PARTIËLE HERVASTSTELLING BESTEMMINGSPLAN RECREATIEGEBIED DE VLIETLANDEN
Partiële hervaststelling bestemmingsplan Recreatiegebied De Vlietlanden Code 114102 / 01-02-11
GEMEENTE MEDEMBLIK 114102 / 01-02-11 PARTIËLE HERVASTSTELLING BESTEMMINGSPLAN RECREATIEGEBIED DE VLIETLANDEN TOELICHTING INHOUDSOPGAVE blz 1. INLEIDING 1. 1. Algemeen 1. 2. Planopzet 2. BELEID 2. 1. Rijksbeleid 2. 2. Provinciaal beleid 2. 3. Beleid voormalige gemeente Wervershoof 2. 4. Gemeentelijk beleid 3. OPZET PARTIËLE HERVASTSTELLING 1 1 1 2 2 3 4 5 7
114102 blz 1 1. INLEIDING 1. 1. Algemeen Aanleiding tot de voorliggende partiële hervaststelling wordt gevormd door het feit dat de raad van de nieuwe gemeente Medemblik op 10 januari 2011 een raadsvoorstel heeft aangenomen waarin het college wordt verzocht een voorstel tot aanpassing van het bestemmingsplan aan de raad aan te bieden waarin permanente bewoning op het Recreatieterrein De Vlietlanden niet meer wordt toegestaan. Op 21 oktober 2010 heeft de gemeenteraad van de toenmalige gemeente Wervershoof het bestemmingsplan Recreatiegebied De Vlietlanden vastgesteld. Het doel van het bestemmingsplan Recreatiegebied De Vlietlanden is het bieden van een planologisch / juridisch kader waarin naast het recreatief gebruik van de recreatiewoningen ook permanente bewoning is toegestaan. Op 1 januari 2011 zijn de gemeenten Wervershoof, Andijk en Medemblik gefuseerd tot een nieuwe gemeente Medemblik. De nieuwe gemeente Medemblik acht het wenselijk dat er een eenduidig (geharmoniseerd) beleid is binnen de nieuwe gemeente Medemblik. Algemeen kan gesteld worden dat het besluit rondom permanente bewoning Vlietlanden het reguliere beleid binnen de nieuwe gemeente Medemblik doorkruist. Specifiek zijn hierbij te noemen het handhavingsbeleid en het ruimtelijke ordeningsbeleid. Vanuit een oogpunt van rechtsgelijkheid is het vereist dat in de nieuwe gemeente Medemblik een gelijkluidend beleid wordt gevoerd ten aanzien van vergelijkbare recreatieparken. Verder kan het toestaan van permanente bewoning ook beperkend werken voor de verblijfsrecreatieve beleidsontwikkelingen (toerisme) in de nieuwe gemeente Medemblik. Ander beleid maakt een partiele hervaststelling van het bestemmingsplan noodzakelijk. De voorliggende partiële hervaststelling houdt een aanpassing in van het bestemmingsplan Recreatiegebied De Vlietlanden, in die zin dat het bestemmingsplan Recreatiegebied De Vlietlanden alsnog gewijzigd wordt vastgesteld in overeenstemming met het beleid omtrent het niet toestaan van permanente bewoning van recreatiewoningen. 1. 2. Planopzet De voorliggende partiële hervaststelling geeft een aanpassing van alleen dit aspect van het bestemmingsplan. Voor het overige blijft de vaststelling van het bestemmingsplan Recreatieterrein De Vlietlanden intact.
blz 2 114102 2. BELEID 2. 1. Rijksbeleid In haar brief van 17 november 2003 geeft de minister van VROM de voorwaarden waaronder gemeenten voor recreatieparken een bestemmingswijziging (naar permanente bewoning) door kunnen voeren. De minister doelt daarbij op complexen: a. die op 31 oktober 2003 in grote mate onrechtmatig worden bewoond; b. die zijn gelegen buiten de zogenaamde waardevolle en / of kwetsbare gebieden (Ecologische Hoofdstructuur, Vogel- Habitatrichtlijngebieden, Natuurbeschermingswetgebieden, de huidige Bufferzones en de in de Nota Ruimte genoemde (delen) van Nationale Landschappen); c. die thans niet bedrijfsmatig worden geëxploiteerd 1 ; d. waarvan de woningen voldoen aan het Bouwbesluit; e. en waarvan een bestemmingswijziging niet in strijd is met de toepasselijke milieuwetgeving. De minister wijst er voorts op dat het niet de bedoeling is dat de eventuele recreatiefunctie van het gebied in gevaar komt, of dat er nieuwe behoefte aan recreatieverblijven in het gebied ontstaat. Hoewel er geen absolute zekerheid is over de omvang van de onrechtmatige bewoning is, op basis van de informatie in de GBA, de gemeentelijke registratie inzake de toeristenbelasting, de informatie van de Vlietlanden B.V. en de opgave van de VVE Vlietbelangen op de peildatum 31 oktober 2003, gesteld dat het niet aannemelijk is dat op De Vlietlanden meer dan 50% van de recreatiewoningen onrechtmatig wordt bewoond. De VROM-inspectie heeft tegen het ontwerpbestemmingsplan Recreatiegebied De Vlietlanden geen zienswijzen ingediend, maar heeft bij diverse gelegenheden (o.a. bij de structuurvisie van Wervershoof en bij het voorontwerpbestemmingsplan voor de Vlietlanden) aangegeven het niet eens te zijn met de ontwikkeling op de Vlietlanden. De voorgestane ontwikkeling waarbij permanente bewoning niet wordt toegestaan past daarom meer in het beleid van de Minister c.q. de inspectie. De gemeente heeft telefonisch overleg gevoerd over deze kwestie met de VROM-inspecteur Regio Noord- West. De inspecteur beaamde de visie van de gemeente dat de voorgestane ontwikkeling past binnen het beleid van de Minister. De toenmalige gemeente Wervershoof heeft dan ook door het niet voldoen aan één van de voorwaarden van de minister onterecht het bestemmingsplan Recreatieterrein De Vlietlanden vastgesteld met de mogelijkheid tot permanente bewoning. 1 Onder bedrijfsmatige exploitatie wordt in dit kader verstaan het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon voeren van een zodanig beheer / exploitatie, dat in de recreatiewoningen daadwerkelijk recreatief gebruik plaatsvindt.
114102 blz 3 2. 2. Provinciaal beleid Permanente bewoning van recreatieverblijven, 2005 In deze notitie wordt aangegeven dat de Provincie onder een aantal voorwaarden mee wil werken aan het wijzigen van de bestemming recreatiewoning in een woonbestemming, of in de bestemming recreatiewoning, waar permanent wonen is toegestaan. Een recreatiewoning mag alleen worden omgezet naar een andere bestemming indien deze woning voldoet aan het Bouwbesluit of met eenvoudige maatregelen kan voldoen aan het Bouwbesluit. Daarnaast moet worden aangetoond dat de woning voldoet aan relevante milieuregelgeving. Rekening houdend met deze voorwaarden heeft de toenmalige gemeente Wervershoof het bestemmingsplan Recreatieterrein De Vlietlanden vastgesteld met een mogelijkheid tot permanente bewoning. Structuurvisie Noord-Holland 2040 en Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie Op 21 juni 2010 hebben Provinciale Staten van de provincie Noord-Holland de Structuurvisie Noord-Holland 2040 kwaliteit door veelzijdigheid alsmede de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie (PRSV) vastgesteld. Beide zijn per 1 november 2010 in werking getreden (na datum van het vaststellen van het bestemmingsplan Recreatieterrein De Vlietlanden: 21 oktober 2010). Compacte, hoogwaardige en bereikbare steden omringd door aantrekkelijk recreatief groen. Daar zet Noord-Holland de komende dertig jaar op in. In de Structuurvisie geeft de provincie aan welke belangen een rol spelen bij de ruimtelijke ordening in Noord-Holland. Hierbij gaat het om ruimtelijke kwaliteit, duurzaam ruimtegebruik en klimaatbestendigheid. De provincie wil steden optimaal benutten, landschappen open houden en ruimte bieden aan economie en woningbouw. In paragraaf 6.6.2. beschrijft de provincie dat de ruimtevraag voor recreatieve en toeristische voorzieningen zich vrijwel altijd in het landelijk gebied voordoet. Er is vooral behoefte aan uitbreiding van bungalowparken, hotelcapaciteit, toeristische plaatsen op campings en ligplaatsen in jachthavens. Daarnaast is er behoefte aan een aantal regionale en bovenregionale toeristische en recreatieve voorzieningen waarvoor een locatiekeuze aan de orde is (bijvoorbeeld een motorcrossterrein, kartbaan). De Provincie Noord-Holland hanteert hierbij haar uitgangspunten op het gebied van onderbouwing van nut en noodzaak, oplossen van samenhangende opgaven (bijvoorbeeld bereikbaarheid, leefbaarheid en milieu) en ruimtelijke kwaliteit. Het gebied rond de Westfriese Omringdijk is belangrijk geweest voor de ontwikkeling van (verblijfs)recreatieve mogelijkheden. Denk hierbij aan de camping Zuiderzee, het Stoommachinemuseum en camping Grote Vliet in Onderdijk. Als zodanig is dit beleid ook verwoord in de diverse beleidsnotities, waaronder de structuurvisie van de voormalige gemeente Medemblik. Ook de provincie heeft een beleid dat gericht is op recreatieve ontwikkelingen van het gebied rond de Westfriese Omringdijk. Het behoud van de Vlietlanden als recreatiepark past binnen dit beleid. De (mogelijke) trans-
blz 4 114102 formatie van de Vlietlanden tot woonwijk is in strijd met dit beleid ten aanzien de recreatieve zone van rond de Omringdijk. Geconcludeerd wordt dat recreatiewoningen in dit gebied voorop staan en niet de mogelijkheid tot permanent bewonen. Voorts geeft de provincie in artikel 18 lid 1 van de verordening aan dat een bestemmingsplan niet voorziet in de mogelijkheid van permanente bewoning van recreatiewoningen en stacaravans. De vaststelling van het bestemmingsplan met de mogelijkheid van permanente bewoning is in strijd met de provinciale verordening. Weliswaar gold deze nog niet ten tijde van het vaststellen van dit bestemmingsplan, maar dit laat onverlet dat een aanpassingsplicht geldt. Voor plannen die onherroepelijk worden na de vaststelling van de verordening geldt hiervoor niet de specifieke termijn van de verordening van 5 jaar, maar de wettelijke termijn van 1 jaar. Hiermee had bij de vaststelling van het plan al rekening mee moeten worden gehouden door geen plan vast te stellen dat permanente bewoning toestaat. De gemeente heeft telefonisch overleg gevoerd met de provincie, waarbij de provincie heeft verklaard dat de opzet van de partiële hervaststelling past binnen de onlangs inwerking getreden provinciale structuurvisie en verordening. 2. 3. Beleid voormalige gemeente Wervershoof In de Structuurvisie van Wervershoof wordt een aantal voordelen genoemd van het toestaan van permanente bewoning op de Vlietlanden. 1. De handhavingslasten worden verminderd; 2. De sociale controle op kwaliteit en veiligheid zal toenemen. Ook hier betekent dit een ontlasting van gemeentelijke taken; 3. Bij een stabiele waardeontwikkeling zal de interesse voor investering als tweede woning niet afnemen. Het is dus aannemelijk dat ook de verhuur voor recreatie voldoende ruimte krijgt; 4. Permanent bewoonde recreatiewoningen dragen meer bij aan de lokale economie en het verenigingsleven dan recreatiewoningen; 5. Omzetting van het bestemmingsplan past binnen het samenhangende beleid van de gemeente voor recreatiewoningen en reguliere woningbouw. De nieuwe gemeente Medemblik heeft bij raadsbesluit van 10 januari 2011 een weerlegging van de voordelen zoals genoemd in de Structuurvisie van Wervershoof aangevoerd om niet over te gaan tot het invoeren van permanente bewoning van recreatiewoningen: 1. Een besluit tot het toelaten van een bepaalde bestemming zal altijd genomen moeten worden op basis van ruimtelijke argumenten. Het feit een bepaalde bestemming, in dit geval recreatie, kosten voor handhaving met zich meebrengt, mag en kan daarbij geen rol spelen. Immers,
114102 blz 5 elke bestemming moet gehandhaafd worden en brengt kosten met zich mee. Hierbij speelt ook een rol dat de juridische mogelijkheden handhavend tegen permanente bewoning op te treden de laatste jaren zijn vergroot en dat van een ingezet handhavingstraject een afschrikkende werking uitgaat. Bovendien worden de kosten beperkt doordat de exploitant meewerkt aan de handhaving van de recreatieve bestemming. 2. Er zijn geen aanwijzingen dat de controle op kwaliteit en veiligheid bij parken in het algemeen en bij De Vlietlanden in het bijzonder minder zou zijn indien er alleen recreatie plaatsvindt en geen permanente bewoning. In dit geval is er ook een belangrijke rol weggelegd voor de exploitant van het park. Vanuit zijn verantwoordelijkheid draagt hij zorg voor de veiligheid en sociale controle op het park en het is niet aannemelijk dat dit minder zou zijn als er niet permanent wordt gewoond. 3. De vraag is of een dergelijke stabiele waardeontwikkeling zich voordoet. Het ligt veel meer voor de hand dat de woningen in waarde toenemen en minder interessant worden voor recreatieve doeleinden. Daarmee zou de Vlietlanden kunnen afzakken tot een woonwijk, hetgeen in strijd is met het beleid tot aanzien van de handhaving. 4. Het park is destijds opgezet om juist de lokale economie een impuls te geven. Er zijn immers ook ondernemingen en instellingen die profiteren van het toerisme. Er zijn ook ondernemingen die tegen het plan zijn omdat hun inkomsten verminderen of zelfs wegvallen door permanente bewoning. Het standpunt genoemd onder dit punt veronderstelt verder dat bij handhaving van de recreatieve bestemming interesse van potentiële kopers/bewoners verloren gaat, ten nadele van de gemeente, dat zulks ten koste gaat van de lokale economie en het verenigingsleven. Het beleid is er echter op gericht om te zorgen voor voldoende woningbouw, opdat interesse van potentiële kopers behouden blijft voor de gemeente en zij niet de noodzaak voelen om een recreatiewoning voor permanente bewoning aan te schaffen. 5. Het is de vraag of permanente bewoning past binnen het samenhangende beleid gezien maatschappelijke onrust en de politiek controverses van de laatste tijd. 2. 4. Gemeentelijk beleid Binnen de nieuwe gemeente Medemblik is er geen ruimte voor recreatieparken met permanente bewoning. De gemeente staat een eenduidig beleid voor. De gemeente heeft een actief handhavingsbeleid waarin permanente bewoning (bij bedrijven en op recreatieparken) strak aan banden wordt gelegd (beperkt wordt). Een dergelijk beleid kan (pas) worden uitgevoerd als de gemeentelijke overheid helder is in haar standpunten en eenduidig in de uitvoering daarvan. Het toestaan van permanente bewoning op de Vlietlanden doorkruist dit handhavingsbeleid aanzienlijk. Het bestuur acht het gemeentebrede belang van handhaving hoog. Ook de maatschappelijke behoefte om permanente bewoning toe te staan was/is niet aanwezig.
blz 6 114102 De gemeenteraad van de toenmalige gemeente Wervershoof heeft in zijn besluitvorming onvoldoende rekening gehouden met het uitgangspunt om in de nieuwe gemeente over een eenduidig handhavingsbeleid te beschikken. De raad van de nieuwe gemeente Medemblik meent dat bij de start rond de nieuwe fusiegemeenten een en ander breder bekeken had moeten worden en gekeken moet worden naar het gehele grondgebied van de nieuwe gemeente Medemblik. Immers, met de thans ingezette nieuwe bestemming van het park wordt de voor het openbare leven zo relevante ingezette handhavingslijn nadrukkelijk doorbroken. Het tot dusver gevoerde beleid aangaande recreatiewoningen wordt met het bedoelde besluit doorkruist; de gemeente heeft dan ook onvoldoende rekening gehouden met de belangen van de fusiepartners Andijk en Medemblik Het belang van de nieuwe gemeente Medemblik is niet gediend met de besluitvorming rond het bestemmingsplan Vlietlanden ten aanzien van permanente bewoning. De wetgever heeft vanaf 2005 adequate instrumentaria ontwikkeld op basis waarvan permanente bewoning kan worden tegengegaan. Er was en is geen noodzaak om permanente bewoning als bedoeld in het raadsbesluit toe te staan. De persoonsgebonden beschikking op grond waarvan zij hun recreatiewoning mogen gebruiken voor permanente bewoning voorziet hierin. Het besluit tot het toestaan van permanente bewoning bevoorrecht een kleine groep burgers, en doorkruist het handhavingsbeleid van de nieuwe gemeente Medemblik, alsmede het reguliere RO-beleid. Op grond van deze argumenten is het politiek, bestuurlijk en maatschappelijk wenselijk terug te komen op de eerdere politieke besluitvorming, en als nieuwe gemeente met verantwoording jegens de naar rechtszekerheid verlangende burgers weer in de lijn te komen van het landelijke beleid om permanente bewoning op recreatieparken tegen te gaan.
114102 blz 7 3. OPZET PARTIËLE HERVASTSTELLING De onderhavige partiële hervaststelling voorziet er in dat de regels van het bestemmingsplan Recreatieterrein De Vlietlanden worden aangepast, in die zin dat artikel 6.3.2., waarin (mede)gebruik van de recreatiewoningen voor permanente bewoning wordt toegestaan, wordt verwijderd uit het bestemmingsplan. Voorts is aangegeven dat het plan alsnog wordt aangepast aan de Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Dit wordt uitgewerkt bij de feitelijke vaststelling. Deze aanpassing is noodzakelijk omdat de Wabo reeds in werking was op het moment toen het plan werd vastgesteld en er in de Invoeringswet Wabo niet is voorzien in overgangsrecht ten aanzien van bestemmingsplannen Met deze partiële hervaststelling wordt het ontwerp bestemmingsplan zoals dit ter inzage heeft gelegen opnieuw op deze twee onderdelen gewijzigd vastgesteld. Tegen het ontwerpbestemmingsplan zijn vele zienswijzen ingediend. Deze richten zich bijna allemaal tegen het gebruik van de recreatiewoningen voor permanente bewoning. De onderhavige hervaststelling komt aan deze zienswijzen tegemoet. Zorgvuldigheidshalve wordt deze partiële hervaststelling nu opnieuw als ontwerp ter visie gelegd. ===
PARTIELE HERVASTSTELLNG BESTEM- MINGSPLAN RECREATIEGEBIED DE VLIET- LANDEN van de gemeente Medemblik
114102 blz 1 GEMEENTE MEDEMBLIK 11-41-02 / 01-02-11 PARTIELE HERVASTSTELLING BESTEMMINGSPLAN RECREATIEGEBIED DE VLIETLANDEN De partiële hervaststelling Bestemmingsplan Recreatiegebied De Vlietlanden, bestaat uit: Regels De regels van het bestemmingsplan Recreatieterrein De Vlietlanden worden aangepast op de wijze zoals hieronder weergegeven. - Artikel 6 lid 6.3.2. vervalt. - De regels worden aangepast aan de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van...2011. De voorzitter,.. De Griffier, PARTIELE HERVASTSTELLNG BESTEMMINGSPLAN RECREATIEGEBIED DE VLIETLANDEN