Hot Topics college 19 maart 2009 Syntaxis: recursie, structuur, volgorde Jan-Wouter Zwart
2/58
3/58 1. Recursie en het model van de grammatica! Wat heb je minimaal nodig?! Wat is syntaxis (creatief) en wat is lexicon (geleerd)?! Wat is typisch voor het menselijk taalvermogen?
4/58 Minimaal nodig! een combinatiemechanisme» Merge ( = syntaxis)! iets om te combineren» Elementen uit het Lexicon ( Numeratie )
5/58 Numeratie! een verzameling» { man, bijt, hond } man Merge bijt hond! voegt telkens twee elementen samen
6/58 Model Lexicon» Numeratie Syntaxis» Merge Interfaces» Klank/betekenis
7/58 Waar zit de morfologie? (1) Het loopt vast! twee mogelijkheden» numeratie = { het, loopt, vast }» numeratie = { het, LOOP, vast }
8/58 Waar zit de morfologie? (1) Het loopt vast! vorm is voorspelbaar vanuit de syntaxis 3SG het loop vast agreement
9/58 Waar zit de morfologie? (1) Het loopt vast! LOOP krijgt [3sg] van het! spell-out: keus uit morfologisch paradigma LOOP : / loop, loop-t, loop-en, liep, liep-en / 1SG 2/3SG PL PAST PAST.PL! beste keus voor [3SG] = loop-t
10/58 Model Lexicon» Numeratie Syntaxis» Merge Interfaces» Klank/betekenis Morfologie
11/58 Interface! idiosyncratische vorm! idiosyncratische betekenis! kortom: idiosyncratische verbinding van vorm + betekenis
12/58 Idiosyncratische betekenis! idiomen: kick the bucket = doodgaan! numeratie : { kick, the, bucket } merge : [ kick [ the bucket ] ] interface : kick the bucket = die
13/58 Loop! output kan weer input zijn voor een volgende derivatie (2) He kicked the bucket! numeratie = { he, kick the bucket }! het Lexicon is een dynamisch geheel
14/58 Idioom vs. niet-idioom (2) He kicked the bucket! idioom: hij ging dood» numeratie = { he, kick the bucket }! letterlijk: hij schopte tegen de emmer» numeratie = { he, kick, the, bucket }
15/58 Is kick the bucket een woord?! nee: eigenschappen van kick blijven tellen (3) a. T He is dying (hij ligt op sterven) b. X He is kicking the bucket! kick in de PROGRESSIVE: iteratieve lezing» je kunt niet iteratief sterven
16/58 Derivaties zijn gelaagd! de loop is overal» idiomen» grammaticalisatie» heranalyse» interpolaties» zelfs gewone specifiers en adjuncten! de loop is de kern van ons taalvermogen
17/58 Grammaticalisatie: een beetje (4) a. Geef mij ook maar een beetje = NP b. Hij is een beetje ziek = Deg! numeratie : { een, beetje }! merge : [ een beetje ]! interface : een beetje = betekenis: graad categorie: Deg
18/58 Heranalyse: zo goed mogelijk (5) a. Hij deed het zo goed mogelijk = AdvP b. een zo goed mogelijk-e oplossing = A! numeratie : { zo, goed, (als), mogelijk }! merge : [ zo [ goed mogelijk ] ]! interface : zo goed mogelijk = bet.: soort goed cat.: A
19/58 Heranalyse: verre van eenvoudig (6) een verre van eenvoudig-e oplossing = A! numeratie : { verre, van, eenvoudig }! merge : [ verre [ van [ eenvoudig ] ] ]! interface : verre van eenvoudig = betekenis: soort eenvoudig categorie: A
20/58 Interpolatie: ik meen Budapest (7) Hij is naar ik meen Budapest vertrokken = TP (...naar ik meen dat het Budapest was...)! numeratie : { ik, meen, Budapest }! merge : [ ik [ meen [Budapest ] ] ]! interface : ik meen Budapest = betekenis: Budapest, volgens mij categorie: NP
21/58 Kortom: een netwerk van derivaties NUM MERGE INTFACE NUM MERGE INTFACE NUM MERGE INTFACE
22/58 Wat zit in de numeratie?! woorden! output van eerdere derivatie! morfemen (8) vader en moeder -tje»» Het Lexicon is een dynamisch geheel
23/58 Bewijs dat iets output is van een eerdere derivatie! onderdelen kunnen niet los gemerged worden (9) a. Hij is een manusje van alles b. *Overal is hij een manusje van c. *Van alles is hij een manusje
24/58 Bewijs dat iets output is van een eerdere derivatie! onderdelen kunnen niet los gemerged worden (10) a. Hij is naar ik meen Budapest vertrokken b. *Waar is hij naar ik meen vertrokken? cf. Hij is naar eh Budapest vertrokken *Waar is hij naar eh vertrokken?
25/58 De loop als kern van de menselijke cognitie concepts in the brains of humans acquired the property that they could get rolled together with other concepts into larger packets, and any such larger packet could then become a new concept in its own right. In other words, concepts could nest inside each other hierarchically, and such nesting could go on to arbitrary degrees Douglas Hofstadter, I am a strange loop (New York, 2007), p. 83.
26/58 Consequenties voor recursie! Hauser/Chomsky/Fitch 2002 (Science)» recursie: kern van het taalvermogen» niet specifiek voor taal! Everett 2005 (Current Anthropology)» geen recursie in Pirahã» taalvermogen niet aangeboren maar cultureel
27/58 Maar wat ís recursie?! een loop in een regelsysteem» klassieke variant van recursie: zin = NP VP NP = N PP VP = V zin PP = P NP (11) dat Jan zei dat Piet dacht dat Marie... (12) de hond van de man van de vriendin...
28/58 Maar is dat geen iteratie?! numeratie : { de, hond, van, de, man, van, etc. }! merge : [ de [ hond [ van [ de [ man [ van [ etc. ]]]]]]]
29/58 Maar wat ís recursie?! output van derivatie 1 = input van derivatie 2» heeft het Pirahã: idiomen grammaticalisatie heranalyse interpolaties complexe specifiers/adjuncten?
30/58! xogiágó xogi-ága-ó big-cop-obl Grammaticalization: everyone! Everett provides no argument against the hypothesis that it is simply an idiom whose meaning is the universal quantifier. Nevins, Pesetsky & Rodrigues, Pirahã exceptionality: a reassessment (LingBuzz, 2007), p. 38
31/58 Complexe specifiers/adjuncten (13) the man hit the ball! numeratie: { the, man, hit, the, ball }! merge: [ the [ man [ hit [ the ball ]]]] geen constituent!! dus numeratie: { the man, hit, the ball }
32/58 In Pirahã! complex subject (14) giopaí gáihi kapióxo xigiábií dog that other like That dog looks like another (dog).! complex adjunct (15) xoí kapióxo-o jungle other-loc in another part of the jungle Everett, Pirahã, Handbook of Amazonian Lgs (1986), p. 221, 241
33/58 2. Het Nederlands: hoofd-initieel of hoofdfinaal?
34/58! hoofdzin: (14) De man bijt de hond VO! bijzin: (15)..dat de man de hond bijt OV
35/58 Generatieve grammatica! er is één dieptestructuur! hoofdzin afgeleid van de bijzin, of andersom» hoofdzin < bijzin: Nederlands = SOV» bijzin < hoofdzin: Nederlands = SVO
36/58 Koster (1975)! bewijs voor hoofdzin < bijzin, dus SOV» argument 1: partikelwerkwoorden» argument 2: volgorde PPs
37/58 Koster (1975)! bewijs voor hoofdzin < bijzin, dus SOV» argument 1: partikelwerkwoorden (16) Jan belt Marie op» partikel geeft basispositie van V aan
38/58 Koster (1975)! bewijs voor hoofdzin < bijzin, dus SOV» argument 2: volgorde PPs (17) a...dat Jan tijdens de pauze aan z n vader denkt b. *..dat Jan aan z n vader tijdens de pauze denkt (18) a. Jan denkt tijdens de pauze aan z n vader b. Jan denkt aan z n vader tijdens de pauze
39/58 Koster (1975)! bewijs voor hoofdzin < bijzin, dus SOV» argument 2: volgorde PPs (18) a. Jan denkt tijdens de pauze aan z n vader b. Jan denkt aan z n vader V tijdens de pauze (19) Jan heeft aan z n vader gedacht tijdens de pauze» (18b) is afgeleid van (19)» er is een V-positie is tussen de PPs in (18b)
40/58 1. Nederlands = SOV Analyse Koster 2. Regel: verplaats V naar 2e zinspositie» alleen finiete V» alleen in de hoofdzin
41/58 Wat is V2 voor regel?! traditioneel: syntactische regel» verplaatsing naar T, dan naar C! recentelijk (Chomsky 2001): interface-regel» geen effect op betekenis, dus fonologie» lineair volgorde-effect, is geen syntaxis
42/58 Problemen! Het Nederlands is erg hoofdinitieel» CP: dat het regent» DP: de man» PP: in de tuin» NP: studenten taalkunde» AP: dol op taalkunde
43/58 Problemen! Bijzinnen staan achter het werkwoord (18) X..dat Jan dat het regent zei (19) T..dat Jan zei dat het regent
44/58 Problemen! Objecten verschuiven sowieso naar links (20) X..dat de man niet heeft de hond gebeten (21) T..dat de man de hond niet heeft gebeten! basispositie van object kan ook rechts van V zijn [ object [... [ V ] ] ]
45/58 Bewijs voor OV-status! links-adjacente complementen:» partikels dat Jan haar op belt» secundaire predikaten dat Jan het rood verft» indefiniete objecten dat Jan boeken leest
46/58 Typologische invalshoek! hoofdfinale talen: hoofdinitiele conjunctie (21) Hmar (Tibetaans) a. náupaõ lèh b. chìnèi léh nè:ldí boy with lime and sand with me lime and sand! structuur: lime and sand
47/58 Typologische invalshoek! hoofdfinale talen: hoofdinitiele conjunctie
48/58 Generalisatie! als een hoofdfinale taal iets hoofdinitieels heeft, dan is dat syntaxis
49/58 rivieren composita zijn hoofdfinaal finaal initieel Hudson river Smurfrivier de rivier de Rijn meren Victoriameer meer van Genève zeeën Sargassozee de zee van Azow bergen Atlasgebergte de berg Horeb gletschers Vatnajökullgletscher huizen Rembranthuis huis Ten Bosch kabouters boskabouter kabouter Plop?
50/58 Generalisatie! als een hoofdfinale taal iets hoofdinitieels heeft, dan is dat syntaxis! als een hoofdinitële taal iets hoofdfinaals heeft, dan is dat lexicaal
51/58 Generalisatie! als een hoofdfinale taal iets hoofdinitieels heeft, dan is dat syntaxis! als een hoofdinitële taal iets hoofdfinaals heeft, dan is dat lexicaal NB: lexicaal = output van eerdere derivatie!!
52/58 Hypothese! hoofdfinaal in het Nederlands is» ofwel gevolg van verplaatsing..dat Jan het boek niet heeft gelezen» ofwel output van eerdere derivatie partikels, secundaire predikaten, indefinieten
53/58 Bewijs het maar eens! is er reden om te denken dat opbellen roodverven boeken lezen gevormd zijn in een aparte derivatie?
54/58 fragmenten uit een eerdere handout: (lezing Leiden 3 december 2008)
55/58
56/58
57/58
58/58 Einde