Verslag Consultatiebijeenkomst beleidsplan sociaal domein 2016-2018 Donderdag 24 maart 2016 Inleiding Samen met professionals, cliëntvertegenwoordigers en inwoners werkt de gemeente Almere aan de herijking van het beleidsplan sociaal domein. Het nieuwe plan gaat gelden voor de periode 2016 tot en met 2018. Voordat het daadwerkelijke document wordt geschreven, vindt er nu eerst een consultatieronde plaats op basis van een notitie met de belangrijkste thema s, keuzes en voorgestelde acties. Op 24 maart reflecteerde een groep van zo n zestig professionals op die notitie. We hebben de bijeenkomst benut om samen met u het complete plaatje te overzien van de schat aan praktijkervaringen, dilemma s en potentiële ontwikkelrichtingen voor de komende jaren. De focus lag op thema s waarvoor belangrijke keuzes te maken zijn of waarvoor substantiële veranderingen worden voorgesteld. Die thema s zijn: specialistische jeugdhulp; een veilige gezinssituatie en minder jonge wetsovertreders; succesvol de stap naar volwassenheid zetten; de kracht van de samenleving versterken; financiële zelfredzaamheid en passend werk vinden; samenwerking en coördinatie tussen professionals; de juiste ondersteuning op school; gerichte ondersteuning bij een lichte verstandelijke beperking; inkopen en subsidiëren op maat; naar een inclusieve samenleving; een goede basis voor nieuwe Almeerders (statushouders); monitoren en sturen op kwaliteit. De gemeente verwerkt alle opbrengsten van de bijeenkomst in het beleidsplan sociaal domein en in het proces van inkoop en subsidiëring voor 2017. Ook de aanvullende opmerkingen die zijn gemaakt via beleidsplanalmere@almere.nl, nemen we mee. Gemeenschappelijke rode draden uit de bijeenkomst Investeren in een ander manier van samenwerken (samenspel) In veel van de gesprekken kwam naar voren dat we moeten investeren in een andere manier van samenwerken op basis van het principe één gezin, één plan, één aanpak, ook op school. In plaats van handelen als estafettelopers (de ene professional handelt pas als de ander het stokje overdraagt), zouden we moeten toewerken naar een samenspel. Daarin zijn én blijven we samen verantwoordelijk (soms actief, soms adviserend, soms informerend) voor het totale eindresultaat. Dit vraagt om investeren in: de kennis en kunde van de wijkteams en het wijknetwerk. kennis over elkaar en het verbinden van het formele en informele netwerk; samenwerking op basis van mogelijkheden in plaats van belemmeringen (bijvoorbeeld privacy);
verbindingen tussen verschillende domeinen, zoals welzijn, zorg, gezondheid, werk, inkomen en veiligheid. Investeren in het samen ontwikkelen van kennis en kunde Op verschillende thema s is ontwikkeling nodig. Er is rust, ruimte en tijd nodig om de nodige kennis en ervaring daarvoor op te doen. Daarnaast is er behoefte aan stabiliteit in het netwerk van samenwerkingspartners. Dit vraagt om: samenwerkingsafspraken voor een langere termijn; het verbinden van initiatieven, uitwisseling over wat goed gaat en best practices; investeren in integrale bekostiging; het gezamenlijk ontwikkelen en bespreken van wat we monitoren, om daarvan te leren; het beperken van de administratieve lasten; het nader definiëren van kwaliteit. Investeren in tijdig op- en afschalen, vroegsignalering en preventie Op vrijwel alle thema s is vroegsignalering en tijdig op- en afschalen een punt van aandacht. Daarvoor moeten voorwaarden worden gecreëerd, waaronder: de benodigde middelen en faciliteiten, waaronder basisvoorzieningen (waaronder geschikte, waar nodig begeleide, huisvesting en een inkomen); het overbruggen van vooroordelen door contact, verbinding en elkaar kennen ; het overbruggen van overgangen zoals de achttiende verjaardag en culturele verschillen. Er is ook kennis nodig over de implicaties daarvan. Belangrijkste opbrengsten van de verschillende themagesprekken Onderstaand leest u de belangrijkste opmerkingen en conclusies uit de besprekingen van de verschillende thema s. Specialistische jeugdhulp We moeten samen de voorwaarden creëren voor een andere manier van samenwerken (zie ook de vorige pagina van dit verslag). Dit betekent: ons losmaken van organisatiebelangen; onbevangen en zonder vooroordeel naar een situatie kijken; alle organisaties, maar ook ouders, kinderen en het netwerk betrekken bij de aanpak en medeverantwoordelijk maken; niet uit het spel stappen wanneer jouw aandeel is geleverd, maar betrokken blijven vanuit een veranderde rol (bijvoorbeeld informatie en advies). investeren in kennis en kunde (van de wijkteams, maar ook het sociale netwerk); het gezinsplan als basis hanteren en alle betrokkenen (professionals, direct betrokkenen en netwerk) betrekken bij het samenstellen en het benoemen van hun rol; Rust, ruimte en tijd bieden voor deze ontwikkeling, ander andere door meer langdurige afspraken; voorwaarden creëren voor afschalen, zoals geld, opvang, faciliteiten, maar ook kennis en contact; uitwerken hoe we preventie kunnen vormgeven. Een veilige gezinssituatie en minder jonge wetsovertreders de overgang van 18- naar 18+ warm laten verlopen;
vroegsignalering koppelen aan een systemische aanpak voor gezinnen; een gezinsplan opstellen samen met alle betrokken professionals, de ouders en het netwerk; aandacht voor kennisontwikkeling over culturele verschillen en oorzaken dat problemen toenemen (vooral bij jongens). aandacht voor een betere koppeling tussen de veiligheidsketen en het sociaal domein, onder andere bij het ontwikkelen van een model voor op- en afschalen en bij de procescoördinatie. Succesvol de stap naar volwassenheid zetten meer aandacht voor basisbehoeften: huisvesting (betaalbare woonruimte, deels begeleid), inkomen (vacuüm 21-jarigen!); aansluiten bij de mogelijkheden van jongeren (maatwerk); vroegsignalering (school) en betere samenwerking tussen het ROC, het speciaal onderwijs, de wijkteams en de gemeente (Werk & Inkomen). Likes en tops: aandacht voor jonge moeders; het benoemen van informele zorg verbinding tussen wijkteams en scholen; begeleiding op meer leefgebieden bij uitval (integrale aanpak met multidisciplinair team); warme overdracht 18-/18+ en sluitende keten jeugdhulp, justitie en reguliere zorg; lege kantoorpanden ombouwen tot kamers/appartementen; kritisch zijn op zorgverzekeraars. De kracht van de samenleving versterken De kracht van de samenleving is divers en veranderlijk en komt vanuit de mensen zelf. Dit vraagt van overheid en professionals: de situatie erkennen en meebewegen; anders faciliteren (gelijkwaardig meedoen, ruimte geven, open uitnodigen om mee te doen); initiatieven verbinden van (in)formele netwerken; aandacht geven aan kwetsbare groepen bij hun activiteiten (inclusief organiseren van activiteiten); informeren en communiceren over wat er is, wat goed gaat en best practices. Financiële zelfredzaamheid en passend werk vinden meer gedifferentieerd te werk gaan bij arbeidsparticipatie van kwetsbare groepen, aansluitend bij de positie en mogelijkheden van mensen; rust in de thuissituatie als fundament voor alleenstaande moeders (in alle aspecten); integratie van Werk & Inkomen en de wijkteams op een functionele manier die niet verder gaat dan (deels) samenwerken. Samenwerking en coördinatie tussen professionals De onderlinge samenwerking wordt over het algemeen positief beoordeeld. Verbeterpunten zijn: onderling samenwerken, ook al mogen we niet alles met elkaar delen (privacy); regie en mandaat in het integraal samenwerken; het hele netwerk benutten en helder maken waar de wijkteams wel en niet van zijn; een gezinsplan maken en daar alle professionals én het informele netwerk bij betrekken; zorgen dat we weten wie waarmee/met welke gezinnen bezig is;
zorgen voor beter op- en afschalen; de kwaliteit van de wijkteams. De juiste ondersteuning op school We zien een toename van het aantal thuiszitters en opschalingen. De samenwerking tussen scholen en professionals in de jeugdhulp moet daarom beter. Niet alleen op papier, maar vooral in de praktijk. De discussie of de school of het wijkteam de ingang moet zijn voor ondersteuning, raakt niet de essentie. Het gaat erom dat: problemen worden gesignaleerd; problemen samen met de betrokken professionals en de ouders bespreekbaar worden gemaakt; er een gezinsaanpak tot stand kan komen. Een tip van de gespreksdeelnemers: organiseer dat de expertise dichter bij de school kan komen, zodat de eerste gesprekken met de ouders professioneel kunnen worden begeleid. Daarbij is aandacht nodig voor: culturele diversiteit (waaronder anderstaligheid) en de effecten daarvan; mogelijke racisme en discriminatie; het leren kennen van elkaars werelden (verbinden) voor scholen en professionals; korte communicatielijnen; het betrekken van de thuissituatie; het benutten van de combinatie tussen scholen, sport en cultuur om problemen te voorkomen. Gerichte ondersteuning bij een lichte verstandelijke beperking Het gaat niet om een lichte verstandelijke beperking, maar om lage eigen zelfredzaamheid. Om mensen daarbij te ondersteunen is het nodig dat we werken aan: vormen van levensbegeleiding voor jeugdigen (inclusief de overgang van 18- naar 18+); integrale hulppakketten voor meer voorkomende problemen; licht om de betrokkene heen en aan waakvlamcontact. Inkopen en subsidiëren op maat De ondersteuningsvraag van de inwoner en wat daarvoor nodig is, moet centraal staan. Ook wanneer op- en afschalen en het afstemmen van verschillende vormen van ondersteuning aan de orde is. Dit vraagt om: integrale bekostiging (ontschotte budgetten) en gecombineerde ondersteuning voor specifieke problemen, het liefst op basis van een gezinsplan. zorgen voor minder administratieve lasten, onder andere door integrale bekostiging en door af te gaan op het oordeel van professionals (regelluw en indicatieloos werken). Er is optimalisatie nodig van de administratieve afwikkeling richting aanbieders (beschikkingen en betalingen). Aanbieders twijfelen of het werken met cliëntprofielen mogelijk is, omdat iedere ondersteuningsvraag van een inwoner weer anders is. Ook zijn er twijfels of deze vorm wel leidt tot vermindering van de administratieve lasten. De gespreksdeelnemers zien meer in een model waarbij cliëntorganisaties, ervaringsdeskundigen en aanbieders samen werken aan maatschappelijke opgaven en waarbij de bekostiging bijvoorbeeld plaatsvindt via integrale (ondersteunings)arrangementen. Het is belangrijk om dit gedifferentieerd per ondersteuningsvorm aan te pakken. Deze manier van werken vraagt om langdurige samenwerkingscontracten.
Er is aandacht nodig voor cliëntondersteuning van met name zwakkere en kwetsbare groepen. Deze mensen zijn niet in staat om zelf hun hulpvraag te verwoorden en toegang tot ondersteuning te vinden. Naar een inclusieve samenleving Het startpunt van het gesprek: inclusie start bij de buren. Het gaat om houding en gedrag van alle inwoners richting de mensen uit hun directe omgeving. Dit vraagt om: niet-geïndiceerde ondersteuning in de wijken; inzet van bijvoorbeeld mensen met een lichte verstandelijke beperking voor eenvoudige ondersteuning en klussen in de wijk (niet per se de eigen wijk) en de nodige structuur (buurtbedrijf, Tomin 2.0) om dit te organiseren mét alle betrokkenen (cliënten, buurt, partners, MKB); meer aandacht voor begeleiding van ex-ggz-cliënten naar betaald werk; een ontschot budget voor het sociaal domein, onder meer voor activiteiten en pilots; het ontschotten van niet alleen het beschut en arbeidsmatig werk, maar ook de arbeidsmatige dagbesteding. Een goede basis voor nieuwe Almeerders (statushouders) Belangrijkste conclusies nog niet voorhanden. Monitoren en sturen op kwaliteit Monitoren is belangrijk, maar moet zich richten op concrete (liefst naar wijkniveau vertaalde) effecten. Dit vraagt om: een heldere relatie tussen de gevraagde informatie en de door partners te realiseren/verantwoorden prestaties/effecten; zo veel mogelijk uniformiteit en vergelijkbaarheid met andere steden; bespreking van de monitor met de partners.