Arbeidsvoorwaardenbeleid sector Defensie

Vergelijkbare documenten
Speciale editie. Onderhandelaarsresultaat arbeidsvoorwaarden jaargang 63 speciale editie maart Trivizier.

- Arbeidsvoorwaardenakkoord 6 december Arbeidsvoorwaardenbeleid sector Defensie 2012

CONVENANT. tussen: DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE DE CENTRALES VAN OVERHEIDSPERSONEEL, SECTOR DEFENSIE. Inzake LEVENSFASEBELEID

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

ARBEIDSVOORWAARDENBELEID

Arbeidsvoorwaardenbeleid sector Defensie

2. Inkomenseffecten. Partijen zijn overeengekomen:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Circulaire toepassen Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk 2017

De wijzigingen gaan, met terugwerkende kracht, in per 1 januari Artikel 18:1:5, eerste lid, wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

Datum 14 mei Betreft Inzet Defensie Arbeidsvoorwaarden. Collega s,

Gelet op artikel 97, zevende lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;

Onderhandelingsakkoord CAO CAOP (looptijd: t/m )

Vragen en antwoorden arbeidsvoorwaardenresultaat

Regeling vergoeding reiskosten woon-werkverkeer en verhuiskosten

De nieuwe CAO kent een looptijd van drie jaar, van 1 februari 2007 tot 1 februari 2010.

Arbeidsvoorwaardenbeleid sector Defensie 1 januari februari 2007

Dit akkoord heeft een looptijd van 1 oktober 2018 tot en met 31 december 2020.

ARBEIDSDUUR. Keuzemogelijkheden voor militairen BURGERS PAGINA 6. T wee uren langer of korter werken

Onderhandelaarsakkoord. CAO sector onderwijs (PO)

Onderhandelingsakkoord CAO RDW Oktober 2007

1. Looptijd De nieuwe CAO kent een looptijd van twee jaar, van 1 februari 2010 tot 1 februari 2012.

3 Salaris per uur: 1/156 van het salaris bij een volledige werktijd.

Arbeidsvoorwaardenakkoord sector Defensie 1. oktober 2018 t/m 31 december 2020

ECWGO/U Lbr. 15/057 CVA/ LOGA 15/11

Regeling Menukaart arbeidsvoorwaarden 2006

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 49gg, achtste lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;

Voorstel arbeidsvoorwaarden resultaat

Wijziging CAR-LAR als gevolg van circulaire CVA/U en CVA/U per 1 april 2012

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Nummer: Versie: 1.1. Vastgesteld door het DB d.d. Instemming OR RAV d.d.

de SBOH, als werkgever, gevestigd in Utrecht en vertegenwoordigd door drs. J.E.T. Schmidt

AV oktober 2017

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Regeling incidentele reizen voor de militair en zijn naaste betrekking

Openbaar. Eenmalige uitkeringen. Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel. Onderwerp. Programma Bestuur & Middelen.

Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rechterlijke Macht

ARBEIDSVOORWAARDENBELEID

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Circulaire toepassen Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk ( )

uw kenmerk ons kenmerk ECCVA/U Lbr: 12/059 ECCvA/LOGA 12/09

BESLUITEN. de Arbeidsvoorwaardenregeling vast te stellen en de wijzigingen met ingang van 1 april 2006 in werking te laten treden;

Nr.97773/33 Middelburg, 11 maart Aan de Provinciale Staten van Zeeland

ons kenmerk ECWGO/U Lbr. 14/070 CvA/LOGA 14/05

SOCIAAL PLAN regelende de plaatsing van ambtenaren van gemeente Haarlem en Provincie Noord-Holland bij de Milieudienst IJmond.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Wijziging bezoldiging politieke ambtsdragers waterschappen

RECHTSPOSITIEREGLEMENT

Convenant taakbeleid domein Educatie van de Mondriaan onderwijsgroep

CONCEPT ARBEIDSVOORWAARDENAKKOORD DEFENSIE Ga ik bij Defensie werken en/of blijf ik bij Defensie?

Akkoord. Cao voor postbezorgers. januari Bart van Bolhuis. Akkoord Cao voor postbezorgers. Auteur. Rapport

Datum 14 mei Betreft Inzet Defensie Arbeidsvoorwaarden. Collega s,

Voordracht tot benoeming lid raad van bestuur TNO en antwoorden op de vragen van de leden Kalma en

Pensioenovereenkomst (inclusief pensioenovereenkomst voor beroepsmilitairen)

Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk verstrekken van informatie. 2 maart 2006, nr nadere berichtgeving

14 juni Onderhandelaarsakkoord inzake OVEREENKOMST INZAKE ARBEIDSVOORWAARDEN LVNL Vanaf 1 april 2007 tot 1 april 2008

KOOPS FURNESS NV. Centrale Buitenlandregeling

3.2 Individueel KeuzeBudget

1. de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, handelend als bestuursorgaan en vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden;

Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk ( )

De nieuwe CAO kent een looptijd van één jaar, van 1 februari 2006 tot 1 februari 2007.

FAQ s hoofdstuk 3 versie 1 juli 2015

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Wijziging bezoldiging politieke ambtsdragers gemeenten

Alfabetisch trefwoordenregister

OPTIMALE INDIVIDUELE INZETBAARHEID. Definitieve versie vastgesteld in het OAW, 15 juni 2015, aangevuld met artikel 3.6 op 19 november 2015.

Vraag & antwoord Regeling Levensfase-uren A. DE REGELING. 20 april 2017

Overgangsbepalingen. Was u in dienst voor 1 januari 2018? Dan gelden er voor u extra regels:

IKAP-Regeling rijkspersoneel

TiU-Regeling vergoeding reiskosten woon-werkverkeer en verhuiskosten

Financiële arbeidsvoorwaarden rijkspersoneel (in kort bestek)

van de salarisbedragen van de voorzitter en dagelijks bestuurder alsmede de tegemoetkoming ziektekostenverzekering van de Algemeen bestuursleden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

NIEUWSBRIEF sector FO nr. 57 januari 2009

Regeling cafetariamodel gemeente Steenwijkerland 2015

Financiële arbeidsvoorwaarden rijkspersoneel (in kort bestek)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Huidige tekst NRGA Nieuwe tekst NRGA Toelichting bij wijziging. Artikel 6.28 doorbetaling bij ouderschapsverlof

Tegemoetkoming reiskosten woon-werkverkeer na (her)plaatsing

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2011/108

3 Salaris en vergoedingsregelingen. Bezoldiging

Vragen en antwoorden over de gevolgen per voor uw arbeidsvoorwaarden op basis van de Cao umc

Begripsomschrijving. Carlar hoofdstuk 18 suppl. m.i.v

circulaire Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Artikel 17:1:1:1 Voorwaarden pagina 1 van 3

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Wijziging bezoldiging politieke ambtsdragers provincies

Bijlage 1 bij concept-arbeidsvoorwaardenakkoord sector Defensie

Begin en einde van dienstreizen. Tijdelijke regeling zakelijke reis- en verblijfkosten Algemeen. Begripsomschrijvingen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Pensioenovereenkomst (inclusief pensioenovereenkomst voor beroepsmilitairen)

3. Reiskosten woon-werkverkeer, dienstreizen en verhuiskosten. Artikel 1 Begripsomschrijvingen

GEMEENTEBLAD 2002 nr. 121

Circulaire Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk

CAO- inzet voor sector CAO Ambulancezorg Geachte werkgevers,

Vragen en antwoorden arbeidsvoorwaardenresultaat

circulaire Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Partijen komen een looptijd overeen van 36 maanden, te weten: 1 januari 2018 tot 1 januari 2021.

Toelichting arbeidsvoorwaarden

ONDERHANDELINGSAKKOORD RABV

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

In artikel 3:16 lid 2 worden de woorden hoofdstuk 9a, 9b, 9d of 9e vervangen door: hoofdstuk 9a, 9b, 9e of 9f.


Gelet op artikel F.4, eerste en tweede lid, van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies;

Transcriptie:

Pagina 1 Arbeidsvoorwaardenbeleid sector Defensie 2009-2010 De Staatssecretaris van Defensie en de centrales van overheidspersoneel hebben op ( ) een akkoord bereikt over het volgende pakket maatregelen in het kader van het arbeidsvoorwaardenbeleid voor de sector Defensie. PREAMBULE Partijen constateren dat de wereldwijde economische vooruitzichten in hoog tempo verslechteren. Dit laat de Nederlandse economie niet onberoerd en ook voor de komende periode wordt een verdere neergang van de economie verwacht. Tegenover deze economische ontwikkelingen en onzekere vooruitzichten staat dat Defensie zich mede gelet op de personeelstekorten wil blijven profileren als een aantrekkelijk werkgever. Partijen hechten eraan om zich in dit akkoord te richten op de meest acute knelpunten. Mede gelet op eerder genoemde onzekerheden wordt een contractduur van een jaar afgesproken. 1. Looptijd Deze overeenkomst heeft een looptijd van 1 maart 2009 tot en met 28 februari 2010. 2. Inkomensontwikkeling 2.1 A. Generieke salarismaatregelen De salarissen van het defensiepersoneel worden per 1 maart 2009 verhoogd met 1,0 %. Partijen werken verder aan de opbouw tot een volledige dertiende maand. In dit kader wordt de jaarlijkse opbouw van de structurele eindejaarsuitkering per 1 maart 2009 verhoogd met 1,5 %. De eindejaarsuitkering wordt vanaf 2009 in november uitgekeerd. Deze salarisverhoging werkt door naar de ontslaguitkeringen (wachtgelden, FLO en UKW) van het gewezen defensiepersoneel. De indexering van de pensioenen en FPUuitkeringen vindt plaats overeenkomstig de terzake geldende voorschriften. B. Eenmalige uitkeringen Het actief dienend defensiepersoneel, UKW ers, FLO ers en wachtgelders hebben aanspraak op een eenmalige uitkering ter grootte van 0,35 % (peildatum 1 augustus 2009). De eenmalige uitkering wordt in augustus 2009 toegekend aan het personeel dat op 1 augustus 2009 in dienst is bij Defensie en aan UKW ers, FLO ers en wachtgelders die op 1 augustus 2009 een uitkering van Defensie ontvangen. De eenmalige uitkering wordt tevens verstrekt aan de reservisten die in de periode januari 2009 tot en met augustus 2009 feitelijk hebben gediend en wordt in augustus 2009 uitgekeerd over het in deze periode genoten salaris.

Pagina 2 3. Levensfasebeleid en loopbaanbeleid 3.1 Convenant levensfasebeleid Partijen hechten veel waarde aan personeelsbeleid dat rekening houdt met de levensfase van medewerkers. In het arbeidsvoorwaardenakkoord 2007-2009 hebben partijen daarom in dat kader afspraken gemaakt. Die afspraken zijn nader uitgewerkt in het Convenant Levensfasebeleid van 18 december 2007. Door middel van onder meer een pilot bij het 400 Geneeskundig bataljon van het Commando Landstrijdkrachten, een pilot bij het Marinebedrijf van de Defensie Materieel Organisatie en een defensiebreed onderzoek zijn knelpunten en mogelijke oplossingen in beeld gebracht. Partijen constateren dat onbekendheid met de instrumenten en onvoldoende bewustzijn voor levensfasebeleid binnen alle geledingen van de organisatie belangrijke knelpunten zijn. 3.2 Leiderschap en cultuur Partijen constateren dat er een cultuurverandering op gang is gebracht, maar dat deze cultuurverandering nog niet voldoende reikwijdte heeft. Om aan deze verandering een verdere impuls te geven, nemen partijen de volgende maatregelen. A Workshop Levensfasebeleid Om de bewustwording van en bekendheid met levensfasebeleid te vergroten, hebben de centrales geregeld dat er workshops levensfasebeleid worden gehouden. Om dit initiatief te ondersteunen worden defensiemedewerkers in de gelegenheid gesteld om deze workshop in diensttijd te volgen en wordt de daarvoor af te leggen reis als dienstreis aangemerkt. B Vergroten draagvlak Ook vanuit Defensie worden initiatieven genomen om het draagvlak voor levensfasebeleid te vergroten onder andere door de inzet van rolmodellen en aandacht vanuit de top van de organisatie. In de training van leidinggevenden wordt ook aandacht geschonken aan het maken van keuzes om instrumenten in het kader van levensfasebeleid toe te passen. C Functionerings- en loopbaangesprekken Voor de verankering van en bewustwording voor levensfasebeleid is de interactie tussen de medewerker en leidinggevende van cruciaal belang. Die afstemming krijgt een permanente borging tijdens loopbaangesprekken en de jaarlijkse functioneringsgesprekken doordat levensfasebeleid is opgenomen als vast onderdeel van deze gesprekken. De desbetreffende formulieren worden hierop ingericht. Medewerkers en leidinggevenden worden getraind en begeleid in het voeren van functioneringsgesprekken. De effectuering van de gemaakte afspraken zal worden gemonitord.

Pagina 3 3.3 Pilots, onderzoek en concrete maatregelen Partijen stellen vast dat de pilots bij het 400 Geneeskundig bataljon en het Marinebedrijf positief hebben bijgedragen aan de uitwerking van de doelstellingen van het convenant. Ondanks dat de pilots formeel zijn geëindigd hechten partijen eraan dat alle betrokkenen de ontplooide initiatieven voortzetten en borgen. Hierbij zal de begeleiding en monitoring door de begeleidingscommissie worden voorgezet. Taakverlichting zal daarin blijvende aandacht behoeven. Gelet op de positieve resultaten hebben partijen besloten om bij twee nieuwe organisatieonderdelen een pilot te starten. Partijen hopen onder andere hiermee een olievlekwerking tot stand te brengen. A Taakverlichting Partijen spreken af dat er een nieuwe pilot wordt gestart die gericht is op taakverlichting. Het element taakverlichting moet zien op zowel de oudere militair als de militair in de overige levensfasen. Hierbij dienen belemmeringen zoveel mogelijk te worden weggenomen. B Loopbaanbeleid burgerpersoneel Partijen stellen vast dat de verbetering van loopbaanmogelijkheden voor burgerpersoneel extra aandacht nodig heeft. Om die reden spreken zij af om bij de invulling van de tweede pilot specifieke aandacht te laten uitgaan naar loopbaanbeleid van burgerpersoneel. C Mobiliteit burgerpersoneel Om de mobiliteit van burgerpersoneel te vergroten hebben partijen in het verleden afspraken gemaakt voor middelbaar en hoger burgerpersoneel die zijn opgenomen in artikel 8a van het BARD. Partijen onderkennen dat deze maatregel in de praktijk niet heeft geleid tot meer mobiliteit. Om de toepassing van deze maatregel alsmede de mobiliteit van burgerpersoneel te bevorderen wordt een onderzoek uitgevoerd naar de specifieke knelpunten in dat kader. Naar aanleiding van de resultaten van het onderzoek zal worden bezien hoe loopbaanbegeleiding van burgerpersoneel (beter) wordt ingevuld. Bij de begeleiding van dit personeel zal vooral de individuele ontwikkeling aandacht krijgen. 3.4 Mobiele werkplekken Naast het bevorderen van de bestaande mogelijkheden om thuis te werken en het vergroten van het draagvlak daarvoor, spreken partijen af dat medewerkers - op de plaatsen waar dit mogelijk is - in de gelegenheid worden gesteld een deel van de werkzaamheden buiten de gebruikelijke werklocatie uit te voeren, op een defensielocatie die dichter bij de woonplaats is gelegen. Om dit te faciliteren worden zogenaamde mobiele werkplekken gecreëerd en het bestaan daarvan wordt bekend gemaakt. 3.5 Wegnemen belemmeringen bij aanvraag tegemoetkoming zorg voor jonge kinderen tijdens uitzending en inzet Partijen zijn in het vorige akkoord overeengekomen om militairen (en hun thuisfront) tijdens uitzending en inzet buiten Nederland tegemoet te komen in de noodzakelijke

Pagina 4 extra kosten die zij maken voor kinderen jonger dan vijf jaar. Daarbij is de voorwaarde gesteld dat de extra zorg moet zijn geregeld door tussenkomst van een geregistreerd bureau. Gebleken is dat deze voorwaarde als een belemmering werkt. Partijen spreken daarom af dat deze voorwaarde vervalt. Tevens wordt de doelgroep voor deze voorziening uitgebreid naar militairen die mantelzorg (laten) geven aan gezinsleden. Om voor de tegemoetkoming in aanmerking te komen moet de militair wel aantoonbaar maken dat er extra kosten zijn gemaakt voor deze zorg 4. Flexibilisering Arbeidsvoorwaarden Partijen constateren dat het personeelsbeleid in de sector Defensie nadrukkelijker dient te zijn gericht op het vergroten van de keuzemogelijkheden van individuele burgerambtenaren en militairen ten aanzien van werk en privé. Partijen spreken de volgende maatregelen af. 4.1 Overhevelen verlof Met het oog op het streven naar meer keuzemogelijkheden bij het gebruik van de arbeidsvoorwaarden ligt het in de rede om daar waar mogelijk zaken meer op het individu toe te snijden. De beperking van het aantal niet opgenomen vakantieverlofuren dat naar een volgend kalenderjaar kan worden overgeboekt is nu gesteld op het gefixeerde aantal van 80 uren bij een volledige arbeidsduur. Hierbij wordt geen rekening gehouden met het feit dat de jaarlijkse aanspraak kan verschillen per defensiemedewerker. Partijen passen deze beperking daarom op de volgende manier aan, waarbij wel verzekerd moet worden dat jaarlijks het voorgeschreven minimum aantal uren moet worden opgenomen (artikel 76, tweede lid, AMAR, 33, derde lid, BARD): het maximum aantal niet opgenomen vakantieverlofuren dat kan worden overgeboekt naar het volgend kalenderjaar bedraagt de jaarlijkse aanspraak verminderd met het voorgeschreven aantal verplicht op te nemen uren per kalenderjaar. De overige bepalingen met betrekking tot het overhevelen van (vakantie)verlof blijven in stand. Bekendheid hieromtrent zal worden vergroot via de geëigende kanalen. 4.2 Aanvraag flexibilisering van de arbeidsduur. Partijen spreken af om voor het defensiepersoneel voorzover operationele inzet niet in het geding komt - met ingang van 1 juli 2009 het vaste aanvraagmoment van 1 oktober voor flexibilisering van de arbeidsduur te laten vervallen. Hiermee ontstaat het recht om eenmaal per kalenderjaar op een willekeurig moment, respectievelijk bij functiewisseling een verzoek om flexibilisering van de arbeidsduur in te dienen. 4.3 Flexibilisering beloning Om het personeel, in deze tijd waarin veel van hen wordt gevraagd, extra te kunnen belonen en voor Defensie te behouden is het beloningsinstrumentarium van groot belang. Partijen spreken af om het budget voor differentiatie in beloning en het budget

Pagina 5 voor binding en aanstelling zodanig te herschikken dat het budget voor differentiatie in beloning wordt verhoogd naar 0,7%. Het budget van de functioneringstoelage die tot op heden deel uitmaakt van het budget voor differentiatie in beloning wordt gelet op het karakter van deze toelage apart gemarkeerd. Een en ander zal geschieden onder de voorwaarde dat de medezeggenschap bij de besteding hiervan een rol zal spelen. In het scholingstraject voor de medezeggenschap zal hieraan met name aandacht besteed worden. Partijen hebben tevens de bereidheid uitgesproken om te bezien hoe de publicatie en de monitoring van de uitvoering vorm kan krijgen. 4.4 Flexibilisering ouderschapsverlof De ontwikkelingen met betrekking tot de flexibilisering van verlofregelingen in het kader van arbeid en zorg, zoals deze door het Ministerie Sociale Zaken en Werkzekerheid worden verkend, zullen worden betrokken bij de verdere flexibilisering van het ouderschapsverlof. 5. Vergoedingen 5.1 Woon-werkverkeer Op het gebied van woon-werkverkeer spreken partijen de volgende voorzieningen af. A Verlagen van de franchise bij woon-werkverkeer met openbaar vervoer en bij niet per openbaar vervoer bereikbare plaatsen Partijen spreken af om bij woon-werkverkeer met het openbaar vervoer en bij niet per openbaar vervoer bereikbare plaatsen de franchise te verlagen met 10 per maand. B. Tegemoetkoming in de kosten van het dagelijks reizen naar niet per openbaar vervoer bereikbare plaatsen Partijen spreken af dat bij de bestaande tegemoetkomingen in alle gevallen waarbij de plaats van tewerkstelling niet per openbaar vervoer bereikbaar is, de gehanteerde rekenregel zal worden gebaseerd op 30 cent per kilometer in plaats van 25 cent. C NS-abonnement in combinatie met stad-/streekvervoerabonnement Partijen komen overeen om bij de aanspraak op een NS-abonnement via Defensie dat gekoppeld is aan een stad-/streekvervoerabonnement, de begrenzing tot maximaal drie zones op te heffen. D Tegemoetkoming in de reiskosten bij geen eigen huishouding èn niet inwonend Partijen spreken af om voor militairen die geen eigen huishouding voeren en niet inwonend zijn, de reisfrequentie te wijzigen in 4 maal per 4 weken. 5.2 Huisvesting voor militairen met niet-eigen huishouding Partijen komen overeen de inhouding voor huisvesting te verlagen met 2 % van 5,6% naar 3,6% van de voor de militair geldende bezoldiging. 5.3 Inverdienen NS-voordeelurenabonnement In het verlengde van de afspraken over het inverdienen van de meerkosten van een NS-jaar(traject)kaart en een OV-jaarkaart bij gebruik tijdens dienstreizen, spreken partijen af om deze voorziening ook mogelijk te maken voor een NSvoordeelurenabonnement.

Pagina 6 5.4 Indexering tegemoetkoming aanschaf auto buiten Europa Partijen komen overeen de tegemoetkoming voor de aanschaf ter plaatse van een auto voor alle landen buiten Europa mogelijk te maken. Tevens wordt deze tegemoetkoming verhoogd naar 750 en jaarlijks geïndexeerd aan de hand van de consumentenprijsindex 5.5 Bezichtigingsreis Partijen komen overeen dat reis- en verblijfskosten voor de defensieambtenaar en partner ter zake van een bezichtigingsreis voorafgaand aan een plaatsing in het buitenland worden vergoed. De aanspraak geldt voor alle defensiemedewerkers die in het buitenland worden geplaatst met uitzondering van: a. DBZV ers. b. defensiemedewerkers die worden geplaatst in een gebied waar reeds een meer dan gering aantal defensieambtenaren werkzaam is (zodat de aanspraak wel bestaat bij een overplaatsing naar bijv. Polen, maar niet bij een overplaatsing naar Duitsland of de Nederlandse Antillen/Aruba). Bezien zal worden of de uitzondering onder b binnen de reguliere bedrijfsvoering is in te passen. De omvang van de aanspraak is afhankelijk van de afstand tot Nederland. Voor bezichtiging worden reis- en verblijfskosten vergoed, waarbij binnen Europa maximaal twee overnachtingen en buiten Europa maximaal vier overnachtingen worden vergoed. 6. Anticumulatie en rendementseis UKW Met betrekking tot de Uitkeringswet gewezen militairen (UKW) hebben partijen afspraken gemaakt over de duur van het rendementscriterium en over de maximering van de samenloop van inkomsten uit de UKW-uitkering en neveninkomsten. 6.1 UKW en rendementscriterium Gelet op het belang van de personele vulling van de defensieorganisatie en de kortere duur van de uitkering voor gewezen militairen als gevolg van de ophoging van de ontslagleeftijd, wordt het rendementscriterium dat wordt toegepast bij de aanstelling van militairen die zijn voorbestemd voor functievervulling in fase drie teruggebracht van vijftien jaar naar twaalf jaar. Voor een kandidaat die reeds eerder gedurende een periode van ten minste twee jaar in dienst is geweest als militair bij het beroepspersoneel, wordt het rendementscriterium dat wordt toegepast bij een nieuwe aanstelling gesteld op tien jaar. 6.2 UKW en neveninkomsten Het schrappen van de anticumulatiebepaling in de UKW heeft in een aantal gevallen geleid tot overschrijding van de door het kabinet jaarlijks vastgestelde norm voor de samenloop van inkomsten in de (semi)publieke sector. Voor partijen is dat aanleiding om de samenloop van inkomsten op basis van de UKW en neveninkomsten uit de (semi)publieke sector te maximeren op het niveau van deze norm. Indien die norm wordt overschreden, wordt het meerdere verrekend met de UKW-uitkering. De

Pagina 7 uitkeringsgerechtigde dient de relevante neveninkomsten aan de uitkeringsinstantie APG (namens ABP) te rapporteren. De maximering van de samenloop van inkomsten op basis van de UKW en neveninkomsten uit de (semi)publieke sector geldt niet voor die neveninkomsten die al werden genoten voor de inwerkingtreding van de wijziging van de UKW als gevolg van deze afspraken over de UKW en neveninkomsten. Voor militairen van het Commando Zeestrijdkrachten die vanwege de overgangsbepalingen voor de ophoging van het leeftijdsontslag nog onder de anticumulatiebepaling van de UKW oude stijl vallen, wordt de samenloop van inkomsten op basis van de UKW en neveninkomsten uit de (semi)publieke sector eveneens gemaximeerd op het niveau van de door het kabinet jaarlijks vastgestelde norm voor de samenloop van inkomsten in de (semi)publieke sector. 7. Uitzending en buitenland 7.1 Toelage buitenland en voorzieningenstelsel buitenland Partijen spreken af dat de verplaatsingscomponent van de toelage buitenland op een drietal onderdelen wordt aangepast. Daarmee wordt voorzien in een nadere tegemoetkoming in het verlies van het inkomen van de partner van de defensiemedewerker en het aanhouden van een eigendomswoning/huurwoning in Nederland. Daarnaast wordt het onderdeel meerkosten in de beginperiode aangepast voor zover het een plaatsing buiten Europa betreft. Tevens spreken partijen af dat de maandelijkse eigen bijdrage in de woninghuur wordt verlaagd van 17% naar 10% voor defensiemedewerkers die met een tegemoetkoming in de verhuiskosten zijn verhuisd en gedurende hun plaatsing in het buitenland in Nederland over een eigendomswoning beschikken en deze woning niet verhuren. Partijen spreken af dat defensiemedewerkers die op of na 1 maart 2009 met aanspraak op een tegemoetkoming in de verhuiskosten verhuizen naar een land buiten Europa in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in de aanloopkosten van netto 950. Voorgaande voorzieningen zijn niet van toepassing op defensiemedewerkers die vallen onder het overgangsbeleid van artikel 11a dan wel hoofdstuk 3 van het Voorzieningenstelsel buitenland defensiepersoneel, dan wel defensiemedewerkers die vallen onder het extra overgangsbeleid van de Nederlandse Antillen (inclusief Sint Maarten) en Aruba. Partijen spreken af dat de lening aanloopkosten naar keuze bij verplaatsing naar of bij terugkeer uit het buitenland kan worden aangevraagd. 7.2 Onderwijskosten buitenland Partijen spreken af om met ingang van schooljaar 2008/2009 de eigen bijdrage in de onderwijskosten te laten vervallen.

Pagina 8 7.3 Regionalisering Partijen komen overeen dat in die gebieden waar sprake is van leef- of werkomstandigheden die significant afwijken van de leef- of werkomstandigheden in de hoofdstad de verblijfscomponent van de toelage buitenland voor dat gebied wordt aangepast. Daarbij zijn afspraken gemaakt omtrent de verhoging van die component. Deze afspraken gelden met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2008. 7.4 Samenloop met uitzending Partijen spreken af dat ook de ongehuwde militair die geplaatst is in een gebied buiten Nederland en die vanaf die plaatsing wordt uitgezonden voor een vredes- of humanitaire missie, gedurende zijn uitzending en gedurende de direct daaraan voorafgaande opleiding ten behoeve van die uitzending aanspraak behoudt op de voorzieningen uit het Voorzieningenstelsel buitenland defensiepersoneel indien zijn woonlasten in het land van plaatsing doorlopen. 7.5 Waardering uitzendverleden Partijen spreken af vanuit de intenties van de motie over behoud en waardering van uitgezonden militairen van de kamerleden Knops en Eijsink (TK 2008-2009, 31 700 X, nr. 41), deze op korte termijn te zullen bezien in het kader van het breder pallet van maatregelen werving en behoud. In dat kader zullen onder andere over de implementatie en de uitvoering van deze motie afspraken worden gemaakt. 8. Overwerk In het vorige akkoord hebben partijen afgesproken als tijdelijke maatregel voor het defensiepersoneel dat is bezoldigd conform schaal 11 en 12 en rangsniveau LKOL/KLTZ voor het incidenteel opgedragen overwerk per uur een overwerkvergoeding ter grootte van 1/330 van het maandloon toe te kennen. Deze tijdelijke maatregel wordt voor de duur van dit akkoord verlengd. 9. Inwerkingtreding Tenzij anders vermeld, treden de bepalingen uit dit akkoord in werking met ingang van 1 maart 2009. Waar nodig zal dit met terugwerkende kracht worden gerealiseerd. 10. Slotbepaling Partijen onderschrijven dat de tekst van dit akkoord de kaders stelt voor de nadere uitwerking van de gemaakte afspraken in regelgeving. Individuele medewerkers van

Pagina 9 Defensie kunnen aan de tekst van dit akkoord geen rechten ontlenen. Rechten kunnen wél worden ontleend aan de regelgeving die op grond van dit akkoord tot stand komt. Aldus overeengekomen te Den Haag, 2009 De Staatssecretaris van Defensie, Namens de Algemene Centrale van Overheidspersoneel (ACOP), Namens het Ambtenarencentrum (AC), Namens de Centrale van Middelbare en Hogere Functionarissen bij Overheid, Onderwijs, Bedrijven en Instellingen (CMHF), Namens de Christelijke Centrale voor Overheids- en Onderwijspersoneel (CCOOP),