Een gezonde kijk op. Zuid-Limburg. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning



Vergelijkbare documenten
Regionale VTV Bevolking. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 Hart voor Brabant Deelrapport Bevolking

Maastricht. Een gezonde kijk op. maakt deel uit van. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning

Kernboodschappen Gezondheid Losser

Lokaal gezondheidsbeleid Workshop 18 februari 2016

Sittard-Geleen. Een gezonde kijk op. maakt deel uit van. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning. Een gezonde kijk op Sittard-Geleen

Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten

Kerkrade. Een gezonde kijk op. maakt deel uit van Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning

Bouwstenen nota volksgezondheid Renate Martens en Ivanka van der Veeken. Gemeente Drimmelen GGD West-Brabant:

Heerlen. Een gezonde kijk op. maakt deel uit van Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning

Kwetsbaar alleen. De toename van het aantal kwetsbare alleenwonende ouderen tot 2030

Kernboodschappen Gezondheid Oldenzaal

Regionale VTV Levensverwachting en sterftecijfers. Referent: Drs. M.J.J.C. Poos, R.I.V.M.

Gezond meedoen in Kerkrade. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Borgele en Platvoet Deventer

Kernboodschappen Gezondheid Haaksbergen

Gezond meedoen in Stein. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

Samenvatting Twente. 2 van 6 Kernboodschappen Twente. Versie 2, oktober 2013

Gezond meedoen in Sittard-Geleen. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

Kernboodschappen Gezondheid Borne

Een gezonde kijk op Eijsden-Margraten

Simpelveld. Een gezonde kijk op. maakt deel uit van. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning

Samenvatting Losser. 2 van 5 Twentse Gezondheids Verkenning Losser. Versie 1, oktober 2013

Voerendaal. Een gezonde kijk op. maakt deel uit van. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning

Landgraaf. Een gezonde kijk op. maakt deel uit van. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning

Kernboodschappen Gezondheid Enschede

Meerssen. Een gezonde kijk op. maakt deel uit van. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning

Beek. Een gezonde kijk op. maakt deel uit van Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning

Nuth. Een gezonde kijk op. maakt deel uit van Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning

Gezond meedoen in Gulpen-Wittem. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

Positieve trends in (gezonde) levensverwachting

Alcoholgebruik: omvang in de regio

Valkenburg a/d Geul. Een gezonde kijk op. maakt deel uit van Regionale. Volksgezondheid Toekomst Verkenning

Kernboodschappen Gezondheid Twenterand

deelrapport Levensverwachting en sterfte

Vaals. Een gezonde kijk op. maakt deel uit van Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning

Kernboodschappen Gezondheid Dinkelland & Tubbergen

Gezond meedoen in Eijsden-Margraten. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

Samenvatting Jong; dus gezond!?

fluchskrift Vergrijzing in Fryslân neemt toe Aantal senioren sterk gestegen Aantal 65-plussers in Fryslân, /2012

Op weg naar de speerpuntennotitie lokaal gezondheidsbeleid Boxmeer : Speerpunten voor Boxmeer?? Esther Hendriks 24 september 2009

Gezond meedoen in Landgraaf. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

Kernboodschappen Gezondheid Almelo

Schinnen. Een gezonde kijk op. maakt deel uit van Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning

Kinderen in West gezond en wel?

Gezond meedoen in Vaals. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

1 De bevolking van de regio Gelre-IJssel

Gezondheid en sterfte naar onderwijsniveau

Gezond meedoen in Schinnen. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

Gezond meedoen in Nuth. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Voorstad Deventer

Gezond meedoen in Simpelveld. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

Kernboodschappen Gezondheid Wierden

Kinderen in Centrum gezond en wel?

Neimed Krimpbericht. Veel Westerse en weinig niet-westerse allochtonen in Limburg SEPTEMBER 2015

Gezond meedoen in Valkenburg aan de Geul. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

De toekomst: iedereen doet mee!? Carolien Plevier - GGD regio Utrecht Hanneke Schreurs - Gemeente Utrecht Volksgezondheid

Gezond meedoen in Maastricht. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

Kernboodschappen Gezondheid Hengelo

Onderwerp: Nota lokaal gezondheidsbeleid: Gezondheid, welzijn en welbevinden.

Gezondheidsprofiel Boxtel Oost

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015

Wonen zonder partner. Arie de Graaf en Suzanne Loozen

Regionale VTV Ziekten in de toekomst. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 Hart voor Brabant Deelrapport Ziekten in de toekomst

Wijkgericht werken: doel of middel?

Stein. Een gezonde kijk op. maakt deel uit van Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning

Samenvatting Noaberkracht Dinkelland Tubbergen

Demografische gegevens ouderen

Gezond meedoen in Heerlen. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

Kinderen in Nieuw-West gezond en wel?

Gulpen-Wittem. Een gezonde kijk op. maakt deel uit van. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning. Een gezonde kijk op Gulpen-Wittem

Kinderen in Zuid gezond en wel?

Huiselijk geweld in Limburg

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT

Gemeente rapportage Nederweert Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2016

Monitor. alcohol en middelen

LAAGGELETTERDHEID IN LAAK

Kinderen in Noord gezond en wel?

GEZONDHEID IN BEELD GEMEENTE PEEL EN MAAS

Zuid-Limburgse Jeugd-GGZ

Noord gezond en wel?

Een gezonder Nederland VTV De Volksgezondheid Toekomst Verkenning Nancy Hoeymans, Jeanne van Loon, Casper Schoemaker

LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG

GEZONDHEID IN BEELD GEMEENTE NEDERWEERT

Kinderen in Zuidoost gezond en wel?

Voeding bij diabetes mellitus. Dieetbegeleiding van Turkse, Marokkaanse en Hindostaanse bevolkingsgroepen

oinleiding 1 c oovergewicht en ernstig overgewicht (obesitas) in Nederlandd

Zuidoost gezond en wel?

Factsheet Amsterdamse Gezondheidsmonitor 2012

Zorg in de G4; Verschillen tussen zorg in de G4 en daarbuiten

(Demografische) ontwikkelingen op deelgebieden binnen de gemeente Voerendaal

Bijlage 3 Jaarprogramma gemeente Meerssen 2008 (inclusief Jeugdgezondheidszorg)

GEZONDHEID IN BEELD GEMEENTE LEUDAL. Resultaten uit de volwassenen- en ouderenmonitor 2012

Onze gezondheid vandaag en morgen

GEZONDHEID IN BEELD GEMEENTE VENLO

Kinderen in Oost gezond en wel?

Lokale Verkenning Gemeente Amersfoort 2011

Raadsvergadering, 29 januari Voorstel aan de Raad

Ouderenmonitor Gezondheidsonderzoek 65-plussers regio Nijmegen. Gezondheidsonderzoek kinderen 0-12 jaar regio Nijmegen

GEZONDHEID IN BEELD GEMEENTE ROERDALEN

GEZONDHEID IN BEELD GEMEENTE BEESEL

Transcriptie:

Een gezonde kijk op Zuid-Limburg Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2010

Zuid-Limburg Beek Brunssum Eijsden Gulpen-Wittem Heerlen Kerkrade Landgraaf Maastricht Margraten Meerssen Nuth Onderbanken Schinnen Simpelveld Sittard-Geleen Stein Vaals Valkenburg aan de Geul Voerendaal

Een gezonde kijk op Zuid-Limburg Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2010

Een gezonde kijk op Zuid-Limburg Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2010 P.H.G. Lamberts M. Steenbakkers N.H.B. Thijssen S. Backus-Mujakovic J.J.M. de Vreede K.J. Hajema M.J.J.C. Poos GGD Zuid Limburg Postbus 2022, 6160 HA Geleen Telefoon: (046) 850 66 66 www.ggdzl.nl

Ontwerp omslag: Caris & Sak, Heerlen Vormgeving binnenwerk: Studio aan de Werf, Utrecht Drukker: ZuidamUithof, Utrecht Deze uitgave is mede mogelijk gemaakt door financiering van de Provincie Limburg Een publicatie van GGD Zuid Limburg Postbus 2022 6160 HA Geleen Telefoon: (046) 850 66 66 www.ggdzl.nl Auteursrecht voorbehouden GGD Zuid Limburg, Geleen, 2010 Aan de totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg besteed. Voor informatie die nochtans onvolledig of onjuist is opgenomen, aanvaarden redactie, auteurs en uitgever geen aansprakelijkheid. Voor eventuele verbeteringen van de opgenomen gegevens houden zij zich gaarne aanbevolen. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de GGD Zuid Limburg. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16b Auteurswet 1912 juncto het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471, en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daardoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht, postbus 882, 1180 AW Amstelveen. Voor het overnemen van gedeelten uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden. ISBN: 978-90-815704-1-1

inhoud Inhoud Voorwoord 7 Een gezonde kijk op Zuid-Limburg 9 1 De regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 11 1.1 Een regionale VTV voor Zuid-Limburg 11 1.2 Het VTV-model als uitgangspunt 13 1.3 Ambities voor de toekomst 14 1.4 Leeswijzer 16 2 Kenmerken van de Zuid-Limburgse bevolking 17 2.1 Inleiding 17 2.2 Zuid-Limburg, een unieke regio 17 2.3 Sociaaleconomische status 22 3 Sterfte, ziekte en gezondheid in Zuid-Limburg 25 3.1 Inleiding 26 3.2 Gezondheid: over leven en dood 26 3.3 Fysieke gezondheid en letsels 30 3.4 Psychische gezondheid 35 3.5 Sociale gezondheid 39 4 Factoren die de gezondheid beïnvloeden 47 4.1 Inleiding 48 4.2 Relatie tussen gezondheid, ziekten en oorzaken 48 4.3 Gezond leven: de belangrijkste determinanten 49 4.4 Verschillen in voorkomen van ongezond gedrag 69 4.5 De bijdrage van determinanten aan ziektelast 69 4.6 Naar een gezonde samenleving 72 5 Zorg en veiligheid in Zuid-Limburg 73 5.1 Inleiding 73 5.2 Gezondheidszorg in Zuid-Limburg 74 5.3 Maatschappelijke ondersteuning en extramurale zorg 81 5.4 Veiligheid in Zuid-Limburg 86 6 Preventieve taken in Zuid-Limburg: uitvoering en beleid 91 6.1 Inleiding 91 6.2 Wat is preventie? 92 6.3 Uitvoering wettelijke verplichtingen 93 6.4 Landelijk en lokaal beleid voor preventiespeerpunten 96 6.5 Aangrijpingspunten voor preventiebeleid 104 5

Een gezonde kijk op Zuid-Limburg 7 De rol van gemeenten in preventief gezondheidsbeleid 107 7.1 Inleiding 108 7.2 Vormgeven van (lokaal) preventief gezondheidsbeleid 108 7.3 Regierol Zuid-Limburgse gemeenten steeds belangrijker 112 7.4 Samenwerking tussen onderzoek, beleid en praktijk 116 7.5 Afstemming en regie van preventie in Zuid-Limburg 116 8 Wat brengt de toekomst in Zuid-Limburg? 121 8.1 Inleiding 121 8.2 Veranderingen in de bevolkingsomvang en -samenstelling 122 8.3 Toekomstverkenning gezondheid Zuid-Limburg 2007-2020 123 Literatuur, gegevensbronnen en websites 133 Bijlage 1 Afkortingenlijst 143 Bijlage 2 Begrippenlijst 146 Bijlage 3 Taken vanuit de Wet publieke gezondheid 151 Bijlage 4 Auteurs, adviseurs en referenten 153 Bijlage 5 Verantwoording 156 6

voorwoord Voorwoord Wie naar Zuid-Limburg kijkt, ziet een prachtige, unieke regio, met glooiende heuvels, vele bezienswaardigheden, alom bekende lekkernijen en Duitsland en België om de hoek. Een regio waar we trots op kunnen zijn. Maar wie langer kijkt, ziet ook een ongezonde regio. Want wist u dat Zuid-Limburgers minder lang leven dan de gemiddelde Nederlander? Dat Zuid-Limburgers vaker ziek zijn? Dat de helft van de Zuid-Limburgers overgewicht heeft? Op het gebied van gezondheid staat Zuid-Limburg voor een flinke uitdaging. Het is duidelijk dat het roer om moet. Een eerste stap op weg naar een gezonde regio is deze gezonde kijk op Zuid-Limburg. Gezond, want realistisch, gedegen en noodzakelijk. De regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning (VTV) geeft een integraal beeld van de gezondheidstoestand in Zuid-Limburg op basis van de op dit moment beschikbare informatie. Bovendien geeft deze regionale VTV aanknopingspunten voor toekomstig beleid. Deze uitgave is daarmee het fundament voor het Zuid-Limburgse gezondheidsbeleid voor de periode 2012-2015. Wij danken allen die het met vereende krachten mogelijk hebben gemaakt om deze regionale VTV binnen een zeer kort tijdsbestek te realiseren. Wij hopen dat de voortvarendheid waarmee deze uitgave is gerealiseerd een vervolg krijgt in het gezondheidsbeleid en zo een positieve bijdrage levert aan de gezondheid van de Zuid-Limburgers. Veel leesplezier. Fons Bovens Frank Klaassen Directie GGD Zuid Limburg 7

Een gezonde kijk op Zuid-Limburg Een gezonde kijk op Zuid-Limburg De volksgezondheid in Zuid-Limburg gaat vooruit Afgaande op de cijfers gepresenteerd in deze regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning blijkt de volksgezondheid in Zuid-Limburg gestaag vooruit te gaan. Net als in de rest van Nederland neemt de levensverwachting in Zuid-Limburg toe, leven mensen langer in goed ervaren gezondheid en ontwikkelt de leefstijl van de Zuid-Limburgers zich in gunstige zin. Veel negatieve gezondheidstrends uit het verleden stabiliseren zich of zijn soms licht positief; we bewegen meer, roken minder en drinken minder alcohol. Maar in vergelijking met de rest van Nederland is de leefstijl van veel Zuid-Limburgse jongeren en volwassen nog steeds veel ongezonder. Zo beginnen de Zuid-Limburgse jongeren bijvoorbeeld eerder met drinken, heeft de helft van de Zuid-Limburgse bevolking overgewicht en stijgt het aantal mensen met diabetes. Tevens rapporteren veel Zuid-Limburgers psychische klachten. Duidelijke sociaaleconomische gezondheidsverschillen in Zuid-Limburg Een aanhoudende bron van grote zorg blijft het verschil in gezondheid en levensverwachting tussen laag opgeleide en hoog opgeleide Zuid-Limburgers. Dit verschil is ondanks het gevoerde landelijke en regionale/lokale gezondheidsbeleid de afgelopen jaren niet kleiner geworden. Er is een groot verschil in levensverwachting en sterfte tussen hoog- en laagopgeleiden. Laagopgeleide Zuid-Limburgers leven gemiddeld 14 jaar minder zonder beperkingen en leven gemiddeld 6 á 7 jaar korter dan hoog opgeleide Zuid-Limburgers. De lagere levensverwachting van laagopgeleiden komt voor een deel door een hogere blootstelling aan gezondheidsrisico s, zoals minder gunstige woon- en werkomstandigheden, maar is ook het gevolg van ongezondere leefgewoonten. Investeren in gezondheid onontbeerlijk voor de toekomst Gezien de structurele bevolkingsdaling in Zuid-Limburg is investeren in een gezonde samenleving zonder lichamelijke of psychische beperkingen broodnodig. Een samenleving waarin alle mensen, ongeacht hun sociaaleconomische status, volwaardig kunnen deelnemen aan maatschappelijke activiteiten zoals arbeid en mantelzorg, staat hierin centraal. Dit vraagt om een ander gezondheidsbeleid. Een beleid waarin nadrukkelijk gekozen wordt voor gezondheidsbevorderende en -beschermende maatregelen voor kwetsbare groepen ter verkleining van de sociaaleconomische gezondheidsverschillen. Stijging van zorggebruik en zorguitgaven Door de veranderende bevolkingssamenstelling stijgt het zorggebruik in Zuid-Limburg. Het gebruik van ziekenhuiszorg, thuiszorg en mantelzorg neemt toe in de periode 2010-2020. Zuid-Limburg krijgt meer 75-plussers, waardoor ook de behoefte aan mantelzorg zal toenemen. Gelijktijdig neemt het aantal vitale volwassenen dat mantelzorg kan geven af, waardoor de vraag naar formele zorg stijgt. Deze toenemende zorgvraag heeft uiteraard ook invloed op de zorguitgaven. 9

Een gezonde kijk op Zuid-Limburg Versterken van het gezondheidsbeleid Omdat gezondheid beïnvloed wordt door een veelheid van factoren, wordt de roep om een integrale en intersectorale benadering steeds luider. Afstemming met andere beleidsterreinen en een duidelijke focus op risicogroepen zijn essentieel om in de toekomst meer gezondheidswinst te kunnen realiseren. Een goede publieke gezondheid en een welvarende samenleving vragen om gerichte investeringen in preventie en zorg. Met deze regionale VTV is een integraal beeld neergezet van de gezondheidssituatie in Zuid-Limburg. Dit is een eerste belangrijke stap op weg naar een meer systematische en integrale onderbouwing van gemeentelijke gezondheidsbeleid in Zuid-Limburg en om het politieke debat aan te gaan over de vraag: Welke betekenis geeft de samenleving aan een goede publieke gezondheid en wat heeft zij daar voor over? 10

De regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 1 De regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 1.1 Een regionale VTV voor Zuid-Limburg Gezondheidsbeleid: nauwe samenwerking tussen landelijke en lokale overheid Vaak merken mensen pas hoe belangrijk gezondheid is op het moment dat ze iets mankeren. Wie gezond is, staat niet altijd stil bij het feit dat gezond zijn zeer belangrijk is voor geluk en onafhankelijkheid. Gezonde mensen doen mee; ze leveren een bijdrage aan de samenleving. Ook vanuit het perspectief van de overheid is gezondheid uiterst belangrijk. Een goede gezondheid is een voorwaarde voor een welvarend Nederland. Helaas heeft Nederland in dit opzicht zijn toppositie in Europa verloren. De (gezonde) levensverwachting van de bevolking is een belangrijke graadmeter voor de volksgezondheid. Hiernaar gekeken scoort Nederland voor wat betreft de mannen hoog, maar voor vrouwen behoort Nederland tot de middenmoot van de EU-landen. Het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS) streeft er naar om wat betreft de volksgezondheid weer bij de top van Europa te gaan horen (Van der Lucht & Polder, 2010). Werken aan volksgezondheid is in Nederland een taak van de landelijke en lokale overheid. Eén van de belangrijkste grondslagen hiervoor is de Wet publieke gezondheid (Wpg). Op basis van deze wet hebben gemeenten een centrale rol in de ontwikkeling en uitvoering van gezondheidsbeleid. Zij worden in die taak ondersteund door de landelijke overheid. Eens per vier jaar stelt de landelijke overheid beleidsprioriteiten vast, die de kaders vormen voor het lokale beleid van de gemeenten. De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) toetst dit beleid en geeft daarmee input voor koerswijzigingen, zowel landelijk als lokaal. Epidemiologische analyse als basis voor gezondheidsbeleid Een gedegen epidemiologische analyse van de gezondheidstoestand van de bevolking is de basis voor het gezondheidsbeleid. Iedere vier jaar maakt het RIVM een landelijke Volksgezondheid Toekomst Verkenning (VTV) in opdracht van het ministerie van VWS; de vijfde editie is in maart 2010 uitgebracht (Van der Lucht & Polder, 2010). De VTV biedt op basis van continue verzameling, bewerking en actualisering van gezondheidsinformatie inzicht in de gezondheid van Nederland. De VTV wordt gebruikt als basis voor het overheidsbeleid. Kernboodschappen worden aan het ministerie van VWS aangeboden. Op basis van die kernboodschappen worden landelijke beleidsprioriteiten geformuleerd. De VTV is daarmee niet alleen een epidemiologische analyse, maar biedt ook concrete handvatten voor beleid. Een epidemiologische analyse op regionaal en lokaal niveau is de basis voor de lokale nota s gezondheidsbeleid die gemeenten sinds 2002 periodiek opstellen. De GGD en in Nederland hebben de taak om deze analyse voor gemeenten te maken. Dataverzameling in Zuid-Limburg verbeterd In Zuid-Limburg speelt de GGD een belangrijke rol bij het in kaart brengen van informatie over gezondheid, zorg en daarmee samenhangende aspecten. De GGD Zuid Limburg verzamelt 11

Een gezonde kijk op Zuid-Limburg in opdracht van de 19 Zuid-Limburgse gemeenten informatie over verschillende doelgroepen (jeugd, volwassenen en ouderen) en hun gezondheidstoestand. Hiervoor gebruikt de GGD Zuid Limburg onder andere gezondheidsenquêtes en verrichtingen registraties van bijvoorbeeld jeugdgezondheidszorg en infectieziektebestrijding. Hoewel de GGD Zuid Limburg in de loop der jaren een traditie heeft opgebouwd in het uitvoeren van gezondheidsenquêtes, was het tot nu toe niet altijd mogelijk om op het juiste moment over de benodigde gegevens te beschikken. De volgende drie verbeterpunten hebben ertoe geleid dat op een integrale wijze en op het juiste moment in de beleidscyclus informatie over de gezondheidstoestand in Zuid-Limburg ter beschikking kan worden gesteld: Door de toenemende vergrijzing groeide de vraag naar gezondheidsgegevens over de doelgroep ouderen. Deze gegevens waren echter niet beschikbaar. Naast een monitor voor jongeren en volwassenen heeft de GGD Zuid Limburg daarom zijn werkzaamheden uitgebreid met een gezondheidsmonitor voor de doelgroep ouderen. In de timing van gegevensverzameling en publicatie van onderzoeksgegevens was geen koppeling tussen de momenten waarop gegevens nodig waren voor nieuw beleid en de momenten waarop nieuwe onderzoeksgegevens beschikbaar kwamen. Gezondheidsbeleid werd hierdoor vaak gebaseerd op gedateerde cijfers. De onderzoekscyclus en de beleidscyclus van het (lokale) gezondheidsbeleid zijn daarom recentelijk op elkaar afgestemd. Een samenhangende presentatie van onderzoeksgegevens. Waar de resultaten van de verschillende monitors in het verleden onafhankelijk van elkaar werden gepresenteerd, worden ze nu integraal ter beschikking gesteld. Een regionale VTV voor Zuid-Limburg: meer samenhang en afstemming De waarde van de onderzoeksgegevens van de GGD Zuid Limburg kan nog verder vergroot worden. Enerzijds kan dit door gebruik te maken van andere gegevensbronnen, zoals landelijke onderzoeksdata en informatie van regionale (keten)partners. Anderzijds kan een samenhang aangebracht worden tussen onderzoeksgegevens en daaruit voortvloeiende beleidsadviezen of kernboodschappen, zoals ook in de landelijke VTV het geval is. Om deze meerwaarde op regionaal niveau mogelijk te maken, hebben de GGD Hart voor Brabant en de GGD West-Brabant in samenwerking met het RIVM en Tranzo het concept van de regionale VTV ontwikkeld (Van Bon-Martens et al., 2006). Dit concept is goed ontvangen en ondersteunt gemeenten en zorgaanbieders in het maken van strategische beleidskeuzes (Jeeninga et al., 2008). Een concept dat bovendien goed aansluit bij de ontwikkelingen en behoeften in Zuid-Limburg. Het bestuur van de GGD Zuid Limburg heeft daarom opdracht gegeven voor Zuid-Limburg een regionale VTV te ontwikkelen. Deze regionale VTV is gemaakt door GGD Zuid Limburg in samenwerking met het RIVM, de Zuid-Limburgse gemeenten en de Provincie Limburg. De ambitie is om de regionale VTV vierjaarlijks op te stellen en in de komende jaren verder te verfijnen en daarmee steeds meer samenhang en afstemming tussen onderzoeksgegevens en beleidsadviezen mogelijk te maken. 12

De regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning Beleid Externe ontwikkelingen Determinanten van gezondheid Preventie en zorg Gezondheidstoestand Figuur 1.1: VTV conceptueel basismodel van de volksgezondheid (Bron: Den Hollander et al., 2006) 1.2 Het VTV-model als uitgangspunt VTV-model als basis voor de regionale VTV Om de veelheid van gegevens over de volksgezondheid, haar determinanten, preventie en zorg te ordenen wordt in de regionale VTV gebruik gemaakt van een conceptueel basismodel voor de volksgezondheid (figuur 1.1). De gezondheidstoestand ontwikkelt zich onder invloed van diverse factoren: de determinanten. Deze worden bepaald door externe ontwikkelingen, beleid, preventie en zorg, die elkaar ook onderling beïnvloeden. Tevens is in het model weergegeven dat de gezondheidstoestand van invloed is op het zorggebruik en de zorgkosten. Beleid moet in dit model niet alleen worden opgevat als gezondheids(zorg) beleid; het gaat ook om aanpalend beleid dat van invloed is op de gezondheid. Keuze voor indicatoren: een praktische insteek Er zijn talloze indicatoren beschikbaar om het VTV-model te vullen. Bij de totstandkoming van de regionale VTV in Zuid-Limburg is gekozen voor een praktische insteek, gebaseerd op (landelijke) ervaringen en op beschikbaarheid van gegevens (zie bijlage 5). Uit evaluatie zal blijken of en op welke manier de keuze voor indicatoren in de toekomst moet worden aangepast. In deze regionale VTV is gebruik gemaakt van informatie uit de eigen bedrijfsprocessen (bijvoorbeeld via de afdeling jeugdgezondheidszorg, gezondheidsbevordering en infectieziektebestrijding), gegevens uit onderzoek (zoals enquêtes en monitors onder bepaalde bevolkingsgroepen, maar ook uit evaluatieonderzoek) en informatie uit andere bronnen, zowel landelijk als regionaal. De landelijke gegevens zijn grotendeels gebaseerd op informatie van het RIVM (Van der Lucht & Polder, 2010). Een regionale VTV: meer dan gezondheid alleen De World Health Organisation (WHO) omschrijft gezondheid als een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn en niet slechts de afwezigheid van ziekte en 13

Een gezonde kijk op Zuid-Limburg andere lichamelijke gebreken (WHO,1948). Uitgaande van deze brede definitie zijn gezondheid en maatschappelijke participatie onlosmakelijk met elkaar verbonden (Walg, 2006). Gezondheidsbeleid en Wmo-beleid liggen in elkaars verlengde. Hoewel deze regionale VTV primair bedoeld is voor het werkterrein van de volksgezondheid kan deze uitgave eveneens gebruikt worden voor andere beleidsterreinen, waaronder het Wmo-beleid, ouderenbeleid armoedebeleid en sportbeleid. Regionale VTV heeft drie producten De regionale VTV bestaat uit drie producten: 1. Een regionaal rapport met de huidige gezondheidstoestand in Zuid-Limburg, een vergelijking van nationale en lokale gezondheidscijfers, de betekenis van epidemiologische bevindingen voor het beleid en waar mogelijk verwachte toekomstige ontwikkelingen. 2. Een rapportage per Zuid-Limburgse gemeente met de belangrijkste gezondheidsproblemen, de belangrijkste oorzaken van ongezondheid, het huidige beleid in de betreffende gemeente en de mogelijkheden voor verbetering. Deze lokale rapportages komen in de tweede helft van 2010 beschikbaar. 3. Het Regionaal Kompas: een website waarop vanaf 2011 de omvang van specifieke gezondheidsproblemen wordt aangegeven en waarop gezocht kan worden naar mogelijkheden voor passend beleid en beschikbare interventies. Het regionaal rapport en de lokale rapportages met kernboodschappen geven input voor (strategisch) beleid, zoals de regionale en/of lokale gezondheidsnota s. Het hieraan gekoppelde Regionaal Kompas voorziet gemeenten en andere beleidsmakers op uitvoerend niveau van actuele beleidsinformatie (www.regionaalkompas.nl). 1.3 Ambities voor de toekomst Met deze regionale VTV is een eerste belangrijke stap gezet op weg naar een meer systematische en integrale onderbouwing van het gemeentelijke gezondheidsbeleid in Zuid- Limburg. De GGD Zuid Limburg ambieert zijn centrale rol op het gebied van het verzamelen van en rapporteren over data verder te verfijnen en uit te bouwen. Regionale VTV 2010 is de basis voor het beleid van de komende jaren In 2011 worden gemeenten geacht een nieuwe vierjarige gemeentelijke nota volksgezondheid (2012-2015) te ontwikkelen. De Zuid-Limburgse gemeenten hebben besloten om gezamenlijk een regionale nota volksgezondheid op te stellen met daaraan gekoppeld lokale uitvoeringsprogramma s. Door middel van de methodiek van beleidsgestuurde contractfinanciering en op basis van de beschikbare gezondheidsinformatie in deze regionale VTV, werken de Zuid-Limburgse gemeenten en de GGD Zuid Limburg gezamenlijk aan de uitwerking van beleidsdoelstellingen en uitvoeringsresultaten voor de beleidsperiode 2012-2015. Regionale VTV 2010 is een startpunt voor de toekomst Deze regionale VTV is een eerste proeve voor de GGD Zuid Limburg om beleidsmatig relevante informatie over de gezondheidssituatie in Zuid-Limburg in samenhang te presenteren. 14

De regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning Ook andere partijen in Zuid-Limburg, zoals bijvoorbeeld de Provincie Limburg, Maastricht Universitair Medisch Centrum+, Etil, huisartsen, geestelijke gezondheidszorg, zorginstellingen, politie en woningcoöperaties, beschikken over relevante (gezondheids)informatie. In deze eerste regionale VTV is nog beperkt informatie van deze partijen meegenomen. In de toekomst wil de GGD Zuid Limburg, in nauwe samenwerking met andere ketenpartners, zijn rol als kennismakelaar op het vlak van gezondheidsbeleid verder versterken en doorontwikkelen. Het uitgangspunt hierbij is om zoveel mogelijk beschikbare (gezondheids) informatie te ontsluiten en te verbinden. Met subsidie van de Provincie Limburg is de GGD Zuid Limburg in 2010 gestart met het onderzoeken van de mogelijkheden om samen met andere regionale ketenpartners een brede regionale data-infrastructuur en kennisnetwerk volksgezondheid te ontwikkelen. Op weg naar de regionale VTV 2014 In 2014 zal, met het oog op de beleidsperiode 2016-2019, opnieuw een regionale VTV worden gemaakt. Bij het verzamelen van aanvullende regionale gezondheidsinformatie gelden de volgende aandachtspunten: Informatie moet transparant, van goede kwaliteit en compleet zijn. Daar waar mogelijk wordt gestreefd naar de inzet van uniforme meetinstrumenten en harmonisatie van registraties. Het is nog lastig om goede trendinformatie boven tafel te krijgen. Dit vraagt om systematische gegevensverzameling over een langere periode. Om de witte vlekken in beleidsinformatie te kunnen vullen, is extra inspanning vereist. Gemeenten en provincie kunnen de rol van aanjager en opdrachtgever opnemen en organisaties aanmoedigen hun gegevens te delen. Andere ontwikkelingen die van belang zijn voor de ontsluiting van informatie zijn de invoering van het Digitaal Dossier JGZ en de Verwijsindex Risicojongeren. Veel informatie over jeugd (en hun ouders/verzorgers) wordt in de toekomst vastgelegd in deze elektronische dossiers. In de Centra voor Jeugd en Gezin komt veel informatie over de jeugd samen en er is een link met de Zorg Advies Teams binnen het onderwijs (verplicht vanaf 2011). Daarnaast biedt de groeiende samenwerking tussen preventie en curatie mogelijkheden voor een meer sluitende informatieverzameling. Versterken van het gezondheidsbeleid Deze eerste regionale VTV heeft al veel opgeleverd. Zo is duidelijk geworden welke (gezondheids)informatie beschikbaar is en welke nog niet. Ook de dialoog tussen beleidsmakers, onderzoekers en gezondheidsbevorderaars over relevantie van informatie is op gang gebracht. Dat alleen is echter niet voldoende om het regionale en lokale gezondheidsbeleid in Zuid-Limburg te versterken. Omdat gezondheid beïnvloed wordt door een veelheid van factoren wordt de roep om een integrale benadering steeds luider. Afstemming met andere beleidsterreinen is essentieel om in de toekomst meer gezondheidswinst te kunnen realiseren. In deze regionale VTV is een eerste integraal beeld neergezet van de gezondheidssituatie in Zuid-Limburg, dat de komende jaren op onderdelen verder moet worden aangescherpt. 15

Een gezonde kijk op Zuid-Limburg Voortzetting van deze werkwijze is nodig voor een stevigere onderbouwing van gezondheidsbeleid in Zuid-Limburg. Het opnemen van de regionale VTV in de beleidscyclus volksgezondheid is daarvoor essentieel. 1.4 Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de demografische kenmerken van Zuid-Limburg. Demografische kenmerken zijn van invloed op de gezondheidstoestand van de bevolking, maar zijn weinig beïnvloedbaar door beleid. Hoofdstuk 3 richt zich op de gezondheidstoestand van de Zuid-Limburgse bevolking. De factoren die direct van invloed zijn op de gezondheid, zoals leefstijl en leefomgeving, komen in hoofdstuk 4 aan bod. In hoofdstuk 5 is aandacht voor de belangrijkste elementen uit de gezondheidszorg en de veiligheid aan bod, waarna in hoofdstuk 6 beschreven wordt hoe op de gezondheidstoestand kan worden ingespeeld. Hoofdstuk 7 gaat over de rol van gemeenten om te komen tot een gefundeerd gezondheidsbeleid. Tot slot schetst hoofdstuk 8 de verwachte ontwikkelingen voor de toekomst. 16

Kenmerken van de Zuid-Limburgse bevolking 2 Kenmerken van de Zuid-Limburgse bevolking 2.1 Inleiding Dit hoofdstuk geeft een beeld van hoe de regio Zuid-Limburg en haar bevolking er uit zien; met name de verschillende bevolkingskenmerken worden in dit hoofdstuk van de regionale VTV op een rijtje gezet. Deze kenmerken zijn belangrijke basisgegevens voor het ontwikkelen van beleid, vooral omdat de samenstelling van de bevolking gekoppeld kan worden aan verschillende aspecten van gezondheid. In paragraaf 2.2 wordt een beschrijving van Zuid-Limburg gegeven; de bevolkingsopbouw, -dichtheid en de verschillen in samenstelling komen hierin aan bod. Paragraaf 2.3 schetst een beeld van de sociaaleconomische status van de inwoners Zuid-Limburg. 2.2 Zuid-Limburg, een unieke regio Zuid-Limburg is een regio met specifieke kenmerken op het gebied van demografie en (sociale) geografie. De regio (tevens een GGD-regio) telt 608.885 inwoners die op een totale oppervlakte van 660,56 km 2 wonen. Zuid-Limburg kent 19 gemeenten; deze omvatten in totaal ongeveer 85 wijken en 400 buurten (CBS StatLine). Zuid-Limburg behoort tot de provincie Limburg, die over een lengte van 195 kilometer aan Duitsland en 130 kilometer aan België grenst. Op het Drielandenpunt in de provincie raken de drie landen elkaar. Door de bijzondere ligging behoort zij tot de zogenaamde Euregio, een gebied waarin door een internationale samenwerking grensoverschrijdend beleid wordt geformuleerd voor uiteenlopende terreinen. Het heuvellandschap en de groene en waterrijke gebieden vormen een unieke combinatie van een grote landschappelijke afwisseling (Provincie Limburg, 2010). Limburg is een provincie waarin het aantal inwoners sinds een aantal jaren daalt en waar sprake is van een drastische verandering van de samenstelling naar leeftijd; de provincie vergrijst, ontgroent en loopt leeg. De kenmerken van de bevolking in de provincie hangen hier nauw mee samen; er is een oververtegenwoordiging van de hogere leeftijdscategorieën. De samenstelling van de bevolking kenmerkt zich ook door een grote groep westerse allochtonen (Toussaint, 2006). Zuid-Limburg vergrijst, ontgroent en loopt leeg In de provincie Limburg neemt momenteel het aantal ouderen toe en het aantal jongeren af. Deze trend zet zich de komende jaren voort. Dit geldt binnen de provincie voornamelijk voor de regio Zuid-Limburg. Over het algemeen is er in de provincie sprake van een bevolkingskrimp in combinatie met een veranderende samenstelling van de bevolking. Met ingang van 1997 is het aantal inwoners in de regio aan het dalen. In de provincie als geheel gebeurde dit pas in 2002. Met een tot nu toe blijvende daling loopt Zuid-Limburg voorop in Nederland; landelijk zal volgens prognoses pas in 2035 de overgang van groei naar daling plaatsvinden (Provincie Limburg, 2008). 17

Een gezonde kijk op Zuid-Limburg Figuur 2.1 geeft de bevolkingsopbouw in Zuid-Limburg weer. In deze zogenaamde bevolkingspiramide zijn de verschillen tussen de leeftijdsgroepen te zien. In hoofdstuk 8 wordt de veranderende bevolkingsopbouw door de jaren heen en in de toekomst toegelicht. In figuur 2.2 is het procentueel aandeel van de verschillende leeftijdsgroepen in Zuid- Limburg afgezet tegen de percentages van Nederland. Hier is duidelijk te zien dat het aantal 40-plussers hoger ligt dan gemiddeld in Nederland. De leeftijdsklasse 0 tot en met 40 jaar ligt daarentegen beneden het landelijke gemiddelde. Verschillen in de bevolkingsopbouw van gebieden worden uitgedrukt in de demografische druk; dit is de som van de groene en grijze druk. Deze termen geven de verhouding aan tussen respectievelijk het niet-arbeidsproductieve deel van de bevolking (jongeren van 0 tot 20 jaar en ouderen vanaf 65 jaar) en het potentiële arbeidsproductieve deel (20- tot 65-jarigen) (zie tabel 2.1). Over het algemeen zien we in Zuid-Limburg dat de grijze druk in alle gemeenten hoger ligt dan het landelijke gemiddelde. De groene druk ligt daarentegen in bijna alle gemeenten lager dan in Nederland als geheel. Dit geeft duidelijk de trend van de vergrijzing en de ontgroening in de regio weer en heeft gevolgen voor de volksgezondheid in Zuid-Limburg. Hoofdstuk 8 gaat hier verder op in. De groene druk in Zuid-Limburg was op 1 januari 2009 33% (Nederland: 40%) en de grijze druk was 30% (Nederland: 26%). De totale demografische druk komt daarmee op 63% en ligt daarmee iets lager dan de gemiddelde demografische druk in Nederland (64%). Tussen de afzonderlijke gemeenten zijn grote verschillen te zien. Zo bedraagt de groene druk in Eijsden maar liefst 41% ten opzichte van 29% in Kerkrade en verschilt de grijze druk van 37% in Valkenburg aan de Geul tot 28% in Maastricht en Landgraaf. De gemeenten in Zuid-Limburg met een bevolking met verhoudingsgewijs het grootste aandeel ouderen zijn Valkenburg aan de Geul, Vaals en Nuth. De -relatief gezien- jongste bevolking is te vinden in de gemeenten Eijsden, Margraten, Beek, Meerssen en Schinnen. Eijsden, Margraten en Nuth zijn de gemeenten met de hoogste demografische druk. In de gemeente Margraten woont het kleinste percentage potentiële arbeidsproductieve mensen (20-65 jaar) van Zuid-Limburg. In de gemeenten Kerkrade en Maastricht is dit percentage het hoogst (zie tabel 2.1). Zuid-Limburg: grote verschillen in de bevolkingsdichtheid In figuur 2.3 staan het aantal inwoners en de bevolkingsdichtheid van de Zuid-Limburgse gemeenten weergegeven. Op 1 januari 2009 telde Zuid-Limburg 608.885 inwoners. De grootste van de in totaal 19 gemeenten zijn Maastricht, Sittard-Geleen en Heerlen. Hier woont respectievelijk 19,4, 15,7 en 14,7% van de totale Zuid-Limburgse bevolking. De kleinste gemeente in de regio is Onderbanken met 8.147 inwoners; dit is ongeveer 1,3% van het totaal (zie tabel 2.1). De bevolkingsdichtheid toont grote verschillen tussen de gemeenten. Zo is de dichtheid in de gemeente Gulpen-Wittem 199 inwoners per km 2, terwijl deze in Kerkrade 2.192 bedraagt. De bevolkingsdichtheid van Nederland (op 1 januari 2009) bedraagt 489 inwoners per km 2 en in Zuid-Limburg is deze 943 inwoners per km 2. Hoewel Zuid-Limburg een relatief dichtbevolkte regio is, komt de bevolkingsdichtheid van Kerkrade (de dichtst- 18

Kenmerken van de Zuid-Limburgse bevolking leeftijd mannen vrouwen 95+ 90-94 85-89 80-84 75-79 70-74 65-69 60-64 55-59 50-54 45-49 40-44 35-39 30-34 25-29 20-24 15-19 10-14 5-9 0-4 8 6 4 2 0 2 4 6 8 percentage Figuur 2.1: Bevolkingsopbouw in de regio Zuid-Limburg op 1 januari 2009 (Bron: CBS StatLine) percentage 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 leeftijd (jaren) Zuid-Limburg Nederland Figuur 2.2: Procentueel aandeel van de bevolking per leeftijdsklasse op 1 januari 2009: Zuid-Limburg en Nederland (Bron: CBS StatLine) 19

Een gezonde kijk op Zuid-Limburg Aantal inwoners per km² 22-250 250-500 500-1000 1000-1500 1500-5886 Figuur 2.3: Aantal inwoners en dichtheid van de bevolking per gemeente in de regio Zuid-Limburg per 1 januari 2009 (Bron: CBS StatLine) bevolkte gemeente van Zuid-Limburg) niet in de buurt van de grote steden in ons land. Ter vergelijking: Amsterdam heeft 4.554 inwoners per km 2 en Den Haag 5.885 (CBS StatLine). Relatief veel westerse allochtonen en weinig niet-westerse allochtonen Op 1 januari 2009 was ongeveer een vijfde van de Zuid-Limburgse bevolking van allochtone afkomst. 16% van het totaal is van westers allochtone afkomst; dit percentage lag hoger dan het landelijke gemiddelde (9%). Het hoge percentage allochtonen heeft voornamelijk te maken met de aanwezigheid van een grote groep westerse allochtonen; door de geografische ligging komen deze met name uit Duitsland en België. Slechts 3% van het totaal aantal allochtonen is van niet-westerse allochtone afkomst. Dit is relatief laag in vergelijking tot het landelijke percentage van 11%. De gemeente Vaals telt het grootste aantal westerse allochtonen van heel Nederland (46%). Dit is te verklaren door de ligging die ervoor zorgt dat een grote groep inwoners uit Duitsland zich hier vestigt. In de gemeente Meerssen woont het kleinste percentage westerse allochtonen (9%). De gemeenten Heerlen, Maastricht en Sittard-Geleen hebben de grootste percentages niet-westerse allochtonen, respectievelijk 8, 7 en 6%, maar liggen hiermee nog beneden het Nederlandse gemiddelde van 11%. In de overige gemeenten ligt dit getal onder de 5% (zie tabel 2.1). Het betreft voornamelijk allochtonen van Marokkaanse afkomst (Toussaint, 2006; CBS StatLine). Het aantal Poolse migranten in Nederland neemt de laatste jaren sterk toe; dit geldt ook voor Zuid-Limburg. Er staan ongeveer 77.000 Polen in Nederland geregistreerd. Er is echter een grote groep die niet geregistreerd is; men mag ervan uit gaan dat er ongeveer 150.000 Polen in Nederland verblijven (FORUM, 2009). 20

Kenmerken van de Zuid-Limburgse bevolking Tabel 2.1: Demografische kenmerken op 1 januari 2009 naar gemeente en regio in vergelijking tot heel Nederland (Bron: CBS-StatLine) Aantal inwoners* 0 t/m 19 jaar (%) 20 t/m 65 jaar (%) 65+ Groene (%) druk (%) Grijze druk (%) Demografische druk (%) Westerse allochtonen (%) Niet- wes terse allochtonen (%) Beek 16.605 22 60 18 37 31 68 10 3 Brunssum 29.530 20 61 19 33 31 64 20 4 Eijsden 11.420 24 59 17 41 29 70 11 2 Gulpen-Wittem 14.585 20 61 19 33 31 64 12 1 Heerlen 89.355 19 62 19 31 30 61 20 8 Kerkrade 48.075 18 63 19 29 31 60 28 4 Landgraaf 38.715 20 62 18 32 28 60 21 3 Maastricht 118.285 19 63 18 30 28 58 15 7 Margraten 13.345 23 58 19 40 32 72 10 1 Meerssen 19.695 22 59 19 37 32 69 9 2 Nuth 15.720 20 59 20 35 35 70 11 2 Onderbanken 8.145 21 61 18 35 30 65 19 2 Schinnen 13.480 22 60 19 37 31 68 13 3 Simpelveld 11.090 20 60 19 34 32 66 17 1 Sittard-Geleen 95.325 21 61 18 34 30 64 16 6 Stein 25.865 21 61 18 34 30 64 11 2 Vaals 9.825 18 61 21 30 35 65 46 4 Valkenburg aan de Geul 17.070 19 59 22 32 37 69 11 2 Voerendaal 12.750 21 60 20 35 33 68 11 2 Zuid-Limburg 608.885 20 11 19 33 30 63 16 3 Nederland 16.485.790 24 12 15 39 25 64 9 11 * aantallen afgerond op 5-tallen. Verschillen in gezondheid naar opleidingsniveau of sociaaleconomische status (ses) manifesteren zich in de verschillen tussen allochtonen en autochtonen. Zo ligt de sterftekans van niet-westerse allochtonen gemiddeld hoger dan die van autochtonen. Deze neemt echter wel af en allochtonen doen het op andere aspecten weer beter dan de autochtone bevolking. In sommige allochtone groepen eet men bijvoorbeeld gemiddeld meer groente en fruit en drinkt men minder alcohol. Over het algemeen komt er meer overgewicht, lichamelijke inactiviteit en diabetes voor bij niet-westerse allochtonen en vindt er meer kindersterfte plaats. De slechtere gezondheid is voor een deel te verklaren uit de gemiddeld lagere ses van allochtonen, maar ook genetische en culturele factoren spelen een rol (Hoeymans et al., 2010). Grote variatie in huishoudsamenstelling en burgerlijke staat Op 1 januari 2009 waren er in Zuid-Limburg 284.870 huishoudens, waarvan 31% bestond uit eenpersoonshuishoudens (Nederland 36%). Het percentage meerpersoonshuishoudens (inclusief eenouderhuishoudens) met kinderen bedroeg in Zuid-Limburg 35% (Nederland 21

Een gezonde kijk op Zuid-Limburg 35%); het percentage meerpersoonhuishoudens zonder kinderen bedroeg ook 35% (Nederland 30%). Van het totaal aantal huishoudens met kinderen was 13% een eenoudergezin; dat is 2% meer dan het landelijke gemiddelde. De meeste eenoudergezinnen zijn te vinden in Heerlen (20%) en Maastricht (17%). In de gemeente Margraten wonen de minste eenoudergezinnen (4%). De gemiddelde grootte van een huishouden in Nederland bedraagt 2,2 mensen. Voor Zuid-Limburg is dit lager (2). In de gemeente Maastricht is dit het laagste met 1,9. Dit kan verklaard worden door het grote aantal studenten in de gemeente. Van de totale Zuid-Limburgse bevolking is 44,7% gehuwd en 40,8% ongehuwd. Van de Nederlandse bevolking is 41,7% gehuwd en 46,6% ongehuwd. In Zuid-Limburg woont met 7,7% het grootste percentage gescheiden mensen van Nederland; dit is 1,3% meer dan het landelijke percentage. In Nederland is 5,3% verweduwd ten opzichte van 6,8% in Zuid-Limburg. De huishoudenssamenstelling en burgerlijke staat kunnen invloed hebben op de gezondheid. Zo is bijvoorbeeld bekend dat alleenstaanden ongezonder en risicovoller leven dan gehuwden. Daarnaast hebben samenwonenden in vergelijking tot alleenstaanden een betere ervaren gezondheid. Gehuwde mensen leven langer dan mensen die nooit gehuwd zijn en mensen die gescheiden of verweduwd zijn. Voor mannen geldt dit sterker dan voor vrouwen. Ouderen tussen de 50 en 80 jaar die gescheiden, verweduwd of nooit gehuwd zijn, hebben een slechtere gezondheid dan gehuwde ouderen. Dit geldt voor zowel de fysieke als psychische gezondheid. Een verklaring voor de slechtere gezondheid is dat gescheiden ouderen en ouderen zonder partner geen steun en toeverlaat hebben bij hun (gezondheids)problemen, wat een negatieve invloed heeft op de gezondheid (Verweij & Sanderse, 2010). 2.3 Sociaaleconomische status De sociaaleconomische status (ses) geeft de positie van mensen in de sociale stratificatie ofwel maatschappelijke gelaagdheid aan; indicatoren hiervoor zijn opleiding, beroep en inkomen. Deze indicatoren kunnen naast biologische of geografische factoren verschillen aangeven in de bevolkingsopbouw (Deuning & Roedig, 2006). Inkomen, opleiding en beroep In 13 van de 19 gemeenten in Zuid-Limburg ligt het gemiddelde aantal inkomensontvangers met een laag inkomen boven het landelijke gemiddelde van 40%. In de gemeente Vaals is dit het hoogste met 49%. Andersom geldt ook dat in 12 gemeenten het gemiddelde aantal inkomensontvangers met een hoog inkomen lager ligt dan landelijk (20%). In de gemeente Kerkrade ligt dit het laagste met 10%. In de meeste Zuid-Limburgse gemeenten ligt het besteedbaar inkomen onder het Nederlandse gemiddelde van 13.300 euro per inwoner (Mulder, 2010; CBS StatLine). Wat betreft het opleidingsniveau in de regio was het percentage laagopgeleiden in 2006 35% ten opzichte van het landelijke gemiddelde van 33%. Het gaat hier om de 22

Kenmerken van de Zuid-Limburgse bevolking potentiële beroepsbevolking van wie basisonderwijs, mavo, v(m)bo, mbo-1 en onderwijs van vergelijk baar niveau de hoogst voltooide opleiding is. Het aantal hoogopgeleiden (hoger beroepsonderwijs of wetenschappelijk onderwijs) is gemiddeld in Nederland 25%. In Zuid- Limburg is dit 21% (Roedig, 2008). Het huidige aantal studenten in het hoger onderwijs ligt in bijna alle gemeenten in de regio lager dan het landelijke percentage (4%). Dit geldt niet voor de gemeente Voerendaal (4%) en de gemeente Maastricht (11%) (CBS StatLine). In de laatstgenoemde gemeente is dit te verklaren door de aanwezigheid van een universiteit. Gezondheidsachterstanden kunnen op de onderwijsprestaties van jonge kinderen reflecteren. Dit kan al vroeg een maatschappelijke ongelijkheid aangeven (Van der Lucht & Polder, 2010). Voor de indicator beroepsniveau is een aantal cijfers van belang. Ten eerste het percentage achterstandsleerlingen. In Zuid-Limburg hebben de gemeenten Heerlen (23,9%) en Kerkrade (23,8%) de hoogste percentages achterstandsleerlingen. Eijsden (4,3%) en Meerssen (4,2%) hebben de laagste percentages. Daarnaast zijn percentages van jeugdwerkloosheid onder 16- tot en met 24-jarigen van belang. De gemeente Kerkrade heeft het hoogste percentage werkloze jongeren (4,3%) en de gemeente Eijsden heeft het laagste percentage in de regio (0,4%) (Steketee et al., 2010). Kijkend naar het aantal werkloosheidsuitkeringen binnen de potentiële beroepsbevolking, scoren 17 van de 19 gemeenten hoger dan het landelijke gemiddelde van 3%. Het hoogste percentage (5,2%) ligt in de gemeenten Heerlen en Kerkrade (Mulder, 2009b). Ongeveer 2,3% van de Nederlanders boven de 18 jaar ontvangt een bijstandsuitkering. De meeste gemeenten in Zuid-Limburg scoren onder het gemiddelde. De gemeente Heerlen scoort het hoogste met 4,9% (Mulder, 2009c). Grote variatie in sociaaleconomische status Figuur 2.4 geeft de geografische spreiding van de sociaaleconomische status in Zuid- Limburg per viercijferig postcodegebied weer. De gemeente-indeling is te vinden op de binnenkant van de kaft van deze uitgave. Het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) berekent de scores aan de hand van vier variabelen: het gemiddelde inkomen, het percentage huishoudens met een laag inkomen, het percentage inwoners zonder betaalde baan en het percentage huishoudens met gemiddeld een lage opleiding. In Zuid-Limburg bestaan duidelijke verschillen in ses. De meeste viercijferige postcodegebieden hebben een gemiddelde score. Een aanzienlijk deel is echter oranje en rood gekeurd, wat aan geeft dat de gemiddelde bevolking in het gebied een middenlage tot zeer lage ses heeft. Dit is zichtbaar in en rondom de gemeenten Heerlen, Sittard-Geleen en Maastricht. De grootste concentratie bevindt zich in en bij de gemeenten Heerlen en Landgraaf. Middenhoge en hoge ses-scores komen verspreid voor in Zuid-Limburg. Zeer hoge ses-scores komen niet voor. De sociaaleconomische status en de gezondheidstoestand van mensen zijn sterk aan elkaar gerelateerd. Zo hebben mensen met een lage ses meer ziekten en beperkingen en een kortere levensverwachting. De verschillen in gezonde levensverwachting zijn nog groter tussen mensen met een hoge en een lage ses. Een hogere ses betekent meer toegang tot middelen op bijna elk terrein van het leven: van woon- en werkomstandigheden tot gezondheidsinformatie en -gedrag (Hoeymans et al., 2010). Ongunstige gedragspatronen, leefomgeving, werkomstandigheden maar ook ongunstige persoonlijke kenmerken komen 23

Een gezonde kijk op Zuid-Limburg Statusscore zeer laag laag midden-laag gemiddeld midden-hoog hoog zeer hoog onbekend Figuur 2.4: Sociaaleconomische status per viercijferig postcodegebied in Zuid-Limburg in 2006 (Bron: SCP) vaak samen voor bij mensen uit lagere sociaaleconomische groepen. Deze sociaaleconomische verschillen worden weerspiegeld in achterstandsgebieden. Gezondheidsachterstanden hebben gevolgen voor de samenleving; mensen maken meer gebruik van zorg en kunnen minder goed participeren in de maatschappij (Van der Lucht & Polder, 2010). 24

Sterfte, ziekte en gezondheid in Zuid-Limburg 3 Sterfte, ziekte en gezondheid in Zuid-Limburg Kernboodschappen Zuid-Limburg heeft een lage levensverwachting en een hoge sterfte De levensverwachting in Zuid-Limburg is de laatste jaren fors toegenomen. Ten opzichte van Nederland is de levensverwachting echter nog steeds laag. Zuid-Limburg behoort tot de regio s met de laagste levensverwachting. Ook voor wat de sterfte betreft scoort Zuid-Limburg slecht. De sterfte in Zuid-Limburg ligt hoger dan het landelijk gemiddelde, waarbij de stedelijke gemeenten een hogere sterfte kennen dan de landelijke gemeenten. Zuid-Limburgers leven bijna vijf jaar minder in goed ervaren gezondheid Zuid-Limburgers leven niet alleen korter dan de gemiddelde Nederlander; ze leven ook minder lang in goed ervaren gezondheid. Waar de Nederlanders gemiddeld 63 jaar in goed ervaren gezondheid leven, is dit in Zuid-Limburg bijna vijf jaar minder: 58,2 jaar. In Zuid-Limburg hebben vrouwen een langere levensverwachting dan mannen en ook de levensverwachting in goed ervaren gezondheid ligt voor vrouwen hoger dan voor mannen. Veel ongevallen in en rondom eigen huis bij ouderen Bijna één op de tien 55-plussers heeft in een tijdsbestek van drie maanden een letsel, vergiftiging of blessure opgelopen. Bij 4% van alle 55-plussers vond een ongeval plaats in of rondom het eigen huis. Vallen bij ouderen is de belangrijkste oorzaak van medische behandeling en sterfte. Naarmate de leeftijd stijgt, neemt het aantal ongevallen toe. Voor Zuid-Limburg worden de kosten van valongevallen bij mensen van 50 jaar en ouder geschat op 26 miljoen euro op jaarbasis. Een op de acht Zuid-Limburgers heeft psychische klachten In de periode 2004-2007 had 10% van de Nederlanders van twaalf jaar en ouder psychische klachten. Zuid-Limburg wijkt met 12% significant af van het Nederlandse gemiddelde. Onder ouderen voelen relatief meer vrouwen dan mannen in Zuid-Limburg zich ernstig eenzaam en met het stijgen van de leeftijd nemen de eenzaamheidsgevoelens toe. Sterfte door zelfdoding is in Zuid-Limburg niet significant hoger dan het landelijke gemiddelde. Hoe lager het onderwijsniveau, hoe meer pesten voorkomt op school. Ongeveer één op de tien Zuid-Limburgse jongeren met een laag onderwijsniveau wordt wekelijks gepest op school en heeft een indicatie voor zorg in verband met psychosociale problemen. Pesten neemt af bij het ouder worden van de jongeren op havo/vwo en vmbo-scholen, maar neemt daarentegen toe in het praktijkonderwijs. Toenemende aandacht voor huiselijk geweld Van de volwassenen is 8,6% ooit slachtoffer geweest van huiselijk geweld. In het afgelopen jaar is 0,8% slachtoffer geweest. Bij de politie Limburg Zuid kwamen in 2009 2.733 meldingen van huiselijk geweld binnen. In Zuid-Limburg neemt de aandacht voor huiselijk geweld toe. Met de ondertekening van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Zuid-Limburg is een belangrijke stap gezet in de aanpak van deze problematiek. 25

Een gezonde kijk op Zuid-Limburg Jaren (gemiddelde is 80,1) 79,0-79,5 79,5-80,0 80,0-80,5 80,5-81,0 81,0-81,5 Figuur 3.1: Levensverwachting naar GGD-regio in de periode 2005-2008 (Bron: CBS POLS) 3.1 Inleiding Om lokaal en regionaal gezondheidsbeleid te kunnen ontwikkelen, is kennis van de gezondheidstoestand in de regio essentieel. Hoe gezond een land, regio of gemeente is, kan aan de hand van allerlei indicatoren worden weergegeven. In dit hoofdstuk staan enkele algemene indicatoren centraal, waarmee antwoord wordt gegeven op vragen als: Hoe lang leven we? Wat zijn de ziekten en aandoeningen met de meeste impact en zijn er verschillen tussen Zuid-Limburg en andere regio s in Nederland (paragraaf 3.2)? Gezondheid wordt vanuit diverse invalshoeken bekeken, zowel fysiek (paragraaf 3.3), psychisch (paragraaf 3.4) als sociaal (paragraaf 3.5). 3.2 Gezondheid: over leven en dood Levensverwachting Zuid-Limburg nog steeds laag De levensverwachting is het aantal jaren dat een persoon (bij geboorte) kan verwachten te leven als de huidige sterftekansen constant blijven. De gemiddelde levensverwachting in Nederland voor de periode 2005-2008 is 80,1 jaar. Voor Zuid-Limburg is dat 79,3 jaar. Zuid-Limburg behoort hiermee tot de regio s met de laagste levensverwachting. In de loop der jaren is de levensverwachting in Nederland sterk toegenomen; ook in Zuid-Limburg. De verschillen tussen de regio s blijven echter fors. Ter illustratie: de levensverwachting per GGD-regio varieert van 79,3 jaar tot 81,2 jaar (figuur 3.1). 26

Sterfte, ziekte en gezondheid in Zuid-Limburg Tabel 3.1: Levensverwachting: levensverwachting in goed ervaren gezondheid, in goede geestelijke gezondheid, zonder beperkingen en ziektevrije jaren in Zuid-Limburg en in Nederland over de periode 2005-2008: gecorrigeerd voor leeftijd (Bron: CBS Doodsoorzakenstatistiek) Zuid-Limburg Nederland Levensverwachting (in jaren) mannen vrouwen totaal mannen vrouwen totaal Totaal - 76,9-81,6-79,3 77,9 82,2 80,1 In goed ervaren gezondheid - 57,4-58,9-58,2 62,7 63,0 63,0 In goede geestelijke gezondheid - 70,2 70,7-70,6 72,7 72,4 72,6 Zonder beperkingen 68,8-64,9-67,0 69,8 68,2 69,0 Ziektevrij 44,3-36,4-40,3 47,2 39,9 43,4 - Significant lager dan gemiddeld in Nederland (p <0,05) Uitgesplitst naar mannen en vrouwen is de levensverwachting in Zuid-Limburg 76,9 jaar voor mannen en 81,6 jaar voor vrouwen (gemiddeld over de periode 2005-2008). Dat is voor mannen één jaar minder dan gemiddeld en voor vrouwen 0,6 jaar minder dan gemiddeld in Nederland (tabel 3.1). Zuid-Limburgers leven bijna 5 jaar minder in goed ervaren gezondheid Zuid-Limburgers leven niet alleen korter dan de gemiddelde Nederlander; ze leven ook minder lang in goed ervaren gezondheid. Waar de Nederlanders gemiddeld 63 jaar in goed ervaren gezondheid leven, is dit in Zuid-Limburg bijna vijf jaar minder: 58,2 jaar. Ook op andere indicatoren met betrekking tot de levensverwachting (tabel 3.1) scoort Zuid-Limburg lager dan het landelijk gemiddelde. Grote verschillen in levensverwachting in Zuid-Limburg Binnen Zuid-Limburg zijn er relatief grote verschillen in de totale levensverwachting. Het verschil tussen de gemeente met de laagste (Kerkrade 77,0 jaar) en de hoogste levensverwachting (Voerendaal 82,5 jaar) bedraagt 5,5 jaar. Behalve in Kerkrade is ook in de gemeenten Brunssum, Heerlen, Maastricht en Sittard-Geleen de totale levensverwachting significant lager dan het Nederlands gemiddelde (zie tabel 3.2). De levensverwachting in de gemeente Voerendaal is significant hoger dan gemiddeld in Nederland. Hoogopgeleiden leven zes jaar langer De levensverwachting neemt toe met het stijgen van de sociaaleconomische status (gemeten via opleiding). Iemand met een hbo of universitaire opleiding leeft in Nederland gemiddeld zes à zeven jaar langer dan iemand met alleen basisonderwijs. Gegevens voor Zuid-Limburg zijn helaas niet beschikbaar. In Nederland zijn de sociaaleconomische verschillen in levensverwachting de afgelopen tien jaar niet groter, maar ook niet kleiner geworden (Bruggink et al., 2009). In armere buurten sterven mensen verhoudingsgewijs eerder dan in de rijkere buurten. De lagere levensverwachting van mensen met een lage opleiding komt voor een deel door een hogere blootstelling aan gezondheidsrisico s. Woonen werkomstandigheden van laagopgeleiden zijn vaak minder gunstig voor de gezondheid. Ook is gezond gedrag in hun sociale omgeving minder vanzelfsprekend. Daarnaast speelt gezondheidsselectie een rol; een slechtere gezondheid op jonge leeftijd kan tot gevolg 27