Uitwerkingen voortoets/oefentoets E3 maart/april 2009 MLN

Vergelijkbare documenten
De 'echte' toets lijkt hierop, alleen is de vormgeving anders. De uitwerkingen vind je voor de toetsweek terug op

Samenvatting Wiskunde A

15.1 Beslissen op grond van een steekproef [1]

c P( X 1249 of X 1751 µ = 1500 en σ = 100) = 1 P(1249 X 1751)

o Geef bij de beantwoording van de vragen ALTIJD JE BEREKENINGEN. Als je alleen een antwoord geeft worden er GEEN PUNTEN toegekend!

11.0 Voorkennis. Wanneer je met binomcdf werkt, werk je dus altijd met een kans van de vorm P(X k)

Tentamen Wiskunde A. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

Lesbrief hypothesetoetsen

Tentamen Wiskunde A CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE. Datum: 19 december Aantal opgaven: 6

Tentamen Wiskunde A. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

Hoofdstuk 6 Hypothesen toetsen

Uitwerkingen Mei Eindexamen VWO Wiskunde A. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek

Tentamen Wiskunde A. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

16.1 De Afgeleide Functie [1] Met het differentiequotiënt bereken je de gemiddelde verandering per tijdseenheid.

Toetsen van Hypothesen. Het vaststellen van de hypothese

Beslissen op grond van een steekproef Hoofdstuk 15

Hoofdstuk 3 Statistiek: het toetsen

Hoofdstuk 3 Toetsen uitwerkingen

Statistiek voor A.I. College 12. Dinsdag 23 Oktober

EXAMENTOETS TWEEDE PERIODE 5HAVO MLN/SNO

Verklarende Statistiek: Toetsen. Zat ik nou in dat kritische gebied of niet?

Kansrekening en Statistiek

4 De normale verdeling

Tentamen Wiskunde A. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

Hoofdstuk 5 Een populatie: parametrische toetsen

Hoofdstuk 6 Twee populaties: parametrische toetsen

Tentamen Wiskunde A. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

Populatie: De gehele groep elementen waarover informatie wordt gewenst.

15.1 Beslissen op grond van een steekproef

Voorbeeldtentamen Wiskunde A

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Tentamen Statistiek (2DD14) op vrijdag 17 maart 2006, uur.

Uitleg significantieniveau en toetsen van hypothesen

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN

Antwoordmodel VWO 2002-I wiskunde A (oude stijl) Vogels die voedsel zoeken

Eindexamen wiskunde A1 vwo 2007-I

wiskunde A vwo 2016-II

7.1 De afgeleide van gebroken functies [1]

Kansrekening en Statistiek

Rechter overschrijdingskansen (in procenten) van z van de standaardnormale verdeling

Hoofdstuk 4 Hypothese toetsen

Kansrekening en Statistiek

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo 2001-II

Hoofdstuk 2 De normale verdeling. Kern 1 Normale verdelingen. 1 a

Hiermee rekenen we de testwaarde van t uit: n. 10 ( x ) ,16

13.1 Kansberekeningen [1]

Eindexamen wiskunde A 1-2 vwo I

Het werken met TI-83-programma s in de klas

Statistiek voor A.I. College 14. Dinsdag 30 Oktober

wordt niet verworpen, dus het gemiddelde wijkt niet significant af van 400 wordt niet verworpen, dus het beïnvloedt de levensduur niet significant

13.0 Voorkennis. Links is de grafiek van de functie f(x) = 5x 4 + 2x 3 6x 2 5 getekend op het interval [-2, 2]; Deze grafiek heeft drie toppen.

14.1 Kansberekeningen [1]

Tentamen Kansrekening en Statistiek MST 14 januari 2016, uur

Tentamen Mathematische Statistiek (2WS05), dinsdag 3 november 2009, van uur.

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde A (oude stijl)

10.0 Voorkennis. Herhaling van rekenregels voor machten: a als a a 1 0[5] [6] Voorbeeld 1: Schrijf als macht van a:

Notatieafspraken Grafische Rekenmachine, wiskunde A

META-kaart vwo5 wiskunde A - domein Afgeleide functies

Statistiek ( ) eindtentamen

11.1 Kansberekeningen [1]

Data analyse Inleiding statistiek

Werken met de grafische rekenmachine

Paragraaf 13.1 : Berekeningen met de afgeleide

4. In een fabriek worden tankjes met 5 liter ruitensproeivloeistsof gevuld. Slechts 2,5% van de tankjes mag minder dan 5,00 liter vloeistof bevaben.

Paragraaf 9.1 : De Verwachtingswaarde

Kansrekening en Statistiek

Tentamen Wiskunde A. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

Statistiek voor A.I.

6.0 Differentiëren Met het differentiequotiënt bereken je de gemiddelde verandering per tijdseenheid.

Bijlage Bijlage 3. Statistische toetsing: werkwijze, toetsen, formules, toepassing

Hoofdstuk 7: Statistische gevolgtrekkingen voor distributies

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo 2007-I

Kern 1 Rekenen met binomiale kansen

Statistiek voor A.I. College 10. Donderdag 18 Oktober

Correctievoorschrift VWO

Deeltentamen 2 Algemene Statistiek Vrije Universiteit 18 december 2013

Hoe bereken je een kans? Voorbeeld. aantal gunstige uitkomsten aantal mogelijke uitkomsten P(G) =

Uitwerkingen Hst. 10 Kansverdelingen

Correctievoorschrift VWO

15.0 Voorkennis. Herhaling rekenregels voor differentiëren: (somregel) (productregel) (quotiëntregel) n( x) ( n( x))

Kansrekening en Statistiek

Faculteit Economie en Bedrijfskunde studiejaar

Tentamen Wiskunde A. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

= P(B) = 2P(C), P(A B) = 1 2 en P(A C) = 2 5. d. 31

Hoofdstuk 11: Kansverdelingen 11.1 Kansberekeningen Opgave 1: Opgave 2: Opgave 3: Opgave 4: Opgave 5:

Les 1: Waarschijnlijkheidrekening

Vraag Antwoord Scores

Kansrekening en Statistiek

Examen VWO. wiskunde A. tijdvak 1 maandag 15 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

TOETSEN VAN HYPOTHESEN

Eindexamen wiskunde A1-2 compex vwo 2007-II

Lesbrief de normale verdeling

VB: De hoeveelheid neemt nu met 12% af. Hoeveel was de oorspronkelijke hoeveelheid? = 1655 oud = 1655 nieuw = 0,88 x 1655 = 1456

Eindexamen wiskunde C vwo I

Correctievoorschrift HAVO

Statistiek = leuk + zinvol

Kansrekening en Statistiek

Examen VWO. wiskunde A. tijdvak 2 woensdag 17 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

introductie Wilcoxon s rank sum toets Wilcoxon s signed rank toets introductie Wilcoxon s rank sum toets Wilcoxon s signed rank toets

Transcriptie:

Uitwerkingen voortoets/oefentoets E3 maart/april 009 MLN UITZENDBUREAU a H 0 : p=0. ( op is een kans van 0% wel 0.) is de bewering van het uitzendbureau H : p 0. (Helena is het er niet mee eens en denkt dat die kans NIET op is) Tweezijdig, met α = 0% (% links, % rechts) b X= het aantal mensen dat een vaste baan heeft gevonden. Met de bewering van het uitzendbureau dat de verdeling Bin(70,0.) is, zou E(X)=0. 70=4 zijn. In het onderzoek blijken het er 9 te zijn. P(X 9) = P(X 8) = binomcdf(70,0.,8) = 3.46E-. Dit is kleiner dan ½α dus H 0 wordt verworpen. Het uitzendbureau krijgt géén gelijk. c H 0 : p=0. ( op is een kans van 0% wel 0.) is de bewering van het uitzendbureau H : p<0. (Edwin denkt dat die kans minder dan op is) Eenzijdig, met α = 0% d P(X 4) = binomcdf(70,0.,4) = 0.709 Dit is groter dan α, dus H 0 wordt NIET verworpen, Het uitzendbureau krijgt gelijk. OPMERKING: laat je niet verrassen door 'rare' uitkomsten: heel veel groter kleiner dan α kan er best wel uitkomen. Bij d had je bijvoorbeeld zelfs zonder berekening al kunnen zien dat de overschrijdingskans in de buurt van de 0% lag (waarom?). Maak een tekening en geef 'het zwarte gebied' aan waar alle uitkomsten in liggen waar H 0 wordt verworpen. BECEL PRO ACTIEF a Onderzoeksresultaten zijn + (cholesterol verlagend), 0 (werkt niet) en (cholesterol verhogend). Tekentoets H 0 : p=0. Becel heeft geen invloed op het cholesterolgehalte H : p>0. Becel werkt cholesterolverlagend n = 4 3 = 4 X=aantal gevallen van verlaagd cholesterol, E(X)=0. 4=. X= in dit onderzoek Bin(4,0.) b P(X ) = binomcdf(4,0.,4) = 0.4 Dit is groter dan 0.0 (α), dus H 0 wordt NIET verworpen. Dat betekent dat deze steekproefuitkomst géén aanleiding geeft om te concluderen dat Becel cholesterolverlagend werkt. c Het verhaal zou kunnen zijn: JA, ik zou het wel aanraden, want er lijkt wel degelijk een cholesterolverlagende werking van Becel uit te gaan. Een overschrijdingskans van 0.4 betekent toch best wel een invloed van het middel NEE, ik zou het niet aanraden. Die fabrikant kan me nog meer vertellen, maar het cholesterolverlagende effect had net zo goed veroorzaakt kunnen zijn door het toeval. Beide antwoorden zijn correct! Belangrijk is de redenering die achter je conclusie steekt.

REM-SLAAP 3a Norm(0,0) uur4 minuten is 0 minuten. Het werkt makkelijker om alles in minuten tuit te rekenen. Je zou net zo goed kunnen kiezen voor een verdeling Norm(¾,/6) Kies zelf maar. X=lengte van de REM-slaap P(X 0) = normalcdf(0,e99,0,0) 0,0668, afgerond op 3 decimalen: 0.067 Eigenlijk zou je hier de continuïteitscorrectie moeten gebruiken omdat de betekenis van 0 minuten eigenlijk de klasse [9.,0.> is. normalcdf(0.,e99,0,0) 0.0607, afgerond op 3 decimalen: 0.06 Geef bij je berekening/antwoord altijd aan waarom je wel juist niet de continuïteitscorrectie gebruikt. NB: bij werken met Norm(¾,/6) is het gebruiken van de continuïteitscorrectie wel lastig 3b Er wordt een gemiddelde tijd van 0 studenten gemeten: de n - wet! De standaardafwijking verandert: σ = 0/ 0. H 0 : µ = 0 uur en 4 minuten H : µ < 0 REM-slaap duurt korter Éénzijdig toetsen, α = 0.0 X=lengte REM-slaap P(X 99) = normalcdf(-e99,99,0,0/ 0) = 0.0036 < 0.0 Conclusie: H 0 wordt verworpen en H wordt geaccepteerd. De REM-slaap van studenten is de nacht voorafgaand aan een belangrijk tentamen significant korter. (Ook nu: als je de continuïteitscorrectie gebruikt: normalcdf(-e99,99.,0,0/ 0) = 0.0069 < 0.0. De conclusie blijft dezelfde) Je kunt ook beargumenteren dat je in dit geval tweezijdig moet toetsen:'afwijkt van normaal' kan betekenen : langer korter. De conclusie verandert daar niet door. BUSMAATSCHAPPIJ 4a Het gaat hier om een verdeling Bin(30,0.8) X=het aantal ritten dat op tijd vertrekt. P(X=3) = binompdf(30,0.8,3) 0,4 4b P(X 9) = P(X 8) = binomcdf(30,0.8,8) 0.0 4c Let op: hoogstens twee ritten NIET OP TIJD. Verdeling Bin(30,0.) want de kans dat een bus niet op tijd vertrekt is 0.8=0. Y=aantal ritten dat niet op tijd vertrekt Hoogstens twee ritten niet op tijd betekent Y P(Y ) = binomcdf(30,0.,) 0.044

ASTRONAUTEN a Maak een boomdiagram als je dit niet ziet. Eerste vertakking (test) kans van 0. om te slagen en van 0.9 om te zakken Tweede vertakking (alleen na zakken voor de eerste test) kans van 0. om te slagen en 0.9 om te zakken. Derde vertakking (alleen na zakken voor de tweede test) kans van 0. om te slagen en 0.9 om te zakken. Om definitief afgewezen te worden moet je achtereenvolgens zakken voor de eerste, de tweede en de derde test. De kans daarop is: 0.9 0.9 0.9 = 0.79 Dat betekent 7.9 % kans om te worden afgewezen (let op: er werd een percentage gevraagd!) b Stochast X is het aantal tests dat een kandidaat moet ondergaan. X kan de waarden, 3 aannemen. P(X=) = 0. De kandidaat slaagt voor de eerste test P(X=)= 0.9 0. = 0.09 De kandidaat zakt voor de eerste test, en slaagt voor de tweede P(X=3) = (0.+0.09) = 0.8 Alle andere gevallen E(X)= 0.+ 0.09+3 0.8 =.7 c Voor de eerste test is de verdeling Bin(0,0.). Een kandidaat slaagt, kans daarop is: binompdf(0,0.,) Voor de tweede test zijn er nog 9 kandidaten (de ene die al slaagde voor de eerste test doet niet meer mee!) Verdeling is Bin(9,0.). Geen kandidaat slaagt, kans daarop is binompdf(9,0.,0) Ook voor de derde test zijn er nog 9 kandidaten, verdeling nog steeds Bin(9,0.). Er slaagt nu één kandidaat. Kans daarop is binompdf(9,0.,) Kans op deze 'route' door het boomdiagram is binompdf(0,0.,) binompdf(9,0.,0) binompdf(9,0.,) 0.004 d H 0 : p=0. De bewering van het testinstituut: slaagkans is 0% H : p<0. Het vermoeden van iemand: de slaagkans is kleiner dan 0% Verdeling Bin(0,0.); E(X)=0 0.= Eenzijdige toets met α=0.0 Overschrijdingskans P(X ) = binomcdf(0,0.,) 0.0338 > 0.0, dus H 0 wordt NIET verworpen bij een significantieniveau van,% (maar wordt wel verworpen bij een significantieniveau van % 0%!) Bij een significantieniveau van,% is het vermoeden van de 'iemand' NIET juist.

BASISVAARDIGHEDEN en ANALYSE 6a Kettingregel voor de wortel en productregel en f '( x) = 8x (00 x ) x + 8 (00 x ) (en dat mag je proberen mooier te schrijven, maar is niet echt noodzakelijk) 6b Productregel voor de teller, verder quotiëntregel voor het geheel. Je kunt ook de haakjes in de teller wegwerken en vervolgens alleen de quotiëntregel gebruiken. (( x ) () + ( x) ( x 3) ) x x ( x )( x 3) g'( x) = (ook nu weer: je kunt het vast ( x ) wel mooier schrijven, maar als het niet echt gevraagd wordt hoeft dat niet!) 6c Voor de tweede term heb je de kettingregel nodig h '( x) = x 6d 0.8 x = x 0.8 = = 0. 0.8 x= log(0.) 0.8 Alleen Kijk maar: log(0.) log(0.) log(0.8) + 3 3x + 7 6. 6e ( x )(3 x)( x ) = 0 x + 7x ( x )(3 x)( x ) = 0 en, x + 7x 0 en voldoen.. ( en x en x.) x=. en x= voldoen niet

6f + = 8 = 3 3 = = 0.6 x 3= log 0.6 x = log 0.6 + 3 ( log 0.6 + 3) ( log 0.6 + 3) x.67 log(0.6) + 3 log() x.67 log(0.6) + 3 log() Bedenk dat de basisvaardigheden vooral bedoeld zijn om optimaliseringsproblemen aan te kunnen. Het maximum het minimum vind je op die plaatsen waar de afgeleide functie gelijk is aan 0. Bij een probleem waar een maximum minimum gevraagd wordt, stel je eerst de afgeleide op en vervolgens bepaal je voor welke x de afgeleide NUL wordt.