1 Gewassen en hun afwijkingen Kennismaking met de plant Afwijkingen in de teelt Afsluiting 24

Vergelijkbare documenten
1 Voedingselementen Voedingselementen Zuurgraad Elektrische geleidbaarheid (EC) Afsluiting 14

1 Gras Bouw en leefwijze van planten Indeling van de grassen Mengselkeuze Kwaliteit van de graszode 17 1.

Vragen. Groeien en bloeien

1 Stoffen worden omgezet. Stofwisseling is het vormen van nieuwe stoffen en het vrijmaken van energie. Kortom alle processen in organismen.

Bijeenkomst PN DA. Hans Smeets. Adviseur DLV plant BV

DUURZAME BEMESTING EN DUURZAAM BODEMBEHEER. 16 mei 2019

Cellen aan de basis.

4. LUCHT. 5. TEMPERATUUR. 6. STANDPLAATS. 7. ZUURGRAAD.

Samenstelling en eigenschappen

Samenvattingen. Samenvatting Thema 1: Stofwisseling. Basisstof 1. Organische stoffen:

Plantenvoeding Waarom is dat nodig? En waar dienen de elementen voor?

Module Plantenvoeding

Goede bemesting geeft gezonde planten

landbouw en natuurlijke omgeving 2010 plantenteelt open teelten CSPE BB

Aantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen BBL. 2.1 Namen 1 Hoe komen planten en dieren aan hun naam? De naam van een plant of een dier kan: *

Groei en oogst. -voetafdruk van dit drukwerk is berekend met ClimateCalc en gecompenseerd bij: treesforall.nl. De CO 2

Bemesting kool en relatie tot trips.

2 Paard en voeropname Gebit en speeksel Maag en darmorganen Afsluiting 20

1 Water Water in de plant Soorten water en waterkwaliteit Verbeteren van de waterkwaliteit Afsluiting 27

Het smelten van tin is géén reactie.

Lieve dames, beste heren (Leden van Bonsai vereniging Koya).

BIOSTIMULANT. Het begint bij de wortel

Wat missen mijn waterplanten?

Grip op voeding Plantsapme*ngen vs wateranalyses

Organismen die organisch en anorganische moleculen kunnen maken of nodig hebben zijn heterotroof


Voederwaarde-onderzoek Gras ingekuild Kuilkenner Excellent kuil 1

1) Stoffen, moleculen en atomen

Samenvatting Thema 5 Planten Brugklas Nectar

Kanzi&appels& Gelderland,&2013& Resultaten)

Teeltvoorbereiding Antwoorden Meststoffen. W. Franken

De toegevoegde waarde van Ammonium in Kalksalpeter

Organisch (rest)materiaal als Bodemverbeteraar

meststoffen vloeibare bladmeststoffen groei door kennis

3,5. Inleiding. Proef door een scholier 1511 woorden 25 mei keer beoordeeld

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Stofwisseling

BLADMESTSTOFFEN. Biodiversiteit is een essentieel productiemiddel voor de land- en tuinbouw voor een natuurlijke bodemvruchtbaarheid.

landbouw en natuurlijke omgeving 2010 plantenteelt gesloten teelten CSPE KB minitoets bij opdracht 5

Plantsapmeting ter bevordering van vitaliteit van de planten

Bruine bladpunten in Longiflorum White Heaven

1 Kenmerken van de plant De uiterlijke kenmerken van een plant Het inwendige van de plant Afsluiting 21

Bodem en bemesting Basis voor plantgezondheid Wilma Windhorst, VHG docentendag

Opdrachten. Organische bemesting opdrachten 1

FOSFAAT NATUURLIJK FOSFAAT NATUURLIJKE MAÏSMESTSTOF NATUURLIJK FOSFAAT. verrijkt met borium organische meststof toepasbaar in derogatiebedrijf

BEGRIPPEN. Grond en Bodem. Kuipers maakt in zijn boek Bodemkunde onderscheid.

Thema 2 Planten en dieren

Water is een heel bekend begrip. De bekende molecuul formule voor water is uiteraard H2O, de stof heeft

/~T 4r( Ol S O PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS. Onderzoek naar de optimale EC van de voedingsoplossing voor de teelt van komkommers in steenwol

THEORIE UIT EXPERIMENTEN TABELLEN SCIENCE / NATUURKUNDE / SCHEIKUNDE

Programma: Studiemiddag Klein- en Steenfruit

Bouw zaadplanten. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Gearchiveerd op 23/11/2010

Opbouw van presentatie: Plantsapmetingen verminderen teeltrisico s. Bemesting en productkwaliteit. Hoe groeit een plant?

Voortgang veldproefen Klei naar de Veenkoloniën

5 Formules en reactievergelijkingen

Voorstelling van moleculen en atomen in chemische symbolentaal

Grip op voeding. Plantsapmetingen, NovaCropControl. Plantsapmetingen vs wateranalyses. 3 oktober

Samenvatting Scheikunde H3 Reacties

Module Medewerker kwekerij. vmbo landbouwbreed basisberoepsgerichte leerweg leerjaar 3 en 4

Thema 4: Een gezonde bodem

14 DE ATOOMTHEORIE VAN DALTON PROCESTECHNIEK

FOSFAAT NATUURLIJK FOSFAAT NATUURLIJKE MAÏSMESTSTOF NATUURLIJK FOSFAAT

Bemesting Blauwe Bessen. Bemesting Blauwe Bessen. Bemesting Blauwe Bessen. Bemesting Blauwe Bessen. Bemesting Blauwe Bessen

Celmembraan (duh! dat maakt het een cel) Celwand Ribosomen (voor eiwitsynthese) Soms: uitsteeksels zoals flagel (zweepstaart)

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Examen

Veel leesplezier! Bertus Stip, Hoveniersbedrijf Stip

Fotosynthese vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Nieuwsbrief. Volkstuindersvereniging De Klepel. Het gebruik van champignonmest. Jaargang 15/no 1/april 2016

TIPS & TRICKS. TIP 6: Wat is de oorzaak van een voedingsgebrek of -overschot?

Aantekeningen Hoofdstuk 1: Vier rijken Vergelijken KGT

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 5: planten

Bijlage VMBO-KB. biologie CSE KB. tijdvak 2. Deze bijlage bevat informatie.

Kennismiddagen 2017

Thema Bodem en Bemesting Bron: Tuin en Landschap nr. 6a-2006

Optimaal gebruik van CO 2

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 5

Belang van nutriënten om gezonde potchrysanten te telen

Zwavel als oorzaak van problemen? dr. Guillaume Counotte

Bijlage VMBO-GL en TL

Samenvatting Biologie Planten en cellen

Examenopgaven VMBO-KB 2003

Rekenen aan reacties (de mol)

BIOLOGIE Energie & Stofwisseling HAVO Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL]

PLANTEN. Basis maakt de vragen 1 t/m 35. Voor iedere vraag kan 1 punt behaald worden

Examenopgaven VMBO-KB 2004

GEZONDHEIDSKUNDE-AFP LES 4. Gezonde voeding

1 Producten in de verkoop Consument en product Biologische achtergronden Afwijkingen van de normale regel 15 1.

Weerbaar telen Micosat

De effecten van steenmeel op de grasgroei.

Aantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen KGT

Toestand en evolutie van de bodemvruchtbaarheid in België en noordelijk Frankrijk

Wilma s Lawn & Garden Laat je planten stralen!

WEERBAAR Telen = Veerkracht in de plant brengen. Mijn naam: Eddo de Veer

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3

Planten en hun omgeving. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Meststoffen en. Niet genoeg of een overschot aan voedingsstoffen. De ideale situatie is er

Het gebruik van gips in de fruitteelt

Thema Bodem en Bemesting Bron: Tuin en Landschap nr. 6a-2006

CSPE GL minitoets bij opdracht 9

Transcriptie:

Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Gewassen en hun afwijkingen 9 1.1 Kennismaking met de plant 10 1.2 Afwijkingen in de teelt 17 1.3 Afsluiting 24 2 Afwijkingen voorkomen en bestrijdingsmethoden 25 2.1 Niet-parasitaire afwijkingen 25 2.2 Ziekten en plagen 30 2.3 Afwijkingen voorkomen 40 2.4 Afwijkingen bestrijden 45 2.5 Onkruidbestrijding 51 2.6 Afsluiting 54 3 Gewasbeschermingsmiddelen 56 3.1 Het etiket 56 3.2 Het gebruik van middelen 59 3.3 Emissie 63 3.4 Vergiftiging 68 3.5 Persoonlijke beschermingsmiddelen 73 3.6 Afsluiting 78 4 Gewasbeschermingsapparatuur 79 4.1 De rugspuit 79 4.2 Overige spuitapparatuur in de glastuinbouw 81 4.3 Materialen reinigen, onderhouden en bewaren 90 4.4 Afsluiting 94 5 De bestrijding in de praktijk 96 5.1 De rugspuit 97 5.2 De motorvatspuit 102 5.3 Geleide bestrijding 105 5.4 Afsluiting 110 Trefwoordenlijst 113 INHOUD 7

8 GEWASBESCHERMING IN DE KAS

1 Gewassen en hun afwijkingen Oriëntatie Een ondernemer vergelijkt zijn eigen gewas met het gewas van zijn buurman om te weten of hij een goed gewas heeft staan. Hij gaat een aantal dingen vergelijken: want wat zij kunnen, moet jij toch ook kunnen. Om de gewassen op het bedrijf goed te kunnen herkennen moet je de eigenschappen van de planten heel goed kennen. Pas als je deze kent, kun je gaan vergelijken. Je moet de groeifactoren kennen en de gevolgen van afwijkingen weten. Belangrijk is daarbij wat de conditie van de plant is. Ook moet je weten in welk groeistadium de plant zich bevindt. Hoe zou zo n plant er in een normale situatie uitzien? Iedere plant heeft een eigen naam. Als je de juiste naam van een plant weet, kun je ook de eigenschappen opzoeken. De eigenschappen van een plant zijn de grootte, vorm en kleur van de stam (stengel), de bladeren, de knoppen, de bloemen en de vruchten. Wanneer je dit weet, kun je ook de afwijkingen nagaan. De afwijkingen moeten dan een oorzaak hebben. Planten kunnen ook zeer verschillend zijn in hun vorm, lengte en breedte. Zou je planten van binnen kunnen bekijken, dan kom je tot de ontdekking dat ze veel met elkaar gemeen hebben. Ze gebruiken dezelfde stoffen om te groeien, maar de hoeveelheden zijn zeer verschillend. De omstandigheden waarin planten goed groeien kunnen per soort verschillen. Fig. 1.1 Ook binnen een groep planten, bijvoorbeeld chrysanten, kunnen grote verschillen voorkomen. (Bron: Dekker Chrysanten BV, Hensbroek) GEWASSEN EN HUN AFWIJKINGEN 9

1.1 Kennismaking met de plant Het lichaam van de mens bestaat uit een heleboel verschillende delen. Toch vormen ze samen één lichaam. Een apart lichaamsdeel kan niet op zichzelf leven. Alle delen hebben elkaar nodig, ieder onderdeel heeft zijn eigen functie en ieder deel heeft een eigen vorm. Om te blijven leven moet je ademen, eten en drinken. Bij planten werkt dat niet veel anders. Het grote verschil is de uiterlijke vorm. Elke plant bestaat uit dezelfde onderdelen: wortels, stam (stengels), bladeren, bloemen en vruchten. Afhankelijk van het stadium waarin de plant leeft, zijn alle delen aanwezig of in grote mate aanwezig. De verschillende stoffen die de plant nodig heeft, zijn praktisch gelijk. De hoeveelheid voedsel die planten gebruiken, kan echter zeer verschillend zijn. Als je naar de samenstelling en inhoud van de verschillende onderdelen kijkt, zijn deze allemaal anders. Alle onderdelen zijn namelijk opgebouwd uit cellen. We bekijken eerst de cel, de functie van de cel, de werking van de plant en de factoren die daarbij belangrijk zijn. Vervolgens belichten we de verschillende groeistadia van de plant. Cellen celspanning De cellen geven de plant vorm en stevigheid. In deze cellen bevindt zich vocht met daarin vaak bladgroenkorrels. Een kenmerk van de plantencel is dat er ook ruimten met lucht zijn. De celinhoud zorgt voor een spanning in de cel, de celspanning. Deze zorgt ook voor de stevigheid van de plant. mineralen De plant groeit doordat de cellen zich delen en vervolgens weer uitgroeien tot volledige cellen. Er wordt droge stof aangemaakt. De plant haalt met zijn wortels water en opgeloste mineralen uit de grond. Door de stengel (stam) en de nerven wordt het water met de mineralen naar alle cellen vervoerd. Huidmondjes Vooral aan de onderkant van de bladeren zitten huidmondjes. Het zijn hele kleine openingen. Door deze mondjes haalt de plant adem, de ademhaling. De huidmondjes zijn ook nodig om stoffen uit de lucht op te kunnen nemen. Overdag neemt de plant veel koolzuurgas (koolstofdioxide) op en geeft zuurstof af (assimilatie). s Nachts haalt de plant alleen adem. Door de huidmondjes kan ook water als dampvorm naar buiten. Met deze waterdamp regelt de plant zijn temperatuur. De huidmondjes sluiten zich als de plant dreigt uit te drogen. 10 GEWASBESCHERMING IN DE KAS

Fig. 1.2 Overdag neemt de plant koolzuurgas op en geeft hij zuurstof en water af. Productie assimilatieproces Een plant produceert, waardoor het gewicht toeneemt. De plant wordt dus zwaarder. Dit gebeurt alleen als de plant de juiste voedingsstoffen krijgt. De belangrijkste voedingsstoffen zijn water (H 2 O) en koolzuurgas (CO 2 ). Met behulp van zonlicht en zijn eigen bladgroenkorrels zet de plant deze stoffen om in suiker (C 6 H 12 ) en zuurstof (O 2 ). Dit proces noem je fotosynthese. Dit heet ook wel het assimilatieproces. Kort gezegd ziet het proces er zo uit: CO 2 +H 2 O+bladgroen+zonlicht C 6 H 12 +O 2 dissimilatieproces s Nachts gebeurt het omgekeerde: de plant haalt adem en verbruikt de stoffen. Dit heet het dissimilatieproces. Zuurstof is noodzakelijk voor de ademhaling van mens en dier. Voor de plant is suiker belangrijk. De plant kan met mineralen de suiker omzetten in vetten en eiwitten. Op deze manier maakt de plant bouwstoffen en wordt dus zwaarder. Met andere woorden: de plant produceert. Groei en productie van een plant zijn twee verschillende processen. Bij de groei wordt de plant groter en bij de productie wordt de plant zwaarder. Er is een aantal groeifactoren om de groei en productie te bevorderen. De belangrijkste groeifactoren zijn: licht, temperatuur, zuurstof, water en voedingselementen. Als één van deze factoren niet in orde is, neemt de groei af. De groei wordt bepaald door de factor die in het minimum verkeert. Dit is de wet van het minimum. KENNISMAKING MET DE PLANT 11

Fig. 1.3 De wet van het minimum kun je vergelijken met het vullen van een vat. Je kunt het vat slechts vullen tot de rand van de kortste duig. Water Water is het belangrijkste onderdeel van de plant. Planten bestaan voor 70-96 procent uit water. De rest bestaat uit droge stof. De grondstoffen die nodig zijn voor de opbouw van de plant, worden verkregen uit de bodem en een gedeelte uit de lucht. Je moet de samenstelling van de plant kennen om te weten welke stoffen de plant nodig heeft. Droge stof (ds) Als je plantendelen een lange tijd verhit tot een temperatuur van 105 C, blijft er droge stof over. Al het water is verdampt. Verhit je de droge stof met een bunsenbrander, dan blijkt deze te bestaan uit: een brandbaar gedeelte dat je organische stof noemt; een niet-brandbaar gedeelte dat uit anorganische stoffen bestaat. Deze stoffen noem je ook wel de asbestanddelen of -mineralen. In figuur 1.4 tref je een overzicht aan van de samenstelling van de droge stof van het gewas fresia. De letters zijn scheikundige aanduidingen van de elementen. Om de bemestingsleer goed te kunnen begrijpen moet je de symbolen van de voornaamste voedingselementen goed kennen. Leer daarom de symbolen uit je hoofd. In de fresia zit 14 procent droge stof. 12 GEWASBESCHERMING IN DE KAS

Fig. 1.4 De elementen in de droge stof van de fresia. De afkorting ppm achter ijzer is de Engelse aanduiding voor parts pro million. Dat wil zeggen: deeltjes per miljoen delen. Het gaat hier dus om zeer kleine hoeveelheden. De drie stoffen zonder hoeveelheden zitten in het brandbare gedeelte. Element Symbool % of ppm droge stof ds 14% stikstof N 03,15% fosfor P 00,8% kalium K 05,25% calcium Ca 00,62% magnesium Mg 00,23% natrium Na 00,22% chloor Cl 001,5% zwavel S 00,22% ijzer Fe 120 ppm mangaan Mn 072 ppm koper Cu 006 ppm zink Zn 076 ppm aluminium Al 047 ppm borium B 042 ppm koolstof C waterstof H zuurstof O macro-elementen De stoffen die in grote hoeveelheden voorkomen, noem je hoofdelementen, oftewel macro-elementen. De stoffen die in kleine hoeveelheden voorkomen, noem je sporenelementen. Zuurgraad De zuurgraad (ph) is voor planten belangrijk om elementen op te kunnen nemen. Iedere plantensoort heeft voor een goede groei een specifieke zuurgraad nodig. ph-waarde Meestal bevat de grond voldoende kalk als plantenvoedsel. In de grond is meer kalk nodig om een evenwichtige zuurgraad van de grond te krijgen. Grond die te weinig kalk bevat, is zuur. De zuurheid of zuurgraad van een grond druk je uit in een phwaarde. Is de grond te zuur, dan is de ph te laag en dat werkt de plantengroei tegen. Allerlei bodemzuren verhinderen dan een juiste voedselopname. Bij een te hoge ph wordt een aantal nuttige elementen te sterk aan de bodem gebonden en zijn dan voor de plantenwortel niet beschikbaar. Groeistadia van de plant We bekijken de ontwikkeling in het plantenleven. Bekijk je de bouw en de groei van de plant, dan zie je daar de volgende fasen: zaad; kiemstadium; vegetatief stadium; generatief stadium. KENNISMAKING MET DE PLANT 13