ULPIA NOVIOMAGUS 11. Onlangs is stadsarcheoloog Jan Thijssen teruggetreden als hoofd van Bureau Archeologie van de gemeente Nijmegen.



Vergelijkbare documenten
29 april - 7 mei 2017

Een legendarisch fort aan de Waal Opgravingsgegevens van zeven hectaren Kops Plateau

1 Hoe gaan we om met archeologie in de gemeente Oss? U heeft een omgevingsvergunning aangevraagd.voordat we een vergunning kunnen verlenen,

Archeologie. Dit werkstuk is gemaakt door: Lonneke Surstedt.

Opgravingen in Ruien - Rosalinde (gem. Kluisbergen) : van een prehistorisch kampement uit de ijstijd tot de Romeinse periode

Pottenbakkersovens in Landgraaf

Archeologie op straat

Behandeladvies geven voor de besluitronde

Opwindende ontdekkingen in oud-oosterhout! Wo uter is

Nieuwsbrief 1 maart 2012

Afbeelding 1.1. Luchtfoto van de locaties (rood=alternatief, blauw=bestaand)

Archeologie in Utrecht Informatie, adressen en procedures

Afbeelding 1. De ligging van plangebied Kadijkweg te Lutjebroek (zwarte stippellijn).

Grafvondsten rijke graven Voorstadslaan.

Uitleg categorieën en planregels dubbelbestemmingen archeologie

Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap

Stadsontwikkeling Ingekomen stuk D5 (PA 12 maart 2014) Bureau Archeologie & Monumenten. Ons kenmerk SO30/

ULPIA NOVIOMAGUS 5 Gemeentelijk archeologisch onderzoek in Nijmegen Uitgave van het Bureau Archeologie februari 1996

verslag van archeologisch onderzoek vanaf de jaren zeventig in de wijk padbroek werkgroep archeologie cuijk museum ceuclum

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

De resultaten van de publieksopgraving in Dalfsen

VOORADVIES BESTEMMINGSPLANPROCEDURE

Via. Centrum. Romeinse wandeling door het centrum van Nijmegen 1,50

Archeologie en cultuurhistorie

OPGRAVING BEST-AARLE AFGEROND

I II III IV V. het romeinse verledenvan nijmegen zichtbaar. plannen. met vijf. Colofon NOTITIE VAN DE FRACTIE VAN NIJMEGEN

Project 434: Bureaustudie Actualisering archeologische verwachting nieuwbouwlocatie Stadhuiskwartier. Interne Rapportages Archeologie Deventer 55

Bescherming bouwhistorie monumenten 2e groep

Archeologie Bouwen en verbouwen.

Dordrecht Ondergronds 33

Behandeld in commissie Ruimtelijke Ordening, Volkshuisvesting en Cultuur 9 april 2002

DE ROMEINEN KOMEN!! Groep 5 en 6. Vragenlijst Museumzaal Thermenmuseum. 1. Namen leerlingen: Naam van de school: Te:

De presentatie rond de trap

De kracht van vrijwilligers Bijdragen aan archeologisch onderzoek. Bijdragen aan archeologisch onderzoek

Hunebedden. Inleiding. Hoofdstuk 1 Wat zijn hunebedden en waar kun je ze vinden?

Archeologisch bureauonderzoek

Figuur 1 Geulafzettingen (Bron: CHS)

Heesch - Beellandstraat

Rondje Oud West. Wandel/fietsroute Nijmegen-West 1,50

Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand

Hoorn. 1 h APR. Gemeente Opmeer t.a.v. dhr. M. Goverde Postbus ZK Spanbroek. Hoorn, Geachte heer Goverde,

Advies Archeologie Plangebied Smidsvuurke 5, (gemeente Veldhoven)

HOOFDSTUK 2 Gebiedsanalyse

Hoe doen we het nu? Een inventarisatie van het erfgoedbeleid in de regiogemeenten. Ria Berkvens

Naast onderzoek in de gemeentelijke archieven hebben wij ook meermalen de heer Marggraff bezocht.

Jaarverslag BATO 2006

Archeologietoets. locatie kerkstraat 57 Riel gemeente Goirle

Vrijwilligers in de archeologie en de Erfgoedwet

Rond en groen De piramiden van Ronse

Erfgoedkaart Drimmelen. deelkaart archeologie

Cultuurhistorische verkenning Zandwijksingel Woerden. Datum 2 mei 2011

ADVIES ARCHEOLOGIE 16 dec 2013

Afdrukken pagina 2-19 dubbelzijdig formaat A4 naar behoefte kunnen lege A4-pagina s worden tussengevoegd

Archeologiebeleid op Walcheren

VOORONTWERP BESTEMMINGSPLAN CHEMELOT SITTARD-GELEEN VERKENNEND ARCHEOLOGISCH EN CULTUURHISTORISCH ONDERZOEK

b. Bekijk het laatste deel van de maquette, de kwelders. Waarom staat daar geen dorpje, denk je?

Romeinen. Romeinen. Germanen

Pagina 1 van 7 Archeologie West-Friesland, Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn, Postbus 603, 1620 AR Hoorn

N I E U W S B R I E F

Archeologen vinden bijzondere geldschat bij zuidelijke muur in Jeruzalem

Vernieuwbouw WZC Zonnewende, Kapellen. Programma van Maatregelen. E.N.A. Heirbaut Met bijdrage van M.J. Nicasie

3000 jaar historie van Best-Aarle opgegraven

Een Egyptische collectie in Leiden

Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Nota Nieuw Beleid Archeologie. Programma / Programmanummer Ruimte & Cultuurhistorie / 1031.

Nieuwsbrief mei Onderzoek naar resten Kasteel Rietwijk

ffledexlelingen van cie-ttis-tonsche Kring

Handreiking Ontgravingen in een archeologievriendelijk bouwplan

B i j l a g e 5. A r c h e o l o g i s c h e q u i c k s c a n

Archeologische observaties tijdens OCE-onderzoek Richelleweg, Soest

Praktische opdracht Aardrijkskunde Arnhem en Nijmegen

Interview Tessa de Groot

Erfgoedbeleid Ridderkerk. Archeologieverordening Ridderkerk 2013

Plangebied Koningstraat 10

Gelselaar beschermd dorpsgezicht Wat betekent dat?

Lucasbolwerk. LUC04: Archeologische begeleiding op het terrein van de Stadsschouwburg van Utrecht Basisrapportage Archeologie 137. Utrecht.

Opgraving Hengelo Winkelskamp Grafveld

2000 jaar oude sporen

Uitpakken 3: Een merovingische pottenbakkersoven uit Kessel-Hout

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie. Datum 3 juli 2014 Status definitief

Doelgroep: groep 5 t/m 8 (vraag 9 is vooral geschikt voor groep 7/8. Groep 5/6 kan deze vraag overslaan)

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Beleidsplanning cultuurhistorie. BW-nummer -

ARCHEOLOGISCHE KRONIEK

Ontdekking. Dorestad teruggevonden

ULPIA NOVIOMAGUS 8 GRAVEN DOOR DE TIJD. Gemeentelijk archeologisch onderzoek in Nijmegen. Uitgave van het Bureau Archeologie maart 2002

1-Kennismaking met archeologie

Onderwerp Motie "Investeren in cultuurhistorie is investeren in de economie"

Breien in de late middeleeuwen Een stukje geschiedenis over een geliefd tijdverdrijf

Archeologische Quickscan

Activiteitenschema Archeologie

Inleiding. De bijzondere geschiedenis van het Kops Plateau

De archeologie van Weert-Nederweert van de prehistorie tot de Middeleeuwen

- Raadsbesluit inzake straatnaamgeving van 12 maart 2008 (raadsvoorstel nummer 41/2008). Relevant gedeelte uit de raadsbesluitenlijst.

Advies Monitoring sloop + stelpost (mogelijke kosten voor initiatiefnemer)

Overzichtsrapport vondsten, rioolvervanging aan de Watermolen te Zierikzee.

Publiekssamenvatting. Archeologisch onderzoek Groene Rivier Pannerden

Aanwijzing: Lees de verhalen op de borden boven de kist goed; er staan aanwijzingen op. Kijk goed in de kist. Valt je daar iets bijzonders op?

VOORBEREIDING DOCENTENHANDLEIDING INFORMATIE

Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie. Datum 6 april 2011 Status Definitief

') G. van Klaveren Pzn.,..De Morgenster en Sterkenburg" in Maandblad Oud- Utrecht 1930, 5e jaargang, blz. 33.

Transcriptie:

ULPIA NOVIOMAGUS 11 Gemeentelijk archeologisch onderzoek in Nijmegen Uitgave van het Bureau Archeologie januari 2005 De Romeinse tempels op het Maasplein tijdens de opgraving. De contouren van de stenen funderingen zijn duidelijk zichtbaar. De tempels lagen in de stad Ulpia Noviomagus en waren gewijd aan Fortuna en Mercurius, hoewel ook andere goden werden vereerd. Datering: 2de eeuw na Chr. Rechts Jan Thijssen tijdens een cultuurhistorische excursie in Barcelona. GRAVEN EN ZWARTE GATEN DICHTEN Jan Thijssen en de fascinerende Nijmeegse bodem Onlangs is stadsarcheoloog Jan Thijssen teruggetreden als hoofd van Bureau Archeologie van de gemeente Nijmegen. Na 15 jaar bureaumanagement gaat hij zich wijden aan meer inhoudelijke archeologische zaken. In de periode waarin hij aan het hoofd stond van het Bureau Archeologie is het aantal opgravingen en het aantal medewerkers flink gegroeid en heeft het bureau zich ontwikkeld tot een organisatie waar de oudste stad van Nederland met recht trots op mag zijn. EEN PASSIE VOOR BODEMONDERZOEK Drs. J.R.A.M. (Jan) Thijssen (61) mag na zijn recente terug tre den als hoofd van het bureau Archeolo gie van de gemeente Nijmegen dan minder uren zijn gaan werken, zijn liefde en gedre venheid voor de fascinerende bodem onder de oudste stad van het land zijn onver min derd. Ik ben blij met alle aan dacht, met name in de media, voor de Nijmeeg se historie in het jubi leum jaar Nijme gen 2000 en ver heug me op actue le arche olo gi sche projecten als het bodem onderzoek op de cityparkeerplaats Sint-Jo sephhof en de opgra vingen in de Waals prong, benadrukt het vroegere hoofd van Bureau Archeologie aan het begin van het gesprek. Met name van het graven in de bodem van Lent en Ooster hout ver wacht Jan Thijs sen veel. De resulta ten van eerdere opgra vingen aldaar zijn in zijn opinie ware eye-openers ge weest. Die aanhoudende passie voor het bodemonder zoek

Op het Kelfkensbos liggen nog de resten van de Gertrudiskapel. De kapel werd rond 1460 gebouwd en staat vermoedelijk op de plaats van de oudste parochiekerk van Nijmegen. Het muurwerk wordt grotendeels bedekt door de aarden wal uit de late 16de eeuw. Deze vroeg-middeleeuwse potten zijn rond het jaar 700 gemaakt in een pottenbakkerij in Ubbergen. Ze zijn waarschijnlijk afkomstig uit graven op de Gruitberg. heeft niets met beroepsdeformatie te maken. Bij Jan Thijssen zit het dieper. Hij is van kindsbeen af gebiologeerd door archeologie. Het zit echt in de familie, geeft hij toe. Een broer van mijn grootvader prikte met ijzeren staven al potten in een urnenveld. Ikzelf struinde als middelbare scholier de akkers rond mijn geboorteplaats Vierlingsbeek af op zoek naar potjes, pannetjes en vuurstenen. Zijn passie voor het bodemonderzoek leidt er toe, dat Thijssen ook tijdens zijn studie biologie aan de Katholieke Universiteit Nijmegen (KUN), de huidige Radbouduniversiteit, het veld in trekt om de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) te assisteren. In de jaren 1964 1966 determineert hij scherven bij opgravingen in Cuijk. Dat de archeologie het uiteindelijk wint van de biologie is dan ook niet verwonderlijk. Jan Thijssen vertelt: Na mijn kandidaatsexamen ben ik overgestapt op een studie archeologie aan de Universiteit van Amsterdam met Romeinse en middeleeuwse archeologie als bijvak. De Waalstad bleef ondertussen mijn woonplaats en daar volgde ik in dezelfde periode colleges provinciaal- Romeinse archeologie aan de KUN. Gedurende die studententijd is Jan Thijssen onder meer enige tijd portier bij het Nijmeegse Museum Kam. Met zijn afstuderen wacht hij tot er een échte baan vrij komt. Dat die uiteindelijk in 1989 in Nijmegen uit de bus rolt, ligt min of meer voor de hand. Tijdens zijn studiejaren heeft Jan Thijssen zich letterlijk en figuurlijk flink ingegraven in de Waalstad. STADSKERNONDERZOEK Nijmegen met zijn gigantische Romeinse verleden, maar ook met zijn vele onduidelijkheden als het gaat om de vroeg-middeleeuwse geschiedenis, is zeker in de jaren tachtig een Mekka voor archeologen. Na de provocerende publicaties van Albert Delahaye, waarin het Merovingische en Karolingische verleden van Opgraving van de Stichting Stadsarcheologie Nijmegen aan de Lage Markt in 1985. Hier lagen twee percelen waarvan de bebouwing vanaf de 20ste eeuw tot in de late middeleeuwen werd teruggevonden.

Protest tegen de sloop van de Romeinse muur uit de vierde eeuw die plaats moest maken voor het casino op de Waalkade. De tekst op het spandoek hier staan wij, tandenknarsend verwijst naar de spreuk die op de balustrade op het Valkhof is geschilderd, op de plek waar Julius Civilis ooit stond. Tijdens de opgraving voorafgaand aan de nieuwbouw kwam de muur tevoorschijn: tientallen meters lang, drie meter hoog en anderhalve meter dik. Uiteindelijk kwam slechts een restant van de muur terecht in de kelder van het casino, waar het vanaf de straat te bezichtigen is. afdeling Nijmegen, een Werkgroep Middeleeuws Nijmegen. Deze werkgroep wordt in 1983 omgezet in de Stichting Stadsarcheologie Nijmegen (SSN). Als Nijmeegse AWN richtten we onze speciale aandacht op het gebied aan de rivier, maakt Thijssen duidelijk. Volgens ons was het middeleeuwse Nijmegen dáár ontstaan en niet op de heuvels, waar de ROB onderzoek deed. Middels eigen opgravingen onderbouwen ze de verrassende nieuwe visie op de ontwikkeling van de middeleeuwse stad. Na afloop kunnen plaatselijke geschiedenisboekjes herschreven worden. Ook de universiteit focust die jaren stevig op middeleeuws Nijmegen, onder andere op de naamgeving van de oudste Nijmeegse parochiekerk, eertijds gelegen op het Kelfkensbos. Jan Thijssen: Piet Leupen was daar de drijvende kracht, maar die vertrok vrij snel als hoogleraar naar Amsterdam. de Waalstad botweg wordt betwist, ja zelfs ontkend, is het woord aan de bodemonderzoekers. Is er nu sprake van een zwart gat in de Nijmeegse geschiedenis (globaal de periode tussen 500 en 1000) of kan aangetoond worden dat de plekken, waar eerder Bataven en Romeinen huisden, ook in de Vroege Middeleeuwen bewoond zijn gebleven? Zo luidt de hamvraag. De grote kans voor de archeologen komt wanneer de ROB in 1977, met het oog op de aanstaande start van de nieuwbouw in de eerder vrijwel geheel gesloopte Benedenstad, een grootschalig stadskernonderzoek opzet. Jan Thijssen is een van de enthousiaste gravers die de ROB assisteert. Hij vormt samen met anderen in 1978 binnen de Archeologische Werkgemeenschap voor Nederland (AWN), DE EERSTE GEMEENTELIJK ARCHEOLOOG Slagvaardigheid en doorzettingsvermogen zijn voor archeologen (professionals en amateurs) ook halverwege de jaren tachtig van de vorige eeuw onontbeerlijk. Toch zijn die eigenschappen in de Nijmeegse situatie niet genoeg, ontdekt bodemspecialist Jan Thijssen alras. De unieke Romeinse muur en het hypocaustum (verwarmingssysteem) aan de Waalkade, die door het onderzoek van de ROB volop in de belangstelling van het grote publiek De resten van een vloerverwarmingssysteem (hypocaustum) van een Romeins stenen huis op de Waalkade. Buiten het gebouw werd een vuur gestookt, dat de ruimte tussen de zuiltjes en de vloer die erop lag, verwarmde. Het hypocaustum is, net als een deel van de laat-romeinse muur, in de kelder van het casino zichtbaar gemaakt voor het publiek.

Opgraving van een stenen kelder uit het Oppidum Batavorum aan de Gerard Noodtstraat. De kelder werd rond het midden van de 1ste eeuw na Chr. gebouwd. Het is de oudst bekende stenen contructie uit Nijmegen en zelfs uit Nederland. kwamen, dreigden in 1987 te verdwijnen door de bouw van het Holland Casino. Van alle kanten klonk protest uit de samenleving, herinnert Thijssen zich. Hij vervolgt: Dat casino kwam er desondanks toch en de muur moest wijken. Maar in het gemeentelijk denken vond een omslag plaats. In 1988 kreeg de gemeenteraad de nota In de grond van de zaak voorgeschoteld. Een nota, waarin een te voeren gemeentelijk archeologisch beleid werd gepresenteerd. De gemeenteraad accepteerde dat het beheer van het bodemarchief deel moest gaan uitmaken van het plaatselijk monumentenbeleid en oordeelde dat dat beleid ook actief diende te zijn. Regelmatig overleg tussen gemeente, ROB, KUN, De stenen kelder uit het Oppidum Batavorum waarvan het muurwerk is vrijgelegd. De muren bestaan uit dakpannen en tufsteen. Bronzen ketel, 50 52 cm hoog, uit een houten kelder langs de Gerard Noodtstraat. Deze kelder is tijdens de Bataafse opstand verbrand en daarbij gevuld geraakt met verbrand leem en vlechtwerkwanden van het huis.

Het hypocaustum (verwarmingssysteem) van het openbare badhuis van de Romeinse stad Ulpia Noviomagus uit de 2de eeuw na Chr. Het werd opgegraven op het terrein van de Honig Merkartikelen aan de Waalbandijk. Op een vloer van kalkmortel stonden zuiltjes van ronde en vierkante gebakken tegels, waarop ooit een tweede vloer lag. De ruimte ertussen werd verwarmd door de hete lucht van een stookplaats buiten dit vertrek. Gezien de afmetingen van dit hypocaustum (9x9 m) moet het hele badhuis ongeveer een hectare groot zijn geweest, het grootste dat tot nu toe in Nederland bekend is. en SSN werd een vanzelfsprekendheid. De volgende stap is daarna op 15 juni 1989 de aanstelling van een eerste gemeentelijk archeoloog als hoofd van een eigen bureau geweest in de persoon van Jan Thijssen. Thijssen is na al die jaren nog steeds dankbaar voor de steun in de beginperiode van wethouders als Wim Hompe en Marja Alofs, maar noemt ook een wringpunt dat van meet af aan in de relatie met de politiek opduikt. Jan Thijssen: Opgravingen vinden vaak plaats onder grote tijdsdruk, voordat de bodemverstoring plaatsvindt. De politiek heeft echter altijd gesteld dat het uitwerken van het vondstmateriaal niet tot de taken van het gemeentelijk bureau Archeologie behoort. Het valt niet onder de pro- Twee blokken van de stenen godenpijler, opgericht in of na 17 na Chr., die in de vroeg-romeinse nederzetting Oppidum Batavorum heeft gestaan. De blokken zijn gevonden tijdens een opgraving op het Kelfkensbos. De monumentaliteit van de zuil, met onder andere een afbeelding van keizer Tiberius, geeft aan dat de nederzetting een stedelijke allure moet hebben gehad. Rond het begin van de jaartelling maakten de Romeinen een aanvang met de bouw van Oppidum Batavorum, dat diende als administratief centrum. De kern van het Oppidum Batavorum lag op het Valkhof, het Kelfkensbos en de St. Josephhof. Tijdens de Bataafse opstand in 69/70 werd het door de opstandelingen verwoest.

Opgraving van een deel van de Romeinse stad Ulpia Noviomagus aan de Weurtseweg. Hier wordt Romeinse muurwerk vrijgelegd. jectkosten en dat is nog steeds een probleem. Er is veel gegraven, weinig uitgewerkt. Aan het bedrijven van wetenschap zijn we als gemeentelijk bureau helaas nooit toegekomen. Binnen het huidige bureau werken zo n zestig mensen, vervolgt Thijssen. De knowhow voor het wetenschappelijk onderzoek is er. Het geld ontbreekt echter. Hij beseft evenwel dat gelukkig niet álles is blijven liggen. Over het archeologische verleden van de stad verschenen de nodige berichten in boeken, tijdschriften en de media. Daarmee is zeker een deel van het grote publiek bereikt, stelt Jan Thijssen. ESSENTIËLE KENNIS Op de vraag of dat laten liggen van het onderzoek niet frustrerend is, antwoordt Thijssen: Een bevestigend antwoord zou kort door de bocht zijn. We hebben elementaire zaken nader geduid. Zo is de afgelopen jaren de essentiële kennis over de Romeinse stad in Nijmegen-West (Ulpia Noviomagus) boven tafel gekomen en is duidelijk geworden dat het Oppidum Batavorum, de Stad der Bataven, niet op het Kops Plateau maar op het Valkhof gezocht moet worden. Het eerder genoemde gat van Nijmegen is sinds 1989 ook minder zwart. Dankzij het Bureau Archeologie vormen de vele stukjes in de legpuzzel een steeds overzichtelijker geheel. Geleidelijk aan zijn daarbij voor Jan Thijssen persoonlijk de activiteiten veranderd. Van een echte veldtechnicus en zelf in weer en wind gravende bodemkenner verandert hij in zijn jaren als gemeentelijk archeoloog in een bureaumanager. Dat is onvermijdelijk geweest, vindt Thijssen terugblikkend. De afgelopen periode overziend, somt hij zijn grootste wapenfeiten moeiteloos op. Een schaal met dadels, vijgen en pitten. In kuilen op het tempelterrein op het Maaspein zijn verbrande pitten en zaden van dadels, vijgen en pijnboompitten gevonden, restanten van offers die aan een van de goden van de tempels werden gebracht. Dat zijn de ontdekking van het badhuis bij de Honigfabriek en het opnieuw opengooien van de rond 1920 door stadsarchivaris Daniëls onderzochte bodem bij de tempels op het Maasplein. Schitterend zijn ook de resultaten van de opgravingen in de vanaf 1993 onderzochte Waalsprong. Dat gebied zit hartstikke vol bodemmateriaal. Het Bataafs platteland komt nu helemaal in beeld!, vertelt Thijssen enthousiast. TOEKOMST VAN BUREAU ARCHEOLOGIE Voor het komende halfjaar voorziet hij voor zijn bureau een stevige taak: Gelukkig zit archeologie stevig in het ontwikkelingsproces van de gemeente Nijmegen. Het in 1992 ondertekende Verdrag van Valletta (Malta), dat de Opgraving in Zuiderveld-west, een archeologisch rijksmonument. Hier bevinden zich onder andere de resten van een kampplaats van jager-verzamelaars uit het laat-mesolithicum. De vindplaats dateert uit de periode tussen 5500 en 5000 jaar voor Chr. en is daarmee de oudste in Nijmegen. Juist vanwege de hoge ouderdom wordt het terrein beschermd met de monumentstatus, wat inhoudt dat er geen bodemverstoringen mogen plaatsvinden. Maar soms kan het niet anders: deze opgraving was noodzakelijk, omdat er een persleiding langs de spoorlijn moest worden aangelegd. Bronzen beeldje van de Romeinse god Amor, gevonden bij de tempels op het Maasplein. Het is 6,5 cm hoog.

Twee skeletten in een grafveld uit de ijzertijd, gevonden in Lent. Ze dateren uit de 5de eeuw voor Chr. De overledenen zijn op dezelfde dag begraven, maar de bovenste persoon ligt op de buik met de linkerhand in de nek. De ongewone houding van de man of vrouw het geslacht is onbekend lijkt te suggereren dat hij of zij om het leven is gebracht. archeologie verankert in de ruimtelijke ordening, is in Nederland echter nog steeds geen wet. Binnenkort wordt Malta wél effectief en dan gaat het uitwerken van het archeologisch onderzoek tot de basis-eisen behoren. Volgens Thijssen is onder die omstandigheden de interimsituatie, ontstaan na zijn terugtreding als bureauhoofd, niet ideaal. Het Bureau Archeologie vraagt om inhoudelijk management. Om vat op de werkzaamheden te houden en de kwaliteit te bewaken. Bovendien: de verantwoordelijkheid over het bodemarchief rust bij de gemeente Nijmegen en die is gekoppeld aan een gemeentelijk archeoloog, zegt Jan Thijssen. Zijn opvolger zal volgens Opgraving van een Bataafs dorpje in Oosterhout bij de Van Boetzelaerstraat. Het kende een bloeiperiode in de Romeinse tijd (1ste tot midden 3de eeuw na Chr.). Schedel van het skelet van de man. Hij droeg bij zijn begraving twee bronzen haarringen en een bronzen oorring. Tegenwoordig staat hij bekend als de man van Lent. Wat is het Verdrag van Malta? Een crematiegraf uit de Romeinse tijd net buiten het Bataafs dorpje in Oosterhout. hem uiteraard met nieuwe ontwikkelingen te maken krijgen: Met name door de Waalsprong-opgravingen wordt de relatie stad platteland opgeworpen als boeiende probleemstelling. Vanuit Nijmegen wordt steeds meer naar de kleinere gemeenten gekeken. Het is helemaal niet zo vreemd om daarnaast zelfs het Stedelijk Knooppunt Arnhem Nijmegen archeologisch te vertalen. Dat brengt weer een breder specialisme met zich mee. Aan dynamiek zal het nooit ontbreken. Het Europese Verdrag van Malta, ook wel het Verdrag van Valletta genoemd, beoogt het cultureel erfgoed dat zich in de bodem bevindt beter te beschermen. Het gaat bijvoorbeeld om grafvelden, gebruiksvoorwerpen en resten van woningen. Niet altijd weten archeologen precies waar dit soort erfgoed zich in de bodem bevindt. Ook worden archeologen vaak laat bij de ontwikkeling van plannen betrokken. Hierdoor wordt de aanwezigheid van archeologische waarden vaak pas ontdekt als projecten, zoals de aanleg van wegen of stadsvernieuwing, al in volle gang zijn. Om het bodemarchief beter te beschermen en om onzekerheden tijdens de bouw van bijvoorbeeld nieuwe wijken te beperken, wordt voorgesteld om steeds vooraf onderzoek te laten doen naar de mogelijke aanwezigheid van archeologische waarden. Op deze manier kan daar bij de ontwikkeling van de plannen zoveel mogelijk rekening mee worden gehouden. Bij veel grootschalige projecten, zoals de aanleg van VINEX-wijken of de Betuwelijn, gebeurt dat nu al. In oktober 2003 is een voorstel voor de wijziging van de Monumentenwet 1988 en enkele andere wetten naar de Tweede Kamer gestuurd. Hiermee worden de principes van het Verdrag van Malta doorgevoerd in de Nederlandse wetgeving. Op 16 april 1992 werd de verdragstekst door de leden van de Europese ministerraad in Valetta ondertekend. Daarmee is het verdrag de opvolger van een eerder Europees verdrag uit 1969 waarin vooral de bescherming van archeologische monumenten werd geregeld. Uitgangspunt van het nieuwe verdrag is dat het archeologische erfgoed al voordat het tot monument is verklaard, integrale bescherming nodig heeft en krijgt.

IN DE REEKS ARCHEOLOGISCHE BERICHTEN NIJMEGEN VERSCHENEN TOT NOG TOE: Monografieën Rapporten 1 Thijssen, J.R.A.M., met medewerking van H.P. Boer, G.A. Keijzer en R.W. Reijnen, [1990]: Tussen stadsmuur en spoordijk. Archeologisch onderzoek aan de Stieltjesstraat/Kronenburgersingel, Gemeente Nijmegen, Nijmegen. 2 Enckevort, H. van en J. Thijssen, met bijdragen van J. van den Besselaar, P. Boer, C. Brok, D. Fontijn en C. Vermeeren, 1996 [1992]: Graven met beleid. Gemeentelijk archeologisch onderzoek in Nijmegen 1989 1995, Uniepers/Gemeente Nijmegen, Abcoude/ Nijmegen. 3 Enckevort, H. van, J.K. Haalebos en J. Thijssen, 2000: Nijmegen. Legerplaats en stad in het achterland van de Romeinse limes, Uniepers/ Gemeente Nijmegen, Abcoude/Nijmegen. 4 Enckevort, H. van en J. Thijssen, met bijdragen van C. Brok, M. Jans, C. Nielsen-Marsh en E. Kars, 2000: Graven op Mariënburg. Archeologisch onderzoek in het centrum van Nijmegen, Gemeente Nijmegen, Nijmegen. 5 Enckevort, H. van en J. Thijssen (red.), 2002: Cuijk. Een regionaal centrum in de Romeinse tijd, Matrijs, Utrecht. 1 Broeke, P. van den, 2002: Vindplaatsen in vogelvlucht. Beknopt overzicht van het archeologische onderzoek in de Waalsprong 1996 2001, Nijmegen. 2 Broeke, P. van den, met bijdragen van H. van Haaster, M.J. Kooistra, B. Makaske, L.B.M. Verhart, J.T. Zeiler, 2002: Van Mesolithicum tot Romeinse tijd in Nijmegen-Ressen. Archeologisch onderzoek in een persleidingtracé door het monument Zuiderveld-west, Nijmegen. 3 Broeke, P. van den, met bijdragen van E. Smits, J.T. Zeiler, 2003: Archeologische begeleiding in het tracé van de Betuweroute. Vindplaats 53: Nijmegen/Ressen-Stationsweg, Nijmegen. Colofon Uitgave: Directie Grondgebied, Afd. Stadsontwikkeling, Bureau Archeologie. Tel. 024-329 30 79 Tekst: drs. Maarten-Jan Dongelmans, www.sna.nl (Malta) Foto s: Veldmedewerkers Bureau Archeologie, Bureau Stedenbouw, Berry van Haren, Jo Kempkens & Co, Rob Mols, ROB, Louis Swinkels Vormgeving: Rob Mols