1 van 5 T T GEMEENTE A J - O O r i l Programmabegroting Afdeling 6. Sociale Voorzieningen en Maatschappelijke Dienstverlening D. Bruijn, M. Boxem Telefoonnummer : 0229-252200 Sociale Zaken, Stadsontwikkeling Email d.bruijn@hoorn.nl, m.boxem@hoorn.nl : Onderwerp: Verordening Wmo gemeente Hoorn 2015 Agendering: Ter besluitvorming Stukken ter inzage: (geef aan indien vertrouwelijk) Gevraagd besluit: 1. De verordening maatschappelijke ondersteuning van de gemeente Hoorn van 2015 vast te stellen waarvan de kernpunten zijn: De toegang tot de wijze van ondersteuning en de voorzieningen vanuit de gemeente; Het bieden van ondersteuning aan de inwoners uit Hoorn bij hun zelfredzaamheid en hun deelname aan de maatschappij; Het bieden van maatwerk in plaats van het verstrekken van standaardvoorzieningen aan de inwoners uit Hoorn die zijn aangewezen op ondersteuning. 2. De verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoorn 2012, inclusief toelichting, per 1 januari 201 5 in te trekken. Samenvatting De Wet maatschappelijke ondersteuning 201 5 gaat uit van het uitgangspunt dat de voorzieningen terecht moeten komen bij de burgers die het echt niet zelf kunnen regelen en betalen. Dit uitgangspunt moet het mogelijk maken om de nieuwe taken vanuit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) per 1 januari 201 5 onder te brengen bij de gemeenten. De nieuwe taken en het veranderde uitgangspunt van de nieuwe wet heeft tot gevolg dat de huidige verordening maatschappelijke ondersteuning niet meer volstaat en vervangen moet worden door een nieuwe verordening. De voorliggende verordening is gebaseerd op de modelverordening die vanuit de VNG is opgeleverd en vervolgens in regionaal verband is vertaald naar de praktijk in West-Friesland. In de regio heeft afstemming plaatsgevonden met de verordening voor de jeugdzorg. 1. Inleiding: reden van het voorstel Aanleiding Vanaf 1 januari 2015 wordt de gemeente verantwoordelijk voor de extramurale begeleiding (thuisbegeleiding), de dagbesteding, cliëntondersteuning, ondersteuning van mantelzorg, beschermd wonen en opvang. De toegang tot deze voorzieningen en de eisen die hieraan gesteld worden moeten vastgelegd in een nieuwe verordening maatschappelijke ondersteuning. De verordening moet voor 1 november 2014 zijn vastgesteld. De raad heeft recent besloten over de belangrijkste kaders voor de verordening en over de financiële kaders (Raad 16-09-2014). De verordening treedt per 1 januari 201 5 in werking.
2 van 5 : : Stadsontwikkeling en Sociale Zaken : Belang De Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, hierna Wmo 2015, verplicht de gemeente om uitvoering te geven aan enkele verordende bevoegdheden. Met de verordening wordt tevens de toegang geregeld voor de taken die vanuit de AWBZ worden overgeheveld naar gemeenten. De gemeente bepaalt op welke wijze de toegang plaatsvindt en welke kwaliteits eisen aan de voorzieningen worden gesteld. Centrale vraag Op welke wijze wil de gemeente de toegang tot de voorzieningen vorm geven? 2. Beoogd maatschappelijk resultaat In de Wmo 201 5 is de verplichting tot het verstrekken van voorzieningen losgelaten. Hierdoor kan er een overgang plaatsvinden van claim- en aanbodgericht naar samen met cliënten kijken wat er in hun situatie nodig is, met ook een duidelijke rol daarbij voor wat mensen zelf kunnen en wat hun sociale omgeving kan bijdragen. Daarmee wordt een grotere inzet van algemene voorzieningen en basisvoorzieningen in de wijk beoogd, waarbij maatwerkvoorzieningen worden ingezet als blijkt dat ondersteuning nodig is. Preventie wordt belangrijker. 3. Kaders Artikel 149 van de Gemeentewet bepaalt dat de gemeenteraad bevoegd is om een verordening vast te stellen. Voor deze verordening is er een aantal verordende bevoegdheden waaraan vanuit de Wmo 2015 verplicht uitvoering gegeven moet worden. In de wet Wmo 2015 zijn veel zaken geregeld waarmee gemeenten rekening moeten houden. Voor een overzicht hiervan wordt verwezen naar de bijgevoegde artikelsgewijze toelichting en was-wordt lijst. De belangrijkste zaken zijn: a. Cliënten doen eerst een melding van hun hulpvraag. Cliënten kunnen niet direct een aanvraag doen voor een maatwerkvoorziening; b. Het gesprek is leidend. Bij elke hulpvraag gaat de gemeente in gesprek met de cliënt. Van elk gesprek wordt een verslag gemaakt; c. Cliënten kunnen zich bij het gemeentelijke onderzoek gratis laten ondersteunen; d. De gemeente biedt ondersteuning aan de cliënt als de cliënt geen eigen mogelijkheden heeft om zijn hulpvraag op te lossen, ook niet met hulp van het eigen sociale netwerk en/of mantelzorgers; e. Het college bevordert algemene voorzieningen. Algemene voorzieningen gaan voor maatwerkvoorzieningen; f. De gemeente beslist met een beschikking over de aanvraag voor een maatwerkvoorziening; g. Cliënten motiveren waarom zij een persoonsgebonden budget verstrekt willen krijgen; h. Er geldt een overgangstermijn van één jaar voor burgers die thuis al begeleiding ontvangen en vijf jaar voor burgers die al gebruik maken van beschermd wonen; i. De gemeente stelt eisen aan maatwerkvoorzieningen en de deskundigheid van beroepskrachten; j. De gemeente bepaalt bij welke voorzieningen een klachtenregeling van de marktpartij is vereist; k. Elk jaar houdt de gemeente een kwaliteitsonderzoek onder cliënten; I. Elk jaar geeft de gemeente een blijk van waardering voor de mantelzorgers van cliënten; m. De gemeente kan een tegemoetkoming verstrekken voor meerkosten aan personen met een beperking of chronische psychische of psychosociale problemen. Vanuit de gemeenteraad zijn er kaders meegegeven, in de visie op de Wmo (raad 26-11-2013), en bij de raadsbehandeling van het beleidsplan Wmo 2014-2017 (raad 17-12-2013). Onlangs (raad 16-09-2014) heeft de Raad de kaders vastgesteld voor de Wmo 2015 en verder, waarbij tegelijkertijd besloten is over de volgende uitgangspunten van de Verordening: a. De overgangsregeling en de evaluatietermijn (artikelen 17 en 18); b. De eigenbijdrageregeling (artikel 7); c. Het delegeren van de volgende verordende bevoegdheden aan het college: 1. Het vaststellen van criteria voor een maatwerkvoorziening (artikel 3); 2. Het vaststellen van criteria voor het persoonsgebonden budget (artikel 6); 3. Het vaststellen van kwaliteitseisen aan voorzieningen en de deskundigheid van beroepskrachten (artikel 8);
Stadsontwikkeling en Sociale Zaken 3 van 5 d. 4. Het vaststellen van een regeling waaruit de jaarlijkse blijk van waardering voor mantelzorgers bestaat (artikel 11); De opdracht aan het college een regeling voor te bereiden ter vervanging van de Wtcg (Wet tegemoetkoming chronisch gehandicapten) en de CER (Compensatie Eigen Risico). 4. Argumenten De toegang tot de voorzieningen of ondersteuning: Om uitvoering te geven aan de Wmo 2015, gaat de gemeente Hoorn in alle situaties in gesprek met de cliënt die zich meldt met een hulpvraag. Dat is niet nieuw voor de gemeente. Sinds 1 januari 2012 gaan de Wmo consulenten al op huisbezoek en voeren zij gesprekken met cliënten met een hulpvraag op het gebied van de huidige Wmo taken "'. De getrainde en ervaren Wmo consulenten zorgen voor deskundige maatwerkbeoordelingen en een hoge tevredenheid onder hulpvragers' 21. De huidige werkwijze bij de Wmo kan één op één worden toegepast voor de AWBZ-taken waarvoor de gemeente vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk wordt gesteld. Wel is aanvullende deskundigheid vereist om de gesprekken te kunnen voeren over de nieuwe hulpvragen. Om hieraan tegemoet te komen, gaat de gemeente Hoorn werken met drie Sociale Gebiedsteams, te weten in Kersenboogerd, Risdam/Centrum en De Grote Waal. Hierin werken Wmo consulenten en professionals van instanties in de Gebiedsteams nauw samen en passen zij de bewezen werkwijze van de Wmo toe. Cliënten uit de wijken kunnen met hun hulpvragen terecht bij hun eigen Gebiedsteam. De Sociale Gebiedsteams zijn sinds 1 augustus 2014 op proef operationeel. Uitgaan bij ondersteuning van zelfredzaamheid en participatie. Een medewerker van het Gebiedsteam maakt een afspraak met de cliënt om de hulpvraag thuis te bespreken. De cliënt mag zich in het gesprek laten bijstaan door bijvoorbeeld een vriend, een familielid of een bekende. Vanaf 1 januari 2015 zorgt de gemeente desgewenst voor gratis cliëntondersteuning van bijvoorbeeld Stichting MEE. De cliënt wordt op deze mogelijkheid gewezen. In het gesprek kijkt de medewerker van het Gebiedsteam samen met de cliënt naar de eigen mogelijkheden om de hulpvraag op te lossen. Daarbij wordt ook gekeken naar mogelijke ondersteuning vanuit de omgeving van de cliënt, zoals van familie en buren. Als in het gesprek blijkt dat de cliënt ondersteuning nodig heeft om zijn hulpvraag op te lossen, dan bespreekt de medewerker van het Gebiedsteam deze mogelijkheid samen met de cliënt. In artikel 3 van de verordening is geregeld dat ondersteuning leidt tot een passende bijdrage aan de zelfredzaamheid en/of participatie van de cliënt. Van het gesprek wordt een verslag gemaakt, zodat de cliënt nog eens kan teruglezen wat er is besproken. Algemene - en maatwerkvoorzieningen in plaats van compensatieplicht: Als de medewerker van het Gebiedsteam op basis van het gesprek tot de conclusie komt dat een cliënt gebaat is bij ondersteuning via een algemene voorziening, bemiddelt hij de cliënt hiernaar. In het geval de medewerker van mening is, dat een maatwerkvoorziening van de gemeente is vereist, fungeert het gespreksverslag als aanvraagformulier. De backoffice van de gemeente beoordeelt dan de te verstrekken maatwerkvoorziening en zorgt ervoor dat die aan de cliënt wordt verstrekt. In dat geval bewaakt de betrokken medewerker van het Gebiedsteam de regie over de aanvraagprocedure en blijft hij het aanspreekpunt voor de cliënt. Voor de beoordeling van de meest complexe situaties kan de backoffice van de gemeente een beroep doen op specialistische deskundigheid van een onafhankelijke externe adviesinstantie. Deze mogelijkheid is geregeld in artikel 4 van de Verordening. In de verordening staan geen voorzieningen beschreven. Cliënten kunnen op grond van de Wmo 2015 geen voorzieningen claimen, maar verwachten dat er samen met de gemeente een passende oplossing voor hun hulpvraag wordt gezocht. De rechtszekerheid van cliënten is geborgd in de wet. Cliënten hebben recht op een individuele beoordeling van hun situatie en een maatwerkoplossing voor hunhulpvraag. Als cliënten het niet eens zijn met een beslissing van de gemeente, kunnen zij hiertegen in bezwaar en vervolgens in beroep gaan en hoger beroep instellen. (1) Deze werkwijze werd op 1 januari 2012 ingevoerd als gevolg van de vaststelling van de verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoorn 2012 (raad 13-12-2011). (2) Zie rapport "Eerste monitoring van de nieuwe werkwijze Wmo in Hoorn 2012", waarvan de Raad per brief van 26-2-2013 in kennis is gesteld.
4 van B : : Stadsontwikkeling en Sociale Zaken : In afwijking van de Verordening Jeugdzorg ontbreekt de hardheidsclausule in de Wmo verordening. Deze clausule regelt normaal gesproken de mogelijkheid van het toepassen van maatwerk ten gunste van de cliënt. Het toepassen van maatwerk is echter al de basis van alle beoordelingen en is vastgelegd en uitgewerk in de wet Wmo 2015. De hardheidsclausule is daarom bewust niet opgenomen in de modelverordening van de VNG. 5. Maatschappelijk draagvlak De modelverordening van de VNGheeft als voorbeeld gediend voor de voorliggende verordening. Deze modelverordening is tot stand gekomen door klankbordgroepen bestaande uit gemeenten en cliëntenorganisaties die hebben meegedacht in zowel de modelverordening van de Wmo als de modelverordening van de Jeugdwet, om beide verordeningen zoveel mogelijk op elkaar te laten aansluiten. De voorliggende verordening is opgesteld in regionaal verband met de zeven Westfriese gemeenten, waarbij ook afstemming heeft plaatsgevonden met de verordening voor de Jeugdwet. Namens de belangenorganisaties in Hoorn heeft het Participatieplatform op 28 augustus jl. positief geadviseerd over de belangrijkste uitgangspunten van de Verordening. 6. Financiële consequenties De raad (raad 16-09-2014) heeft de financiële kaders voor de Wmo 2015 vastgesteld. De uitgangspunten in de verordening passen binnen deze financiële kaders. 7. Communicatie De verordening maatschappelijke ondersteuning wordt gepubliceerd op www.overheid.nl. Publicatie vindt tevens plaats in de gemeentelijke bladen, zoals gebruikelijk. De inwoners uit Hoorn merken de werkwijze in de Gebiedsteams als zij een hulpvraag melden. De gemeente communiceert actief over de gebiedsteams. Bestaande cliënten en de cliënten die vanuit de AWBZ "overkomen", ervaren de werkwijze als hun situatie opnieuw wordt beoordeeld. 8. Realisatie Nadat de verordening is vastgesteld, stelt het college de beleidsregels vast. In de beleidsregels zijn de procedureregels nader uitgewerkt, zijn aanvullende criteria opgenomen voor maatwerkvoorzieningen, zijn algemene kwaliteitseisen opgenomen en zijn de persoonsgebonden budgetten nader uitgewerkt. De Raad ontvangt deze beleidsregels ter kennisname. Behalve de beleidsregels bereidt het college een compensatieregeling voor ter vervanging van de Wtcg en de CER. De Raad ontvangt deze compensatieregeling in december 2014 ter vaststelling. Het is niet mogelijk de compensatieregeling eerder gereed te hebben. Op dit moment is de hoogte van het compensatiebudget nog niet bekend. In december 2014 ontvangt de Raad een samenhangend voorstel, waarbij tegelijk over de eigenbijdragregeling en de compensatieregeling kan worden gesproken door de Raad. In het voorstel worden varianten op de eigenbijdrageregeling uitgewerkt evenals de financiële gevolgen voor de cliënt. Om logistieke redenen wordt in de berekeningen uitgegaan van de bovengrenzen voor 2014 voor de eigen bijdragen. Het Ministerie publiceert de bovengrenzen voor 2015 niet eerder dan in december 2014 per Algemene Maatregel van Bestuur (Amvb). De Raad wordt over de inhoud van deze Amvb in kennis gesteld, zoals de Raad is toegezegd. Verwacht wordt dat de bovengrenzen voor de eigen bijdragen uitsluitend worden geïndexeerd, zoals gebruikelijk. Tot slot stelt het college in december 2014 de financiële regeling voor 2015 vast, waarbij uitgegaan wordt van de financiële kaders die de raad dan heeft vastgesteld. In deze regeling worden de hoogte van de vergoedingen en de eigen bijdragen vastgelegd en waaruit de jaarlijkse blijk van waardering voor mantelzorgers bestaat. De Raad ontvangt deze financiële regeling ter kennisname. Het inkooptraject voor begeleiding in de thuissituatie, dagbesteding en tijdelijk verblijf verloopt volgens planning. In oktober 2014 worden de raamovereenkomsten met de marktpartijen ondertekend, zodat deze vormen van ondersteuning vanaf 1 januari 2015 zijn gegarandeerd. De Raad heeft de uitgangspunten voor dit inkooptraject vastgesteld (Raad 16-09-2014).
Stadsontwikkeling en Sociale Zaken ;M. Boxem en D. Bruijn 5 van 5 Beschermd wonen en opvang is vanaf 1 januari 2015 geregeld via een subsidierelatie met het RIBW. Met Stichting MEE zijn voor 2015 budgetafspraken gemaakt over de vereiste cliëntondersteuning. In 201 5 worden de mogelijkheden van andere inkoopvormen verkend, net zoals nu gebeurt bij de voorziening hulp bij het huishouden. In de regio Westfriesland worden de mogelijkheden verkend om de voorziening hulp bij het huishouden om te vormen tot een betaalbare voorziening voor de toekomst. De Raad wordt in de eerste helft van 201 5 gevraagd de contouren van de nieuwe vorm van hulp bij het huishouden vast te stellen. De Wmo 201 5 is een open einde regeling, net zoals de huidige Wmo, maar in de afgelopen jaren is gebleken dat de financiële risico's beheersbaar zijn. De financiële gevolgen worden bewaakt in de cyclusdocumenten, zoals gebruikelijk. Het college evalueert het beleid en de effecten daarvan op de Hoornse burgers na het eerste jaar. Hiertoe zendt het college een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de verordening in de praktijk aan de Raad. Het college komt met een voorstel voor de Raad over de vorm en inhoud van de voortgangsrapportages die periodiek aan de Raad worden voorgelegd. Hoorn, 23 september 2014 het college van burgemeester en wethouders van Hoorn, de secretaris, de burgemeester i i.