Nummer : 09-15.2012 Onderwerp : Windturbine 2-B Energy Korte inhoud : 2-B Energy heeft het initiatief genomen om een proefturbine op te richten in de Eemshaven. Het gaat om een offshore proefturbine in de 6 MW- klasse. Voor het verlenen van de vergunningen is Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen bevoegd gezag. Uithuizen, 6 september 2012. AAN DE RAAD. Inleiding 2-B Energy heeft het initiatief genomen om een proefturbine op te richten in de Eemshaven. Het gaat om een offshore proefturbine in de 6 MW- klasse met een ashoogte van 100 m en een rotordiameter van circa 140 m. De turbine wordt geplaatst op een vakwerkmast, heeft twee bladen en een downwindoriëntatie. Het doel van het project is het demonstreren en certificeren van dit windturbine- concept. De proefturbine wordt op de plek van een bestaande windmolen geplaatst en wel op de locatie gelegen noord westelijk boven het terrein van VOPAK. In de Eemshaven zijn reeds 88 windturbines gerealiseerd. Deze turbines hebben een gelijke uiterlijke verschijningsvorm. Twee turbines hebben een hogere as- en tiphoogte. Onderhavige turbine van 2-B Energy zal op een locatie van een af te breken bestaande turbine worden geplaatst. Op de korte termijn is er geen alternatieve locatie voor de realisatie van de windturbine beschikbaar. Rijksbeleid In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) geeft de rijksoverheid haar visie op de ruimtelijke en mobiliteitsopgaven voor Nederland richting 2040 en de manier waarop zij hiermee om zal gaan. Daarmee biedt het een kader voor beslissingen die de rijksoverheid in de periode tot 2028 wil nemen, om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig te houden. De SVIR vervangt onder meer de Nota Ruimte, de Nota Mobiliteit, de Structuurvisie Randstad 2040 en de Mobiliteitsaanpak. Het Rijk en de provincies zetten in op het ruimtelijk mogelijk maken van de doorgroei van windenergie op land tot minimaal 6.000 MW in 2020. Daarnaast zet het Rijk in op voldoende ruimte voor op termijn 6.000 MW windenergie op zee. De Derde Nota Waddenzee omvat de meest recente inzichten ten aanzien van het te voeren Waddenzeebeleid. De hoofdlijnen van het beleid voor de Waddenzee zijn in de Nota Ruimte vastgelegd, de Planologische kernbeslissing Waddenzee (PKB) vormt een uitwerking en concretisering hiervan. Kernpunt van de PKB is dat natuur en landschap duurzaam moeten worden beschermd en ontwikkeld. Het unieke open landschap moet behouden blijven. Menselijke
2 activiteiten blijven mogelijk, maar die mogen niet ten koste gaan van natuur en landschap. Natuurlijke processen hebben voorrang. Ontwikkelingen buiten de begrenzing van de Waddenzee, voor zover deze effect kunnen hebben voor de te beschermen waarden en kenmerken binnen het gebied, moeten worden getoetst aan het afwegingskader van de Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora- en faunawet. Provinciaal beleid Het Provinciaal Omgevingsplan Groningen (POP) bevat het ruimtelijke beleid voor de provincie Groningen. Dit vormt de ruimtelijke structuurvisie vanuit de Wet ruimtelijke ordening (Wro). In aanvulling op het POP is er de Provinciale Omgevingsverordening. De drie uitgangspunten van de provincie zijn een duurzame leefomgeving, het handhaven en versterken van het eigen karakter en sterke steden en een vitaal platteland voor huidige en toekomstige generaties. Windturbineparken Om het landschap te beschermen, wordt de grootschalige productie van windenergie in een aantal windturbineparken geconcentreerd. De opwekking van windenergie wordt gezien als een industriële activiteit die thuishoort op of nabij bedrijventerreinen. Inrichtingseisen voor windturbineparken. Bij de inrichting van de windturbineparken moet in het algemeen rekening worden gehouden met: - optimale benutting van de plaatsingsmogelijkheden voor windturbines binnen de aangewezen parken, die geconcentreerd zijn bij industriegebieden; - saneren en vervangen van bestaande windturbines in parken in verband met technische ontwikkelingen en schaalvergroting; - natuurbelangen, met name de invloed van en op het Waddengebied en de Vogelrichtlijn; - landschappelijke inpassing; - milieueffecten op de gebouwde omgeving, met name geluid; - landbouwbelangen; - aansluiting op het elektriciteitstransportnet. Afmetingen van windturbines. Regels voor de plaatsing en afmetingen van windturbines zijn in de Provinciale Omgevingsverordening opgenomen (artikel 4.13). Hierin staat onder meer dat windturbines mogen worden opgericht in de bestaande windturbine parken, mits deze deel gaan uitmaken van een park- of lijnopstellingen, geen grotere wieklengte hebben dan twee derde van de ashoogte. Onderhavig plan voldoet hieraan. Beheer- & Ontwikkelingsplan Waddenzee. Op 30 mei 2009 is het convenant voor het Beheer- en Ontwikkelingsplan (B&O- plan) "Leven in de Wadden", de vaststelling van Deel A van het B&Oplan door alle overheden officieel afgerond. Dit B&O- plan vervangt het Interprovinciaal beleidsplan Waddenzeegebied uit 1995. In het B&O- plan Deel A worden de voornemens en doelen uit de PKB verder geconcretiseerd en gecombineerd en afgestemd met beleid van de regionale overheden, de invulling van de natuurwetgeving (Natura 2000) en de Kaderrichtlijn Water.
3 Het Maatregelenprogramma is een groeiend werkprogramma dat regelmatig wordt geactualiseerd. Deel A van het B&O- plan gaat niet in op de plaatsing van windturbines in de nabijheid van de Waddenzee. Deel B is nog niet vastgesteld. Gemeentelijk beleid Bestemmingsplan Buitengebied Noord (Eemshaven) 1993. In het vigerende Bestemmingsplan Buitengebied Noord (Eemshaven) heeft de Eemshaven de bestemming Industrieterrein. Op grond van de bestemming industrieterrein (artikel 6), mogen windturbines worden gerealiseerd met een ashoogte van 65 meter (artikel 6 lid 4 sub d). Op basis van dit bestemmingsplan is de bouw van de huidige aangevraagde turbine niet toegestaan. Bestemmingsplan Windpark Eemshaven. De bestemming van het gebied waar de nieuwe windturbine zal worden gerealiseerd, is thans geregeld in het bestemmingsplan Windpark Eemshaven. Dit is een partiële herziening van het bestemmingsplan Buitengebied- Noord (Eemshaven). Artikel 4 lid 2 onder c zegt onder andere: - op gronden die op de herzieningskaart zijn aangegeven als windturbinepark uitsluitend windturbines zijn toegestaan met een onderlinge gelijke verschijningsvorm met drie rotorbladen, een rotordiameter van maximaal 90 meter en dezelfde draairichting. - de ashoogte van de windturbines niet meer mag bedragen dan 100 meter: Op basis van dit bestemmingsplan is de bouw van de huidige aangevraagde turbine niet toegestaan en zou ook een vervanging, door de 2-B Energy turbine, niet tot de mogelijkheden behoren. Ontwikkelingsperspectief. In het Ontwikkelingsperspectief platteland en dorpen Eemsdelta staat aangegeven dat de Eemshaven een gebied is dat bij uitstek geschikt is voor windenergie en tevens voor uitbreiding ervan. De twee turbines van 6 MW van RWE/ ESSENT zijn ook landschappelijk ingepast in het aanwezige rastermodel tussen de 88 turbines van de diverse initiatiefnemers. Onderzoeken De plaatsing van de turbine van 2-B Energy heeft geen consequentie voor de bodem of voor de waterbeheersing. De geluidbelasting van de 2-B Energy turbine ligt meer dan 10 db onder die van het bestaande Windpark Westereems turbines. De plaatsing van de 2-B Energy turbine is daardoor akoestisch neutraal en leidt niet tot een significante toename van de geluidniveaus ter plaatse van de woningen van derden. Met betrekking tot de luchtkwaliteit kan worden geconcludeerd dat de luchtkwaliteit niet "in betekenende mate" zal verslechteren. Derhalve behoeft niet nader op het aspect luchtkwaliteit te worden ingegaan. Op basis van de uitgevoerde Voortoets in het kader van de Natuurbeschermingswet wordt geconcludeerd dat het vervangen van een bestaande 3 MW windturbine, model V90, door een 6 MW demonstratieturbine van het bedrijf 2-B Energy geen significant negatieve effecten veroorzaakt op de instandhoudingsdoelen van Natura 2000- gebied Waddenzee. Alleen tijdens de aanlegfase kunnen geluidseffecten tot in het beschermde gebied reiken als gevolg van heiwerkzaamheden. Deze werkzaamheden zijn tijdelijk en zorgen voor versto-
4 ring van een klein deel van het leefgebied (rust- en foerageergebied) van vogels. Effecten op broedende vogels in het Eemshavengebied dienen te worden voorkomen. Ook ten opzichte van externe veiligheidsrisico, slagschaduw en radarbeïnvloeding kan worden geconcludeerd dat de bouw en het gebruik van de 2-B Energy turbine geen negatieve beïnvloeding veroorzaakt. Verschijningsvorm (Ruimtelijke onderbouwing). De windturbine heeft aan de mastvoet een diameter van 18,5 m. Dit is beduidend dikker dan de masten van de bestaande turbines. In het beeld op korte afstand (korter dan 1,5 km) valt de turbine op doordat hij vrij massief is en steunt op drie pijlers. Bovendien heeft de windturbine twee wieken, waardoor hij afwijkt van het algemene beeld van de windturbines in de Eemshaven. Omdat het echter om een turbine gaat in een context met vele andere windturbines in een industriële setting van de Eemshaven, zal het verschil in verschijningsvorm landschappelijk gezien niet wezenlijk opvallen, althans volgens de ruimtelijke onderbouwing. Ten aanzien van het bestaande Windpark Westereems is - in de daarvoor verleende Natuurbeschermingswetvergunning - door het bevoegd gezag geconcludeerd dat het park past bij het industriële karakter van de Eemshaven en geen afbreuk doet aan het landschappelijk schoon van de Waddenzee. Aangezien het aanzien van het park door de nieuwe turbine niet wezenlijk verschilt, kan deze conclusie ook getrokken worden ten aanzien van de toekomstige situatie. De nieuwe turbine heeft ten opzichte van de huidige situatie dus geen wezenlijk effect op de landschappelijke schoonheid en de weidsheid van de Waddenzee. Landschappelijk gezien zijn er weinig bezwaren tegen de inpassing van de windturbine in de Eemshaven. Hoewel de verschijningsvorm van de turbine anders is en dat zeker op korte afstand wordt beleefd, is de totale landschappelijke context dusdanig, dat deze nieuwe turbine daar goed in kan worden opgenomen. Daar er sprake is van een downwind oriëntatie van de turbine is de draairichting van de 2-B Energy turbine in tegengestelde richting ten opzichte van de huidige turbines van Westereems. Daarom is de turbine ook geplaatst in het midden van de aanwezige windmolens zodat het zicht op de 2-B turbine zowel van de zuidkant als van de noordkant wordt belemmerd. Gelet op het karakter van het gebied waar de windturbine wordt geplaatst - een industrieel gebied, met veelal massieve en soms hogere bebouwing (bijvoorbeeld de centrale van Electrabel, de centrales van Nuon en RWE en de VOPAK terminal) en vele windturbines die de skyline markeren - zal de windturbine op aanvaardbare wijze kunnen worden ingepast. Verschijningsvorm (gemeentelijk standpunt) Eind 2011 is op bestuurlijk niveau specifiek gekeken naar de verschijningsvorm van de turbine van 2-B Energy middels een 3D model presentatie. Onder andere is gekeken naar de kleurstelling, de verschijningsvorm en de locatie. In de Ruimtelijke onderbouwing wordt de mogelijke plaatsing van de 2-B Energy turbine gemotiveerd vanuit het perspectief dat de turbine geen verstoring oproept en qua verschijningsvorm en inpassing weinig bezwaren zal oproepen.
5 Ten behoeve van de realisatie van het huidige windmolenpark zijn een aantal uitgangspunten gesteld, namelijk (raad 9 september 1999): - het aantal wieken en de draairichting van de wieken diende van alle molens hetzelfde te zijn; - tevens moest de ashoogte en de kleurstellig conform zijn. Op basis van deze uitgangspunten zou de aanvraag van 2-B Energy niet gerealiseerd kunnen worden. Derhalve is destijds tijdens de presentatie door de gemeente voor een andere benadering gekozen. De gemeentelijke benadering was dat de Eemshaven uitermate geschikt is voor diverse modellen van off shore turbines, zeker indien je daarbij telt dat de Eemshaven een zeer gunstige ligging heeft om de turbines vanuit de Eemshaven te transporteren naar de locaties op zee. Een andere reden is dat de off shore turbines ook gebouwd zouden kunnen gaan worden in de Eemshaven. Productie van off shore tubines is een afzonderlijke vorm van bedrijvigheid. En vanwege een toename van de werkgelegenheid heeft deze bedrijvigheid weer gunstige invloeden voor onze regio. Daar deze off shore turbines in sommige gevallen een andere vorm hebben dan de reguliere turbines op land, zou je deze turbines juist moeten willen accentueren, bijvoorbeeld door de kleurstelling. De draairichting en de vorm van de mast (vakwerk) zijn reeds anders dan de turbines van bijvoorbeeld RWE/ ES- SENT. Het gemeentelijk standpunt is dan ook dat de plaatsing van de 2-B Energy gemotiveerd dient te worden vanuit het standpunt dat het plaatsen ervan grote voordelen heeft voor de regio, daarnaast geen negatieve effecten heeft en dat je daardoor het verschil ten opzichte van de aanwezige turbines zou moeten accentueren. Een voordeel hiervan is dat je de ruimtelijke onderbouwing ook voor andere modellen off shore windturbines kunt motiveren met een afwijkende vorm ten opzichte van de nu aanwezige turbines. Procedureel. Bij brief van 25 mei 2012 is door gedeputeerde staten van de provincie Groningen verzocht, aan de raad van de gemeente Eemsmond, om een (ontwerp) vvgb (artikel 2.27 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) jo. artikel 6.5. Besluit omgevingsrecht (Bor) ten behoeve van de bouw van een off shore windturbine van 6 MW door 2-B Energy af te geven. Bedoeld ontwerp is nodig daar de realisatie van deze turbine in strijd is met het bestemmingsplan Buitengebied Noord (Eemshaven). Genoemd ontwerp wordt verzonden naar de provincie en wordt met de overige ontwerpvergunningen ter visie gelegd overeenkomstig de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Door invoering van de Chw is de Elektriciteitswet 1998 gewijzigd en artikel 9 e ingevoegd. Op grond van artikel 9e Elektriciteitswet 1998 zijn provinciale staten bevoegd voor de aanleg of uitbreiding van een productie-installatie voor opwekking van duurzame energie met een capaciteit van te minste 5 maar niet meer dan 100 MW. Na de ter visie legging door de provincie Groningen zal gevraagd worden, na standpuntbepaling op de eventuele zienswijzen, om een (definitieve) verklaring van geen bedenkingen. Aan de raad zal worden gevraagd deze definitieve vvgb te laten afgeven door het college van burgemeester en wethouders onder de
6 voorwaarde dat er geen zienswijzen worden ingediend tegen het ontwerpvergunningen, ontwerp ruimtelijke onderbouwing en ontwerp vvgb. Financiële consequenties Aan het voorstel zijn geen financiële consequenties verbonden. Voorstel De raad wordt voorgesteld de ontwerp- verklaring van geen bedenkingen (vvgb) ten behoeve van de bouw van een off shore windturbine van 6 MW van 2-B Energy af te geven met het verzoek aan gedeputeerde staten van de provincie Groningen om de onderbouwing aan te passen. Indien er geen zienswijzen worden ingediend gericht tegen de ontwerp vvgb, de ontwerpvergunningen en ontwerp ruimtelijke onderbouwing de afgifte van de definitieve vvgb te delegeren aan het college van burgemeester en wethouders van Eemsmond Burgemeester en wethouders van de gemeente Eemsmond, M. van Beek, burgemeester W.J.M. Haarsma, secretaris