Publieke en private financiering van hoger onderwijs Ib Waterreus ORD Amsterdam, 11 mei 2006
Publieke en private financiering van hoger onderwijs
Inleiding Eind vorig jaar sloeg The Economist alarm over de Europese ambities voor de kenniseconomie: Groeiend aantal studenten, maar Weinig extra publieke middelen Geen ruimte voor inzet private middelen Risico van bezuinigingen op kwaliteit en grotere achterstand op VS: 17 van de 20 topuniversiteiten staan nu al in de VS 70% van de Nobelprijswinnaars werken in de VS China en India komen eraan... Behoefte aan nieuwe publieke en private financieringsarrangementen voor hoger onderwijs
Opbouw Verkenning van beleidsopties voor de toekomstige publieke en private financiering van het HO. In het kader van een komend advies over financiering van het onderwijs en deels gebaseerd op eerdere adviezen, zoals De helft van Nederland hoogopgeleid (2005) en Ruimte voor nieuwe aanbieders (2004). Daarbij komen de volgende onderwerpen aan bod: Ambitie: de helft van Nederland hoogopgeleid Verbetering prikkels door open bestel? De prijs van toponderwijs Beleidsopties en dilemma s
Ambitie: de helft van Nederland hoog opgeleid Utopie of haalbaar streven? Op korte termijn (2012) automatische toename omdat: nieuwe cohorten groter zijn dan vertrekkende Op langere termijn (2022) extra inspanningen vereist omdat: a) nieuwe cohorten kleiner zijn dan vertrekkende b) vertrekkende straks vaker hoogopgeleid zijn dan nu
Waarom? Beleidsdoelstelling kabinet in verlengde van EU-streven naar sterkste kenniseconomie ter wereld Verhoging ontwikkelingspeil bevolking: alle talenten benutten Maatschappelijk en economisch belang van (hoger) onderwijs Vraag van de arbeidsmarkt: toename 1,5 % per jaar (ROA)
Aanpak Optimale doorstroom binnen en tussen alle niveaus van het onderwijsbestel Meer verscheidenheid en hoger rendement in het hoger onderwijs Meer werkenden en niet-werkenden naar het hoger onderwijs: een leven lang leren Kortom: behoefte aan meer maatwerk en differentiatie. Bijvoorbeeld door: verhoging productiviteit (betere prikkels) en/of meer financiële middelen
Betere prikkels door een open bestel? Te verwachten effecten kansen op meer maatwerk meer keuzemogelijkheden lagere kosten hoger rendement meer prikkels voor innovatie meer variatie in kwaliteit (extra kwaliteit). risico s dat opleidingen verdwijnen (kapitaalvernietiging, verschraling) risico dat budgetten versnipperen over meer instellingen en meer opleidingen
Aandachtspunten bij open bestel Ongelijk speelveld: kruissubsidies tussen opleidingen en tussen onderzoek en onderwijs Bekostiging van opleiding of instelling Welke onrendabele opleidingen moet de overheid (extra) bekostigen om in stand te houden Financiële toegankelijkheid bij collegelddifferentiatie; studiefinanciering Regionale toegankelijkeid; voorkomen regionale monopolies (met name in hbo)
Meer ruimte voor nieuwe aanbieders Niet volledig vrij: Vanwege genoemde risico s geen volledig vrije toetreding, maar een voorkeur voor model dat de nadelen van het huidige gesloten bestel ondervangt. Gereguleerde toetreding: Combinatie van de mogelijkheid dat nieuwe aanbieders voor een opleiding bekostiging krijgen en de mogelijkheid dat bestaande aanbieders de bekostiging voor een opleiding verliezen. Vereisten voor bekostiging: Voldoen aan bekostigingsvoorwaarden. Voldoende ruimte in bekostigde deel.
Toponderwijs heeft een prijs HO in de VS is gemiddeld twee keer zo duur, de prijs van topuniversiteiten ligt nog aanzienlijk hoger. Verschil zit in hogere private bijdrage: Hogere collegegelden Eigen vermogen dat private universiteiten hebben opgebouwd uit legaten en schenkingen; Studenten op private universiteiten ontvangen een vergelijkbare subsidie als studenten op publieke universiteiten
Internationale vergelijking publieke en private bijdragen Uitgaven tertiair onderwijs als percentage van het BBP (2002) 3 2 1 0 Publiek Privaat Totaal Nederland Referentie VS
Internationale vergelijking publieke en private bijdragen (2) Uitgaven tertiair onderwijs in US dollars per student (2002) 20000 15000 10000 5000 0 Totaal Nederland Referentie VS
Kosten en prijzen universiteiten VS (in US dollars), Winston 1999 Gemiddelde kosten Gemiddelde prijs Gemiddelde subsidie Publieke instellingen 9.900 1.200 8.700 Private 14.200 6.500 7.700 instellingen Top 10% 28.500 5.700 22.800 Onderste 10% 7.900 6.100 1.800
Beleidsopties en dilemma s (1) Voor de toekomstige financiering van het hoger onderwijs zijn verschillende mogelijkheden: Handhaving status quo: Verdeling beperkte publieke middelen over groeiend aantal studenten, beperkte private bijdrage Risico van kwaliteitsdaling en vertrek van studenten naar buitenland (brain drain naar Grieks model) Meer publieke bekostiging (Scandinavisch model) Betekent fors hogere collectieve lasten of bezuinigingen op andere (onderwijs)sectoren Risico van vertrek na afloop van studie
Beleidsopties en dilemma s (2) Gedifferentieerde inzet publieke bekostiging (NWOmodel voor onderwijs): Extra bekostiging voor topstudies met maatschappelijke meerwaarde Risico van hoge verdelingskosten en uitval of andere beroepskeuze van studenten Meer private bekostiging: Collegegelddifferentiatie, bijdragen van bedrijven en particulieren Risico s voor toegankelijkheid en voortbestaan studies met maatschappelijke meerwaarde
Conclusies Zoeken naar balans tussen publieke en private financiering van hoger onderwijs: Externe effecten en kapitaalmarktimperfecties rechtvaardigen publieke bijdrage. Grotere private bijdrage mogelijk mits toegankelijkheid gewaarborgd blijft Toezicht vereist om kwaliteit en keuzevrijheid te garanderen
Vragen? Voor meer informatie of het bestellen van publicaties Kijk op: www.onderwijsraad.nl