Omgevingsvergunning UV

Transcriptie

1 Omgevingsvergunning UV Aanvraag Op 31 januari 2018 is een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van N.V. Waterleiding Maatschappij Limburg (WML), voor het plaatsen van twee windmolens, windpark Ospeldijk (West) op het adres Bientjesrandweg, percelen O 250 en O 402 in Ospel. De aanvraag is geregistreerd onder nummer UV De volgende stukken maken onderdeel uit van de aanvraag: - Aanvraagformulier, ingekomen op 31 januari 2018; - AIM melding, ingekomen 31 januari 2018; - Volmacht WML, ingekomen op 31 januari 2018; - Toelichting vergunningaanvraag, ingekomen op 31 januari 2018; - Ruimtelijke onderbouwing, ingekomen op 31 januari 2018; - Akoestisch onderzoek, ingekomen op 31 januari 2018; - Natuurtoets, ingekomen op 31 januari 2018; - Aanmeldingsnotitie m.e.r., ingekomen op 31 januari 2018; - EQS beschermde natuurwaarden, ingekomen op 31 januari 2018; - Onderzoek vleermuizen, ingekomen op 31 januari 2018; - Visualisaties Windpark, ingekomen op 31 januari 2018; - Radarverstoringsonderzoek, ingekomen op 31 januari 2018; - Obstakelverlichting, ingekomen op 31 januari 2018; - Slagschaduw onderzoek, ingekomen op 31 januari 2018; - Afstemming waterschap, ingekomen op 31 januari 2018; - Vooronderzoek bodem, ingekomen op 31 januari 2018; - Notitie kwetsbaar reliëf, ingekomen op 31 januari 2018; - Archeologie, ingekomen op 31 januari 2018; - Communicatie en participatieplan, ingekomen op 31 januari 2018; - Ontwerp tekening kraanopstelplaats en infrastructuur, tekeningnummer , ingekomen op 31 januari 2018; - Besluit GS delegatie bevoegdheid, ingekomen op 31 januari 2018; - Besluit aanmeldingsnotitie. Het project waarvoor vergunning wordt gevraagd is als volgt te omschrijven: - Het plaatsen van 2 windturbines; De aanvraag ziet op de realisatie van het Windpark Ospeldijk. Het is een initiatief van WML en Burgerwindpark. Het windpark bestaat uit 4 windturbines in een lijnopstelling van circa 2 kilometer met een onderlinge afstand van circa 670 meter. Beide initiatiefnemers exploiteren 2 windturbines. De locaties van de turbines zijn: X-coördinaat Y-coördinaat Turbine 1: Turbine 2: De exacte afmetingen van de windturbines zijn nog niet bekend. De vergunning kent hiervoor een bandbreedte. Deze bandbreedte kent minimum en maximum maten. De maten zijn: Minimum Maximum Ashoogte 110 meter 140 meter Rotordiameter 110 meter 145 meter Tiplaagte 55 meter - Tiphoogte meter Per windturbine wordt een fundering aangelegd met een doorsnede van maximaal 25 meter. Daarnaast worden voorzieningen gerealiseerd ten behoeve van het windpark. Omgevingsvergunning Windpark Ospeldijk (West), perceel O 250 en O 402 in Ospel - UV

2 De vergunningaanvraag ziet ook op de realisatie van de bijbehorende voorzieningen. Deze bestaan uit kraanopstelpunten, hekwerken, wegen en een inkoopstation. In Bijlage 13 bij de ruimtelijke onderbouwing is een tekening opgenomen van de bijbehorende voorzieningen. Aangevraagde activiteiten Gelet op bovenstaande omschrijving wordt vergunning gevraagd voor de volgende in de Wabo omschreven omgevingsaspecten: - Het bouwen van een bouwwerk (artikel 2.1 lid 1 a Wabo); - Het gebruiken van gronden in strijd met een bestemmingsplan (artikel 2.1 lid 1 c Wabo); - Het uitvoeren van activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving (OBM) (artikel 2.1 lid 1 i Wabo). M.e.r.-beoordeling Ingevolge artikel 7.2, eerste lid onder b van de Wet milieubeheer (Wm) worden in het Besluit milieueffectrapportage (m.e.r.) activiteiten aangewezen ten aanzien waarvan het bevoegd gezag op grond van artikel 7.17 Wm moet beoordelen of zij belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu kunnen hebben. Daarnaast worden ingevolge het vierde lid van dit artikel de categorieën van besluiten aangewezen in het kader waarvan moet worden beoordeeld of die activiteiten de hiervoor genoemde gevolgen kan hebben. In onderdeel D van de bijlage bij het Besluit m.e.r. is opgenomen in welke gevallen een plan m.e.r.- plicht geldt (plannen in kolom 3) en in welke gevallen moet worden beoordeeld of een milieueffectrapport noodzakelijk is (besluiten in kolom 4). Categorie D 22.2 ziet op de oprichting van een windturbinepark. Het project betreft 4 windturbines van een nog nader te bepalen type. Binnen de dimensies van de windturbines waarvoor wordt afgeweken van het bestemmingsplan, zijn turbines te realiseren met een vermogen van circa 3 tot 4 MW. De omgevingsvergunning biedt daarmee de mogelijkheid om een windpark te realiseren met een opgesteld vermogen van meer dan 15 MW. Op grond van de drempelwaarde opgenomen in kolom 2 moet voor het project een me.r.-beoordeling worden uitgevoerd. Ten behoeve van de m.e.r.-beoordeling is een aanmeldingsnotitie opgesteld. Het college van B&W heeft op 30 januari 2018 het besluit genomen dat een MER niet nodig is. Het m.e.r.- beoordelingsbesluit is bij de aanvraag gevoegd. Bevoegd gezag Op basis van artikel 9f lid 1 Elektriciteitswet 1998 is Gedeputeerde Staten bevoegd gezag voor de aanleg of uitbreiding van een productie-installatie voor opwekken van duurzame elektriciteit met behulp van windenergie met een capaciteit van ten minste 5 maar niet meer dan 100 MW. Zij zijn gehouden de voorbereiding en bekendmaking van besluiten, met uitsluiting van het in eerste aanleg bevoegde bestuursorgaan niet zijnde het Rijk, te coördineren. Gedeputeerde Staten van Limburg hebben echter op 22 augustus 2017 (kenmerk 2017/54408 en 99392) besloten dat lid 1 en lid 2 van artikel 9f Elektriciteitswet 1998 niet van toepassing zijn op deze productie-installatie. Daarmee is, op grond van artikel 2.4 eerste lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in samenhang met artikel 3.3 en bijlage I onderdeel C, onder categorie 20 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) de bevoegdheid bij de gemeente Nederweert komen te liggen. Ontvankelijkheid De aanvraag is aan de hand van de Mor (Ministeriële regeling omgevingsrecht) getoetst op ontvankelijkheid. Wij zijn van oordeel dat de aanvraag voldoende informatie bevat voor een goede beoordeling van de gevolgen van de activiteit op de fysieke leefomgeving. De aanvraag is dan ook ontvankelijk en verder in behandeling genomen. Procedure De besluitvormingsprocedure is uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.10 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (uitgebreide procedure). Omgevingsvergunning Windpark Ospeldijk (West), perceel O 250 en O 402 in Ospel - UV

3 Verklaring van geen bedenkingen Op grond van artikel 2.27 Wabo wijst het Bor of een bijzondere wet categorieën van gevallen aan waarvoor geldt dat een omgevingsvergunning niet wordt verleend dan nadat een daarbij aangewezen bestuursorgaan heeft verklaard dat het daartegen geen bedenkingen heeft. Omdat het hier een geval betreft als vermeld in artikel 2.27 onder j Wabo en artikel 6,5 lid 1 van het Besluit omgevingsrecht, wordt de omgevingsvergunning niet verleend dan nadat een daarbij aangewezen bestuursorgaan heeft verklaard dat het daartegen geen bedenkingen heeft. In dit kader is de gemeenteraad gevraagd om te reageren. Op 3 juli 2018 hebben wij van de gemeenteraad een verklaring ontvangen waaruit blijkt dat zij geen bedenkingen heeft tegen het verlenen van de gevraagde vergunning. De Wet Natuurbescherming (Wnb) ontheffing is voorafgaand aan de omgevingsvergunning aangevraagd. Er vindt daarom geen coördinatie plaats tussen beide vergunningstelsels. Dit betekent dat beide aanvragen apart van elkaar door de bevoegde gezagen worden behandeld en dit geval niet aanhaakt bij de Wabo. Het vragen van een verklaring van geen bedenkingen is dan ook niet van toepassing. Vooroverleg Op de voorbereiding van een omgevingsvergunning waarbij de uitgebreide voorbereidingsprocedure van toepassing is, geldt artikel 6.18 van het Besluit omgevingsrecht. In dit artikel is bepaald dat het bij bestemmingsplannen verplichte bestuurlijke vooroverleg ex. artikel Besluit ruimtelijke ordening ook wordt gevoerd bij deze besluiten. Op grond hiervan is vooroverleg over het plan geweest met het waterschap en met de provincie Limburg. Coördinatie De procedure tot verlening van de omgevingsvergunning vindt plaats met toepassing van de coördinatieregeling, zoals bedoeld in artikel 3.30 Wro. Er vindt coördinatie plaats met de procedure voor het windpark Ospeldijk(West). Voor meer informatie wordt verwezen naar het coördinatiebesluit van 13 maart Crisis- en Herstelwet Afdeling 2 van hoofdstuk 1 van de Crisis- en Herstelwet is van toepassing. Dit betekent dat bij beroepsschriften moet worden aangegeven welke beroepsgronden worden aangevoerd. Na afloop van de termijn van 6 weken kunnen geen nieuwe beroepsgronden meer worden aangevoerd. Overwegingen De aanvraag is beoordeeld aan de artikelen van de Wabo, het Besluit omgevingsrecht en de Ministeriële regeling omgevingsrecht. Gebleken is dat de aanvraag voldoet en daarom verlenen wij de gevraagde omgevingsvergunning. In de bijlage zijn de nadere inhoudelijke overwegingen opgenomen. Ter inzage legging Van 23 maart 2018 tot en met 3 mei 2018 heeft een ontwerp van deze beschikking ter inzage gelegen en van 30 maart 2018 tot en met 11 mei 2018 heeft de ontwerp verklaring van geen bedenking ter inzage gelegen. Iedereen in de gelegenheid gesteld om zienswijzen naar voren te brengen. Van deze gelegenheid is gebruik gemaakt. Voor de behandeling van de zienswijzen verwijzen we naar de bijlage Nota van antwoord zienswijzen. Geen van de ingediende zienswijzen geeft aanleiding om de beschikking te wijzigen. Besluit Burgemeester en wethouders besluiten (besluit van college en wethouders, nummer BW ), gelet op artikel 2.1 en 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en bovenstaande overwegingen de omgevingsvergunning te verlenen De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de aanvraag deel uitmaakt van de vergunning en onder de in bijlage opgenomen voorschriften. De gevraagde omgevingsvergunning wordt verleend voor de volgende activiteiten: - Het bouwen van een bouwwerk (artikel 2.1 lid 1 a Wabo); Omgevingsvergunning Windpark Ospeldijk (West), perceel O 250 en O 402 in Ospel - UV

4 - Het gebruiken van gronden in strijd met een bestemmingsplan (artikel 2.1 lid 1 c Wabo); - Het uitvoeren van activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving (OBM) (artikel 2.1 lid 1 i Wabo). Overige bijgevoegde documenten De volgende documenten worden meegezonden met het besluit en zijn als gewaarmerkte stuk bijgevoegd: - VVGB gemeenteraad Nog in te dienen gegevens en bescheiden Uiterlijk 3 maanden voor aanvang van de betreffende werkzaamheden moeten de volgende bescheiden worden ingediend: - Definitieve gegevens te bouwen windturbines; - De bouwkundige tekeningen, constructieberekeningen en constructietekeningen van de te plaatsen windmolens, inkoopstations en hekwerken; - Technische specificatie van definitieve fundatie; - Verkeers- en vervoersplan; - Definitieve veiligheidssystemen en certificering; - Sonderingen; - Effectbeoordeling geluid, slagschaduw en externe veiligheid definitieve turbine; - Nulsituatie bodemonderzoek; Uiterlijk 10 weken voor aanvang van de betreffende werkzaamheden moeten de volgende bescheiden worden ingediend: - Een goedkeuring van het Ministerie van Defensie, uit deze goedkeuring moet blijken dat het windturbineproject niet leidt tot onaanvaardbare radarverstoring. Beroepsclausule Op grond van artikel 8.3 van de Wet ruimtelijke ordening worden de omgevingsvergunningen Windpark Ospeldijk (Oost) en Windpark Ospeldijk (West) vanwege toepassing van de coördinatieregeling voor de mogelijkheid van beroep als één besluit aangemerkt. Tegen het besluit kan binnen zes weken na de dag van terinzagelegging beroep worden aangetekend. Het beroepsschrift moet worden ingediend bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. De beschikking treedt in werking nadat de termijn voor het indienen van een beroepschrift is verstreken. Op dit besluit is de Crisis en herstelwet van toepassing. Dit betekent dat in het beroepschrift moet worden aangeven welke beroepsgronden worden aangevoerd tegen het besluit. Na afloop van de termijn van 6 weken kunnen geen nieuwe beroepsgronden meer worden aangevoerd. In het beroepschrift dient te worden vermeld dat de Crisis- en herstelwet van toepassing is. Voor meer informatie wordt verwezen naar de rechstbeschermingsbijlage Rechtstreeks beroep ABRvS. Nederweert, Burgemeester en wethouders van Nederweert, Namens dezen, Afdeling Dienstverlening, H. Laveaux Dit besluit is digitaal ondertekend Omgevingsvergunning Windpark Ospeldijk (West), perceel O 250 en O 402 in Ospel - UV

5 Bijlagen: - Overwegingen en voorschriften - Nota van antwoord zienswijzen - Rechtsbeschermingsbijlage Omgevingsvergunning Windpark Ospeldijk (West), perceel O 250 en O 402 in Ospel - UV

6 Bijlage overwegingen en voorschriften behorende bij UV Inhoudsopgave 1 Overwegingen Het bouwen van een bouwwerk Het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan Het verrichten van een activiteit die behoort bij een algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving (OBM) Voorschriften Het (ver)bouwen van een bouwwerk Omgevingsvergunning Windpark Ospeldijk (West), perceel O 250 en O 402 in Ospel. - UV

7 Bijlage overwegingen en voorschriften behorende bij UV Overwegingen Aan het besluit liggen de volgende inhoudelijke overwegingen ten grondslag: 1.1 Het bouwen van een bouwwerk De omgevingsvergunning moet worden geweigerd indien de activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a Wabo niet voldoet aan de in artikel 2.10 Wabo gestelde toetsingsaspecten. Een toetsing aan deze aspecten heeft plaats gevonden. Bij het nemen van het besluit hebben wij overwogen: Uit de aanvraag is voldoende aannemelijk gebleken dat de bouwwerken voldoen aan het bouwbesulit 2012, met dien verstande dat de definitieve bescheiden met betrekking tot de uitvoering van de aangevraagde bouwwerken ten minste 3 maanden voor aanvang van de bouwwerkzaamheden worden overgelegd. Gelet hierop kan de omgevingsvergunning worden verleend. De activiteit voldoet aan de bouwverordening van de gemeente Nederweert. Gelet hierop kan de omgevingsvergunning worden verleend. De activiteit vindt plaats in een gebied waarvoor het bestemmingsplan Buitengebied Nederweert is vastgesteld. De aangevraagde activiteit is hiermee in strijd. Dit betekent dat wij de omgevingsvergunning in beginsel moeten weigeren tenzij de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke onderbouwing en de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat. Wij hebben de aangevraagde activiteit aan de hiervoor genoemde uitzondering getoetst. De resultaten van deze toetsing staan beschreven in hoofdstuk 1.2 Het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan van de beschikking. Onder verwijzing naar hoofdstuk 1.2 van deze beschikking merken wij op dat de omgevingsvergunning, gelet op artikel 2.10, lid 1 onder c en 2.12, lid 1 Wabo op deze grond kan worden verleend. Aangezien het bouwwerk is gelegen in een welstandsvrij gebied, behoeft niet getoetst te worden aan redelijke eisen van welstand. Er is op grond van jurisprudentie evenmin sprake van een welstandsexcess nu het college de maatschappelijke en politieke verantwoordelijkheid van een duurzame samenleving onderschrijft en het realiseren van het beoogde windmolenpark bijdraagt aan de doelstelling van een duurzame samenleving. Gelet hierop kan de omgevingsvergunning worden verleend. Uit het oogpunt van een zorgvuldige voorbereiding van de besluitvorming is overleg gevoerd met het Ministerie van Defensie. Uit onderzoek is gebleken dat 91% radardekking overblijft. Aan het ministerie van defensie is een verklaring van geen bezwaar gevraagd. Daarom is aan deze vergunning het voorschrift verbonden dat voorafgaand aan de start van de bouw van de windturbines door het Ministerie van Defensie een advies moet zijn uitgebracht waaruit blijkt dat het windturbineproject niet leidt tot onaanvaardbare radarverstoring. Conclusie Vanuit het toetsingskader dat betrekking heeft op het (ver)bouwen van een bouwwerk zijn er ten aanzien van deze activiteit geen redenen om de omgevingsvergunning te weigeren. Omgevingsvergunning Windpark Ospeldijk (West), perceel O 250 en O 402 in Ospel. - UV

8 Bijlage overwegingen en voorschriften behorende bij UV Het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan De omgevingsvergunning moet worden geweigerd indien de activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c Wabo niet voldoet aan de in artikel 2.12 Wabo gestelde toetsingsaspecten. Een toetsing aan deze aspecten heeft plaatsgevonden. Bij het nemen van het besluit hebben wij overwogen: Het bouwplan is in strijd met het bestemmingsplan Buitengebied Nederweert, inclusief de herzieningen uit 2012 en In de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is bepaald dat medewerking aan afwijking van het bestemmingsplan kan worden verleend, indien: 1. het bestemmingsplan zelf dit mogelijk maakt; 2. het Bor vergunningverlening mogelijk maakt; 3. het bouwplan niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing inhoudt. Opties 1 en 2 zijn niet van toepassing. Resteert alleen de mogelijkheid om met toepassing van de uitgebreide afwijkingsprocedure de strijdigheid met het bestemmingsplan op te heffen. De voorgenomen ontwikkeling mag niet in strijd zijn met een goede ruimtelijke ordening (artikel 2.12, lid 1, sub a, onder 3, Wabo). De aanvraag is voorzien van een goede ruimtelijke onderbouwing (Bijlage Ruimtelijke onderbouwing Windpark Ospeldijk). Er is een belangenafweging uitgevoerd in deze ruimtelijke onderbouwing waaruit blijkt dat er geen belangen onevenredig worden aangetast in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen. Op grond van de ruimtelijke onderbouwing en de daartoe behorende bijlagen hebben wij vastgesteld dat het plan voldoet aan de eisen van een goede ruimtelijke onderbouwing. Het plan voldoet ook aan het uitgangspunten windenergie zoals vastgesteld op 19 april 2016 door de gemeenteraad. Het opstellen van een exploitatieplan is niet nodig. De gemeente Nederweert heeft een anterieure overeenkomst afgesloten met de aanvrager. Conclusie Vanuit het toetsingskader dat betrekking heeft op het gebruiken van gronden en/of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan, zijn er ten aanzien van deze activiteit geen redenen om de omgevingsvergunning te weigeren. Omgevingsvergunning Windpark Ospeldijk (West), perceel O 250 en O 402 in Ospel. - UV

9 Bijlage overwegingen en voorschriften behorende bij UV Het verrichten van een activiteit die behoort bij een algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving (OBM) Bij het nemen van het besluit hebben wij overwogen: De activiteit is te omschrijven als: een windturbinepark oprichten (artikel 2.2a lid 1 onder a Bor). De aanvraag om omgevingsvergunning heeft betrekking op een inrichting die valt onder onderdeel B, lid 1, aanhef en onder b van bijlage I bij het Besluit omgevingsrecht (Bor); Voor deze activiteit een toestemming van het bevoegd gezag nodig is, voordat er kan worden gestart met de activiteit. Deze toestemming betreft een omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM); De gronden voor het verlenen van een OBM zijn opgenomen in artikel 5.13b van het Bor. In het onderhavige geval moet een OBM worden geweigerd als een milieueffectrapport moet worden opgesteld. Op grond van artikel 5.13a van het Bor aan een OBM geen voorschriften mogen worden verbonden voor een activiteit die is aangewezen in artikel 2.2a van de Bor. Bij besluit van 30 januari 2018 hebben wij, rekening houdend met de criteria uit bijlage III bij de EEGrichtlijn milieueffectbeoordeling, besloten dat een milieueffect-rapportage niet nodig is. Dit besluit is bij de aanvraag gevoegd. Sindsdien zijn er geen nieuwe feiten of omstandigheden opgetreden op basis waarvan een andere conclusie zou moeten worden getrokken. Conclusie Vanuit het toetsingskader dat betrekking heeft op de OBM, zijn er ten aanzien van deze activiteit geen redenen om de omgevingsvergunning te weigeren. Omgevingsvergunning Windpark Ospeldijk (West), perceel O 250 en O 402 in Ospel. - UV

10 Bijlage overwegingen en voorschriften behorende bij UV Voorschriften Aan de omgevingsvergunning zijn de volgende voorschriften verbonden: 2.1 Het (ver)bouwen van een bouwwerk. 1. Het bouwen moet plaatsvinden in overeenstemming met de bepalingen van het Bouwbesluit en van de Bouwverordening van de gemeente Nederweert en de krachtens die regelingen gestelde nadere regels. 2. De verleende vergunning inclusief de tekeningen en andere bijlagen moeten altijd op de bouwlocatie aanwezig zijn. Indien een controlerend ambtenaar daar om vraagt, moeten deze gegevens ter inzage worden gegeven. 3. Indien binnen 26 weken na het onherroepelijk worden van de omgevingsvergunning niet met de bouw wordt begonnen, kan het bevoegd gezag de vergunning intrekken. 4. Indien de bouwwerkzaamheden langer dan 26 weken stilliggen, kan het bevoegd gezag de vergunning intrekken. 5. De onderstaande werkzaamheden moeten aan een toezichthouder van team AJBZ worden gemeld: Wanneer - Start werk (inclusief graafwerkzaamheden) Ten minste 7 dagen voorafgaand - Aanvullen van grond Ten minste 7 dagen voorafgaand - Grondverbeteringswerkzaamheden Ten minste 7 dagen voorafgaand - Leggen fundering Ten minste 7 dagen voorafgaand - Storten beton Ten minste 7 dagen voorafgaand - Einde werkzaamheden Uiterlijk op de dag van beëindiging 6. Minimaal drie maanden voor aanvang van de bouwwerkzaamheden dient de definitieve keuze en uitwerking van het fabricaat, het model en type van de windturbine ter goedkeuring te worden overlegd. 7. Minimaal drie maanden voor aanvang van de bouwwerkzaamheden dienen de bouwkundige tekeningen, constructieberekeningen en constructietekeningen van de te plaatsen windmolens, inkoopstations en hekwerken ter goedkeuring aan het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Nederweert worden overgelegd. Constructieberekeningen en - tekeningen moeten voldoen aan de daarvoor geldende NEN normen en Eurocode. 8. Minimaal 10 weken voorafgaand aan de start van de bouw van een of meer windturbines moet via info@nederweert.nl, onder vermelding van het kenmerk van dit besluit een goedkeuring van het Ministerie van Defensie worden overlegd bij de gemeente Uit de goedkeuring moet blijken dat het windturbineproject niet leidt tot onaanvaardbare radarverstoring. Omgevingsvergunning Windpark Ospeldijk (West), perceel O 250 en O 402 in Ospel. - UV