Deel A Vraag Versie BB Versie SB Punten 1 D A 2 Zie Kaart 1, symbool IQ130.4

Vergelijkbare documenten
Examen Theoretische Kust Navigatie 20 april 2013 versie 29 april 2013

Deel A. 7 4 Tijdstip = 04:15 uur, is HW HvH (= 04:42) ½ uur. Verval = 2.1 m, dus Springtij (zie grafiek) Stroom = 265 / 2.9 kn.

2 C A (g in sourcediagram) 3 B A 2 Zie de titel van de kaart. 4 D C 2 Een S-cardinaal (kaart 1 symbool Q 130.3)

Vraag Versie BB Versie SB Punten

Bij vragen waar geen verklaring is gegeven, is de verklaring te vinden in de gebruikelijke studiematerialen.

1 A 1 De Mercator-kaart heet ook wel een wassende kaart : de staande randdelen worden groter ( wassen ) met toenemende breedte.

Vr. punt BB Verklaring SB. 1 2 A Krt 1 Q C. 2 2 D Krt 1 Q C. 3 2 C Krt 1 Q 5 A

2 D D 1 De punten van de kegels wijzen naar elkaar toe; zie Kaart 1 Q

Examen versie: NWG :00VBA Handmatig pagina 1 ( ) Antw.Pnt. VBA. Ministerie van Verkeer en Waterstaat AANVULLEND EXAMEN

Koers- en plaatsbepaling (1)

B Boorput (Well), waarvan de diepte onbekend is, maar waarvan een veilige diepte als aangegeven verondersteld mag worden; zie Kaart 1 K 30.

Voorwoord bij de Afbakening examens Klein Vaarbewijs als samengesteld door de Examencommissie van de Stichting Vaarbewijs- en Marifoonexamens (VAMEX)

Afbakening Examens Klein Vaarbewijs (KVB2)

Vraag Versie BB Versie SB Punten

Afbakening Examens Klein Vaarbewijs (KVB2) versie 1 juni 2016

Afbakening Examens Klein Vaarbewijs (KVB2)

Navigatiereader. 9 e editie 14 oktober tot en met 19 oktober Versie: Definitief

Navigatiereader Race of the Classics

VAMEX - VOORBEELDEXAMEN KLEIN VAARBEWIJS 2

NAVIGATIEREADER. 28 e Studenteneditie

Toetsmatrijs Navigatie 2

Errata/Aanvullingen 10 e druk Kustnavigatie, handboek voor instructie en praktijk. Auteurs: Toni Rietveld, Adelbert van Groeningen en Janneke Bos

Navigatie, Logboek en Marifoonreader

Kaart: Newhaven Calais. P. 2: Herhalingsoefeningen P. 31: Koppelkoersen. P. 36: Layline. P. 41: Opkruisen. P. 50: Peiling met verzeiling

Navigatiereader 11e editie 12 oktober tot en met 16 oktober 2016

Bijlage bij Studiewijzer Klein Vaarbewijs 1 en 2. Nieuwe leerstof Klein Vaarbewijs 2 per 1 januari 2013

EXAMENREGLEMENT & -EISEN THEORETISCHE KUSTNAVIGATIE

U ziet hier een voorbeeld (proefexamen) van een examen Klein Vaarbewijs Aanvullend (VBA).

Afbakening Examens Klein Vaarbewijs (KVB2)

Afbakening Examens Klein Vaarbewijs (KVB2)

Examen voor het certificaat Theoretische Kust Navigatie

VAMEX - VOORBEELDEXAMEN KLEIN VAARBEWIJS 2. Geachte belangstellende, U ziet hier een voorbeeld van een officieel examen Klein Vaarbewijs 2.

Examen voor het certificaat Theoretische Kust Navigatie

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 19 november 2011

VAMEX - VOORBEELDEXAMEN KLEIN VAARBEWIJS 2. Geachte belangstellende, U ziet hier een voorbeeld van een officieel examen Klein Vaarbewijs 2.

Navigatie. Ivar ONRUST

Schema s AZVK. voor aan boord

Toetsmatrijs Navigatie 2

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 13 maart 2010

Toetsmatrijs Navigatie 2

Geachte belangstellende, U ziet hier een voorbeeld (proefexamen) van een examen Klein Vaarbewijs 2.

Opmerking: Tenzij anders vermeld hebben de vragen betrekking op het APSB.

Examen voor het certificaat Theoretische Kust Navigatie

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 15 november 2014

Examen Beperkt stuurbrevet

VAMEX - VOORBEELDEXAMEN KLEIN VAARBEWIJS 2

DEEL 1 - VRAGEN 1-20

Broach Vaarbewijscursus KLEIN VAARBEWIJS II

Reisvoorbereiding. Ivar ONRUST

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen Juni Wat betekent het volgende verkeersteken (de arcering is rood) (CEVNI)?

GPS repeater. Inleiding

VAMEX - VOORBEELDEXAMEN KLEIN VAARBEWIJS 2. Geachte belangstellende, U ziet hier een voorbeeld van een officieel examen Klein Vaarbewijs 2.

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

1 PLOTHANDLEIDING 1.1

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE

Examen November 2005

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 8 MAART 2008

1. Hieronder is een verkeerssituatie afgebeeld. Geen van beide schepen volgt stuurboordwal. Geef aan welk vaartuig voorrang heeft.

wadkanovaren.nl pdf versie

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Cursus Klein Vaarbewijs deel 2 (KVB2)

Via Peter Bremer (en hij weer via Theo Wildeboer) werd ik geattendeerd op een prachtig hulpmiddeltje bij de VFR navigatie: de WindProtractor.

Examen November 2003

Lijst van voorkomende begrippen in Klein Vaarbewijs 2 examens

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 6 juni 2009

wadkanovaren.nl waterdiepten a.h.v. de kaartdiepten

Examen November 2007

DEEL 1 - VRAGEN 1-20

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 5 mei 2012

Cabri werkblad. Meetkundige plaatsen

Correctievoorschrift HAVO 2014

Programma Opleidingen en Cursussen

Correctievoorschrift HAVO 2015

Examen November 1999

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 17 november 2012

Stroom informatie U4 Roompot 2014

GPS voor kajakkers. Bernard Budde Groningen, oktober 2011 versie Creative Commons BY-SA 2011.

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

6,1. Profielwerkstuk door een scholier 3121 woorden 14 mei keer beoordeeld. Natuurkunde. Navigatie en plaatsbepaling

Examen Maart De vrije zijde van een beperkt manoeuvreerbaar schip wordt overdag aangeduid met (CEVNI):

Correctievoorschrift HAVO 2014

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL

2. In onderstaande tekening is een verkeerssituatie afgebeeld.

De bepaling van de positie van een. onderwatervoertuig (inleiding)

Wedstrijdlogboek - Race of the Classics Logboek Race of the Classics

WEDSTRIJDLOGBOEK. 28 e Studenteneditie. Maandag 4 april tot en met zondag 10 april 2016

GEBRUIKSAANWIJZING PLASTIMO KOMPASSEN

Leerdoelen. Wat is GPS? Na het uitwerken van deze werkbladen...

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

ICT. Meetkunde met GeoGebra. 2.7 deel 1 blz 78

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 17 mei 2014

Navigatie op het Wad

TOETSMATRIJS EXAMENS KLEINVAARBEWIJS VB I

Getijtafels. voor Nieuwpoort, Oostende, Blankenberge, Zeebrugge, Vlissingen, Prosperpolder, Antwerpen en Wintam L.A.T.

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2002-II

Correctievoorschrift VWO

Voorbeeldexamen voor het certificaat Theoretische Kust Navigatie

Reisvoorbereiding, routering en planning (RR&P)

Voorbeeldexamen voor het certificaat Theoretische Kust Navigatie

Transcriptie:

Examen Theoretische Kust Navigatie, 26 november 2016 Beknopte verklaring van de antwoorden versie 29 november 2016. Bij vragen waar geen verklaring is gegeven, is de verklaring te vinden in de gebruikelijke studiematerialen. (N.B.: De Examencommissie behoudt zich, tot de uitslag van het examen is vastgesteld, het recht voor desgewenst aanvullingen c.q. wijzigingen aan te brengen aan de inhoud van dit document) Deel A Vraag Versie BB Versie SB Punten 1 D A 2 Zie Kaart 1, symbool IQ130.4 2 D C 2 Zie Kaart 1, symbool IQ130.3 3 A A 2 Zie leerboeken 4 D B 2 Zie leerboeken 5 C D 2 Kaart 1 Symbool I 15. Vaak wordt in de titel van de zeekaart vermeld 'underlined figures are drying heights above chart datum'. 6 A D 2 Zie Kaart 1, symbool IT 1.1 7 B A 2 Zie Kaart 1, symbool IK 24 8 C D 2 Zie Kaart 1, symbool IK 27 9 14.3 m 14.3 m 2 Watersportverbond Nieuwegein Antwoorden Examen TKN 2016-2 BB en SB 1

Volgens kaart 1911.8 is de hoogte van het vuur 32 m boven de middenstand. De gegeven ooghoogte is 2 m boven de middenstand. Zoek in de tabel voor de geografische dracht in de linker-kolom 'Hoogte object' de waarde 32 en in de rij 'Ooghoogte' de waarde 2. De geografische dracht wordt gevonden op het snijpunt van de kolom onder 2 en de rij rechts naast 32. Zie figuur. 10 D C 2 Kaartsymbolen IP 10.1 (F) en IP 10.11 (Al) geven aan dat het een vast licht (Fixed) gecombineerd met een kleurwisselend (Alternating) licht betreft. Welke sectoren F en welke sectoren Al zijn kan niet uit de zeekaart worden opgemaakt. Zie voor aanvullende informatie licht 1488 in de lichtenlijst. 11 D A 2 Uit de lichtenlijst (licht 1488) blijkt dat gezien vanaf zee de linker sector rood is en de rechter sector groen. In de rode sector bevindt u zich dus ten westen van de centrale sector. Naar buiten varend betekent dit dat u zich aan de rechterkant van de centrale sector bevindt. Om in de centrale sector te komen moet u dus bakboord uit. 12 A B 2 Zie diverse leerboeken 13 D C 2 Zie diverse leerboeken. Verder is kenmerkend voor een dubbel-daags getij dat de dagelijkse ongelijkheid (het verschil tussen opeenvolgende HW's of LW's) klein is in verhouding tot het verval (het verschil tussen HW en het daaraan voorafgaande of daarop volgende LW). Is de dagelijkse ongelijkheid groot in vergelijking met het verval dan is sprake van een gemengd getij. 14 D D 2 Wanneer alleen de zon wordt beschouwd, treedt aan beide kanten van de aarde, dus zowel aan de naar de zon toegekeerde kant als aan de van de zon afgekeerde kant HW op. Idem wanneer alleen de maan wordt beschouwd. Springtij treedt dus op wanneer zon en maan in dezelfde richting staan, maar ook als beide hemellichamen tegenover elkaar staan. Zie voor uitgebreidere uitleg diverse leerboeken. Watersportverbond Nieuwegein Antwoorden Examen TKN 2016-2 BB en SB 2

15 2.0 m <1.9 m-2.1 m> 2.0 m 1.9 m-2.1 m> 3 Op 26 november is het om 17.57 uur HW met een waterstand van 1.8 m en om 11.20 uur LW met een waterstand van 0.6 m. Het verval bedraagt 1.2 m hetgeen betekent dat de doodtijkromme gebruikt moet worden. 15.00 uur is 3 uur voor HW. De grafische methode geeft een waterstand van iets minder dan 1.4 m (zie figuur). Voor de veiligheid zou dan 1.3 gekozen moeten worden. De minste kaartdiepte bedraagt 2.7 m, zodat de waterstand om 15.00 uur 4.0 m bedraagt. Bij een diepgang van 2 m geeft dit een UKC van 2.0 m. Antwoord 2.1 m daarom ook goed rekenen. 16 B D 2 Zie diverse leerboeken 17 0.75 kn <0.7 0.8> / 059 0.75 kn <0.7 0.8> / 059 2 Circa 1.2 M ten westen van de aangegeven positie bevindt zicht stroomwybertje A. De referentie-haven is Harlingen. In Harlingen is op 26 november om 19.25 uur HW met een waterstand van 2.3 m en om 14.30 uur LW met een waterstand van 0.5 m. Het verval bedraagt 1.8 m hetgeen tussen het springtij- en het doodtijverval inligt. Het gegeven tijdstip valt 1 uur voor HW. Volgens de tabel geeft dit bij springtij een stroom van 0.4 kn en bij doodtij een stroom van 1.1 kn. Interpoleren geeft een stroom van 0.7 á 0.8 kn in de richting 059. 18 D A 2 Eerst de geografische breedte met twee cijfers voor het hele aantal graden gevolgd door het graadteken; daarna twee cijfers, een decimaalpunt en één cijfer voor het aantal minuten en tienden van minuten gevolgd door een minuut-teken; daarna de letter voor het betreffende halfrond. Vervolgens de geografische lengte met drie cijfers voor het hele aantal graden gevolgd door het graadteken; daarna twee cijfers, een decimaalpunt en één cijfer voor het aantal minuten en tienden van minuten gevolgd door een minuut-teken; daarna de letter voor het betreffende halfrond. 19 005 <004-005 > 005 <004-005 > 2 20 A D 2 De ware koers is gelijk aan de magnetische kompaskoers plus de variatie plus de deviatie. De kompaskoers is dus gelijk aan de ware koers minus de variatie minus de deviatie: KK = WK -var -dev = 110 --12 -+3 =119 Watersportverbond Nieuwegein Antwoorden Examen TKN 2016-2 BB en SB 3

21 B D 2 De vector van de BWK plus de vector van de stroom geven de vector van de grondkoers en - vaart. De vector van de BWK wordt dus verkregen door op de (gegeven) vector van de grondkoers en - vaart de vector van de stroom in tegengestelde richting af te zetten (zie figuur). Constructie geeft een BWK van 143 met een vaart van 4.7 kn. 22 A WK 034 <033-035 > WK 034 <033-035 > 5 B SOG 4.3 kn <4.2 kn - 4.4 kn> SOG 4.3 kn <4.2 kn - 4.4 kn> Volgens stroomwybertje A is de stroom 6 uur na HW bij doodtij 272 / 1.1 kn. Construeer de koerslijn in de richting 045 (rood). Plot de stroomrichting en snelheid vanaf een willekeurig punt op de koerslijn (blauw). Trek vanaf het einde van de stroomvector een lijn met een lengte van 5 M zodanig dat deze een driehoek vormt met als zijden de stroomvector en de koerslijn (groen). De richting van deze lijn geeft een BWK van 054. Toepassing van de drift geeft een WK van 034. De vaart over de grond kan nu opgemeten worden en bedraagt 4.3 kn 23 12:43 uur <12:42-12:44> 12:43 uur <12:42-12:44> 2 De afstand totdat de betreffende boei dwars zit bedraagt 3.6 M; met een vaart over de grond van 5 kn duurt het 3.6/5.0 * 60 = 43 minuten. 24 A 53 14'.8 N <14.6 15.0> 53 14'.8 N <14.6 15.0> 5 B 004 47'.3 E <47.0 47.6> 004 47'.3 E <47.0 47.6> De gevraagde positie wordt gevonden door 5 M af te zetten in de richting 016º en vervolgens de coördinaten te bepalen. 25 A 53 15.2'N <15.0 15.4> 53 15.2'N2'N <15.0 15.4> 5 B 004 47.1'E <46.8 47.4> 004 47.1'E1'E <46.8 47.4> Op kompaskoers 045 bedraagt de deviatie +1 ; volgens de kaart was de variatie in 2015 12 10'W; met een jaarlijkse verandering van 8'E geeft dit een variatie van 12 02'W, afgerond 12 W. Al met al geeft dit een miswijzing van -11. Toepassing van de miswijzing op de waarnemingen volgens ware peiling = kompaspeiling plus miswijzig geeft 019, 100 respectievelijk 150 als ware peilingen naar de gemeten bakens. Uitzetten van deze peilingen in de zeekaart geeft de gevraagde positie. Einde deel A Watersportverbond Nieuwegein Antwoorden Examen TKN 2016-2 BB en SB 4

Deel B 26 D B 2 Zie BVA Voorschrift 25. 27 D D 2 Zie BVA Voorschriften 27 f. 28 D A 2 Zie BVA Voorschrift 17 a) i). 29 C C 2 Zie BVA Voorschrift 18. 30 335 335 2 Zie BVA Voorschrift 10c. De algemene richting van de oostgaande verkeersbaan is 065º; 335º is dan een koers die zoveel als mogelijk een rechte hoek hiermee vormt. 31 A A 2 Zie Scheepvaartreglement territoriale zee Artikel 5 lid 2. 32 D D 2 Zie Scheepvaartreglement Westerschelde Artikel 46. 33 D D 2 Zie verschillende leerboeken. 34 C C 2 Zie beschrijving in diverse leerboeken. 35 0 0 2 Bij een ware koers van 205 en een variatie van 12 W bedraagt de magnetische koers 217. Volgens de deviatietabel is de deviatie op magnetische kompaskoers 202.5 gelijk aan +1 en op een magnetische kompaskoers van 225-1. Interpoleren en afronden geeft een deviatie van 0. 36 B B 2 De log geeft de vaart door het water. Bij 2 knopen tegenstroom wordt de vaart over de grond 2 knopen minder. 37 C C 2 Een GPS ontvanger heeft hoe dan ook signalen van GPS satellieten nodig om te kunnen functioneren. De enige bijdrage die een DGPS referentiestation levert is een verzameling correcties om de metingen te verbeteren. Indien de ontvanger door storing niets meer meet, kan hij ook niets meer corrigeren. 38 A A 2 Zie bijlage 8 39 C C 2 Zie diverse leerboeken. 40 B B 2 Zie diverse leerboeken. 41 C C 2 Zie diverse leerboeken. 42 A A 2 Zie leerboeken Watersportverbond Nieuwegein Antwoorden Examen TKN 2016-2 BB en SB 5

43 C C 2 Zie leerboeken. 44 A B 2 De letterlijke definitie van Becoming cyclonic luidt: Becoming cyclonic indicates that there will be considerable change in wind direction across the path of a depression within the forecast area. Kennelijk is het in dergelijke gevallen niet eenvoudig om te bepalen of de wind krimpt of ruimt, anders was er wel sprake geweest van veering (ruimend) of backing (krimpend). 45 B C 2 Zie leerboek Einde deel B Puntentelling Volledig examen Deel A van het volledige examen bestaat uit een aantal vragen, waarvoor 60 punten te behalen zijn. Om voor dit deel een voldoende te behalen, moet de kandidaat tenminste 33 punten hebben. Deel B bestaat uit een aantal vragen, waarvoor 40 punten behaald kunnen worden. Om voor dit deel een voldoende te behalen, moet de kandidaat tenminste 22 punten hebben. Een kandidaat aan het volledige examen TKN is geslaagd als voor deel A en voor deel B een voldoende aantal punten is behaald. De kandidaat is gezakt als voor beide delen onvoldoende punten zijn behaald. Een kandidaat krijgt de mogelijkheid voor een herexamen, als op één van de twee delen onvoldoende punten zijn behaald, maar in totaal tenminste 50 punten zijn gescoord. Watersportverbond Nieuwegein Antwoorden Examen TKN 2016-2 BB en SB 6