanaf 9 jaar in het OV (of fietsvergoeding): Uitwerking 2 3km 4 km 6 km Leerlingen die 119 90 46 gevolgen ondervinden Bruto bezuiniging 155.000 105.000 80.000 HHC 10% 16.000 -/- 11.000 -/- 8.000 -/- Efficiency 3km 35% 49.000 /-/ Efficiency 4km 30% 29.000 -/- Efficiency 6km 20% 15.000 -/- Netto besparing 90.000 80.000 57.000 NB. Varianten op deze uitwerking voor 4 en 6 kilometer, d.w.z. variëren met leeftijdsgrenzen zijn uitgewerkt in bijlage 3. HHC: op grond van de hardheidsclausule zal een aantal aanvragen alsnog worden verleend. Efficiencyverlies: er is sprake van een efficiency verlies, omdat de vervoerder kosten maakt voor het vervoer van een lager aantal leerlingen over een langere afstand per leerling (afstand van woning naar school). Gecombineerde keuzes Samengevat zijn de effecten op leerlingenaantallen en financiën per scenario als volgt. In deze 4 scenario s, die ook in het raadsvoorstel zijn verwerkt, is uitgegaan van het combineren van de 4 en 6 km. varianten en de wijziging van de passende vervoersvorm met leeftijdsgrens 9 jaar. Scenario s 1 2 3 4 4 km, > 9 jr in OV 4 km, alle lft in OV 6 km > 9 jr in OV 6 km alle lft in OV Leerl. met onverkort recht 700 700 700 700 Leerl. geen recht meer op llv 225 225 395 395 Leerl. met OV als vervoersvorm 90 220 46 110 bezuinigingsmogelijkheid 263.000* 327.000 337.000 382.000 * In het voorstel van 30 oktober 2012 is abusievelijk een bedrag van 248.000.- opgenomen. 10

Bijlage 2: toelichting uitgangspunten en uitkomsten scenario s 5 en 6 Met de betrokken SBO scholen is afgestemd hoe het door hen geschetste alternatief bedoeld is en welke uitgangspunten gehanteerd worden m.b.t. aanvangstijden van scholen, het combineren van leerlingen, opstapplaatsen, begeleiding e.d. Deze uitgangspunten zijn vervolgens gehanteerd bij de uitwerking van zowel scenario 5 als scenario 6: De doelgroep van het voorstel wordt gevormd door: o Alle leerlingen die nu met de schoolbussen gaan o Alle leerlingen die nu met taxibusjes naar school worden vervoerd. o Uitgezonderd zijn dus leerlingen met fiets, OV- of kilometervergoeding Vervoer vindt plaats via opstapplaatsen, waarbij het huidig aantal opstappunten het uitgangspunt vormt. Waar mogelijk, kan het aantal opstappunten worden teruggebracht, maar de inschatting is dat dit niet op grote schaal het geval zal zijn. Het wordt als onhaalbaar beschouwd om alle 3 scholen te combineren, belangrijkste redenen: Scholen liggen daarvoor te ver uit elkaar: aanvangs- en eindtijden moeten op elkaar worden aangepast, waarbij de tijden van de 3 scholen steeds een interval van minimaal 15 minuten (wenselijker is 20 minuten) uit elkaar moeten liggen. De reistijd van de kinderen wordt in en combinatie van 3 scholen te veel verlengd. Voor de vervoersvoorziening kunnen wel de leerlingen van de Spinaker/de Tender worden gecombineerd. Dit mede in verband met de lestijden (o.a. Hoorns model ) Het onderling afstemmen van de aanvangs- en eindtijden van de Tender en Spinaker is bespreekbaar, binnen de marge van 15-20 minuten. Leerlingen van de Dr. Ariensschool worden in het voorstel apart vervoerd met schoolbussen. Alle leerlingen uit groep 8 ontvangen in het voorstel een vergoeding op basis van OV, De begeleiding op de bussen wordt, in tegenstelling tot wat de brief aangeeft, niet verzorgd door het SBO, maar wordt verzorgd door en komt voor rekening van de Gemeente Enschede. Uitkomsten Scenario 5 en 6 Het organiseren en bekostigen van vervoer met grote schoolbussen voor die leerlingen die alleen op grond van het afstandscriterium in aanmerking komen. 2 km 3 km 4 km Scenario 5 68.000.- 158.000.- 235.000.- Bezuinigingsmogelijkheid NB genoemde bedragen bij 3km en 4 km zijn inclusief de bedragen die bezuinigd worden door ophoging van de km grens, hierdoor vervalt voor een aantal leerlingen het recht op vervoer. Als uitgangspunten zijn hiervoor gehanteerd: De leerlingen die een lichamelijke, zintuiglijke en/of verstandelijke beperking, hebben en dus geïndiceerd zijn voor aangepast vervoer, blijven onverkort het huidige recht op vervoer houden. Combineerbaar in grote schoolbussen zijn leerlingen van SBO en SO (cluster 4-)scholen waar een substantieel aantal leerlingen naar toe vervoerd wordt (meer dan 10) Overige leerlingen blijven (na toepassing van het afstandscriterium, resp. 2, 3, en 4 km) hun huidige recht behouden. Op alle aantallen is een marge van 10% op basis van de hardheidsclausule in mindering gebracht. 2 km 3 km 4 km Scenario 6 75.000.- 171.000.- 229.000.- Bezuinigingsmogelijkheid NB genoemde bedragen bij 3km en 4 km zijn inclusief de bedragen die bezuinigd worden door ophoging van de km grens, hierdoor vervalt voor een aantal leerlingen het recht op vervoer. Als uitgangspunten zijn hiervoor gehanteerd: Het organiseren en bekostigen van vervoer met grote schoolbussen voor alleen de leerlingen van de 3 SBO scholen, die alleen op grond van het afstandscriterium in aanmerking komen (en dus geen indicatie hebben voor aangepast vervoer op grond van een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke beperking). Alle leerlingen uit groep 8 gaan met het Openbaar Vervoer naar school Op alle aantallen is een marge van 10% op basis hardheidsclausule in mindering gebracht. 11

De leerlingen die een lichamelijke, zintuiglijke en/of verstandelijke beperking, hebben en dus geïndiceerd zijn voor aangepast vervoer, blijven onverkort het huidige recht op vervoer houden. Overige leerlingen blijven (na toepassing van het afstandscriterium, resp. 2, 3, en 4 km) hun huidige recht behouden. 12

Bijlage 3: mogelijke varianten binnen scenario s Hierna is n.a.v. technische vragen in onderstaande tabel uitgewerkt de bezuinigingsmogelijkheden (terugdringing van het tekort) per stapsgewijze verhoging van omslag leeftijd voor Openbaar Vervoer met begeleiding naar zelfstandig vervoer van negen jaar verhogen naar 12 jaar. De peildatum voor leeftijd is 1 augustus (start schooljaar). (Wij zijn er hierbij vanuit gegaan dat de leeftijdscategorieën 10, 11 en 12, waarvoor de wijziging geldt, een percentagegewijze verdeling kennen van respectievelijk 40%, 40%, 20% (van het totaal van de te verschuiven leerlingen)). omslagleeftijd voor OV met begeleid./onbegeleid Scenario 1 4k < 9 in AV > 9 onbeg. OV Scenario 2 4k < 9 begel in OV > 9 onbeg. OV Scenario 3 6k < 9 in AV > 9 onbeg. OV Scenario 4 6k < 9 begel in OV > 9 onbeg. OV Omslaglft 9 jr (onbegel.) 90 leerlingen Omslaglft 10 jr (onbegel. 54 leerlingen Omslaglft 11 jr (onbegel.) 18 leerlingen 263.000 327.000 337.000 382.000 241.000 305.000 326.000 371.000 219.000 283.000 315.000 360.000 Omslaglft 12 jr (onbegel.) 208.000 272.000 309.000 354.000 13