Kaft vervangen door kleurenkaft. abcdefgh

Vergelijkbare documenten
Rijkswaterstaat Dienst Verkeerskunde Bureau Dokumentatie Postbus BA Rotterdam

Tijpoortregeling Euro-Maasgeul

I l)-\j10 I I I I I I I ONDERZOEK TIJ POORTEN. Eindrapport

WERKGROEP KIELSPELING Overzicht belangrijkste notities/nota's over de periode 1981 t/m 1988

Tijpoortregeling IJgeul

Tijpoort in relatie tot het toelatingsbeleid. Voor een veilige en vlotte op- en afvaart in het Scheldegebied. Infobrochure

Charta Software back to the base

Geschiedenis en context van de dynamische kielspeling

procedure slecht zicht/mist stormbeloodsing tijpoorten/diepgangen

wadkanovaren.nl pdf versie

Reisvoorbereiding. Ivar ONRUST

wadkanovaren.nl waterdiepten a.h.v. de kaartdiepten

Gevolgen van beperkt getij op het Volker-Zoommeer voor de waterdiepten van daaromliggende jachthavens. Datum 16 november 2010 Status Definitief

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE

Toelatingsbeleid (tussenfase) vaarweg Eemshaven - Noordzee

werkwijze slecht zicht/mist stormbeloodsing tijpoorten/diepgangen bijzondere transporten lng loods aantal boten

VERBETERLIJST. Kanaal Gent - Terneuzen Editie / december 2017

Evenals de vorige keren komen in dit infobulletin de volgende onderwerpen aan de orde: Daarnaast wordt aandacht besteed aan:

Getijtafels. voor Nieuwpoort, Oostende, Blankenberge, Zeebrugge, Vlissingen, Prosperpolder, Antwerpen en Wintam L.A.T.

Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq. Zonewateren. 28 juli 2004

Getijtafels. voor Nieuwpoort, Oostende, Blankenberge, Zeebrugge, Vlissingen, Prosperpolder, Antwerpen en Wintam L.A.T.

Richtlijnen bij aankomst / vertrek / verhalen van zeeschepen voor de haven van Harlingen

-21- GETIJDEN (2) De veelvormigheid van het getij: de Noordzee

Squat-formule Bulkcarrier op basis van sleeptankproeven en ware grootte metingen

Een verdieping in de Maasgeul

Netwerkcentra Rijkswaterstaat:

Uitgangspunten depositieberekeningen

KLIMAATONDERZOEK MER BOTLEK

Verdieping Nieuwe Waterweg Nautische bereikbaarheid Botlek

Op- en afvaartregeling voor 8000 en meer TEU containerschepen. tot de haven van Antwerpen bij een. maximale diepgang van 145 dm

Bijlage E Verschillen met MER 2009

NOTITIE. 1 Inleiding. Onderwerp : Bepaling ligplaatslengte Referentie : VNZT N Datum : 20 maart 2015 : W. van den Bos/F.

Duitse en Nederlandse wad Woudschoten 30 januari 2011 Holten 5 feb 2011

Milieueffectrapportage

Examen Theoretische Kust Navigatie 20 april 2013 versie 29 april 2013

De verdieping van de maritieme toegangsweg tot de haven het programma 48'/43'

Overnachtingshaven Lobith

2 C A (g in sourcediagram) 3 B A 2 Zie de titel van de kaart. 4 D C 2 Een S-cardinaal (kaart 1 symbool Q 130.3)

Overgang van GLLWS naar LAT

Padbreedte van schepen in bochten

Errata/Aanvullingen 10 e druk Kustnavigatie, handboek voor instructie en praktijk. Auteurs: Toni Rietveld, Adelbert van Groeningen en Janneke Bos

Rijkswaterstaat Hydro Meteo centrum Noordzee. Marc Philippart adviseur Meet- en informatiedienst

Kenmerkende waarden. Getijgebied Datum 22 juli 2013

STROOMATLAS BENEDEN ZEESCHELDE VAK PROSPERPOLDER - KRUISSCHANS

Bevoegdhedenverordening registerloodsen 1995

VTS Procedures Rotterdam.

loodgeldtarieven 2019 regio scheldemonden PILOTAGE TARIFFS NEDERLANDS LOODSWEZEN - REGION RIVER SCHELDT PAGE 1

Bijlage 1.3 Bodemdaling in het Eems-Dollardgebied in relatie tot de morfologische ontwikkeling

Rijkswaterstaat Dienst Verkeerskunde Bureau Dokumentatie Postbus BA Rotterdam D 0338

hydraulische, morfologische en scheepvaarteffecten dijkversterking BR636-1 BR636-1/smei/147 ir. A. Zoon

Berichten aan Zeevarenden OOSTENDE 21 JULI 2011 NR. 15

^ Grontmij Bijlage 8 bij toelichting

BEKENDMAKING AAN DE SCHEEPVAART IJmond Noordzeekanaalgebied Centraal Nautisch Beheer

Resultaten evaluatie op/afvaart grote containerschepen. GNB infodag, 22 oktober 2009 Eric Adan

Squatmeting Terneuzen

Voorlopig onderzoek naar de gronding van ms Zhen Hua 10 Europoort, 2 februari 2008

1/18A LOODSEN OP AFSTAND BIJ GESTAAKTE LOODSKRUISPOST IN DE SCHELDEMONDEN

Resultaten evaluatie op/afvaart grote containerschepen. Interne GNB infodag 3 dec Eric Adan = ziek

Berichten aan Zeevarenden OOSTENDE 7 JULI 2011 NR. 14

Aantal pagina's 5. Doorkiesnummer +31(0)

nieuw sturmvioeclvoorspellings systeem

INLEIDING GETIJTAFELS

VTS Procedures Scheldemond.

Referentienummer Datum Kenmerk GM maart 2014 PN

Stormvloedflits van 13 en 14 januari Noordwesterstorm veroorzaakt hoge waterstanden langs de kust

Uitgangspunten onderzoek luchtkwaliteit

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Ratio Werkschrift De getallenlijn

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

JACHTHAVEN NOORDPOLDERZIJL WEER BEREIKBAAR! (MEI 2018)

Getijtafels. voor Nieuwpoort, Oostende, Blankenberge, Zeebrugge, Vlissingen, Prosperpolder, Antwerpen en Wintam L.A.T

Hydrologische berekeningen EVZ Ter Wisch

Navigatiereader. 9 e editie 14 oktober tot en met 19 oktober Versie: Definitief

Getijtafels. voor Nieuwpoort, Oostende, Blankenberge, Zeebrugge, Vlissingen, Prosperpolder, Antwerpen en Wintam T.A.W.

JE NADERT EEN VAN DE ALLERMOOISTE BEROEPEN: LOODS.

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Het GNB verdrag. Verwachtingen, bedenkingen bij de klant

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 13 maart 2010

Ministerie van Verkeer en Waterstaat Memo Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat. i., ',.,0,

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

1. Samenvatting rapport 'Nautisch beheer' (MARIN)

Verbeterpunten nautische toegankelijkheid haven van Gent

> 14/162 BELGISCHE KUST - OMGEVING SCHEUR WIELINGEN VERPLAATSEN GOLFMEETBOEI EN WAAKTON

Kengetallen. E-5 MPR-Kwaliteit. Inleiding. MPR 24 uur. 4 Betekenis van MPR 24 uur

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Getijtafels. voor Nieuwpoort, Oostende, Blankenberge en Zeebrugge

Revisie Detailadvies haven Walsoorden

1/12A BESTELREGELING LOODSEN VOOR SCHEPEN MET EEN VLAAMSE HAVEN ALS BESTEMMING

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

GEZAMENLIJKE BEKENDMAKING van de Belgische en Nederlandse Scheldedirecteuren. Kennisgeving nr. 1/96 dd

MEMORANDUM. B 5.1 Inleiding. Datum : 2 mei Aan : - Kopie aan : - Van : Dhr. M. Koops, doorkiesnummer: (0572)

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

RSG DE BORGEN. Anders varen. Informatie voor de leerlingen. Inhoud. 1 De opdracht 2 Uitwerking opdracht 3 Het beroep 4 Organisatie 5 Beoordeling

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

het noordelijk deel (nabij de woningen) en het zuidelijk deel. Vanwege de invloed naar de omgeving is alleen het noordelijk deel beschouwd.

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Grondwater effecten parkeergarage en diepwand Scheveningen

Transcriptie:

Kaft vervangen door kleurenkaft abcdefgh

achterzijde kleurenkaft 2 Tijpoort Regeling Euro Maasgeul

abcdefgh Tijpoort Regeling EuroMaasgeul "Groene boekje 2007" april 2007

........................................................................................ Colofon Uitgegeven door: Rijkswaterstaat Noordzee Informatie: Hydro Meteo Centrum Noordzee Telefoon: 070 33 66 800 Fax: 070 39 51 724 Uitgevoerd door: Chris Slegt Marc Philippart Datum: 02april2007 Status: definitief Versienummer: 20073 4 Tijpoort Regeling Euro Maasgeul

Inhoudsopgave........................................................................................ LIJST MET TABELLEN... 5 LIJST MET FIGUREN... 5 1 INLEIDING... 7 DE GESCHIEDENIS VAN DE TIJPOORTREGELING... 9 2 AANLOOP EN GEUL... 11 ALGEMEEN... 11 SELECTED ROUTE... 11 AANLOOPGEBIED EUROGEUL... 12 ANKERGEBIEDEN EN AANLOOPGEBIED EUROGEUL WESTELIJK DEEL... 13 EUROGEUL... 13 MAASGEUL... 15 BINNENGEBIED... 16 NAUTISCH GEGARANDEERDE DIEPTEN... 16 TECHNISCH VAARGEULBEHEER... 18 3 HET PROBABILISTISCHE ONTWERP... 21 ALGEMEEN... 21 VEILIGHEIDSCRITERIA... 22 Meerjarig criterium:... 22 Individuele vaartcriterium:... 22 Manoeuvreermarge:... 22 Stroomcriterium:... 23 PROBABILISTISCHE GEULONTWERPMETHODIEK... 23 4 DE KLASSEINDELINGEN... 27 SCHEEPSKLASSE... 27 ASTROKLASSE... 28 METEOKLASSE... 30 PROCEDURE BIJ EXTREME WATERSTANDSVERLAGING... 31 DEININGSKLASSE... 31 5 DIEPTE EN BEREIKBAARHEID... 33 DIEPTELIGGING... 33 BEREIKBAARHEID... 34 6 VERONDIEPING... 37 AANPASSING OP INKOMENDE TIJPOORT... 37 AANPASSING OP UITGAANDE TIJPOORT... 37 BERICHTGEVING BIJ ONDIEPTEMELDING... 37 7 INKOMENDE VAART... 41 ALGEMEEN... 41 HET TIJPOORTFORMULIER... 42 DE VRIJE RUIMTE... 43 8 UITGAANDE VAART... 47 Tijpoort Regeling Euro Maasgeul 3

LIGPLAATSEN EN BETREFFENDE HAVEN... 47 9 TIJPOORTVOORBEELDEN... 51 VOORBEELD 1: INKOMENDE VAART... 51 VOORBEELD 2: INKOMENDE VAART MET VERONDIEPING... 56 VOORBEELD 3: UITGAANDE VAART... 57 10 BEGRIPPENLIJST... 63 11 BIJLAGEN... 65 4 Tijpoort Regeling Euro Maasgeul

Lijst met tabellen Tabel 2.1, Nautisch gegarandeerde diepten... 18 Tabel 4.1, Indeling scheepsklassen... 27 Tabel 4.2, Indeling astroklassen... 29 Tabel 4.3, Indeling meteoklassen... 30 Tabel 4.4, Indeling deiningsklasse... 31 Tabel 5.1, Overlig/downtime; tanker tot 330 Kt draagvermogen... 34 Tabel 5.2, Overlig/downtime; tanker vanaf 330 Kt draagvermogen... 35 Tabel 5.3, Overlig/downtime; bulk tot 280 Kt draagvermogen... 35 Tabel 5.4, Overlig/downtime; bulk van 280 tot 330 Kt draagvermogen... 36 Tabel 5.5, Overlig/downtime; bulk vanaf 330 Kt draagvermogen... 36 Tabel 7.1, Vaartijden Eurogeul Maas Center Lage Licht... 44 Tabel 8.1, Minimaal vereiste kielspeling... 47 Tabel 9.1, Tijpoorttabel TM222, astro 1... 53 Tabel 9.2, Vaartijden Eurogeul Maas Center Lage Licht... 54 Tabel 9.3, Relatieve tijpoorten... 54 Tabel 9.4, Definitieve tijpoorten... 55 Tabel 9.5, Definitieve tijpoorten bij verondieping... 56 Tabel 9.6, Vaartijden Lage Licht MaasvlakteN Maas Center... 58 Lijst met figuren Figuur 2.1, Selected Route en Twingebied... 12 Figuur 2.2, Overzicht aanloopgebied... 13 Figuur 2.3, Overzicht Eurogeul... 15 Figuur 2.4, Overzicht Maasgeul... 15 Figuur 2.5, Overzicht Binnengebied... 16 Figuur 4.1, Getij Hoek van Holland en Euro Platform... 28 Figuur 4.2, Stroom t.h.v. MaasvlakteNoord boei... 29 Figuur 4.3, Definitie getijslag en slagmidden... 29 Figuur 5.1, Schematische diepteverdeling EuroMaasgeul... 33 Figuur 5.2, Schema kielspeling... 34 Figuur 6.1, Faxbericht bij ondieptemelding... 38 Figuur 6.2, Faxbericht dieptekaart bij ondieptemelding... 39 Figuur 7.1, Voorbeeld tijpoortformulier... 43 Figuur 9.1, Voorbeeld tijpoortformulier... 55 Figuur 9.2, Tijpoortformulier bij verondieping... 57 Figuur 9.3, Waterstand/stroom venster... 59 Figuur 9.4, Berekening uitgaande tijpoort... 60 Figuur 9.5, Advies uitgaande tijpoort... 61 Tijpoort Regeling Euro Maasgeul 5

binnen, foto: Jack Hagen 6 Tijpoort Regeling Euro Maasgeul

1 INLEIDING Het "groene boekje" is bestemd voor degenen, die van overheidswege of in opdracht van de overheid betrokken zijn bij de vaart met EuroMaasgeul tijgebonden schepen naar de haven van Rotterdam. De inhoud bestaat uit een beschrijving van de vaarroute naar de haven van Rotterdam. Vervolgens wordt achtergrondinformatie gegeven betreffende het vaargeulontwerp. Een belangrijk onderdeel vormt echter de beschrijving van en de vaststelling van de te volgen procedures om te komen tot de samenstelling van een tijpoort. Het boekje is tot slot aangevuld met bijlagen uit vorige versies van het "groene boekje". Deze tijpoortregeling draagt zorg voor een vlotte en veilige vaart naar en van de haven van Rotterdam voor EuroMaasgeul gebonden schepen. Het is een proces waarbij de viereenheid van dienstverlening en expertise op het gebied van de verwachtingen van het Hydro Meteo Centrum Noordzee, de planning door Havenbedrijf Rotterdam N.V. de beloodsing door het Loodswezen en het onderhoud van de geul door RWS Noordzee samenkomt. Ten grondslag aan de tijpoortregeling ligt een theoretisch model dat door de Adviesdienst Verkeer en Vervoer van Rijkswaterstaat op inspirerende wijze is omgezet in werkende gereedschappen en documenten. Naast een noodzakelijke vastlegging van processen en procedures biedt dit boekwerk ook een inzicht in het tijpoortproces. Dit zal bijdragen tot een hogere transparantie en commitment voor het gebruik van de procedures. Een vlotte en veilige vaart kan alleen bestaan bij een goede, gedragen en begrepen tijpoortadvisering. Hierbij wens ik de eindgebruikers dan ook een voorspoedige en behouden vaart toe, Marc Philippart, coördinator Hydro Meteo Centrum Noordzee Rijswijk, april 2007 Voor de samenstelling van deze uitgave hebben zorggedragen: Rijkswaterstaat Noordzee, Rijkswaterstaat Adviesdienst Verkeer en Vervoer, Havenbedrijf Rotterdam N.V. en de Regionale Loodsencorporatie RotterdamRijnmond. Tijpoort Regeling Euro Maasgeul 7

8 Tijpoort Regeling Euro Maasgeul

De geschiedenis van de tijpoortregeling In 1971 verscheen het "groene boekje" met informatie over de vaart met EuroMaasgeul gebonden schepen naar de haven van Rotterdam, uitgegeven door Rijkswaterstaat (RWS) in overleg met het voormalig Rijksloodswezen, de Rijkshavendienst en het Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam (GHR). In 1980 werd de inhoud van het boekje aangepast en uitgebreid na een enquête onder de geulloodsen. Toen vanaf 1 januari 1985 de bereikbaarheid van de Rotterdamse haven tot een diepgang van 21,95 m (72 voet) werd vergroot, werd een nieuwe versie van het "groene boekje" uitgebracht. In 1990 is de inhoud van het "groene boekje" opnieuw herzien en geactualiseerd. De reden hiervoor vormt de openstelling tot 22,55 m (74 voet) vanaf 30 januari 1987. In 1988 zijn op het organisatorische gebied twee wijzigingen doorgevoerd. De nautisch operationele en beheerstaken op de Nieuwe Maas, de Nieuwe Waterweg, de Oude Maas en het redegebied zijn door het Directoraat Generaal Scheepvaart en Maritieme Zaken (DGSM) overgedragen aan het Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam. Het nautisch beheer van de havenbekkens, het Europoort en het Calandgebied was al bij Rotterdam. De Rijksloodsdienst voorheen deel uitmakend van DGSM en de Havenloodsdienst van het Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam zijn geprivatiseerd en deze taken worden nu uitgevoerd door de Regionale Loodsen Corporatie Rotterdam Rijnmond. In de periode 1993/1994 is er een evaluatie uitgevoerd van het ontwerp van de 74voet geul. Het doel hierbij was om aan de wensen van de gebruiker (verruiming tijpoortregeling EuroMaasgeul) tegemoet te komen en om de ontwerpcriteria te actualiseren. De resultaten hebben geleid tot een procedurele aanpassing van de toelatingsregeling betreffende de vaststelling van de randvoorwaarden voor de tijpoort en hebben geleid tot een nieuwe toelatingsregeling voor de 72 + schepen. In de nieuwe 72 + toelatingsregeling worden snelheidsafhankelijke tijpoorten uitgegeven. De tijpoorttabellen voor 65,5 t/m 74 voet zijn hiervoor tevens aangepast. Een verdere aanpassing c.q actualisering van het groene boekje heeft plaatsgevonden begin 2004 met name om de meest geactualiseerde mededelingen m.b.t een verondieping, de uitgaande vaart regeling en de Pilot Berge Stahl regeling van 2000 te vermelden, tevens zijn de kaarten geactualiseerd en is de tekst van het groene boekje herzien. Ook zijn de nieuwe gereedschappen en vormgeving van de tijpoortuitgifte door het Hydro Meteo centrum van Rijkswaterstaat Noordzee verwerkt in deze uitgave. In 2006 is de tijpoortregeling volledig herzien. Op basis hiervan is ook het groene boekje aangepast met de nieuwe regeling. Deze omvat onder andere een nieuwe indeling van de scheepsklassen, meteoklassen en een toevoeging van de deiningsklasse 11 (geul gestremd). Vanaf deiningsklasse 8 worden ook tijpoortadviezen opgesteld voor schepen vanaf 17,40 meter diepgang. De Berge Stahl regeling is in de generieke regeling opgenomen. Om deze wijzigingen mogelijk te maken is de rekenmodule Harap herzien Tijpoort Regeling Euro Maasgeul 9

en is er een nieuwe grafische interface (TiSIII) gebouwd. Alle tijpoorten zijn nu snelheidsafhankelijk. 10 Tijpoort Regeling Euro Maasgeul

2 AANLOOP EN GEUL Algemeen Vanaf de Zuidelijke Noordzee, via de Selected Route en het Aanloopgebied is de haven van Rotterdam via de toegangsgeul, genoemd de Euro en Maasgeul, bereikbaar voor schepen met een diepgang tot en met 22,55 m (74 voet). Schepen met een diepgang vanaf 17,40 m (57 voet) zijn geulgebonden; zij zijn verplicht de aanlooproute via de Euro en Maasgeul te gebruiken volgens een vastgesteld plan van binnenkomst. Schepen met een diepgang vanaf 20,00 m (65,5 voet) zijn tijgebonden en krijgen hiervoor een tijpoortadvies. Schepen met een diepgang vanaf 17,40 m krijgen vanaf deiningsklasse 8 een tijpoort. Een tijpoort geeft aan gedurende welke tijdsperiode van het getij de geulvaart met een bepaald tijgebonden schip kan plaatsvinden. De tijpoort is dus de periode rond hoog water, welke beschikbaar is voor een veilige vaart waarbij ook rekening gehouden is met een stroomuitsluiting. In dit hoofdstuk wordt de layout van de Eurogeul en Maasgeul inclusief het Aanloopgebied en het Binnengebied besproken. Ook wordt uitgelegd hoe het technisch vaargeulbeheer zorgt voor vastlegging, onderhoud en signalering van afwijkingen in de geulligging. Selected Route Voor schepen met een diepgang groter dan 20,7 m (> 68 voet) is de Selected Route de voorgeschreven route vanaf het oostelijk deel van het Engels Kanaal naar de Euro/Maasgeul. Dit is een noordgaande route die een veilige en ongestremde vaart met diepstekende schepen tot 22,86 m. (75 voet) via het Kanaal, het Nauw van Calais en het zuidelijke deel van de Noordzee mogelijk maakt. Deze conclusie is onderbouwd in het Rapport Veiligheid van de Selected Route van maart 1990. De Selected Route wordt beschreven in de zeekaart nummer: HP8 (zie tevens kaart nr. 1971: Sandettie tot Noord Hinder for Deep Draught Vessels). Onderdeel van de Selected Route vormen het Twingebied en het Noord Hinder gebied, beiden met een zandgolfkarakter. In deze gebieden is destijds baggerwerk uitgevoerd om de voor de nautische veiligheid benodigde waterdiepte van GLLWS 27,30 m. te creëren. Het is daarom tevens noodzakelijk deze gebieden jaarlijks te controleren en zonodig wederom op diepte te brengen. Het Twin en Noord Hindergebied zijn hiermee de enige gebieden in de Selected Route, die door directie Noordzee in stand moeten worden gehouden. Tijpoort Regeling Euro Maasgeul 11

................................... Figuur 2.1, Selected Route en Twingebied Aanloopgebied Eurogeul Het Aanloopgebied is opgesplitst in een westelijk deel (Aanloopgebied West 1) met een nautisch gegarandeerde diepte van GLLWS 25,50 m. en een oostelijk deel met een nautisch gegarandeerde diepte van GLLWS 25,10 m. In tabel 2.1 staan alle dieptes per segment opgesomd. Hierin is tevens aangegeven de naam van de segmenten zoals in de tijpoortregeling geconfigureerd is. Bij uitgave van deze versie van het groene boekje is de conversie van GLLWS naar LAT nog niet geheel doorgevoerd, indien het wel zover is wordt tabel 2.1 opnieuw uitgegeven. De verandering bedraagt circa 5 dm in het aanloopgebied, 4 bij de ingang van de Eurogeul en 2 dm bij de haveningang. Hierbij worden de geuldieptecijfers ten opzichte van LAT minder dan ten opzichte van GLLWS. De bodem van het Aanloopgebied heeft een zandgolfkarakter. Vanaf de diepwaterroute komt het schip het Aanloopgebied Eurogeul binnen. Dit gebied loopt taps toe naar het begin van de Eurogeul (km 57). Beloodsing per helikopter vindt plaats in het westelijk deel van het Aanloopgebied op het Rendezvous punt: 52º00.0 N, 003º00.0 O. Het oostelijk deel is de aanloop naar de toegangsgeul, hier is tevens een keerplaats in opgenomen. 12 Tijpoort Regeling Euro Maasgeul

................................... Figuur 2.2, Overzicht aanloopgebied Ankergebieden en Aanloopgebied Eurogeul westelijk deel Wanneer een schip volgens het plan van binnenkomst enige uren moet wachten voor het openingstijdstip van de tijpoort, kan het ten anker gaan in het korte termijn zeeankergebied (nr. 2, nautisch gegarandeerde diepte: GLLWS 27,20 diepte). Als de tijd tussen opening tijpoort en aankomst te kort is voor een ankermanoeuvre wordt in het Aanloopgebied West 2 gewacht en gaande gehouden (voor Aanloopgebied West 2 werd voorheen de term Aanloopdriehoek gebruikt). Als het schip voor meer dan 24 uur tijd voor anker gaat, dan kan van het lange termijn ankergebied (nr.1) gebruik worden gemaakt. Anders wordt in principe in het korte termijn ankergebied geankerd. Het lange termijn zeeankergebied heeft de grootste diepte (nautisch gegarandeerde diepte: GLLWS 28,50 m), daar kunnen de schepen onder de meest extreme omstandigheden verblijven. Als bekend is dat de Eurogeul gestremd is, zal het aangemelde schip zo mogelijk doorvaren naar het lange termijn ankergebied in afwachting van toelating. Eurogeul De totale lengte van de Euro en Maasgeul, gerekend vanaf de Eurogeul km 57 tot aan de havenhoofden bij Hoek van Holland, bedraagt 57 km (ca 31 mijl). De Eurogeul is 45,65 km (25 mijl) lang en 600 m breed. De richting oostgaand is 82,5º. De nautisch gegarandeerde diepte (t.o.v. GLLWS) van de Eurogeul neemt vanaf 57 km stapsgewijs af van 24,50 m tot 24,00 m in het laatste gedeelte tot Maas Center (figuur 2.3). Tijpoort Regeling Euro Maasgeul 13

De bodem van de Eurogeul heeft vanaf km 57 tot km 22,5 een zandgolfkarakter. Verder in oostelijke richting wordt de bodem steeds vlakker. Nog afgezien van de keerplaats in het Aanloopgebied (nautisch gegarandeerde diepte GLLWS 25.10 m) zijn langs de Euro en Maasgeul twee keerplaatsen aangelegd, met een diameter van 2700 m. De eerste bevindt zich halverwege, aan de zuidzijde van de Eurogeul, tussen de boeien E7 en E9 (nautisch gegarandeerde diepte: GLLWS 24,40 m). De keerplaats halverwege de Eurogeul kan in noodgevallen dienst doen als ankerplaats voor schepen met een diepgang tot 21,35 m (70 voet). De tweede keerplaats bevindt zich ONO van de Maas Center boei (nautisch gegarandeerde diepte: GLLWS 23,10 m). Binnen laatstgenoemde keerplaats bevindt zich aan de westzijde een cirkelvormig gedeelte met een diameter van 1600 m, waar een diepstekend schip in noodgevallen kan ankeren om een tij over te liggen (nautisch gegarandeerde diepte: GLLWS 24,70 m). Aan weerszijden van de Eurogeul ligt een 300 m brede berm (diepte: GLLWS 22,00 m tot GLLWS 22,10 m). Uit simulatieonderzoek is gebleken dat oplopen en ontmoeten in een 600 m brede vaargeul niet onmogelijk is maar veiligheidshalve moet worden vermeden. Wanneer oploop of ontmoetingmanoeuvres onvermijdelijk zijn, kan gebruik worden gemaakt van de berm(en). Het varen boven de berm(en) is alleen verantwoord als is vastgesteld dat er voldoende kielspeling aanwezig is. Schepen met een diepgang tot en met 21,35 m (70 voet) mogen alleen in bijzondere gevallen, zoals bij oplopen of ontmoeten, van de bermen gebruik maken. Schepen dieper stekend dan 21,35 m (70 voet) dienen te allen tijde binnen de 600 m brede Eurogeul te blijven. 14 Tijpoort Regeling Euro Maasgeul

................................... Figuur 2.3, Overzicht Eurogeul Maasgeul De Maasgeul, bevaren in de witte lichtenlijn 112º, is 11,35 km (6 mijl) lang, terwijl de breedte afneemt van 600 m bij de Maas Center boei tot 500 m in de havenmond. De nautisch gegarandeerde diepte van de Maasgeul is 23,40 m (t.o.v. GLLWS). De bodem van de Maasgeul is vrijwel vlak. De Maasgeul heeft geen bermen.................................... Figuur 2.4, Overzicht Maasgeul Tijpoort Regeling Euro Maasgeul 15

Binnengebied Het Binnengebied bestaat uit de Maasmond, het Calandkanaal en het Beerkanaal met de daaraan gelegen havens en ligplaatsen. Aan weerszijden van de havenmond, waar de geul een breedte heeft van 500 m, staan twee horizontaal gestreepte havenlichten. Aan de noordzijde is deze roodwit gestreept en aan de zuidzijde groenwit. De vaart in de Maasmond richting Calandkanaal wordt gedekt door de groene lichtenlijn 116º. Het Beerkanaal wordt gedekt door geleidelichten in de richting 192,5º. De Mississipihaven wordt gedekt door geleidelichten in de richting 249,5º. Het Beerkanaal bevat zwaaikommen voor schepen die rond moeten gaan om af te meren. Vanaf de havenhoofden tot aan de technische beheersgrenzen van RWS/HBR is de nautisch gegarandeerde diepte NAP 23,75 m = 22,91 m t.o.v. GLLWS. In Hoek van Holland is verschil van MV t.o.v. GLLWS = 0,84 m. Tot aan de ligplaatsen waar de diepstekende schepen hun lading kunnen overslaan is de nautisch gegarandeerde diepte NAP 23,65 m.(= 22,81 m t.o.v. GLLWS) Het gaat hier om diepten tot aan de EMOMaasvlakte (oostelijke kade) in de Mississippihaven, de Maasvlakte Oil Terminal (MOTsteigers 1 en 2) in de 8 e Petroleumhaven, beide in het Beerkanaal, en de Ertskade (EECV westkade) in het Calandkanaal.................................... Figuur 2.5, Overzicht Binnengebied Nautisch gegarandeerde diepten Met de volgende criteria is met de probabilistische ontwerpmethode de optimale geuldiepteligging bepaald zoals de gewenste bereikbaarheid, de in 16 Tijpoort Regeling Euro Maasgeul

klassen (met kansen van voorkomen) geschematiseerde randvoorwaarden zoals golfklimaat, waterstanden, scheepsklassen, de onzekerheden in de randvoorwaarden en de veiligheidscriteria. Op deze manier is de 72voet geul (21,95 m), die op 1 januari 1985 werd geopend, ontworpen. Aansluitend is eind januari 1987 de geulvaart voor 74 voet geul (22,55 m) schepen toegestaan. Hierbij is dezelfde ontwerpmethode gehanteerd. De hiermee afgeleide nautisch gegarandeerde diepten zijn gegeven in figuur 5.2. Rijkswaterstaat en Havenbedrijf Rotterdam N.V., zijn verantwoordelijk voor het technisch beheer van respectievelijk de vaargeul en van het Binnengebied en dienen er zorg voor te dragen dat de nautisch gegarandeerde diepten niet onderschreden worden. Vanwege onnauwkeurigheden bij het loden en vanwege de kans op plotselinge aanzandingen en aanslibbingen, die vooral ten gevolge van stormen kunnen voorkomen, worden de geul en het Binnengebied onderhouden op een niveau dat onder de nautisch gegarandeerde diepte ligt. In de praktijk is er dus een overdiepte aanwezig. In de berekening van de tijpoorten is deze ruimte echter niet meegenomen. In de Maasmond en het Caland en Beerkanaal is de bodem vaak bedekt met een laag slib. De dikte van deze laag varieert. Vanaf de zwaaikom in het Beerkanaal en voor de Ertskade wordt als nautisch gegarandeerde diepte het niveau met dichtheid 1030 kg/m 3 aangehouden. De nautisch gegarandeerde diepten voor de geul, de keerplaatsen, het noodankergebied, het aanloopgebied en het korte termijn ankergebied staan vermeld in de onderstaande tabel. Tijpoort Regeling Euro Maasgeul 17

................................... Tabel 2.1, Nautisch gegarandeerde diepten Onderdeel Nautisch gegarandeerde dieptes (m) segment tijpoort t.o.v. GLLWS t.o.v. MV regeling Twingebied Zuid 27.30 29.00 Twingebied Noord 27.30 28.90 Noord Hinder Zuid 27.30 28.40 Noord Hinder Midden 27.30 28.30 Noord Hinder Noord 27.30 28.20 Korte termijn ankergebied N. 27.20 28.20 Korte termijn ankergebied Z. 27.20 28.20 Aanloopgebied West 2 27.20 28.10 Aanloopgebied West 1 25.50 26.40 Aanloopgebied Oost 25.10 26.00 Keerplaats 57.00 km. 25.10 25.10 Eurogeul 57.00 45.50 km 24.50 25.40 Eurogeul1 Eurogeul 45.30 33.00 km 24.50 25.30 Eurogeul2 Eerste keerplaats 35.00 km 24.40 25.20 Eurogeul 33,00 22.50 km 24.40 25.20 Eurogeul3 Bermen 57.00 45.50 km 22.00 22.80 Bermen 45.50 22.50 km 22.00 22.80 Bermen 22.50 11.35 km 22.10 22.90/22.80 Eurogeul 22.50 17.35 km. 24.00 24.80 Eurogeul4 Eurogeul 17.35 11.35 km. 24.00 24.80 Eurogeul5 Maasgeul 11.35 6.00 km. 23.40 24.30 Maasgeul1 Tweede keerplaats 9.00 km. 23.10 24.00 Noodankergebied 24.70 25.60 Maasgeul 6.00 5.00 km. 23.40 24.30 Maasgeul2 Maasgeul 5.00 4.00 km. 23.40 24.30 Maasgeul3 Maasgeul 4.00 3.00 km. 23.40 24.30 Maasgeul4 Maasgeul 3.00 2.00 km. 23.40 24.30 Maasgeul5 Maasgeul 2.00 1.00 km. 23.40 24.30 Maasgeul6 Maasgeul 1.00 0.00 km. 23.40 24.30 Maasgeul7 BINNENGEBIED: Maasmond 0.00 2.75 km. 22.91 23.75 NAP Maasmond 2.75 4.60 km 22.91 23.75 NAP Beerkanaal 22.81 23.65 NAP Calandkanaal 22.81 23.65 NAP De verschillen tussen middenstandsvlak en GLLWS zijn in de Euro en Maasgeul niet constant vanwege de ruimtelijke variatie van het getijverloop. Bij Hoek van Holland ligt het middenstandvlak 7 cm boven NAP. Technisch vaargeulbeheer De vaargeulen vormen de slagaders van de grote Nederlandse zeehavens. Het technisch vaargeulbeheer van Rijkswaterstaat Noordzee zorgt ervoor, 18 Tijpoort Regeling Euro Maasgeul

dat de zeeschepen hiervan vlot en veilig gebruik kunnen maken door het in stand houden van de nautisch gegarandeerde diepte. Het technisch beheer van de vaargeulen naar Rotterdam/Europoort (Euroen Maasgeul), is een verantwoordelijkheid van Rijkswaterstaat Noordzee. Het proces van dit beheer omvat de keten: van Ontwerp, Realisatie, Onderhoud, Evaluatie en Optimalisatie. De optimalisatie geld zowel voor het onderhoud als het ontwerp van de vaargeul. Rijkswaterstaat Noordzee is verantwoordelijk voor het in stand houden van de afgesproken vaargeul profielen, alsmede voor de hydrometeo advisering. Deze beheersactiviteiten kunnen als volgt nader worden omschreven: in overleg met de nautisch vaargeulbeheerder en het Loodswezen vaststellen van een probabilistische toelatingsregeling, die aan de gestelde veiligheidscriteria voldoet en een overeengekomen bereikbaarheid garandeert tegen minimale kosten; uitvoeren van de vastgestelde toelatingsregeling in de vorm van tijpoortadvisering door het Hydro Meteo Centrum Noordzee; onderzoek doen naar sedimentatieprocessen in relatie tot lodingsfrequenties en baggermarges; handhaven van de nautische gegarandeerde diepten door de bodemligging regelmatig te loden en waar nodig te baggeren. De werkzaamheden in het kader van het technisch beheer van de vaargeulen zijn nader beschreven in het instandhoudingsplan van de Euro/Maasgeul; hierin zijn de lodingsfrequenties en baggermarges vastgelegd en is beschreven hoe het baggerwerk wordt uitgevoerd. Mocht onverhoopt een ondiepte worden geconstateerd, dan treedt er een procedure ondieptemelding in werking (zie Hoofdstuk 6). In dat geval wordt de tijpoortadvisering aangepast, zodat een veilig gebruik van de vaargeul ook in die situatie is gewaarborgd. Tijpoort Regeling Euro Maasgeul 19

tijnaad Maasmond, foto: RWS 20 Tijpoort Regeling Euro Maasgeul

3 HET PROBABILISTISCHE ONTWERP Algemeen Bij de toelatingsregeling voor de 68voets geul werd uitgegaan van vaste kielspelingspercentages om de minimaal vereiste waterstand tijdens de geulreis vast te stellen. Deze percentages, verlopend van 20% van de scheepsdiepgang in de Eurogeul tot 10% in de Maasmond, waren gekoppeld aan een bovengrens voor de laag frequente golfenergie van 150 cm² E 10 (komt overeen met deiningshoogte H E10 van 50 cm). De deterministische geulontwerpmethode lag hieraan ten grondslag. Vanaf 111985 is de toelatingsregeling voor 72 voet schepen ingevoerd. Voor de tijgebonden schepen wordt dan gewerkt met een gedifferentieerde toelatingsregeling. Dit wil zeggen dat per schip dat zich aandient wordt gekeken binnen welke tijpoort dit schip de geulreis mag uitvoeren, waarbij de tijpoort afhankelijk is van scheepsgrootte (draagvermogen), scheepstype (ladingsoort) en diepgang en van de verwachte golf en waterstandscondities tijdens de geulreis. Begin 1987 is de regeling voor schepen tot en met 74 voet ingevoerd. De toelatingsregeling, in de vorm van tijpoorten, is geoptimaliseerd met behulp van een (semi) probabilistische ontwerpmethode, waarbij binnen alle denkbare golf en waterstandscondities voor verschillende scheepsklassen zo ruim mogelijke tijpoorten zijn berekend, met inachtneming van vooraf gestelde veiligheidscriteria. Bij de uitvoering van een volgens de probabilistische methode bepaalde toelatingsregeling is het een vereiste dat de golf en waterstandscondities, zoals die zich tijdens een geulpassage zullen voordoen, voldoende betrouwbaar kunnen worden verwacht. De betrouwbaarheid van deze verwachtingen wordt ook meegenomen in het probabilistische rekenproces. Naar aanleiding van de evaluatie van de toelatingsregeling wordt er met ingang van 151995 een aangepaste toelatingsregeling ingevoerd. De evaluatie heeft ertoe geleid dat er nieuwe klasseindelingen van de randvoorwaarden tot stand zijn gekomen. De nieuwe klasseindelingen hebben betrekking op het astronomische getij, het meteoeffect en de deiningshoogte. Ook heeft zich een wijziging voorgedaan in de procedurele vaststelling van deze klassen om de tijpoort te kunnen berekenen. Het snelheidsregime voor de schepen t/m 72 voet is gelijk gebleven, maar voor de 72 + schepen is het snelheidsregime aangepast (langzame, gemiddelde en snelle vaart). Voor alle scheepsklassen zijn de tijpoorttabellen opnieuw samengesteld. Vanaf 2006 is er nieuwe klassenindelingen gekomen voor de scheepsklassen. Hierbij wordt gebruikt gemaakt van de eenheid meters en niet langer voeten. Daarnaast is er een extra deiningklasse gekomen, deiningklasse 11 (>2,20 m). Bij deze deiningklasse is de geul voor alle schepen gestremd. Tijpoort Regeling Euro Maasgeul 21

Veiligheidscriteria Een groot voordeel van het probabilistische ontwerpproces is dat de veiligheid per geulvaart berekend kan worden. Door middel van een toelatingsregeling worden de meest onveilige vaarten uitgesloten. Om deze onveilige vaarten te kunnen onderscheiden worden enkele veiligheidscriteria gebruikt. Dit betekent dat vooraf een te accepteren kans op bodemberoering moet worden vastgesteld, die uiteraard zeer klein is. Bij het vaststellen van de maximaal acceptabele bodemberoeringskans moet een idee bestaan van de ernst van de gevolgen van een bodemberoering. Zou een bodemberoering bijvoorbeeld direct tot olieverlies of geulblokkade leiden, dan zal de kans een extra lage waarde moeten krijgen (immers risico = kans x gevolg). Aan de gevolgen van een bodemberoering is door TNO een speciaal onderzoek gewijd. Uit sterkteberekeningen is gebleken dat een schip enkele decimeters in een harde zandbodem kan dringen, voordat de beplating gaat vervormen. De kans op scheuren of breuk is daarbij nog vrijwel nihil. Dit resultaat heeft een belangrijke rol gespeeld bij het vaststellen van de veiligheidscriteria waaraan de geulvaarten moeten voldoen. Bij de vaststelling van de veiligheidscriteria is een vergelijking met andere nautische faalkansen gemaakt (aanvaringskans, strandingskans e.d.). In die zin is de geulvaart een activiteit, die een relatief laag risico met zich meedraagt. De uiteindelijke veiligheidscriteria zijn als volgt geformuleerd: Meerjarig criterium: De tijpoorten die gepresenteerd worden garanderen een meerjarig veiligheidscriterium, dat stelt dat een bodemberoering met maximaal lichte schade niet meer dan één keer per 235 jaar plaatsvindt. Individuele vaartcriterium: In de in het bovengenoemde meerjarige criterium vastgestelde maximale gemiddelde bodemberoeringskans is ook de kans van voorkomen van de bijbehorende golf en waterstandsconditie meegewogen. Een individuele vaart, dit is een vaart waarbij geen rekening gehouden is met de kansen van die golf en waterstandscondities, kan bijvoorbeeld een kans op bodemberoering hebben van 5%, maar toch aan het meerjarige criterium voldoen als de kans van voorkomen van de condities waaronder de vaart plaatsvindt maar klein genoeg is. Dit is probabilistisch gezien geheel juist. Toch is besloten om nog een bovengrens te stellen aan de kans op bodemberoering tijdens een individuele vaart, ook al voldoet een vaart aan het meerjarige criterium. De kans op bodemberoering is tijdens een individuele vaart niet meer dan 1%. Manoeuvreermarge: Om voldoende manoeuvreerbaarheid te behouden, moet er minimaal 1 m kielspeling gecorrigeerd voor squat zijn onder het varende binnenkomende schip zijn, dit is in figuur 5.2 aangegeven. Ook in het geval dat de scheepsbewegingen nihil zijn (vrijwel vlak water: geen zeegang en/of deining), dit geldt voor ongeveer 80% van de vaarten. 22 Tijpoort Regeling Euro Maasgeul

Een situatie met deze minimale kielspeling zal zich ten hoogste over een klein deel van het traject voordoen en dan nog sporadisch. In zeldzame gevallen kunnen onnauwkeurigheden in waterstand en diepgang ongunstig samenvallen. Het manoeuvreercriterium kan dus niet in 100% van de gevallen gegarandeerd worden. De tijpoorten zijn zodanig berekend dat in de praktijk in het Binnengebied in minder dan 1% van de vaarten de 1 meter onderschreden zal worden en in minder dan ca. 0,1% de 0,8 m. Stroomcriterium: Voor 72 + schepen is passage van het Lage Licht van hoogwater tot 2,5 uur na hoogwater te Hoek van Holland uitgesloten in verband met te hoge dwarsstroomsnelheden vlak voor het passeren van de havenhoofden. Naar aanleiding van nieuwe inzichten en praktijkervaring zijn deze tijdstippen in vergelijking met de oude toelatingsregeling een uur vervroegd. Probabilistische geulontwerpmethodiek Bij een op probabilistische wijze ontworpen geul wordt rekening gehouden met de tijdens een vaart te verwachten golfomstandigheden. Er wordt een zogenaamd gedifferentieerde toelatingsregeling gevoerd. De term gedifferentieerd verwijst naar de eigenschap dat bij elke denkbare combinatie van verwachte omgevingscondities (waterstand en hoeveelheid laagfrequente golfenergie uitgedrukt in de golfhoogte maat H E10 ), scheepsdiepgang en type vooraf berekend is of en zo ja binnen welke tijpoort een veilige vaart door de geul mogelijk is. Veilig betekent hier dat de kans op bodemberoering tijdens de vaart aan vooraf gestelde veiligheidscriteria voldoet. Het probabilistische van deze ontwerpmethode bestaat eruit dat de kans op bodemberoering die berekend wordt voor een vaart tijdens een bepaalde combinatie van omgevingscondities ook wordt gewogen met de kans van voorkomen van die combinatie. De som hiervan geeft een totale meerjarige kans op bodemberoering; een combinatie van omgevingscondities die vaak voorkomt telt zwaarder mee dan een zeldzame combinatie. Een probabilistisch ontwerp is alleen dan uitvoerbaar als er betrouwbare kansverdelingen van het waterstands en golfklimaat en het scheepsaanbod beschikbaar zijn. Om de berekeningen en de toelatingsregeling uitvoerbaar te maken moet elke kansverdeling in klassen, met elk een kans van voorkomen, worden verdeeld. Het optimale geuldiepteverloop wordt als volgt bepaald. Bij een bepaald geuldiepteverloop kunnen voor alle mogelijke combinaties van opvaartijdstippen, golf, waterstands en scheepsklassen, geulvaarten worden gesimuleerd. In eerste instantie wordt op basis van het waterstandsverloop bepaald voor welke opvaartijdstippen gedurende de hele geulpassage de manoeuvreermarge aanwezig is. Op grond van dit criterium vallen een aantal opvaartijdstippen af. De invloed van de golfhoogtemaat H E10 wordt in dit stadium nog buiten beschouwing gelaten. Voor de overblijvende opvaartijdstippen wordt voor alle astro, meteo én deiningklassen berekend wat de kans op bodemberoering is, indien op het betreffende tijdstip een geulvaart wordt begonnen. Deze kans wordt Tijpoort Regeling Euro Maasgeul 23

vergeleken met het individuele vaart criterium. Als de kans groter is dan het criterium, wordt het opvaartijdstip geschrapt. Vervolgens worden voor alle combinaties van astro, meteo en deiningklassen bepaald wat de opvaartijdstippen zijn met de kleinste kans op bodemberoering. De twee opeenvolgende tijdstippen die samen voor de betreffende combinatie van omstandigheden de kleinste kans op bodemberoering geven noemen we de optimale tijpoort. De kansen op bodemberoering van al deze optimale tijpoorten worden bij elkaar opgeteld en vergeleken met het meerjarig criterium. Als de gesommeerde kans meer is dan het criterium, worden er zoveel optimale tijpoorten geschrapt, tot er wel aan het criterium wordt voldaan. Het Binnengebied kan hierbij wegens de afwezigheid van golfenergie verder buiten beschouwing worden gelaten. Met de nu resterende opvaarmogelijkheden is het overligpercentage bekend. Dit is het percentage van de aan het begin van de Eurogeul arriverende schepen dat tenminste 1 getij (12,5 uur) moet wachten voordat een geulvaart mogelijk is. Het overligpercentage kan opgesplitst worden in een deel veroorzaakt door golfomstandigheden, de golfstremming, en een deel veroorzaakt door waterstandsinvloeden, de tijstremming. Met als uitgangspunt de tijpoorten met de maximale H E10 waarbij opvaart nog nét mogelijk is, vindt vervolgens een tijpoortoptimalisatie plaats; de tijpoorten voor de lagere deiningklassen worden, rekening houdend met het meerjarige veiligheidscriterium, zo ver mogelijk opgerekt teneinde een zo laag mogelijke downtime te verkrijgen. De downtime is het percentage van de tijd dat er geen opvaart mogelijk is. Uitgedrukt als deel van de lengte van een getijcyclus geeft dit percentage, gedeeld door twee, de gemiddelde wachttijd per getijcyclus aan. Het complementaire percentage komt overeen met de gemiddelde lengte van de tijpoort. Het resultaat is een, bij het betreffende geuldiepteverloop behorende, toelatingsregeling (in de vorm van tijpoorten). Als de toelatingsregeling op de juiste wijze wordt uitgevoerd en nagevolgd, zal het geulgebruik aan de opgelegde veiligheidscriteria voldoen met een bijbehorend overligpercentage en downtime. Op deze wijze kunnen verschillende ontwerpalternatieven worden doorgerekend die elk aan dezelfde vooraf gestelde veiligheidscriteria voldoen. Door voor de verschillende ontwerpalternatieven de aanlegkosten af te wegen tegen de bijbehorende overligpercentages en downtimewaarden wordt het optimale geulontwerp bepaald. Het overligpercentage is hierbij een veel belangrijker beslissingsfactor dan de downtime. Alle factoren die in het probabilistische ontwerp worden meegenomen hebben een bepaalde onnauwkeurigheid. De belangrijkste onnauwkeurigheden worden veroorzaakt door: Afwijkingen van de verwachte H E10 Afwijkende scheepsbewegingskarakteristieken De gebruikte schematisering van de verschillende randvoorwaarden in een beperkt aantal klassen (bijv. het met drie astroklassen geschematiseerde astronomische getij). Afwijkingen van de opgegeven scheepsdiepgang 24 Tijpoort Regeling Euro Maasgeul

Afwijkingen van de verwachte waterstand Variaties in scheepssnelheden en dus ook in de squat Zoetzouteffecten in het Binnengebied Afwijkingen scheepsbewegingen t.p.v. zandgolven Deze onzekerheden zijn zo veel mogelijk probabilistisch (met een kansverdeling) in de berekeningen meegenomen. De hierbij gemaakte keuzes zijn altijd vanuit een conservatief veilig oogpunt gemaakt. Onzekerheden waarvoor een probabilistische benadering niet mogelijk was zijn in de vorm van conservatieve toeslagen in rekening gebracht. Tijpoort Regeling Euro Maasgeul 25

Euro Platform, poort naar Rotterdam, foto: RWS. 26 Tijpoort Regeling Euro Maasgeul

4 DE KLASSEINDELINGEN Om de juiste tijpoort uit de tijpoorttabellen af te kunnen lezen dienen hiertoe eerst de verschillende klassen te worden "vastgesteld". Het betreft de scheepsklasse, de astroklasse, de meteoklasse en de deiningklasse. Deze klassen worden vastgesteld aan de hand van het type, het draagvermogen, de aangemelde diepgang van het schip en aan de hand van de gedurende de geplande vaarperiode in de Euro en Maasgeul verwachte golf en waterstandsomstandigheden. Scheepsklasse................................... Tabel 4.1, Indeling scheepsklassen Uit de praktijk is bekend dat elk schip een eigen bewegingsgedrag heeft. Het bewegen onder invloed van golven hangt, naast de waterdiepte, golfomstandigheden, vaarrichting en vaart, af van het type schip (bulk of olie), de diepgang en het draagvermogen. Volgens deze laatstgenoemde eigenschappen zijn de scheepsklassen ingedeeld. De scheepsklassen worden in tabel 4.1 weergegeven. De bulkcarriers en tankers zijn ingedeeld in drie respectievelijk twee draagvermogenklassen. De eerste klasse is, draagvermogen tot 280.000 DWT (afgekort tot 280 kt), de tweede tot 330.000 DWT (afgekort tot 330 kt) en de derde vanaf 330 kt. Binnen deze klassen is een onderscheid naar diepgang aangebracht in stappen. In verband met de veranderingen in scheepsbewegingen worden de stappen kleiner naarmate de diepgang groter wordt. De scheepsdiepgangen worden gegeven in meters in plaats van de tot nu toe gebruikte voet. De drie cijfers geven aan bij welke diepgang de klasse eindigt. Tanker Tanker Bulk Bulk Bulk Diepgang [m] 280 dwt<330 kt dwt 330 kt dwt<280 kt 280 dwt<330 kt dwt 330 kt 18,5119,00 TM190 TL190 BS190 BM190 BL190 19,0119,50 TM195 TL195 BS195 BM195 BL195 19,5120,00 TM200 TL200 BS200 BM200 BL200 20,0120,30 TM203 TL203 BS203 BM203 BL203 20,3120,60 TM206 TL206 BS206 BM206 BL206 20,6120,90 TM209 TL209 BS209 BM209 BL209 20,9121,20 TM212 TL212 BS212 BM212 BL212 21,2121,50 TM215 TL215 BS215 BM215 BL215 21,5121,80 TM218 TL218 BS218 BM218 BL218 21,8122,00 TM220 TL220 BS220 BM220 BL220 22,0122,20 TM222 TL222 BS222 BM222 BL222 22,2122,40 TM224 TL224 BS224 BM224 BL224 22,4122,60 TM226 TL226 BS226 BM226 BL226 22,6122,70 TM227 TL227 BS227 BM227 BL227 22,7122,80 TM228 TL228 BS228 BM228 BL228 22,8122,90 TM229 TL229 BS229 BM229 BL229 Tijpoort Regeling Euro Maasgeul 27

Voor tankers kleiner dan 280.000 DWT is geen aparte klasse gemaakt. De reden hiervoor is dat er de afgelopen jaren geen tankers met dit draagvermogen zijn binnengekomen. Mocht dit in de toekomst toch gebeuren dan rekent HARAP voor zo n tanker met de scheepsbewegingen van de klasse medium. Het vertikale getij wordt opgesplitst in de astronomische waterstand en een meteorologisch effect. Beide delen worden in klassen verdeeld: astroklassen en meteoklassen. Astroklasse Alle mogelijke astronomische waterstandskrommen zijn ingedeeld in 3 astroklassen. De astroklasse wordt bepaald door de getijslag bij Hoek van Holland. De getijslag is gedefinieerd als het verschil in waterstand tussen het astronomische hoogwater en het daaraan voorafgaande astronomische laagwater bij Hoek van Holland (zie figuur 4.3). Figuur 4.1 toont de spring en doodtij kromme van Hoek van Holland, met daarin aangegeven de gemiddelde waterstand en het niveau GLLWS. Zowel de astrogegevens als de waterstandsverwachting worden voor Hoek van Holland tov NAP gegeven en voor Euro Platform tov MV (NAP is daar niet van toepassing). Figuur 4.2 toont de dwarsstroom nabij de havenmond van Hoek van Holland bij het gemiddeld getij en bij spring en doodtij.................................... Figuur 4.1, Getij Hoek van Holland en Euro Platform 1.2 EPL, astro=1 EPL, astro=2 EPL, astro=3 1.1 HvH, astro=1 HvH, astro=2 HvH, astro=3 0.9 1 0.8 0.7 0.6 0.5 0.4 0.3 0.2 0.1 MV 0.1 0.2 0.3 0.4 0.5 0.6 0.7 0.8 0.9 1.1 1 1.2 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 1 2 3 4 5 uren ten opzicht van HW Hoek van Holland 28 Tijpoort Regeling Euro Maasgeul

................................... Figuur 4.2, Stroom t.h.v. Maasvlakte Noord boei dwarsstroom astro=1 dwarsstroom astro=2 0.6 dwarsstroom astro=3 0.5 0.4 0.3 0.2 0.1 0 0.1 0.2 0.3 0.4 0.5 0.6 0.7 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 0.8 1 0 1 2 3 4 5 uren ten opzicht van HW Hoek van Holland De astronomische hoog en laagwaterstanden zijn te vinden in de getijtafels. De astroklasseindeling is in de volgende tabel weergegeven.................................... Tabel 4.2, Indeling astroklassen Astroklasse getijslag (cm) 1 155 2 156 192 3 193 Hieronder volgt een voorbeeld van de bepaling van de astroklasse bij Hoek van Holland (zie ook figuur 4.1). De astronomische hoogwaterstand (HW) bij Hoek van Holland is 145 cm. en het voorafgaande laagwater (LW) is 73 cm. De getijslag wordt dan: HW LW = 145 (73) = 218 cm. Uit tabel 4.2 volgt, dat het hier astroklasse 3 betreft................................... Figuur 4.3, Definitie getijslag en slagmidden HW HW ½ GETIJSLAG GETIJSLAG SLAGMIDDEN NAP NAP ½ LW ASTRONOMISCH GETIJ LW ASTRONOMISCH GETIJ Tijpoort Regeling Euro Maasgeul 29

Meteoklasse De meteoklasse wordt bepaald bij Europlatform en Hoek van Holland. In de toelatingsregeling wordt de meteoklasse bepaald door de som van het meteoeffect en het slagmidden. Het meteoeffect is het verschil tussen de verwachte hoogwaterstand en de astronomische hoogwaterstand, zoals die wordt veroorzaakt door wind en luchtdrukeffecten. Het slagmidden is het rekenkundige gemiddelde van het astronomische hoogwater en het voorafgaande astronomische laagwater (zie figuur 4.2). Het slagmidden bij Hoek van Holland is gemiddeld circa 28 cm en varieert tussen 5 en +60 cm (ten opzichte van het NAP vlak). Het slagmidden bij Europlatform is gemiddeld circa 16 cm lager dan bij Hoek van Holland. Zoals in tabel 4.3 weergegeven wordt een indeling in zeven meteoklassen gebruikt. Voor de toelatingregeling is het hoogste nummer van de meteoklasse bij Hoek van Holland en Europlatform maatgevend.................................... Tabel 4.3, Indeling meteoklassen Meteoklasse som slagmidden (sm) en meteo effect (me) HW (cm) Euro Platform Hoek v Holland 1 40 sm+me 51 sm+me 2 25 sm+me < 40 38 sm+me < 51 3 9 sm+me < 25 20 sm+me < 38 4 8 sm+me < 9 1 sm+me < 20 5 25 sm+me < 8 14 sm+me < 1 6 58 sm+me <25 45 sm+me <14 7 sm+me <58 sm+me <45 Hieronder volgt een rekenvoorbeeld van de bepaling van de maatgevende meteoklasse. Bepaling meteoklasse Europlatform Uit astronomische hoogwaterstand 117 cm, voorafgaande laagwater 90 cm. volgt een slagmidden: (HW + LW)/2 = (117 + [90])/2 = 27/2 = 13,5 cm. Het meteoeffect wordt op een verlaging van 8 cm gesteld. De som meteoeffect en slagmidden is dan: 8 + 13,5 = 5,5 cm. Deze waarde valt in klasse 4 van de meteoklasseindeling van Europlatform. Bepaling meteoklasse Hoek van Holland Uit astronomische hoogwaterstand 145 cm, voorafgaande laagwater 73 cm. volgt een slagmidden: (HW + LW)/2 = (145 + [73])/2 = 72/2 = 36 cm. Het meteoeffect wordt op een verlaging van 15 cm gesteld. De som meteoeffect en slagmidden is dan: 15 + 36 = 21 cm. Deze waarde valt in klasse 3 van de meteoklasseindeling van Hoek van Holland. 30 Tijpoort Regeling Euro Maasgeul

De maatgevende meteoklasse De maatgevende meteoklasse is de klasse met het hoogste nummer. In dit voorbeeld is dat meteoklasse 4 (van Europlatform). Procedure bij extreme waterstandsverlaging Bij de berekening van de tijpoorten is in meteoklasse 7 rekening gehouden met een maximale verlaging van de waterstand van 90 cm (Let op: deze maximale verlaging is de som van het verwachte meteoeffect en het slagmidden). In zeer zeldzame gevallen kan de som van de verwachte verlaging en het slagmidden nog groter zijn dan de maximale verlaging. In zulke extreme gevallen wordt een aangepaste tijpoort uitgegeven, volgens de verondiepingsprocedure waarbij de geul in zijn geheel is verondiept met de mate van onderschrijding van de waarde 90 cm. Deiningsklasse Tot nog toe werd voor de bepaling van de deiningklasse uitgegaan van de E 10 (de laagfrequente golfenergie in de golfperiodeband van 10 tot 33 seconden). Omdat het moeilijk is zich bij een golfenergie iets voor te stellen, is overgegaan op de golfhoogtemaat H E10. Deze maat voor laagfrequente golfhoogte laat zich gemakkelijker voorstellen. De H E10 is gedefinieerd als: H E10 = 4 x (E 10 ) ½. In tabel 4.4 worden de 11 deiningsklassen van de toelatingsregeling weergegeven. De deiningklasse wordt bepaald door de tijdens de geplande vaart verwachte H E10. Vanaf deiningsklasse 8 worden er ook tijpoorten uitgegeven voor schepen met een diepgang van 18 tot 20 meter. Bij deiningsklasse 11 is de geul voor alle scheepvaart gestremd.................................... Tabel 4.4, Indeling deiningsklasse Deiningsklasse HE10 in cm 1 0 25 2 26 40 3 41 55 4 56 70 5 71 85 6 86 100 7 101 115 8 116 130 9 131 145 10 146 220 11 221 Tijpoort Regeling Euro Maasgeul 31

bijna thuis, foto: Patrick van der Linden 32 Tijpoort Regeling Euro Maasgeul

5 DIEPTE EN BEREIKBAARHEID Diepteligging................................... Figuur 5.1, Schematische diepteverdeling EuroMaasgeul In hoofdstuk 2 is bij de beschrijving van het gebied de gegarandeerde diepteligging voor de verschillende trajecten en gebieden van de geulen gegeven. Voor de tijpoortregeling wordt de geul in segmenten opgedeeld die ieder hun eigen diepte hebben. In de volgende figuur is het verloop van de diepte schematisch weergegeven. In de praktijk is er een verdere onderverdeling in segmenten gemaakt om bij ondieptemelding alleen een specifiek traject te kunnen aanpassen, deze zijn ook in tabel 2.1 opgenomen. In werkelijkheid zal de geuldiepte meer zijn dan deze nautisch gegarandeerde diepteligging, dit is in figuur 5.2 aangegeven. EUROGEUL MAASGEUL MAASMOND 25,2 m 25,3 m 25,4 m 22,5 km 34 km 57 km 45,5 km 24,8 m 11,35 km 24,3 m 0 km 23,75 m 4,6 km 23,65 m 6,5 km Het binnengebied voor 72 + schepen bevatte extra segmenten van totaal 1900m om tot de EECV terminal te komen. De nieuwe regeling gebruikt de 72 + geul voor alle scheepsklassen; het binnengebied is voor de klassen tot 72 in de tijpoortberekening dus 1900m langer dan voorheen. Dit heeft geen invloed op de tijpoorten. De geul bestaat nu uit Eurogeul, 45,65 km verdeeld in 5 segmenten Maasgeul, 11,35 km verdeeld in 7 segmenten Binnengebied, 6,5 km verdeeld in 4 segmenten Tijpoort Regeling Euro Maasgeul 33

................................... Figuur 5.2, Schema kielspeling Bereikbaarheid................................... Tabel 5.1, Overlig/downtime; tanker van 280 tot 330 kt draagvermogen In de onderstaande tabellen worden de overligpercentages (percentages van de hoogwaters onder golf en waterstandscondities dat doorvaart niet mogelijk is) en de downtime percentages (percentages van de totale tijd, onder alle omstandigheden, waarbij doorvaart niet mogelijk is) gegeven. De overligpercentages zijn voor de toegankelijkheid maatgevend. Diepgang [m] Langzame vaart Gemiddelde vaart Snelle vaart Overligger Downtime Overligger Downtime Overligger Downtime 17,4018,00 0,36% 27,89% 0,36% 26,59% 0,36% 25,34% 18,0118,50 0,36% 27,91% 0,36% 26,65% 0,36% 25,39% 18,5119,00 0,36% 27,97% 0,36% 26,70% 0,36% 25,44% 19,0119,50 0,36% 28,02% 0,36% 26,75% 0,40% 25,53% 19,5120,00 0,37% 28,10% 0,40% 26,85% 0,59% 25,65% 20,0120,30 0,40% 28,19% 0,55% 26,95% 0,66% 25,74% 20,3120,60 0,55% 28,29% 0,65% 27,04% 0,68% 25,85% 20,6120,90 0,65% 28,90% 0,68% 27,66% 0,73% 26,47% 20,9121,20 0,68% 33,56% 0,72% 32,33% 0,83% 31,14% 21,2121,50 0,76% 51,18% 0,81% 50,11% 0,92% 48,73% 21,5121,80 0,84% 69,93% 0,92% 69,18% 1,07% 68,36% 21,8122,00 0,93% 78,56% 1,01% 78,36% 1,14% 77,90% 22,0122,20 1,85% 94,15% 1,89% 94,10% 1,99% 93,98% 22,2122,40 2,55% 95,23% 3,14% 95,25% 3,46% 95,26% 22,4122,60 6,44% 96,80% 6,50% 96,80% 6,85% 96,88% 22,6122,70 10,55% 97,46% 10,65% 97,46% 13,04% 97,50% 22,7122,80 29,09% 98,10% 29,36% 98,11% 34,70% 98,28% 22,8122,90 34,68% 98,64% 34,68% 98,64% 43,04% 98,82% 34 Tijpoort Regeling Euro Maasgeul

................................... Tabel 5.2, Overlig/downtime; tanker vanaf 330 kt draagvermogen Diepgang [m] Langzame vaart Gemiddelde vaart Snelle vaart Overligger Downtime Overligger Downtime Overligger Downtime 17,4018,00 0,36% 27,89% 0,36% 26,58% 0,36% 25,27% 18,0118,50 0,36% 27,89% 0,36% 26,58% 0,36% 25,27% 18,5119,00 0,36% 27,89% 0,36% 26,58% 0,36% 25,29% 19,0119,50 0,36% 27,90% 0,36% 26,60% 0,36% 25,34% 19,5120,00 0,36% 27,96% 0,36% 26,67% 0,36% 25,39% 20,0120,30 0,36% 28,00% 0,36% 26,71% 0,36% 25,44% 20,3120,60 0,36% 28,05% 0,36% 26,76% 0,37% 25,50% 20,6120,90 0,36% 28,71% 0,37% 27,42% 0,37% 26,18% 20,9121,20 0,37% 33,28% 0,37% 32,01% 0,47% 30,79% 21,2121,50 0,40% 51,11% 0,47% 50,01% 0,59% 48,81% 21,5121,80 0,55% 70,01% 0,59% 69,25% 0,65% 68,40% 21,8122,00 0,64% 78,59% 0,65% 78,36% 0,67% 77,84% 22,0122,20 1,22% 94,11% 1,29% 94,07% 1,42% 93,96% 22,2122,40 1,98% 95,24% 2,57% 95,25% 3,79% 95,29% 22,4122,60 5,69% 96,77% 5,81% 96,77% 7,89% 96,88% 22,6122,70 9,80% 97,44% 9,83% 97,44% 17,35% 97,64% 22,7122,80 28,40% 98,09% 28,46% 98,09% 34,02% 98,31% 22,8122,90 41,81% 98,73% 41,83% 98,73% 49,72% 98,90%................................... Tabel 5.3, Overlig/downtime; bulk tot 280 kt draagvermogen Diepgang [m] Langzame vaart Gemiddelde vaart Snelle vaart Overligger Downtime Overligger Downtime Overligger Downtime 17,4018,00 0,61% 28,20% 0,65% 26,93% 0,66% 25,66% 18,0118,50 0,67% 28,30% 0,68% 27,04% 0,72% 25,79% 18,5119,00 0,76% 28,41% 0,80% 27,17% 0,83% 25,93% 19,0119,50 0,85% 28,55% 0,92% 27,31% 1,00% 26,07% 19,5120,00 1,04% 28,68% 1,10% 27,45% 1,19% 26,25% 20,0120,30 1,14% 28,80% 1,23% 27,62% 1,35% 26,42% 20,3120,60 1,28% 28,94% 1,39% 27,75% 1,49% 26,55% 20,6120,90 1,41% 29,46% 1,49% 28,26% 1,65% 27,15% 20,9121,20 1,58% 33,63% 1,65% 32,49% 1,71% 31,55% 21,2121,50 1,69% 49,06% 1,73% 48,14% 1,79% 47,03% 21,5121,80 1,71% 68,69% 1,79% 67,97% 2,09% 67,27% 21,8122,00 1,80% 78,45% 2,12% 78,33% 2,30% 77,91% 22,0122,20 3,50% 94,15% 4,25% 94,15% 4,83% 94,03% 22,2122,40 4,81% 95,29% 5,56% 95,34% 7,24% 95,42% 22,4122,60 7,12% 96,46% 8,45% 96,52% 10,14% 96,58% 22,6122,70 13,80% 97,34% 15,41% 97,38% 16,09% 97,45% 22,7122,80 21,91% 97,86% 23,04% 97,88% 24,22% 97,94% 22,8122,90 32,64% 98,63% 33,85% 98,66% 39,85% 98,75% Tijpoort Regeling Euro Maasgeul 35