Bouwen van een Multifuel WKK. Stora Enso Langerbrugge NV

Vergelijkbare documenten
Goedkeuringsverslag milieueffectrapport

Uitbreiding van de kopersmelter

Richtlijnen voor het Project-MER Oiltanking AGT

Project-MER-Verslag. Verdere exploitatie van elektriciteitscentrale Langerbrugge

Ontbossing en bouw en exploitatie van een nieuwe elektriciteitscentrale van Electrabel op de terreinen van Arcelor Gent te Gent

Richtlijnen milieueffectrapportage

Milieueffectrapport voor het uitbreiden van een varkensbedrijf

Richtlijnen milieueffectrapportage. Hernieuwing van de milieuvergunning voor een pluimveehouderij met stalruimte voor leghennen (Vanthournout)

Monsanto: MER voor diverse uitbreidingsprojecten

Richtlijnen voor het Project-MER Belgoprocess bouw gebouw 167X opslag vaten

Richtlijnen milieueffectrapportage voor BP Chembel NV, Uitbreiding van de PTA2- en PTA3-eenheid te Geel

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding van een veeteeltbedrijf : De Lindehoeve/Carrebrouck Koen te Diksmuide

Varkensbedrijf Kodeva te Torhout

Hervergunning van de Electrabel - elektriciteitscentrale

Scopingsadvies Project-MER Hervergunning en uitbreiding van een varkenshouderij : Messely Klaas te Kortrijk

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding en hernieuwing van een varkenshouderij tot varkens te Beveren- Waas

Nieuwe elektriciteitscentrale van T-Power NV te Tessenderlo

Wiga NV: uitbreiding van een varkenshouderij tot varkens te Heuvelland

Project-MER-Verslag. Hervergunning en uitbreiding voor de meeverbranding van biomassa-afval van een electriciteitscentrale

HERVERGUNNING EN UITBREIDING VAN METALLO-CHIMIQUE NV TE BEERSE

Richtlijnen milieueffectrapportage

Ontwikkeling van de site Loghidden City. in de Waaslandhaven

Renogen biomassa-wkk te Ham

Richtlijnen milieueffectrapportage

Richtlijnen voor het Project-MER Spent Fuel Facility voor Kerncentrale Doel

Bio-warmtekrachtkoppeling (bio-wkk) Oostrozebeke

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van slachtkuikenbedrijf Pollo NV te Oud-Turnhout

Richtlijnen milieueffectrapportage

Richtlijnen milieueffectrapportage

Project-MER-Verslag. Bouw van een WKK-eenheid bij Lanxess Rubber NV. Initiatiefnemer: Electrabel NV Regentlaan Brussel

Initiatiefnemer: Van Rooy Kathleen Hegge Ravels. 12 februari 2016 PRMER-PR2299-RL

Scopingsadvies Project-MER Productie en bewerking van glas AGC Glass Europe NV in Mol Hervergunning en uitbreiding/wijziging

Fysicochemische installatie en uitbreiding van de deponie bij Indaver NV

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van een slachtkuikenbedrijf. Aerts Kristof te Beerse

Richtlijnen milieueffectrapportage. Plan-MER OMLOOP VOOR GRONDGEBONDEN GEMOTORISEERDE SPORTEN TE MAASEIK (Neeroeteren), Waterloos

Project-MER-Verslag. Goedkeuring milieueffectrapport. Project: MER Prayon te Ruisbroek. Initiatiefnemer: Prayon NV Gansbroekstraat Ruisbroek

Scopingsadvies Project-MER Modernisering van het Albertkanaal tussen de Noorderlaanbrug en de sluis van Wijnegem

UITBREIDING BIJ UMICORE NV TE HOBOKEN

Richtlijnen milieueffectrapportage: Hervergunning Chemogas NV te Grimbergen

Goedkeuring milieueffectrapport. Kerncentrale van Doel hernieuwing van de Vlarem-vergunning

Hervergunning van de raffinaderij Petroplus

Nieuwe installatie voor de productie van PET van JBF Industries te Laakdal/Geel

Hervergunning en verandering van Bayer Antwerpen

Richtlijnen milieueffectrapportage: Varkensbedrijf Voeder Seurynck NV

Scopingsadvies Project-MER Aanleg infrastructuur industrieterreinontwikkeling Kluizendok te Gent

Misa Eco BVBA: Zwavelzuurproductie

Project-MER-Verslag. Goedkeuring milieueffectrapport. Project: Sint-Janspoort Kortrijk. Initiatiefnemer:

Richtlijnen milieueffectrapportage

Project-MER-Verslag. Goedkeuring milieueffectrapport. Project: Uitbreiding Recreatiepark Hengelhoef te Houthalen-Helchteren.

Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgevingsdossier. MER-forum 10 juni 2004

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van het gemengd veeteeltbedrijf Danny Delcroix

Richtlijnen milieueffectrapportage: Uitbreiding en hervergunning Inbev Belgium NV te Leuven

Plan-MER verslag Goedkeuring milieueffectrapport. Plan: Nationaal Operationeel Plan voor de Belgische Visserijsector

Richtlijnen milieueffectrapportage. Bouw en exploitatie van een varkensbedrijf

Richtlijnen milieueffectrapportage. Hervergunning en uitbreiding Veolia ES MRC te Antwerpen

Scopingsadvies Project-MER Hervergunning en verandering van pluimveehouderij Bart Bax LV in Weelde

Project-MER-Verslag. Project: Uitbreiding van de PTA2- en PTA3-eenheid te Geel. Initiatiefnemer: BP Chembel NV Amocolaan GEEL

Richtlijnen milieueffectrapportage: Inza Schoten: Hernieuwing van de milieuvergunning

Elektriciteitscentrale BerinGen - Beringen

Plan-MER-Verslag. Plan: Initiatiefnemer:

Hervergunning en verandering van Ford Werke GmbH te Genk

Richtlijnen milieueffectrapportage voor een nieuwe elektriciteitscentrale van T-Power NV te Tessenderlo

Hervergunning en verandering van een attractiepark

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding van een bestaande varkenshouderij en exploitatie van een nieuwe pluimveehouderij te Borgloon.

Hervergunning van de volledige eenheid en uitbreiding met een zesde gietinstallatie CORUS Aluminium NV

Hervergunning van ArcelorMittal Genk FCS. Initiatiefnemer:

Hervergunning en verandering van de activiteiten van URSA BENELUX bvba te Waregem-Desselgem

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Aanleg hoogspanningsleiding Zandvliet-Lillo.

Richtlijnen milieueffectrapportage. Bekaert N.V. te Zwevegem

Richtlijnen milieueffectrapportage. MER voor PRAYON NV Exploitatie van een chemisch bedrijf

Richtlijnen milieueffectrapportage: Gallina NV Hoogstraten

Infomoment Verapazbrug

SEA-Tank Terminal NV Nieuw tankpark aan het 6de havendok te Antwerpen

Verzoek tot ontheffing van het opstellen van een project-mer: Ontheffingsbeslissing. Project:

Richtlijnen milieueffectrapportage. Milieueffectrapport voor een pluimveehouderij met mestkuikens te Zonnebeke (Lagrou Patrick)

Project-MER-Verslag. Nippon Shokubai ECA 3 -project. Initiatiefnemer: Nippon Shokubai Europe Nieuwe Weg 1 Haven Zwijndrecht

Richtlijnen milieueffectrapportage: Uitbreiding van de activiteiten van URSA BENELUX te Waregem-Desselgem

Hervergunning Farm Frites Belgium NV te Lommel

Beslissing over het verzoek tot ontheffing van de project-mer-plicht. Duurzaam Beheerplan Boven-Zeeschelde

Richtlijnen milieueffectrapportage

Richtlijnen milieueffectrapportage

Milieueffectrapport voor de uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een varkensinrichting tot varkens

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project:

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding en hernieuwing van een bestaand legkippenbedrijf tot legkippen

Scopingsadvies Project-MER Regularisatie en uitbreiding van kippenslachterij Nollens NV te Kruishoutem

Een overzicht van de mer-procedure en bespreking van de terinzagelegging van de kennisgeving

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Gemengd Regionaal Bedrijventerrein Veedijk te Turnhout.

Chevron Phillips International NV - hervergunning

Richtlijnen milieueffectrapportage

MER capaciteitsuitbreiding en hervergunning Cargill Malt te Herent

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN

Richtlijnen milieueffectrapportage. Hervergunning en uitbreiding van een gemengde veehouderij met pluimvee en rundvee : Van De Locht Guy te Wuustwezel

Richtlijnen milieueffectrapportage. Afvalvoorbehandelingsinstallatie BIFFA Treatment n.v. - Vilvoorde

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding productie Brouwerij Duvel-Moortgat te Breendonk (Puurs)

Richtlijnen milieueffectrapportage: Aanleg spoorverbinding te Lissewege tussen L51A en L51 Bocht Ter Doest

Richtlijnen milieueffectrapportage: Inrichting van de KMO-ZONE LINDEKENSVELD te LUMMEN

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Optimalisatie slibstort Callemansputte te Zelzate.

Richtlijnen milieueffectrapportage. O.D.M. N.V. te Moorslede

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van een gemengd veeteeltbedrijf in Poperinge (Watou)

Transcriptie:

Vlaamse Overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Richtlijnen milieueffectrapportage Bouwen van een Multifuel WKK Stora Enso Langerbrugge NV Stora Enso Publication Paper Langerbrugge Mill Wondelgemkaai 200 9000 Gent 28 november 2006 PRMER-0223-RL

1. Inleiding Stora Enso Langerbrugge NV is een geïntegreerd papier-, verpakkings- en houtproducerend bedrijf. De groep is een wereldleider in het produceren van publicaties, kwaliteitspapier, verpakkingskarton en houtproducten. Om volledig in haar eigen warmtebehoefte te kunnen voorzien, wenst Stora Enso Langerbugge NV op haar site een multifuel WKK eenheid te bouwen waarin voornamelijk CO 2 - neutrale en/of hernieuwbare brandstoffen (biomassa en organisch biologische stoffen/afvalstoffen, secundaire brandstoffen en slib) zullen verbrand worden. Het totale thermische vermogen van deze WKK eenheid bedraagt 125 MW th. Door deze nieuwe energiecentrale zal er in de volledige warmtebehoefte en in 40 50 % van de elektriciteitsbehoefte voorzien worden. Het terrein van Stora Enso Langerbrugge NV bevindt zich in het Gentse havengebied aan de linkeroever van het kanaal Gent-Terneuzen. Het project valt onder toepassing van de milieueffectrapportage volgens rubriek 3a van bijlage II van het Besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004, met name: Industriële installaties voor de productie van elektriciteit, stoom of warm water met uitzondering van kernenergiecentrales, met een warmtevermogen van 100 tot 300 megawatt. De initiatiefnemer is Stora Enso Langerbrugge NV, Wondelgemkaai 200, 9000 Gent. Het kennisgevingsdossier is door de Dienst Mer van de afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid volledig verklaard op 26 september 2006. De terinzagelegging liep van 13 oktober 2006 tot en met 11 november 2006 in de stad Gent en van 12 oktober tot en met 10 november in de gemeente Evergem. Parallel hieraan werden de adviezen bij de administraties en openbare besturen gevraagd. Deze richtlijnen, die betrekking hebben op de inhoudsafbakening van het MER, heeft de Dienst Mer opgesteld na overleg met alle betrokkenen op een vergadering bij de afdeling Milieuvergunningen, Apostelhuizen 26K te 9000 Gent op 20 november 2006. 2. Vorm en presentatie Met betrekking tot de vorm en presentatie vraagt de Dienst Mer: - recent kaartmateriaal (bij voorkeur minimum A4-formaat) te gebruiken voorzien van een duidelijke bronvermelding, schaalaanduiding en legende. Door de keuze van het kaartmateriaal moeten de omringende activiteiten duidelijk zijn. Het is daarom aangewezen dat de omringende bedrijven met naam (en eventueel bedrijfsactiviteit) vermeld worden; - een verklarende woordenlijst, afkortingenlijst en literatuurlijst in het MER op te nemen. Voor alle gebruikte termen en afkortingen zal in de mate van het mogelijke het Nederlandstalige equivalent gebruikt worden; - achtergrondinformatie in de bijlagen op te nemen; - duidelijke figuren/productieschema's toe te voegen; - dat de inkleuring van het bedrijfsterrein zichtbaar moet blijven; - dat op elke foto/kaart de bedrijfsgrenzen duidelijk worden aangeduid. "

3. Doelstelling, verantwoording en besluitvorming art.4.3.7. 1,1, a en b Het milieueffectrapport dient te worden opgesteld om bij de milieuvergunningsaanvraag en de stedenbouwkundige aanvraag gevoegd te worden. Het betreft de bouw en exploitatie van een multifuel WKK-eenheid op de terreinen van Stora Enso Langerbrugge NV. 4. Voorgenomen project en alternatieven art.4.3.7. 1,1,c, d en e De kennisgeving heeft op een voldoende wijze het voorgenomen project beschreven waarvoor een vergunning zal worden aangevraagd. De projectbeschrijving moet verduidelijkt worden aangaande volgende aspecten: De aanleiding voor dit project dient duidelijk aangeven te worden. Bij de toetsing aan de MER-plicht dient ook nagegaan te worden of het project ook niet MER-plichtig is omwille van de afvalverwerking. De afstand tussen de geplande WKK eenheid en de bebouwde zones dient gespecificeerd te worden. Verduidelijkt dient te worden wat verstaan wordt onder het begrip verinnerlijking. De vermeden CO2 - emissies dienen vergeleken te worden met de totale emissies van Stora Enso. Voor de aanvoer van brandstoffen over water is een nieuwe kaaimuur gepland aan het kanaal Gent-Terneuzen die direct aansluit op de brandstoffen logistieke zone. Er wordt gevraagd om in het MER meer specificaties op te geven over de geplande kaaimuur (aard, lengte, aanlegwijze). De effecten van de aanleg van deze kaaimuur dienen minstens kwalitatief en waar mogelijk kwantitatief besproken te worden in het MER. De reeds vergunde extra back-up stoomketel, gestookt met aardgas, zal ook besproken worden in de projectbeschrijving. Op basis van zowel technische aspecten als milieu-aspecten dient duidelijk verantwoord te worden waarom er zal bijgestookt worden met kolen en niet met aardgas. Cfr. VLAREA mag groenafval niet verbrand worden. De te verbranden stoffen dienen zo goed mogelijk gespecificeerd te worden en dit op basis van de wettelijke terminologie en met het aangeven van een aantal voorbeelden. Voor de hoeveelheden dient enerzijds een zo realistisch mogelijk beeld geschetst te worden en anderzijds een worst-case situatie. Enkele aandachtspunten hierbij zijn: Er moet een duidelijke relatie gelegd worden tussen de belasting van de WKK en de verschillende percentages van de brandstofmix (zie tabel p. 43). Houtafval: behandeld of niet behandeld houtafval, al dan niet verontreinigd? Kolen: kunnen deze als enige brandstof ingezet worden? Onder welke omstandigheden? Slib: welke slibs? Ook extern slib? De installatie zal ook slib verbranden. Er is echter onduidelijkheid over de geplande hoeveelheden te verbranden slib en de herkomst ervan. Tevens dient verduidelijkt te worden waarom er in de ontwerpbrandstof geen aandeel van slib terug te vinden is. Slib heeft een hoog gehalte onbrandbare bestanddelen en dus een hoge asrest. Hiermee moet rekening gehouden worden bij het vaststellen van de afvalproductie en het aantal vrachten dat moet worden afgevoerd, en dus ook de verkeersbelasting van de omgeving. "

Er dient aangegeven te worden welke voorzieningen genomen zijn voor de opslag van kolen. De losplaats en de opslaglocatie van het te verbranden slib dienen duidelijk aangeduid te worden. De initiatiefnemer moet alle nodige gegevens verstrekken voor het berekenen van de EPM zoals vermeld in het Uitvoeringsplan Hoogcalorisch Afval. Uitvoeringsalternatieven Het nulalternatief moet in het MER worden opgenomen. De motivatie van de keuze voor één van de twee mogelijke procestechnieken voor de NOx verwijdering, SCR of SNCR, dient verder uitgewerkt te worden (voor- en nadelen) en aangevuld te worden met milieutechnische argumenten. Er dient een duidelijke milieutechnische evaluatie te gebeuren vooraleer één of andere techniek kan gekozen of verworpen worden. Indien de bouw van de multifuel WKK niet doorgaat zal Stora Enso geen energie meer afnemen van een externe energieleverancier. Stora Enso zal zelf haar energie met haar bestaande en vergunde gasgestookte ketels aanmaken. Dit moet als volwaardig alternatief uitgewerkt worden waarvoor binnen elke discipline de effecten bepaald en beschreven worden. Een grondige toetsing aan alle relevante BBT-documenten (VITO, BREF, ) en de hierin opgenomen aspecten dient te worden uitgevoerd. Dit dient ook in voldoende detail te worden opgenomen in de disciplinespecifieke hoofdstukken. 5. Juridische en beleidsmatige context art.4.3.7. 1,f De volledigverklaarde kennisgeving heeft een voorstel gedaan van de juridische en beleidsmatige randvoorwaarden die voor dit MER van belang zijn. Het MER zal zorgvuldig nagaan waar de projectrelevantie zich situeert en met name ook aangeven of een voorwaarde onderzoekssturend kan zijn dan wel procedurebepalingen bevat of de combinatie van beide. Het is van belang om ook tijdens het opstellen van het MER de huidige stand van zaken van de randvoorwaarden op te volgen. De juridische en beleidsmatige randvoorwaarden moeten aangevuld worden met: IPPC-richtlijn BREF LCP BREF Waste Incinerator Vlaamse BBT - studie voor stookinstallaties MBO voor elektriciteitsproducenten Nieuw allocatieplan CO 2 2008-2012 Nieuw Vlaams Klimaatbeleidsplan 2006-2012 Reductieplan Gevaarlijke Stoffen Het Legionellabesluit of het Besluit van de Vlaamse Regering van 11 juni 2004 betreffende het voorkomen van de veteranenziekte of legionellose op voor het publiek toegankelijke plaatsen Het Uitvoeringsplan Slib 6. Bestaande toestand en milieueffecten #"#

6.1. Bestaande toestand en ontwikkelingsscenario s art.4.3.7. 1,1, g Als referentiesituatie dient de huidige toestand van het gebied en zijn omgeving te worden beschreven. Per discipline wordt aangegeven welke de huidige milieuwaarden en milieukwaliteiten zijn. Deze referentiesituatie dient te worden aangevuld met de beslissingen, die worden verwacht te zijn uitgevoerd, vooraleer het voorgenomen project zal aanvangen. De volledig verklaarde kennisgeving geeft een goede beschrijving per discipline van de wijze waarop de referentiesituatie zal worden beschreven en welke bestaande gegevens daarvoor zullen gebruikt worden. Als referentiejaar wordt 2005 gehanteerd. Richtlijnenboek m.e.r. Deel 2 geeft verdere aanbevelingen met betrekking tot het gebruik van deze begrippen en de invulling ervan. Tijdens het opstellen van het MER dient ook gebruik gemaakt te worden van de disciplinespecifieke delen van het Richtlijnenboek m.e.r., meer bepaald de hoofdstukken met betrekking tot (bronnen van) Basisinformatie, (afbakening van het) Studiegebied en (analyse van de) Referentiesituatie. In de referentiesituatie zal gebruik gemaakt worden van de emissies van alle relevante bronnen van Stora Enso Langerbrugge NV. $"$

6.2. Milieueffecten en milderende maatregelen art.4.3.7. 1,2, a, b, c De volledigverklaarde kennisgeving geeft een beschrijving per discipline van de wijze waarop de effecten zullen worden onderzocht en beoordeeld en geeft aan dat in functie van het effectenonderzoek milderende maatregelen zullen worden voorgesteld en uitgewerkt. Belangrijk hierbij is dat in de tekst van het MER voor elke onderzochte effectgroep duidelijk de gebruikte methodologie wordt uiteengezet en dat er wordt gestreefd naar een maximale kwantitatieve beschrijving van het effect. Binnen elke discipline moet het gehanteerde toetsingskader worden aangegeven. Tevens zal aangegeven worden op basis van welke criteria een effect als significant of als niet significant beoordeeld wordt. Voor alle disciplines zal een significantiekader worden uitgewerkt in het MER. Milderende maatregelen dienen niet enkel te worden geëvalueerd in geval van significante effecten. Ook wanneer minder weinig significante effecten zijn, of in het kader van BBT overwegingen dient te worden nagegaan welke maatregelen mogelijk zijn en wat hun effect is. Lucht Bestaande emissiebronnen in de invloedszone dienen te worden gekarakteriseerd voor zover zij relevant zijn en indien er gegevens over beschikbaar zijn. Voldoende aandacht dient besteed te worden aan de geuremissies van de biomassa s en slibs. De resultaten van de geurstudie dienen opgenomen te worden in het MER. De milieu-impact van volgende scenario s moet uitgewerkt worden: rekening houden met opvulling emissienormen op basis van mengregel rekening houden met opvulling emissienormen voor afvalverbranding vergelijken met realistische waarden (op basis van andere installaties, garanties leveranciers, ). De effectbeoordeling dient duidelijk en doorzichtig te zijn. Indien Electrabel Langerbrugge NV haar project wijzigt ten opzichte van de kennisgeving (PR0208) dienen de cumulatieve effecten van o.a. NOx en fijn stof besproken en geëvalueerd te worden. Geluid en Trillingen De meetposities worden gekozen op basis van een eerdere geluidsmeting. Verduidelijkt dient te worden waarom meetpunt 1 van deze vorige meetcampagne hier niet weerhouden wordt. Niet alleen op basis van detailinformatie van de opbouw van de installatie, maar ook op basis van reële gegevens van vergelijkbare installaties zal de geluidsemissie en de impact ervan op de omgeving bepaald worden. %"%

Oppervlaktewater Er dient duidelijk beschreven te worden waarom geen extra water vereist is indien Stora Enso zelf zijn stoom produceert. De resultaten van de studie m.b.t. COD dienen opgenomen te worden in het MER. De te verwachten waterkwaliteit van de Kale zal berekend worden aan de hand van de 90- percentielwaarden van het debiet van de ontvangende waterloop. Mens - toxicologie Aangezien er sprake is van koeltorens in de nabijheid van woonzones, valt deze inrichting ook onder de bepalingen van het Besluit van de Vlaamse Regering van 11 juni 2004 betreffende het voorkomen van de veteranenziekte of legionellose op voor het publiek toegankelijke plaatsen, het zogenaamde Legionellabesluit. Aangezien een koeltoren in dit besluit is ingedeeld als hoge risico-inrichting, is het aangewezen om minstens een samenvatting te geven van de belangrijkste punten van de risico-analyse en het beheersplan die opgelegd zijn in het Legionellabesluit. Waar mogelijk moeten de gezondheidseffecten ook gekwantificeerd worden. Hiervoor verwijzen we naar de methodologie voor de discipline Mens-Gezondheid, Praktisch, uitgewerkt door de afdeling Preventieve en Sociale Gezondheidszorg en de dienst Mer. Indien er wezenlijke effecten op het fijn stofgehalte te verwachten zijn, dient het effect gekwantificeerd te worden op basis van de methodologie vastgelegd door WHO. Om de effecten van een gewijzigde PM10 concentratie in te schatten wordt aanbevolen rekening te houden met de Air Quality Guidelines van de WHO waarin een schatting is opgenomen van het relatieve risico bij een stijging van de PM10-concentratie met 10 µg/m3. Bodem en Grondwater Indien er calamiteiten optreden die een impact kunnen hebben op de bodem, dienen zo snel mogelijk de nodige acties ondernomen te worden om de verontreiniging weg te nemen. De nodige controlestalen dienen genomen te worden. Indien gronden worden overgedragen, dienen de bepalingen van het bodemsaneringsdecreet te worden gevolgd. De nodige aandacht dient te worden geschonken aan de regels van het grondverzet. Het verdient aanbeveling om in het licht van de voorgenomen bestemming (wijziging) na te gaan in hoeverre reeds vastgestelde bodemverontreiniging het dossier kan beïnvloeden. Mogelijke effecten van verzuring op de bodem en het grondwater dienen onderzocht en geëvalueerd te worden. Fauna en Flora Mogelijke effecten op de biologisch waardevolle elementen in de omgeving dienen onderzocht te worden. Indien er een negatieve invloed op deze elementen zou zijn, dienen milderende maatregelen te worden voorgesteld. &"&

Mogelijke effecten van verzuring op de fauna en flora dienen onderzocht en geëvalueerd te worden. De locatie van het project dient te worden aangeduid op de Biologische Waarderingskaart. Monumenten en Landschappen De WKK-eenheid kan een effect hebben op de perceptuele kenmerken van het landschap en de belevingskwaliteiten die daarmee in verband staan. Aan de hand van foto- en/of kaartmateriaal zal de visueel-ruimtelijke invloedssfeer van de WKK-installatie gevisualiseerd en beoordeeld worden. Er dienen voorstellen gedaan te worden voor een maximale landschappelijke inpassing van de af te werken site en de gebouwen. Mogelijke effecten van verzuring op de fauna en flora dienen onderzocht en geëvalueerd te worden. Mens Ruimtelijke Ordening en Verkeer De verkeersaspecten dienen besproken en geëvalueerd te worden rekening houdende met de vermelde ontwikkelingsscenario s. Gegevens over de (bijkomende) transporten over de weg, het spoor en het water voor de aanvoer van brandstoffen dienen te worden beschreven en geëvalueerd. De vermelde prognoses betreffende de verkeersmodi dienen voldoende hard gemaakt te worden. Er dient aangegeven te worden met hoeveel vrachtwagens een coaster kan vergeleken worden. 6.3. Vergelijking van de alternatieven art.4.3.7. 1,2, e De uitvoeringsalternatieven dienen ten gronde te worden beschreven en geëvalueerd op hun milieu-impact. De gebruikte technieken dienen afgewogen te worden t.o.v. de BBT - bepalingen en criteria zoals voorgesteld in alle relevante BREF - documenten en Vlaamse BBT - studies. In functie van de resultaten van het effectenonderzoek kunnen bijkomende alternatieven geformuleerd worden, eventueel onder de vorm van milderende maatregelen. 7. Leemten in de kennis art.4.3.7. 1,4 Het MER dient opgave te doen van de leemten in kennis die tijdens het uitvoeren van het onderzoek werden vastgesteld. Deze leemten kunnen opgedeeld worden naar aard van de '"'

leemte waarbij dan onderscheid dient gemaakt tussen leemten m.b.t. project, m.b.t. inventaris en aangaande methode en inzicht. Het MER zal eveneens aangeven hoe met deze leemten is omgegaan en hoe zij kunnen doorwerken naar de besluitvorming. 8. Monitoring en evaluatie art.4.3.7. 1,2, d In het MER zal per discipline aangegeven worden of er eventueel opvolgingsmaatregelen voor te stellen zijn, bijvoorbeeld vanuit de milieuvergunningsreglementering. 9. Integratie en eindsynthese art.4.3.7. 1,2, e In een afzonderlijk deel zal het rapport een disciplineoverschrijdende, leesbare samenvatting geven over de verwachte gevolgen voor het milieu en hoe en in welke mate de voorgestelde maatregelen deze kunnen milderen. 10. Tewerkstelling, investering en gebruikte materialen art.4.3.7. 1,3 In dit hoofdstuk geeft het rapport aan welke de verwachte tewerkstellings- en investeringseffecten zijn van de voorgenomen activiteit. Indien dit nog niet bij de projectbeschrijving het geval is geweest, zal in dit hoofdstuk aangegeven worden welke materialen voor dit project zullen worden gebruikt. De aspecten van ketenbeheer kunnen hierin verder aan bod komen met opgave van de aanvoerlijnen en van de afzetmogelijkheden. 11. Niet-technische samenvatting art.4.3.7. 1,5 De niet-technische samenvatting vormt een afzonderlijk leesbaar deel van het rapport dat de essentie van de overige delen beknopt weergeeft. De tekst moet zodanig geschreven zijn dat hij begrijpelijk is voor een gemiddelde lezer. Figuren, kaarten of tekeningen dienen ter ondersteuning van de tekst in deze samenvatting te zijn opgenomen. 12. Team van erkende deskundigen Het team van erkende deskundigen zoals het in de volledig verklaarde kennisgeving wordt voorgesteld, wordt door de Dienst Mer aanvaard. De Dienst Mer vraagt echter duidelijk aan te geven wie als coördinator zal fungeren. Tenslotte wordt aanbevolen tijdens het opstellen van het rapport contact te houden met de Dienst Mer en met de overige instanties, in het bijzonder in functie van de verwerking in het MER van hun adviezen. ("(

Wanneer tijdens de opmaak van het MER contact wordt opgenomen met één van de adviserende administraties, wordt er op aangedrongen de Dienst Mer schriftelijk (e-mail) op de hoogte te brengen van eventuele afspraken die werden gemaakt. Dit teneinde misverstanden bij de beoordeling van het MER te vermijden. Brussel, 28 november 2006 Het afdelingshoofd, Ir. Koen De Smet )")

Bijlagen Reacties naar aanleiding van de terinzagelegging bij de stad Gent: één. Reacties naar aanleiding van de terinzagelegging bij de gemeente Evergem: één. Lijst van administraties, overheidsinstellingen en openbare besturen die reageerden op de volledigverklaarde kennisgeving, hetzij schriftelijk, hetzij op de overlegvergadering van 20/11/2006: VMM, Afdeling Water, Gent; OVAM; Agentschap voor Natuur en Bos (ANB), Gent; Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid, Afdeling Toezicht Volksgezondheid, Gent; Stad Gent, Departement Milieu, Groen en Gezondheid, Milieudienst; Gemeente Evergem; VMM, hoofdbestuur; VMM, Gent. Volgende instanties reageerden niet op de volledigverklaarde kennisgeving of hadden geen opmerkingen: Agentschap R O Vlaanderen, Onroerend Erfgoed, Gent; Departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE), Afdeling Milieuvergunningen, Gent; LNE, Afdeling Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu & Gezondheid, Dienst Lucht en Klimaat; LNE, Afdeling Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu & Gezondheid, Dienst Hinder en Risicobeheer; ANB, Afdeling Natuur, Gent; Vlaams Energieagentschap; Stad Gent; Provincie Oost-Vlaanderen; ANB, Afdeling Bos en Groen, Gent; Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed (RWO), Afdeling Monumenten en Landschappen; RWO, Cel Monumenten en Landschappen, Gent; RWO, Cel Ruimtelijke Ordening, Gent. Er dienen? exemplaren van de ontwerptekst ingediend te worden. ))"))