Inleiding Noodplanning Peter Huygaerts Adviseur FOD Binnenlandse Zaken - Dienst Civiele Veiligheid provincie Vlaams-Brabant
1963 Wet betreffende de civiele bescherming - art. 1 De civiele bescherming omvat alle civiele maatregelen en middelen n die moeten dienen om de bescherming en het voortbestaan van de bevolking te verzekeren, en om 's lands patrimonium te vrijwaren in geval van gewapend conflict. Zij heeft ook tot doel bij rampspoedige gebeurtenissen, catastrofen en schadegevallen, te allen tijde personen bij te staan en goederen te beschermen. 1967 4- fazig verwittigingsschema 1970 Provinciale OH-plannen 1971 K.B. betreffende de coördinatie van de operaties 1982 Seveso I - richtlijn 1984 België sluit verdragen met buurlanden 1987 Seveso I - Wet
1990 K.B. ivm de rampenplannen voor hulpverlening M.O. 1991 Nationaal nucleair noodplan 1997 Seveso II - richtlijn 2001 Samenwerkingsakkoord Seveso II 2003 nieuw nationaal nucleair noodplan wetswijziging in wet 1963 : opstellen van rampenplannen voor hulpverlening 2007 Wet civiele veiligheid
Wet van 28 maart 2003 tot wijziging van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming: artikel 2 ter gemeenten + provincies algemeen rampenplan voor hulpverlening bijzondere rampenplannen voor hulpverlening
KB van 16 februari 2006 betreffende de nooden interventieplannen Doel: - principes van de noodplanning actualiseren - werkinstrument ter beschikking stellen - terminologie en inhoud harmoniseren
Bevoegde Overheid: Burgemeester Gouverneur Minister van Binnenlandse Zaken
Soorten plannen Nood- en interventieplan (NIP) / \ ANIP BNIP Monodisciplinair interventie plan Intern Noodplan
Noodsituatie elke gebeurtenis die schadelijke gevolgen voor het maatschappelijk leven veroorzaakt of veroorzaken kan, zoals een ernstige verstoring van de openbare veiligheid, een ernstige bedreiging ten opzichte van het leven of de gezondheid van personen en/of ten opzichte van belangrijke materiële belangen, en daarbij de coördinatie van de disciplines is vereist om de dreiging weg te nemen of om de schadelijke gevolgen te beperken.
FASEN gemeentelijke fase provinciale fase federale fase
DISCIPLINES discipline 1: hulpverleningsoperaties discipline 2: medische, sanitaire en psychosociale hulpverlening discipline 3: politie van de plaats discipline 4: logistieke steun discipline 5: informatie
Operationele Coördinatie in de CP-Ops Dir Cp-Ops + directeurs betrokken disciplines Beleidscoördinatie in het CC De burgemeester, respectievelijk de gouverneur, wordt bijgestaan door een coördinatiecomité dat hij voorzit. Het gemeentelijk coördinatiecomité bestaat minimaal uit: de ambtenaar verantwoordelijk voor de noodplanning de verantwoordelijke van elke discipline, aangeduid door elke discipline zelf.
De veiligheidscel Er wordt een veiligheidscel per gemeente en per provincie opgericht. Deze veiligheidscellen zijn belast met de volgende taken: 1 actualiseren van de nood- en interventieplannen en de bestemmelingen ervan op de hoogte brengen 2 organiseren van oefeningen 3 evalueren van noodsituaties en oefeningen 4 opmaken van de risico-inventaris en -analyse 5 organiseren van de voorafgaande informatie over de noodplanning.
Samenstelling Veiligheidscel De gemeentelijke veiligheidscel is minimaal samengesteld uit: - de burgemeester - de vertegenwoordiger van elke discipline - de ambtenaar verantwoordelijk voor de noodplanning, die tevens instaat voor het secretariaat
4 omzendbrieven NPU-1 van 26 oktober 2006 betreffende de nood- en interventieplannen NPU-2 van 30 maart 2009 betreffende het nood-en interventieplan van de provinciegouverneur NPU-3 van 30 maart 2009 betreffende de goedkeuring van de provinciale nooden interventieplannen NPU-4 van 30 maart 2009 betreffende de disciplines
NPU-1 van 26 oktober 2006 betreffende de nood- en interventieplannen volgt de indeling van het KB en geeft uitleg
NPU-2 van 30 maart 2009 betreffende het nood- en interventieplan van de provinciegouverneur werkinstrument met als doelstelling harmonisering bedoeld voor provinciale ANIP inspiratiebron voor gemeentelijke ANIP's met beschrijvend gedeelte 1. algemeen kader (risico-inventaris, preventie) 2. voorbereiding (noodplanning) 3. beheer van de noodsituatie 4. evaluatie van oefeningen 5. grensoverschrijdende samenwerking
en structuur 1. voorwoord 2. informatie over het plan 3. voorbereiding op noodsituaties 4. beheer van noodsituaties 5. nazorg 6. debriefing van oefeningen en noodsituaties - uitwisseling van ervaring integratie van de getrokken lessen 7. bijlagen
In Vlaams-Brabant: www.crisisvlaamsbrabant.be Hier bevindt zich het publieke gedeelte en met een paswoord beschermde CRISISPORTAAL canvas met provinciale ANIP en BNIP's In te vullen canvas voor gemeenten
NPU-3 van 30 maart 2009 betreffende de goedkeuringsprocedure van de provinciale nood- en interventieplannen Ontvangst NIP op de A.D. Crisiscentrum Ontvankelijkheidsonderzoek Indien ontvankelijk Indien onontvankelijk Onderzoek ten gronde Aanpassing noodplan Geen substantiële verbeterpunten Advies van goedkeuring door de minister Na akkoord Minister Aanpassing noodplan Onderzoek van de aanpassingen Goedkeuring van het NIP bij Ministrieel Besluit Geen substantiële verbeterpunten Na akkoord Minister Advies van goedkeuring door de minister Goedkeuring van het NIP bij Ministrieel Besluit Substantiële verbeterpunten Advies van niet-goedkeuring voor de minister Na akkoord Minister Niet-goedkeuring van het NIP bij Ministrieel Besluit
NPU-4 van 30 maart 2009 betreffende de disciplines Verder uitwerken van bepalingen en principes. Hulpmiddel voor het uitwerken van de monodisciplinaire plannen. 1. voorbereiding van het beheer van een noodsituatie samenwerking opleiding en oefeningen veiligheid van de hulpverleners
2. beheer van een noodsituatie aankomst ter plaatse operationele coördinatie o.a. -CP-Ops - zonering - herkenbaarheid op het terrein beleidscoördinatie communicatie 3. monodisciplinair interventieplan
Nationaal nucleair noodplan Nucleair en radiologisch noodplan voor het Belgisch grondgebied Koninklijk besluit van 17 oktober 2003 (BS 20-11-03) Interventiewaarden (FANC) (BS 24-11-03) Toepassingsgebied: Ongevallen in Belgische nucleaire installaties Radioactieve lozingen in het buitenland Incidenten bij vervoer van radioactieve producten Radiologische noodsituaties n.a.v. ruimtetuigen of militaire installaties Radiologische noodsituaties n.a.v. terroristische daden Toepassing: van zodra de bevolking het risico loopt blootgesteld te worden aan: Externe bestraling door radioactieve bronnen, luchtbesmetting en/of afgezette radioactiviteit Interne bestraling door inademing van besmette lucht en/of door inname van besmet voedsel en/of drinkwater
Verplichting voor de exploitant: elk incident, hoe miniem ook, aan de overheid te melden Niveau:NO,N1,N2,N3,NR Het bepalen van het alarmniveau door de overheid:u1,u2,u3,ur Notificatie- en urgentieniveau's N1 U1 Invloed lozingen buiten site verwaarloosbaar geen maatregelen N2 U2 Lozingen hebben beperkte invloed buiten site eventueel maatregelen voor de landbouw N3 U3 Lozingen vereisen eventueel maatregelen voor bevolking en landbouw NR UR Gebeurtenissen met verspreiding van rad. stoffen met blootstelling binnen de 4 uur
Maatregelen voor de bescherming van de bevolking bij een ongeval Schuilmaatregel Inname van stabiel jodium Evacuatie Bescherming van de voedselketen Decontaminatie Aanpak jodiumverdeling in verschillende zones zone aanpak jodium-profylaxis 0-20 km Gans land jodiumtabletten naar huisgezinnen jodiumtabletten in stock in collectiviteiten stocks in lokale apotheken + interventiediensten Provinciale stocks + plan voor verdeling naar lokale distributiepunten en kindercollectiviteiten stocks bij interventiediensten centrale stock jodiumtabletten stocks jodium in apotheken (géén tabletten)
Landbouwmaatregelen 1. Preventieve = besmetting beletten door bv. Oogst voor passage wolk Vee binnenhalen voor passage wolk Stalventilatie uit voor passage wolk Voer en water afdekken voor passage wolk Controle radioactiviteit van diervoeders, water,... 2. Remediatieve = na besmetting gewassen en/of dieren = beletten besmetting van mensen, door bv: tijdelijke oogstverbod verplichte tijdelijke opslag productie diep ploegen of "ground burial" afvoer besmette grond afvoer besmette gewassen en/of dieren...
Richtwaarden voor maatregelen voor de bevolking Schuilen (max. 24 u) Inname KI Evacuatie 5-15mSv Thyroide dosis 10-50 msv 50-100 msv 50-150 msv Totale lichaamsdosis (over 24 uur) kinderen volwassenen totale lichaamsdosis (7 dagen) Richtwaarden voor interventiepersoneel Type interventie Dosis (totale lichaamsdosis) proberen max: 50 msv Dringende acties om mensenlevens streefwaarde: te redden of rampzalige 250 msv omstandigheden te voorkomen vermijden: 500 msv Dringende acties (evacuatie, openbare orde,...) streefwaarde: beroepshalve blootgestelde personen(20 msv) max. waarde: 250 msv
KB van 17 oktober 2003 tot vaststelling van het nucleair en radiologisch noodplan voor het Belgisch grondgebied
SEVESO 1974 Flixborough (Groot-Brittannië): vapour cloud explosion 1976 Seveso (Italië) 1978 Los Alfaques (Spanje): vrachtwagen met propyleen in camping 1982 Richtlijn 24 juni 1982: Seveso-I 1984 Bhopal (India): lek methylisocyanaat bij union carbide 1986 Basel (Zwitserland): enorme vervuiling van de Rijn door gecontamineerd bluswater bij Sandoz 1987 Wet 21 januari 1987: Seveso-I 1990 KB 19 juni 1990 en MO 11 juli 1990 ivm de rampenplannen voor hulpverlening: start Seveso rampenplanning 1996 Richtlijn 9 december 1996: Seveso-II 2001 Wet 22 mei 2001: samenwerkingsakkoord Seveso-II Baia Mare (Roemenië): cyanidelek in de Donau Toulouse (Frankrijk): explosie ammoniumnitraat 2003 Richtlijn 16 december 2003 tot wijziging Seveso-II richtlijn
Wet van 22 mei 2001 houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 21 juni 1999 tussen de Federale Staat, het Vlaams, het Waals en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken toepassing: inrichtingen waar gevaarlijke stoffen aanwezig zijn in hoeveelheden gelijk aan of groter dan beschreven in bijlage doel: preventie van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn beperking van de gevolgen daarvan voor mens en milieu zwaar ongeval: een gebeurtenis die een ernstig gevaar oplevert voor de gezondheid van de mens binnen of buiten de inrichting of voor het milieu en waarbij een of meer gevaarlijke stoffen betrokken zijn. procedure: kennisgeving
DREMPEL 1 BEDRIJVEN (kleine) DREMPEL 2 BEDRIJVEN (grote) Antwerpen 47 60 Limburg 19 17 Oost-vlaanderen 38 39 Vlaams-Brabant 15 07 West-vlaanderen 23 07 Brussel 05 02 Henegouwen 23 18 Luik 17 07 Luxemburg 02 02 Namen 08 03 Waals-Brabant 01 01
De minister van Binnenlandse Zaken bepaalt de parameters voor het vaststellen van de noodplanningszones waakt over de opstelling van een extern noodplan zorgt voor de informatie over te treffen veiligheidsmaatregelen en te volgen gedragslijn bij een zwaar ongeval
Model extern Seveso II noodplan 1. Informatie over het bedrijf 1.1. Algemene gegevens 1.1.1. Coördinaten Bedrijfsnaam: Adres: Telefoon: Fax: GSM: 1.1.2. Bedrijfsactiviteit 1.1.3. Aantal personeelsleden 1.1.4. Verantwoordelijken - Naam of functie van de persoon die in de commandopost Operaties (CP-Ops) zal zetelen Bereikbaarheid: Herkenbaarheid: - Naam of functie van de persoon die in het provinciaal coördinatiecomité (CC-Prov) zal zetelen Bereikbaarheid: Herkenbaarheid: - Naam of functie van de persoon die verantwoordelijk is voor de communicatie Bereikbaarheid: Herkenbaarheid:
1.2. Cartografische gegevens 1.2.1. Bedrijf/instelling/organisatie A3 met o.a. ingangen, wegen, intern crisiscentrum, alternatief crisiscentrum,... 1.2.2. Omgeving A3 met o.a. aanrijwegen, aanduiding van buurbedrijven, woonkernen, waterwegen, spoorwegen, pijpleidingen,... 1.3. Ongevallenscenario's Schematisch samenvatten: Wat kan er gebeuren? Wat zijn de mogelijke gevolgen binnen/buiten het terrein? Zonering? met aandacht voor geografische, demografische, economische factoren en andere risicovolle inrichtingen en activiteiten Wat doet het bedrijf/instelling/organisatie zelf? = maatregelen ter beheersing van de toestand of de gebeurtenis en ter beperking van de gevolgen daarvan. Wat verwacht bedrijf/instelling/organisatie van de overheid? Hoe vangt bedrijf/instelling/organisatie de overheid op?
2. Verwittigingen De regeling om de autoriteit die verantwoordelijk is voor de inwerkingstelling van het externe noodplan bij een ongeval snel in te lichten = meldingsformulier. Steeds oproep aan HC-100 waarbij volgende gegevens dienen te worden doorgegeven: - Bedrijfsnaam: -Adres: - Aard van de gebeurtenis: - Incident of zwaar ongeval?: - Slachtoffers: nee/ja aantal: - Betrokken product(en): naam: VN-nummer: - Windrichting: van.. naar Aanrijroute + toegangspoort - Gevolgen buiten de fabrieksgrenzen?: - Naam en functie van de oproeper: Bereikbaarheid: Bij zwaar ongeval (definitie Samenwerkingsakkoord) CGCCR telefonisch en per fax verwittigen
3. Maatregelenvoorbereiding Op basis van de ongevallenscenario's in 1.3 dienen de tussenkomende autoriteiten en hulpdiensten hun maatregelenvoorbereiding uit te schrijven en samen te vatten in een actiefiche. 3.1.Specifieke alarmering en verwittiging 3.2. Coördinatie 3.2.1. Operationele coördinatie - Discipline die de functie van Dir-CP-Ops uitoefent - Samenstelling CP-Ops - Mogelijke plaatsen van de CP-Ops - Specifieke aandachtspunten 3.2.2. Beleidscoördinatie - Samenstelling CC-Prov - Mogelijke plaatsen van het provinicaal crisiscentrum (PCC) - Specifieke aandachtspunten
3.3. Specifieke richtlijnen voor de autoriteiten en hulpdiensten aandacht voor bijzondere interventiemiddelen, beschermingsmaatregelen van personen en goederen 3.3.1. Discipline 1 : de hulpverleningsoperaties 3.3.2. Discipline 2 : de medische hulpverlening 3.3.3. Discipline 3 : de politie 3.3.4. Discipline 4 : de logistieke steun 3.3.4.1. Operationele eenheid van de civiele bescherming 3.3.4.2. Defensie 3.3.4.3. Indien van toepassing kan deze lijst nog worden aangevuld met andere specifieke diensten 3.3.5. Discipline 5 : informatie aandacht voor de voorafgaande informatie en de wijze en procedures van informeren van de bevolking over het voorval en/of de te volgen gedragslijn.
Het verloop van de hulpverlening bij een noodsituatie
Incident
elding van het incident aan de 112-centrale
De 112 - centrale heeft de volgende informatie nodig: Plaats Aard van de gebeurtenis Slachtoffers Eventuele betrokken gevaarlijke producten Naam en bereikbaarheid van de oproeper
De 112 - centrale bepaalt de aanrijroute en stuurt hulpdiensten ter plaatse brandweer medische dienst politie
Aankomst van de hulpdiensten op de plaats van het incident brandweer begint de search & rescue organiseert motorkapoverleg met medische dienst en politie brandweercommandant heeft de operationele leiding hulpverlening van de medische dienst pre-triage opvang van slachtoffers politie verkeersregeling handhaven openbare orde
De Interventiezone Uitsluitingsperimeter Isolatieperimeter Rode Zone Oranje Zone Ontradingsperimeter Gele Zone
Hulpdiensten in versterking Operationele leider geeft stand van zaken aan 112 - centrale 112 - centrale stuurt versterking van brandweer, medische dienst en politie stuurt civiele bescherming andere noodzakelijke diensten
Operationele Coördinatie Waar: commandopost operaties Leiding: brandweercommandant Leden: vertegenwoordiger van de verschillende hulpdiensten en van de informatiedienst Taak: feedback naar 112 het interventieterrein organiseren de multidisciplinaire hulpverlening coördineren met de bevoegde overheid contact
Taken van de verschillende hulpdiensten Brandweer beheersen van de noodsituatie Medische dienst triage en regulatie in VMP informatie over slachtoffers psycho-sociale hulpverlening Politie installeren perimeters verwittiging - evacuatie gerechtelijke opdrachten Civiele bescherming versterking logistieke bijstand Informatie pers bevolking
Beleidscoördinatie Voorbeelden: aard en omvang van de gebeurtenis aantal slachtoffers geografische uitgestrektheid beperkte middelen effecten volksgezondheid / milieu / socioeconomisch impact media verwittiging bevolking nood aan evacuatie
Niveau van de beleidscoördinatie: FASERING gemeentelijke fase - burgemeester - GCC provinciale fase - gouverneur - PCC federale fase - minister - FCC
Nazorg psycho-sociaal juridisch (aansprakelijkheid / verzekering) medisch (brandwonden) milieu (afgraven grond) rampenschade
Schuilmaatregelen S&R Pre-triage Opvang- Evacuatie VMP OUT IN centra Ziekenhuizen RV-punt CP-Ops Perscentrum CC