Woordenschat Taal Actief groep 4 Thema 8 Les 1

Vergelijkbare documenten
ligt. Druppelen: als ergens druppels vanaf vallen. Je haar druppelt bijvoorbeeld als je net uit het zwembad komt. Gieten: heel hard regenen.

Inhoud 1. De zee is groot 2. Zonder zee geen leven 3. Golven 4. De zee is zout 5. De zee en rivieren 6. De kleur van de zee

16. En nu vakantie! Vakantie. Waar ga jij het liefst naar toe op vakantie? Schrijf dat op. Wat doe jij het liefste in de vakantie? Schrijf dat ook op.

Woordenschat blok 03 gr4 Les 1 De bodem: de grond waarin planten kunnen groeien. De duinen: heuvels van zand langs de zee. De plant: een stengel met

Woordenschat thema 8: Lekker schoon

Werkblad Natuurlijk water in de Kwebben

Woordenschat - memory Taal Actief groep 4 Thema 3 Les 1

Voortbeweging. Groep 6, 7 en 8 van het basisonderwijs

inhoud blz. 1. Water is niet gewoon 2. Water, ijs en wolken 3. Een kring 4. Drinken 5. Water in de zee 6. Olie en water 7. Vuil water wordt schoon

Les 1. de top. De berg. Het dal. De beek

DE IJSBEER. Super speurneus

Naam:_ KIKKERS. pagina 1 van 6

Toen ze buiten stond, knipperde Sabien met haar ogen. Overal zag ze sneeuw en ijs, zelfs op de vijver en op de heuvel.

3 hectare groot veenweide gebied, Amsterdam Westerpark st. Hart voor de Natuur

Water en drinkwater (waterhardheid en ontkalken)

inhoud 1. Inleiding 2. Water is een wonder. 3. De kringloop van het water 4. Zoet, zout of brak 5. Drinkwater 6. Liter na liter

inhoud Zee, strand en duin 1. Zand 2. Zon en wind 3. Het duin 4. Dieren in het duin 5. Eb en vloed 6. De jutter 7. Schelpen 8.

Allemaal water Oppervlakte water: Water in sloten, rivieren, meren, zeeën en oceanen.

LESBESCHRIJVING GROEP 1-2

Natuurtentoonstelling

Encyclopedie. Avontuur. van het. Voor avontuurlijke kids met veel vragen

WATER. Een waterwandeling door Natuurtuin t Loo voor kinderen van groep 1 t/m 4, onder begeleiding van een volwassene.

= een stuk grond met fruitbomen. = hard materiaal dat uit de grond komt en waar je mee kunt bouwen.

Loop naar bordje 5 bij de bijenhal

Ga je mee op watersafari?

inhoud 1. IJs 2. De ijspegel 3. De ijsberg 4. Kunstijs 5. De ijsbeer 6. De polen 7. Sporten op ijs 8. Beelden van ijs 9.

Aquarium. Groep 6, 7 en 8 van het basisonderwijs

Teksten Peuterplein Liedjes bij cd Dirk Scheele

LESMAP BIJ POPPENSPEL ALS EEN VIS IN DE ZEE

Voortbeweging. Voor groep 6, 7 en 8 van het basisonderwijs

1 Actief in de natuur. Bodemgespuis en kriebeldiertjes

Woordenschat Taal Actief groep 4 Thema 1 Les 1

CALIFORNISCHE ZEELEEUW

Voorzichtig schuift hij het zware gordijn weg. Voor alle kamers hangt zo n goudkleurig gordijn. Om de warmte buiten te houden. Want het is erg warm,

WERKBUNDEL SEAFRONT ZEEBRUGGE Niveau 1 (1-2 de leerjaar)

LESBLAD WATERKRINGLOOP GROEP 5-6

DOCENTENHANDLEIDING GROEP 3-4

4-7 jaar Scharrelavontuur. 4-7 jaar Scharrelavontuur. Sterke geuren. Aardegeuren. Pluk een blaadje van een plantje.

inh oud 1. Leven onder water 3 2. Dieren en planten 3. Vissen 4. Kwallen 5. Zoogdieren 6. Schaaldieren 7. Stekelhuidigen 8. Zeewier 9.

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

In het water. Allemaal beestjes. Onderzoeken. Scheppen. Dit heb je nodig: Schepnetje. Dit heb je nodig: Petrischaaltje Zoekkaart Waterdiertjes Loep

Het kiemen van zaden

Woordenschat les 8.1. Vervuilde grond?

Vos en Haas. en de bosbaas

inhoud blz. Lucht 1. Lucht is leven 2. Adem 3. Vieze lucht 4. Warme lucht 5. Wind: lucht beweegt 6. Lucht is sterk 7. Boeren en winden 8.

Werkblad slootdiertjes

Leesboekje de seizoenen

4 In de tekst staat: Dit is een recept voor een toetje. Weet jij wat een recept is? Kruis de goede zin aan.

inhoud blz. Kou 1. Het weer 2. Rillen van de kou 3. Kleren 4. Koelkast en vriezer 5. Koude kleuren 6. Noordpool en Zuidpool 7.

Marietje Witteveen. bron Marietje Witteveen, Karel en Mienet 2. Luctor, z.p. ca dbnl / erven Marietje Witteveen

SPREEKBEURT MANDARIJNEEND

dan stonden we hier nu niet zo verloren in het land

inhoud blz. 1. Drijven of zinken? 2. Lucht is licht 3. De duikboot 4. De zwemles 5. Zout en zoet water 6. Olie en water 7.

Kaart 10 Sneeuw en ijs

In de Fûgeltsje Boschzaal zijn wisselende tentoonstellingen te zien waardoor er altijd iets nieuws te beleven is.

CALIFORNISCHE ZEELEEUW

1. Eendje naar de overkant In een vijver zie je bijna altijd eenden. Opdracht: spel in tweetallen; blaas de eendjes zo snel mogelijk naar de overkant

= het been dat links aan je lichaam zit. = het stukje van je lichaam waar het eten in terecht komt en waar het fijn gemaakt wordt.

Visje,visje, in de sloot. Waterdiertjes vangen en bekijken

1 In het begin. In het begin leefde alleen God. De Heere God is er altijd geweest. En Hij maakte de hemel en de aarde.

Lesbrief. Watersysteem. Droge voeten en schoon water. Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta

* makkelijk (voor kleine kinderen) ** normaal (voor kinderen) *** moeilijk (voor volwassenen)

Bijlage VMBO-KB. biologie CSE KB. tijdvak 2. Deze bijlage bevat informatie.

sportdag groep 1 en 2 in de vijver Naam:

Speurtocht in Wetland Passewaay

Bijlage VMBO-GL en TL

Vind de schat van Het Vinne!

De ettertjes willen een kikkercircus

HANDIG HET TROPISCH ZOETWATER- AQUARIUM

Antwoorden: zie laatste bladzijde. Woordenschat 1

begrijpend lezen werkboek

DE CALIFORNISCHE ZEELEEUW

INHOUD. Inleiding Aardbevingen Bergen Bosbranden Koraal Lawines Meteorieten Onweer...

Werkblad Naut Thema 2: Planten en dieren

SPREEKBEURT LANDHEREMIETKREEFT

LEESTIP. Speel- & Leerbrief JULI Marja Baeten. Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar SPELEN MET WATER! JULI 2015.

l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n SPREEKBEURT AXOLOTL AMFIBIEËN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN

Volg de aanwijzingen en ontdek met de cijfercode wat de naam van de boom is. Onze boom heet :...

Ik vou van u is een verhaaltje van het tuinvrouwtje Fiona en het wolkenmannetje Wiebe. Fiona verzorgt haar bloemen met heel veel liefde en overgave.

Les met werkblad - biologie

Plaats: bij de oud papier doos in de dolfijnen groep. Nodig: oud papier doos.

Regen. ( 20 oktober 14 november)

Thom de dino vriend. Lize Ippel

bij een examen de antwoorden van iemand anders proberen te lezen en te gebruiken

Buitenlessen Themareeks Mens & Natuur

Noach. moest een ark gaan bouwen Ans Heij - de Boer /

inhoud 1. Vuur in de natuur 2. Mens en vuur 3. De mens maakt vuur 4. Licht en warmte 5. Vuur en eten 6. Werken met vuur 7.

Grond of aarde weghalen door te graven. Graven is een gat in de grond maken. De plaats waar de grond wordt weggenomen.

Wandelen in Echt in het natuurgebied de Doort.

Doel: De kinderen kunnen de verschillende kleine beestjes benoemen en kunnen aangeven hoe deze dieren leven.

= een beestje met 8 poten. Een spin kan een web maken. = een plant met scherpe stekels.

BIOBOER. Maar vandaag is het aardoliealarm. Kijk op je aardoliekaart of er voor jou een probleem is.

2. Maak met de 4 buizen een vierkant op de grond. Dit is het zoekraam.

onderzoek water opdrachtkaart Onderdeel A les 5-6.6

Niks moeten please! Ontspanningsverhalen met kleurplaten voor kinderen In de klas en thuis te gebruiken.

inhoud 1. Voeten en poten 2. De olifant 3. De vlieg 4. De uil 5. De sprinkhaan 6. De giraf 7. De struisvogel 8. De gekko 9.

NME-leerroute Aarde, lucht en water

Aardoliealarm in het bos

Een tijdje terug viel er iets uit de lucht. Het waren brokstukken van een satelliet. (Af / De / Os) brokstukken vielen op de aarde.

Transcriptie:

Woordenschat Taal Actief groep 4 Thema 8 Les 1 branden Iets dat door vuur kapot en op gaat. de brandweer Een plek waar mensen werken die branden blussen. Ze dragen dikke pakken en rijden in rode brandweerauto s. uiteenspatten Het water komt tegen iets aan en springt terug. druipen Er vallen ergens druppels vanaf. leeggieten Een vloeistof in een straal uitschenken. stromen Het water beweegt.

gieten Heel hard regenen. regendruppel Een druppel van regenwater. regenen Er vallen regendruppels uit de lucht.

Woordenschat Taal Actief groep 4 Thema 8 Les 2 boten Zie je op het water. Ze kunnen varen. varen Het vooruit gaan van een boot op het water. zeilen De wind blaast tegen een groot stevig doek op de boot. Hierdoor kom je met de boot vooruit. roeien Dit doe je met twee roeispanen. Als je ze diep in het water steekt kun je het water wegduwen en dan ga je vooruit. diep Het is ver naar beneden. een vlot Een platte boot gemaakt van planken. De planken zijn aan elkaar vastgebonden. Vlot betekent ook snel.

drijven Op het water blijven liggen. vissersboot Een boot waarmee je vissen kunt vangen. een net Een soort zak met gaten erin. Hiermee kun je vissen vangen. Het water gaat eruit. Een ander woord voor het net laten zakken is neerlaten. neer Betekent naar beneden.

Woordenschat Taal Actief groep 4 Thema 8 Les 3 schoonmaken Iets dat vies is weer netjes maken. een emmer Een hoge plastic bak waarin je water kunt doen. de wc Een hoge pot van steen. Je kunt er in plassen of poepen. Daarna laat je er water doorspoelen. poetsen Je maakt iets schoon met een doek. schoon Het tegengestelde woord van vuil. vuil Een ander woord voor vies en smerig.

smerig Het betekent hetzelfde als vies en vuil. stralend Het glimt. Het lijkt alsof er licht vanaf komt.

Woordenschat Taal Actief groep 4 Thema 8 Les 4 zwemmen Het vooruitkomen in het water door je armen en benen te bewegen. verdrinken Het doodgaan in het water omdat je geen adem meer kunt halen. een eiland Een stuk land in het water. de wal Het land dat je ziet vanaf een boot. de palmboom Een boom met alleen bovenin takken. Aan de takken zitten grote groene bladeren. Ze groeien in warme landen. het strand Het stuk land langs de zee. Het bestaat uit zand.

zinken Iets dat in het water naar beneden zakt. opduiken Iets wat gezonken is weer boven water halen.

Woordenschat Taal Actief groep 4 Thema 8 Les 5 een ijsbeer Een witte beer. Hij leeft in heel koude landen. een zeehond Een dier dat in de zee leeft. Het dier heeft een heel glad lijf met vinnen eraan. Hij eet vis. Het dier kan een soort blaffend geluid maken. een walvis Een groot dier dat in zee leeft. koel Het is niet warm maar ook niet koud. Het betekent een beetje koud. planten Een boom, struik of plant in de grond zetten. Dan kunnen ze gaan groeien. een vaas Een smalle pot, waarin bloemen staan.

een kikker Een klein groen of bruin dier. Het dier heeft lange achterpoten. Daar kan hij hoog mee springen. Hij kwaakt en leeft in of bij het water.

Woordenschat Taal Actief groep 4 Thema 8 Les 6 een rivier Het is een waterstroom. Deze begint vaak in de bergen en komt uit in de zee, of in een andere waterstroom. een plons Omdat je springt, kom je met een harde klap op het water terecht. waterdruppels Bolletjes water die door de lucht vliegen. een greppel Een geul in het land waar het regenwater doorheen loopt. Het water komt uit in een sloot. een vijver Een stuk water waarin vissen en kikkers leven. Er groeien ook waterplanten in. kletsnat Je bent helemaal nat. Het water druipt van je kleren.

plassen Een gebied met water. Het kan ook kliederen en knoeien met water betekenen. bevriezen Het water wordt heel koud. Het krijgt een vaste vorm dat keihard is. smelten Iets dat eerst hard was en nu door de warmte weer zacht en waterig wordt.