45e Internationale Natuurkunde Olympiade Astana, Kazakhstan Experimentele toets Donderdag, 17 Juli 2014

Vergelijkbare documenten
34 e Internationale Natuurkunde Olympiade Taipei, Taiwan Experimentele toets Woensdag 6 augustus 2003 Beschikbare tijd: 5 uur. Lees dit eerst!

De 42 e Internationale Natuurkunde Olympiade Bangkok, Thailand Experimentele toets Donderdag 14 juli 2011

DE XXXII INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE

IPhO2009. Experimentele toets Woensdag 15 juli 2009

XXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE LEICESTER, GROOT BRITANNIË PRACTICUM-TOETS

E-II. Diffractie als gevolg van de oppervlaktespanningsgolven op water

Diffractie door helix structuren (Totaal aantal punten: 10)

FACULTEIT TECHNISCHE NATUURKUNDE. Kenmerk: /vGr. Datum: 24 juli 2000 TENTAMEN

, met ω de hoekfrequentie en

Polarisatie. Overig Golven, Polarisatie,

PRACTICUM TOETS Donderdag, 25 juli 2002

Tentamen Optica. 20 februari Zet je naam, studentennummer en studierichting bovenaan elk vel dat je gebruikt. Lees de 6 opgaven eerst eens door.

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1

JAN Denk aan ALLE letters van FIRES! Geef duidelijke berekeningen. Er zijn 4 opgaven. Totaal 34 punten.

Proef van Melde. m l In deze proef gaan we na of dit in de praktijk klopt.

DE XXXII INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE

NATUURKUNDE OLYMPIADE EINDRONDE 2013 PRAKTIKUMTOETS

Cover voor de experimentele toets

FACULTEIT TECHNISCHE NATUURKUNDE. Kenmerk: /Gor/Hsa/Rrk. Datum: TENTAMEN

De 35 e Internationale Natuurkunde Olympiade Pohang, Zuid-Korea Practicum-toets Maandag 19 juli 2004

Technische Universiteit Eindhoven

De 37 e Internationale Natuurkunde Olympiade Singapore Practicum-toets Woensdag 12 juli 2006

Proef van Melde. m l In deze proef gaan we na of dit in de praktijk klopt.

Benodigdheden Gloeilampje, spoel, condensator, signaalgenerator die een sinusvormige wisselspanning levert, aansluitdraden, LCR-meter

NATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE. Eindronde practicumtoets A. 5 juni beschikbare tijd: 2 uur (per toets A of B)

Practicum complexe stromen

Vrijdag 8 juni, uur

Experiment DutchBE (Belgium) Dansende korrels - Een model voor fase-overgangen en instabiliteiten

Lichtsnelheid. 1 Inleiding. VWO Bovenbouwpracticum Natuurkunde Practicumhandleiding

Uitwerkingen Tentamen Optica

Hertentamen Optica. 20 maart Zet je naam, studentennummer en studierichting bovenaan elk vel dat je gebruikt. Lees de 6 opgaven eerst eens door.

Faculteit Biomedische Technologie. 5 november 2015, 9:00-12:00 uur

Naam: Klas: Toets Holografie VWO (versie A) Opgave 1 Geef van de volgende beweringen aan of ze waar (W) of niet waar (NW) zijn. Omcirkel je keuze.

TENTAMEN. x 2 x 3. x x2. cos( x y) cos ( x) cos( y) + sin( x) sin( y) d dx arcsin( x)

Benodigdheden Lichtkastje met één smalle spleet, half cirkelvormige schijf van perspex, blad met gradenverdeling

Eindronde Natuurkunde Olympiade practicumtoets deel: Omvallend melkpak

Tentamen Optica. 19 februari 2008, 14:00 uur tot 17:00 uur

Naam: Klas Practicum elektriciteit: I-U-diagram van lampje Nodig: spanningsbron, schuifweerstand (30 Ω), gloeilampje, V- en A-meter, 6 snoeren

Faculteit Technische Natuurkunde Tentamen OPTICA voor BMT (3D010) 22 juni 1999, 14:00-17:00 uur

NATUURKUNDE OLYMPIADE EINDRONDE 2015 PRACTICUMTOETS

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Tentamen OGO Fysisch Experimenteren voor minor AP (3MN10) Tentamen Inleiding Experimentele Fysica (3AA10)

Experimentele toets 07 Juli Algemene aanwijzingen

2 H-ll EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1974 NATUURKUNDE. Woensdag 28 augustus, uur. Zie ommezijde

Hoe kun je de weerstand van voorwerpen vergelijken en bepalen?

Faculteit Biomedische Technologie Tentamen OPTICA (8N040) 16 augustus 2012, 9:00-12:00 uur

Faculteit Biomedische Technologie. 9 april 2018, 18:00-21:00 uur

Hertentamen Optica,11 april 2016 : uitwerkingen

Faculteit Technische Natuurkunde Proeftentamen OPTICA voor BMT (3D010) 8 maart 1999, 14:00-17:00 uur

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2014 theorietoets deel 1

Examen VWO. natuurkunde 1,2 Compex. Vragen 1 tot en met 12. In dit deel van het examen staan vragen waarbij de computer niet wordt gebruikt.

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN

Proefopstelling, stopwatch, meetlint, massabalans, dubbelzijdig tape, statief, schroevendraaier en gewichtjes

NATUURKUNDE 8 29/04/2011 KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK

Uitwerkingen Tentamen Optica

Lees dit eerst! 1. Voor het experiment is 5 uur beschikbaar. 2. Beschrijf uitsluitend de voorkant van het papier.

EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1977 NATUURKUNDE. Vrijdag 19 augustus, uur

Theorie: Het maken van een verslag (Herhaling klas 2)

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2012 TOETS APRIL uur

spanning. * Deel het verschil daarvan en deel dat getal door de gewenste stroom om de weerstandswaarde te krijgen.

Practicum algemeen. 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag

LOPUC. Een manier om problemen aan te pakken

2. Factoren onderzoeken die invloed hebben op het vermogen van de zonnecellen

6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht

Werkblad 2.3: Elektrondiffractie aan Grafiet

DE XXXIII INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE

NATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE. Eerste ronde theorie toets. 17 januari beschikbare tijd: 2 uur

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1

The 41 st International Physics Olympiad in Croatie Experimentele toets Woensdag 21 juli 2010

De wet van Ohm anders

Exact Periode 5.2. Licht

Naam: Klas: Practicum veerconstante

De snelheid van de auto neemt eerst toe en wordt na zekere tijd constant. Bereken de snelheid die de auto dan heeft.

VAARDIGHEDEN EXCEL. MEETWAARDEN INVULLEN In de figuur hieronder zie je twee keer de ingevoerde meetwaarden, eerst ruw en daarna netjes opgemaakt.

Repetitie magnetisme voor 3HAVO (opgavenblad met waar/niet waar vragen)

Examen HAVO. wiskunde B1,2. tijdvak 1 dinsdag 20 mei uur

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2018 TOETS 1

Statistiek voor Natuurkunde Opgavenserie 4: Lineaire regressie

Eindexamen vwo natuurkunde 2013-I

TENTAMEN NATUURKUNDE

EXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS IN 1974

Havo 4 - Practicumwedstrijd Versnelling van een karretje

Bepaling van de diameter van een haar

6.0 Elektriciteit 1

Examen HAVO. natuurkunde 1,2 Compex. Vragen 1 tot en met 13. In dit deel van het examen staan vragen waarbij de computer niet wordt gebruikt.

Faculteit Biomedische Technologie Tentamen OPTICA (8N040) 26 juni 2012, 14:00-17:00 uur

6,1. 1.3: Tabellen en diagrammen. 1.4: Meetonzekerheid. Samenvatting door een scholier 906 woorden 13 januari keer beoordeeld.

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2015 theorietoets deel 1

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 2 Licht. Wat moet je leren/ kunnen voor het PW H2 Licht?

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2013 theorietoets deel 1

FACULTEIT TECHNISCHE NATUURWETENSCHAPPEN Opleiding Technische Natuurkunde TENTAMEN

Examen VWO. Wiskunde B Profi

BELGIUM TEAM A TAAK A ANTWOORDBLAD LAND- EN TEAMCODE: HANDTEKENING:

5 Weerstand. 5.1 Introductie

Handleiding Optiekset met bank

NATUURKUNDE OLYMPIADE EINDRONDE 2016 PRACTICUMTOETS

Deze toets bestaat uit 3 opgaven (34 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!

Kernvraag: Hoe verplaatst licht zich en hoe zien we dat?

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1977 MAVO4 NATUUR- EN SCHEIKUNDE I. Zie ommezijde. Vrijdag 19 augustus,

Constante van Planck bepalen met LED s. Doel: Constante van Planck bepalen

FACULTEIT TECHNISCHE NATUURWETENSCHAPPEN. Opleiding Technische Natuurkunde TENTAMEN

Transcriptie:

Lees dit eerst: De toets duurt vijf uur en is 20 punten waard. 45e Internationale Natuurkunde Olympiade Astana, Kazakhstan Donderdag, 17 Juli 2014 Gebruik uitsluitend de ter beschikking gestelde pen. Het is ten strengste verboden om iets met potlood te noteren of grafieken met potlood te tekenen. Alles dat met potlood is genoteerd of getekend wordt niet meegenomen in de beoordeling. Gebruik uitsluitend de ter beschikking gestelde rekenmachine. Bedenk dat alle getalsmatige antwoorden in het juiste aantal significante cijfers horen te zijn. Vergeet niet de eenheden te vermelden. Gebruik de bijgeleverde antwoordbladen (answer sheets) voor je antwoorden. Gedetailleerde berekeningen en oplossingsmethoden noteer je op de bijgeleverd werkbladen. Noteer alles wat je denkt dat nodig is voor het oplossen van de opgave en wat je beoordeeld wilt hebben. Gebruik van alle bladen alleen de voorkant en zorg dat je binnen het gemarkeerde gedeelte schrijft. Gebruik zo weinig mogelijk tekst als mogelijk is en gebruik vooral vergelijkingen, figuren, getallen en grafieken. Als je bij antwoordbladen met aangegeven grafiekgedeelte iets verkeerds doet, gebruik dan het verstrekte grafiekpapier. Het is noodzakelijk dat je je Student Code in het daarvoor bestemde hokje bovenaan elk blad papier dat je gebruikt noteert. Verder moet je op de werkbladen die je gebruikt voor elke vraag het nummer van de opgave (Problem No.), het vraagnummer (Task No.), het opeenvolgende nummer van elk blad (Page No.) en het totale aantal werkbladen dat je hebt gebruikt en die je wilt nagekeken hebben voor elke vraag (Total No. of Pages.). Als je werkbladen gebruikt die je niet nagekeken wilt hebben, zet dan een groot kruis over het gehele blad en neem dat blad niet mee in je nummering. As soon as you have finished, arrange all sheets in the following order: antwoordbladen; werkbladen in volgorde; grafiekpapier; werkbladen die niet nagekeken hoeven te worden; grafiekpapier dat niet nagekeken hoeft te worden; niet gebruikte werkbladen en grafiekpapier; de opgavenbladen. Stop alle papieren in de bijgeleverde enveloppe en laat alles op je tafel achter. Je mag geen enkel blad meenemen. Als je naar het toilet wilt, houd dan de blauwe kaart met TOILET erop omhoog Heb je een ander probleem, houd dan de rode kaart met HELP omhoog.

Experimentele opgaven. Donderdag 17 juli 2014 1/9 Experiment. Het onzichtbare zien! (20 punten) Introductie Veel stoffen vertonen optisch anisotroop gedrag. Dat betekent dat de brekingsindex afhankelijk is van de voortplantingsrichting en de polarisatie van het licht. Het anisotrope gedrag kan zelfs worden waargenomen bij isotrope materialen als deze mechanisch worden belast, niet gelijkmatig worden verhit of worden blootgesteld aan externe elektrische velden. De voortplantingsrichting waarbij licht zich voortplant zonder dat dubbelbreking optreedt, wordt de optische as van het kristal genoemd. We gebruiken in dit experiment een gangbare opstelling om het optisch anisotrope gedrag te bestuderen, zie Fig. 1. Fig. 1. Schema van de opstelling voor het bestuderen van optisch anisotroop gedrag. Een lichtstraal valt op een polarisator 1. Het polarisatievlak snijdt het vlak van de polarisator 1 langs de rechte lijn O 1 O 1. Na het passeren van polarisator 1 is de lichtstraal lineair gepolariseerd en de vector van de elektrische veldsterkte E ins oscilleert in dit polarisatievlak van polarisator 1. De lichtstraal valt vervolgens op de anisotrope plaat P. Deze plaat P is zo geplaatst dat de optische as PP, die in het vlak van de plaat P ligt en een hoek van 45 maakt met het polarisatievlak van polarisator 1. Er worden nu twee soorten lichtgolven in plaat P gegenereerd. De gewone (ordinary) E o, waarvan de polarisatierichting loodrecht staat op de optische as van de plaat en een buitengewone (extraordinary) E e, waarvan de polarisatierichting evenwijdig is aan de optische as van de plaat P. De brekingsindices voor deze richtingen zijn verschillend. Dit verschil wordt aangegeven met n = n o n e. Hierdoor ontstaat een faseverschil φ = 2πh n/λ (h is de plaatdikte en λ is de golflengte van het invallende licht) tussen de twee uittredende golven. Het gevolg hiervan is dat de uittredende lichtstraal elliptisch gepolariseerd is. De lichtstraal valt vervolgens op polarisator 2. Het polarisatievlak O 2 O 2 van polarisator 2 staat loodrecht op het polarisatievlak van polarisator 1. Er kan eenvoudig aangetoond worden dat de intensiteit van de doorgelaten lichtstraal, na plaat P en de polarisator 2 gepasseerd te zijn, wordt gegeven door: I 2 = ki 0 sin 2 φ, (1) 2 hierin is I 0 de intensiteit van het invallende licht op de plaat, k is de transmissie coefficient van de plaat en de polarisator 2, en φ geeft het faseverschil aan tussen de gewone en buitengewone golven na het passeren van plaat P.

Experimentele opgaven. Donderdag 17 juli 2014 2/9 In dit experiment is geen foutenanalyse vereist, behalve als daar expliciet om gevraagd wordt. De beschrijving van de apparatuur staat in Appendix A. Deel 1. Kwalitatieve waarnemingen! (3,5 punten) Deel 1.1. Polarisatoren (0,8 punten) 1.1 Bepaal de richting van de polarisatievlakken (d.w.z. welk van de diagonalen) van polarisator 1 en polarisator 2. Geef deze aan in de figuur op je antwoordblad (0,4 punten) Deel 1.2. Meetlatten (linialen) (1,0 punten) Gebruik tijdens dit deel van het experiment de LED (Light Emitting Diode) als lichtbron. Monteer de LED op het statief en sluit deze aan op de spanningsbron. Plaats de twee polarisatoren zodat hun voorzijde (aangegeven door de getallen 1 en 2) naar de lichtbron zijn gericht. Zorg ervoor dat de polarisatoren gekruist worden opgesteld, d.w.z. zodanig dat er geen lichtbundel doorheen kan. Scherm de eerste polarisator af door een stukje wit papier, door het te plaatsen op de voorzijde zoals getoond in Figuur 1B van Appendix B. Monteer de plastic meetlat tussen de polarisatoren. Je kan de meetlat met je handen verplaatsen. 1.2.1 Bepaal de mogelijke richtingen van de optische as in het midden van de plastic meetlat. Geef deze richtingen aan in de figuur op het antwoordblad. (0,2 punten) 1.2.2 Bepaal bij benadering de afstand l 1 bij meetlat 1 alleen en de afstand l Σ bij de twee meetlatten tegen elkaar geklemd, waarover het faseverschil van blauw licht met 2π verschuift. (0,4 punten) Deel 1.3. Strip (0,8 punten) 1.3.1 Bepaal de mogelijke richtingen van de optische as van de strip. Geef ze aan in de figuur op het antwoordblad. (0,3 punten) Bevestig de lange flexibele strip op het scherm met de knijpers, zodat de uiteinden van de strip samenvallen met de randen van het scherm. De strip is nu gebogen (zie Fig. 3B). Plaats het scherm met de strip tussen de polarisatoren. Merk op dat de kleur van de strip verandert wanneer je het scherm verschuift. De x- coördinaten van punten op de strip worden bepaald met de liniaal op het scherm. De linkerkant van het scherm is de oorsprong, zoals in Fig. 3B. Vanaf nu worden coördinaten gemeten door gebruik te maken van de meetlat op het scherm. 1.3.2 Meet de coördinaten van het midden van de donkere banden die op de strip zichtbaar zijn. De linker positie is x L en de rechter positie is x R. (0,2 punten)

Experimentele opgaven. Donderdag 17 juli 2014 3/9 Deel 1.4. Liquid crystal cel (0,9 punten) Een vloeibaar kristal (Liquid Crystal) is een intermediaire toestand van de materie tussen een kristallijne vaste stof en een amorfe vloeistof. De oriëntatie van de kristallen kan gemakkelijk uitgelijnd en gecontroleerd worden door het aanleggen van een elektrisch veld. De vloeibare kristal cel (LCC) vertoont het optische anisotrope verschijnsel met de twee brekingsindices. De grootte van dit effect hangt af van de aangelegde wisselspanning. De LCC is opgebouwd uit twee glazen plaatjes (1) die aan de binnenkant bekleed zijn met een transparante geleidende laag (2). Tussen de platen bevindt zich een dunne laag (ongeveer 10 µm dik) van een oplossing (3) die zich in de toestand van vloeibaar kristal bevindt. Aan de platen zijn snoertjes gesoldeerd die verbonden kunnen worden met de wisselspanningsbron. Wanneer geen spanning wordt aangelegd, liggen de lange moleculen evenwijdig aan de platen. De optische as van het kristal valt samen met de richting van de moleculen. Plaats de LCC tussen de polarisatoren. Sluit deze aan op de spanningsbron. Neem de verandering in kleur van het door de cel gestuurde licht waar, wanneer de aangelegde spanning over de LCC wordt gewijzigd. 1.4.1 Bepaal de mogelijke richtingen voor de optische as van de LCC als de spanning minimaal is (= 0 V) en als de spanning maximaal is. Geef deze richtingen weer op het antwoordblad. De Z-as staat verticaal.(0,2 punten) 1.4.2 Meet de spanning U cr over de cel waarbij bij een kleine verandering van de spanning een abrupte verandering van de richting van de LCC moleculen optreedt. Zorg ervoor dat je de multimeter gebruikt in wisselspanningsmode (AC ~). (0,3 punten)

Deel 2. Meten! (16,5 punten) Experimentele opgaven. Donderdag 17 juli 2014 4/9 Koppel de LED los van de voeding en verwijder de LED. Verwijder het witte stukje papier. Gebruik in dit deel van het experiment de laser als lichtbron. Zorg ervoor dat je de laser aangesloten hebt op de voeding! Plaats de laser, polarisator 1, het scherm met de spleet en de fotodetector (fotodiode) in de daarvoor bestemde houders. Pas de opstelling zodanig aan dat de laserstraal door de polarisator gaat en precies op de fotodetector valt. Gebruik stelschroef 5c voor het aanpassen van de breedte van de laserstraal. Zorg ervoor dat de grootte van de lichtstip op de fotodetector 5 6 mm is. De laser zendt lineair gepolariseerd licht uit. Met ring 5a is de polarisatierichting van de laser in te stellen. Zorg ervoor dat de laserstraal vrijwel volledig door de eerste polarisator gaat en dat de hoofdas van de elliptisch gevormde stip verticaal is. Fixeer vervolgens de oriëntatie van de laser en de fotodetector met behulp van de schroeven 5d en 15c. Plaats polarisator 2. Zorg er daarbij voor dat de polarisatoren gekruist zijn. Fig. 4B geeft de gehele opstelling voor dit onderdeel weer. Deel 2.1. Onderzoek aan de fotodetector (3,2 punten) Om de lichtintensiteit te meten, gebruiken we de fotodetector. De spanning die de fotodetector afgeeft is een ingewikkelde functie van de invallende lichtintensiteit. Om de lichtintensiteit te meten wordt de schakeling in Fig. 2 hiernaast gebruikt. De gelijkspanning die door de multimeter wordt gemeten is afhankelijk van de invallende lichtintensiteit en de weerstandswaarde van de weerstand R. Het hoofddoel is het bepalen van de optimale weerstandswaarde van R waarbij de spanning over de weerstand R evenredig is met de intensiteit van het licht dat op de fotodetector valt. Fig. 2. Schakelschema voor het meten van de spanning van de fotodetector. Voor metingen in dit onderdeel, verwijder de polarisator 2 en het scherm van de optische bank. De filters die gebruikt worden om de intensiteit van de laserstraal te verzwakken moeten met behulp van knijpers aan de achterkant van polarisator 1 worden bevestigd. Zie Fig.5B in Appendix B. De maximale waarden van de gemeten spanningen moet minimaal 300 mv zijn. Met behulp van de multimeter kan zowel de weerstandswaarde van de weerstand als de spanning erover gemeten worden. (Uiteraard niet tegelijkertijd: de keuzeknop moet daarvoor telkens in de juiste stand worden gezet.) Zet de schakelaar op de juiste plaats in de schakeling, zodanig dat met één multimeter zowel de spanning als de weerstandswaarde te meten zijn, zonder dat daarvoor het circuit moet worden aangepast. Met andere woorden: dat enkel door het aan- of uitzetten van de schakelaar en het instellen van de keuzeknop van de multimeter de gevraagde spanning en weerstandswaarde te meten zijn. 2.1.1 Teken het schakelschema met daarin de schakelaar, waarmee zowel de weerstandswaarde als de spanning te meten zijn op de hierboven aangegeven wijze. (0,2 punten) 2.1.2 Meet de spanning over de weerstand als functie van de weerstandswaarde voor twee waarden van de invallende lichtintensiteit: maximaal (met het aantal filters n = 0) en minimaal (met het aantal filters n = 5). Geef in één diagram beide meetseries weer. Geef het interval van de weerstandswaarden aan waarvoor de verandering in de spanningen maximaal is. (1,0 punten)

Experimentele opgaven. Donderdag 17 juli 2014 5/9 2.1.3 Meet de spanning U over de weerstand als functie van het aantal filters n = 0,1,2,3,4,5. Deze filters verlagen de intensiteit van het licht dat op de fotodetector valt. De metingen moeten uitgevoerd worden bij drie vaste waarden van de weerstand R, bij ongeveer R = 30 kohm, R = 20 kohm en R = 10 kohm. Geef in één enkel diagram de drie meetseries weer. Kies hierbij een schaal zodat het mogelijk is om te verifiëren of de spanning over de weerstand lineair afhankelijk is van de intensiteit van het invallende licht op de fotodetector. Kies van de drie hierboven genoemde waarden van de weerstand een optimale R opt. Hiermee verricht je de verdere metingen van de lichtintensiteit. (1,0 punten) 2.1.4 Bepaal, door gebruik te maken van de data van onderdeel 2.1.3, de doorlaatbaarheid van een filter γ = I tr /I inc. Maak eveneens een schatting van de onnauwkeurigheid (fout) hierin. I tr is de intensiteit van het doorgelaten licht en I inc is de intensiteit van het invallende licht. Je kan, indien nodig, extra metingen uitvoeren. (1,0 punten) Alle volgende metingen moeten uitgevoerd worden met de in het vorige onderdeel bepaalde weerstandswaarde van de weerstand. We nemen aan dat in het volgende de lichtintensiteit in relatieve eenheden gelijk is aan de spanning over de weerstand in mv. Deel 2.2 Transmissie van licht door de meetlatten (5,4 punten) Gebruik in dit deel de opstelling zoals weergegeven in Fig. 4B. Bevestig de meetlat met knijpers aan het scherm met een spleet (zie Fig. 2B). De onderkant van de meetlat moet samenvallen met de lijn die op het scherm is getekend en de schaal van de meetlat moet aan de bovenkant zitten. 2.2.1 Meet de intensiteit van het doorgelaten licht (in mv) als functie van de coördinaat x die aangeeft waar de lichtstip de meetlat raakt in het gebied van 0 tot 10 cm. Metingen moet je voor elke meegeleverde meetlat doen en voor de twee meetlatten op elkaar gelegd. Meet in de drie gevallen het maximum van de spanning. Teken de bijbehorende grafieken in dezelfde figuur. (2,0 punten) 2.2.2 Bereken voor elk van de twee meetlatten de waarde van het faseverschil φ tussen de gewone en de buitengewone golven in het gebied van x tussen 0 en 7 cm. Teken de bijbehorende grafieken φ(x). Noteer de formule die je voor de berekeningen hebt gebruikt. (1,2 punten) Bedenk dat het faseverschil niet eenduidig uit formule (1) kan worden bepaald, je moet nog wat fysische aannames (veronderstellingen) doen om het faseverschil netjes (correct) te bepalen. 2.2.3 Neem aan dat φ(x) lineair is voor beide meetlatten: φ 1 = a 1 x + b 1, φ 2 = a 2 x + b 2, Bereken de numerieke waarden van bovenstaande coëfficiënten voor de meetlatten 1 en 2. (1,0 punten) 2.2.4 Bereken, door gebruik te maken van de meetgegevens verkregen in 2.2.1-2.2.3, de theoretische waarden voor de intensiteit als het licht door beide meetlatten gaat als ze op elkaar gelegd zijn. Noteer de formule die je gebruikt voor de berekeningen. Teken de grafiek van deze theoretische afhankelijkheid in dezelfde figuur van deel 2.2.1. (1,2 punten)

Experimentele opgaven. Donderdag 17 juli 2014 6/9 Deel 2.3 Liquid Crystal Cell (6,2 punten) Transmissie van de LCC (4,5 punten) Plaats de LCC tussen de polarisatoren zoals afgebeeld in figuur 6B. De experimentele afhankelijkheid die je hier onderzoekt heeft gebieden met abrupte veranderingen. Houd hier rekening mee als je metingen doet. Om de AC spanning van de spanningsbron en de DC spanning van de fotodetector te meten moet je de goede snoeren direct op de multimeter aansluiten. 2.3.1 Meet de intensiteit van het doorgelaten licht als functie van de spanning over de LCC. Teken de bijbehorende grafiek. (2,0 punten) 2.3.2 Bereken het faseverschil tussen de gewone en de buitengewone golven φ 0 als de spanningsbron niet is aangesloten op de LCC. (1,5 punten) 2.3.3 In een groot deel van de grafiek waarin de spanning over de LCC monotoon afneemt, geldt de volgende vergelijking: φ = CU β. waarbij φ het faseverschil is tussen de gewone en de buitengewone golven en U de spanning over de LCC. Teken, met behulp van de verkregen gegevens, de grafiek die je in staat stelt om het gebied te bepalen waarin bovenstaande formule geldt en exponent β te bepalen. Bepaal het interval waarin de formule geldt en bepaal de numerieke waarde van de parameter β. (1,0 punt) Deel 2.4 Transmissie van een gebogen strip (3,4 punten) Bevestig de plastic strip zoals in deel 1.3 beschreven. 2.4.1 Meet de lichtintensiteit door het optische systeem als functie van de coördinaat x van de plaats waar de lichtstip door de strip heen gaat in het gebied ±20 mm rondom het centrum van de strip. Teken de bijbehorende grafiek (1,2 punt) 2.4.2 Bereken het faseverschil tussen de gewone en de buitengewone golven φ 0 die door een niet gebogen strip gaan. Het is bekend dat φ 0 in het gebied tussen 10π en 12π ligt. (1,2 punten) Vlakbij het midden van de strip kan de vorm benaderd worden door een cirkelboog met kromtestraal R. Theoretisch geldt voor de faseverandering φ als functie van de afstand z ( z R) vanaf het midden van de strip: φ = φ 0 1 + z2 2n 2 R 2, met n = 1,4 de brekingsindex van het materiaal van de strip. 2.4.3 Bereken de kromtestraal R van de strip vlakbij het midden, door gebruik te maken van de verkregen gegevens in de vorige onderdelen. (1,0 punten)

Experimentele opgaven. Donderdag 17 juli 2014 7/9 Appendix A. Experimenteel materiaal Optische bank 1 met houders: 1a statief voor de lichtbron met een schroef 1b statief voor de lichtdetector met een schroef 1c, 1d houders voor de polarisatoren 1е houder voor het scherm en de liquid crystal cell (LCC) 2a, 2b polarisatoren. De cijfers 1 en 2 staan aan de voorzijde. De polarisatoren moeten zodanig geplaatst worden dat hun voorzijde naar de lichtbron toewijst! De polarisatievlakken van de polarisatoren maken een hoek van 45 met de horizontaal. 3 scherm met een spleet (3a) en een schaalverdeling (3b). Lichtbronnen: 4 LED (licht emitterende diode) 4a plug voor de spanningsbron 4b bevestigingsschroef 5 laser 5a schijf met schaalverdeling om de laser te roteren (verdeling wordt niet gebruikt) 5b plug voor de spanningsbron 5c draaiknop aan de voorkant voor het instellen van de breedte van de laserbundel. 5d bevestigingsschroef 6 spanningsbron voor de lichtbronnen 6a schakelaar 6b plug voor de spanningsbron Schakel de lichtbron alleen aan bij het doen van metingen! Zorg dat de laserbundel niet in je oog of in het oog van iemand anders schijnt, dit is erg gevaarlijk! 7 variabele weerstand 7a, 7b, 7c aansluitpunten voor het opnemen van de weerstand in een schakeling 7d knop om de weerstand te variëren 8 schakelaar 8a, 8b aansluitpunten om de schakelaar in de schakeling op te nemen

Experimentele opgaven. Donderdag 17 juli 2014 8/9 9a liquid crystal cell (LCC) 9a in houder (9b), 9с plug om LCC aan te sluiten op de spanningsbron; 10 spanningsbron voor LCC 10a ingang voor de LCC 10b stekkers voor het meten van de uitgangsspanning 10c knop om uitgangsspanning aan te passen 10d aan/uit knop Schakel de bron alleen aan bij het doen van metingen! 11 multimeter 11a stand keuzeknop om weerstand te meten (200 kω) 11b stand keuzeknop om gelijkspanning te meten (2V) 11c stand keuzeknop om wisselspanning te meten (20V) 11d, 11e aansluitpunten van de multimeter 11f aan/uit knop Als het scherm van de multimeter in sleep mode is, druk dan twee keer de aan en uit knop in! Bij het meten van de weerstand met de multimeter, dient het element niet aangesloten te zijn aan een spanningsbron! Te onderzoeken optische elementen 12 plastic meetlatten (linialen) 12a Nr.1 (met schaal van 0 tot 14 cm) 12b Nr.2 (met schaal van 20 tot 34 cm) 13 flexibele strip 14 een aantal identieke filters De filters en strip zitten in een aparte envelop! De plastic meetlatten (linialen) en de strip vertonen dubbelbreking gedrag, hun optische assen liggen in hun eigen vlak. 15 Fotodetector (fotodiode) 15a opening van de detector (detector venster) 15b stekkers voor het meten van de uitgangsspanning 15c bevestigingsschroef Aansluitkabels, knijpers, een papieren zakdoekje en een stuk papier. Raak de optische onderdelen waar het licht doorheen gaat niet aan. Indien nodig, gebruik een zakdoekje om het voorzichtig schoon te vegen.

Experimentele opgaven. Donderdag 17 juli 2014 9/9 Appendix B. Foto s van de experimentele opstellingen. Fig. 1B Meetopstelling voor het waarnemen van dubbelbreking in de meetlat (liniaal). Fig. 2B Meetlat (liniaal) gemonteerd op het scherm. Fig. 3B Monteren van de flexibele plastic strip op het scherm. Fig. 4B Opstelling voor het meten van de transmissie van licht door de plastic meetlat (liniaal). Fig. 5B Filters gemonteerd op de polarisator. Fig. 6B Opstelling voor het opmeten van de LCC karakteristieken.

page1 of 10 Het serienummer van je apparatuur (op de grote doos) Deel 1. 1.1 Oriëntatie van het polarisatievlak 1.2.1 Mogelijke richtingen van de optische as van de plastic meetlatten 1.2.2 1.3.1 Mogelijke richtingen van de optische as van de strip l 1 = l Σ = 1.3.2 Coördinaten van het midden van de donkere banden L = xr x, =

page2 of 10 1.4.1 Mogelijke richtingen van de optische as van de LCC 1.4.2 U cr =

page3 of 10 Deel 2.1 2.1.1 Teken de schakelaar in het schakelschema 2.1.2 Spanning als functie van de weerstand n = 0 n = 5 1 R, U, R, U, 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20

page4 of 10 2.1.2 Spanning over de weerstand als functie van zijn weerstandswaarde Het gebied van de weerstandswaarde waarbinnen de lichtintensiteit gemeten moet worden: R = ( )

page5 of 10 2.1.3 De spanning als functie van het aantal filters n R = R = R = U, U, U, 0 1 2 3 4 5 2.1.3 De optimale waarde van de weerstand voor het vervolg van de metingen R opt = 2.1.4 De doorlaatbaarheid van het filter γ =

page6 of 10 2.2.1 De intensiteit van het doorgelaten licht als functie van de coördinaat x Meetlat 1 Meetlat 2 Beide meetlaten x, U, ϕ x, U, ϕ x, U, Berekende theoretische waarde van U U max

page7 of 10 2.2.1 De grafiek voor de intensiteit van het doorgelaten licht als functie van de coördinaat x 2.2.2 De grafieken voor de waarden van de faseverschuiving als functie van x.

page8 of 10 De formule die je hebt gebruikt voor de berekeningen: 2.2.3 Numerieke waarden van de coëfficienten ( ϕ ) = a 1,2 x + 1, 2 Meetlat #1 a b 1 Meetlat #2 a = 1 2 = b2 2.2.4 De door jou gebruikte formule = = 1,2 b U =

page9 of 10 Deel 2.3 Liquid crystal cell 2.3.1-2.3.2 Meetresultaten. Lichtintensiteit als functie van de spanning. Berekening van het faseverschil ϕ U LC, U, ϕ U, U LC, ϕ

page10 of 10 2.3.1. De grafiek van de intensiteit als functie van de spanning.

page11 of 10 Resultaat en grafiek die je de waarde van β laat bepalen U ϕ LC

page12 of 10 Numerieke waarde β =

page13 of 10 Deel 2.4 Lichtdoorlaatbaarheid van een gebogen strip 2.4.1 Lichtintensiteit van het doorgelaten licht als functie van coördinaat z van de lichtstip en de faseverschillen. 2.4.1 De grafiek voor de hierbovengemelde functie.

page14 of 10 2.4.2 φ 0 = 2.4.4 Kromtestraal van de curve R =