Voorbeeldexamen voor het certificaat Theoretische Kust Navigatie

Transcriptie

1 Koninklijk Nederlands Watersport Verbond Overkoepelende organisatie ten dienste van de watersport Datum: voorjaar 2017 Voorbeeldexamen voor het certificaat Theoretische Kust Navigatie Examenduur: Volledig examen: Verkort examen: Herexamen deel A: Herexamen deel B: 2 uur 30 minuten 2 uur 2 uur 1 uur Naam kandidaat: Examennummer: Geboortedatum: Handtekening: (Vul vóór aanvang uw naam en bovenstaande gegevens in op dit examenblad en zet uw handtekening.) Dit examen bestaat uit 14 bladzijden en 11 bijlagen. - Deelnemers aan het volledig examen maken vraag 1 t/m 44 - Deelnemers herexamen A maken vraag 1 t/m 24 - Deelnemers herexamen B maken vraag 25 t/m 44 - Deelnemers aan het verkorte examen maken een selectie uit de vragen van deel A en deel B. Deze zijn in de examentekst aangegeven met de mededeling ook voor verkort. Een en ander blijkt ook uit het antwoordenformulier. De antwoorden op de vragen dient u op de daarvoor aangegeven ruimte op het examen te vermelden. Bij het examen ontvangt u een antwoordenformulier waarop u de antwoorden dient over te schrijven. Bij meerkeuzevragen noteert u de letter (hoofdletter) behorende bij het juiste antwoord op het antwoordenformulier. U dient het ingevulde antwoordenformulier in te leveren. De uitslag van het examen wordt bepaald aan de hand van de door u gegeven antwoorden op het antwoordenformulier. Zet ook uw naam, examennummer en de versie BB of SB op het antwoordenformulier en plaats uw handtekening. Waardering: voor elk goed gegeven antwoord geldt de waardering zoals aangegeven bij de vraag. Let op! Tenzij anders vermeld, is het volgende van toepassing: Bij berekeningen waarbij variatie, deviatie of miswijzing wordt gebruikt, dient u het antwoord af te ronden op de naastbij gelegen hele graad. Voorbeeld: 4º 28' = 4º 4º 30' = 5º Ook de antwoorden op vragen betreffende koersen en peilingen dient u af te ronden op de naastbij gelegen hele graad. Voorbeeld: 135.4º = 135º 135.5º = 136º Watersportverbond Nieuwegein Voorbeeldexamen TKN 2017 pag 1

2 Posities dienen genoteerd te worden in graden, minuten en tienden van minuten nauwkeurig, met vermelding van: N of S, E of W. Voorbeeld: 52º 17.2 N, 003º 32.5' E Afstanden dient u te vermelden in mijlen en tienden van mijlen. Voorbeeld: 12.3 mijl of 12.3 M Snelheden dient u te vermelden in mijlen en tienden van mijlen per uur of in knopen. Voorbeeld: 5.6 mijl per uur of 5.6 M per uur of 5.6 knopen of 5.6 kn. Hoogten en dieptes dienen te worden vermeld in meters en tienden van meters. Voorbeeld: 7.9 m of 7.9 meter Tijden dienen te worden aangegeven in uren en minuten Voorbeeld: 16:30 uur Aan boord zijn de benodigde kaarten en boekwerken (zeemansgidsen, almanakken, getijdentafels, lichtenlijsten, enz.). Het schip is uitgerust met een magnetisch stuurkompas, waarbij de volgende stuurtafel hoort: kompaskoers deviatie kompaskoers deviatie 000º -3º 180º +3º 022.5º -1º 202.5º +1º 045º +1º 225º -1º 067.5º +3º 247.5º -3º 090º +4º 270º -4º 112.5º +5º 292.5º -5º 135º +5º 315º -5º 157.5º +4º 337.5º -4º 180º +3º 360º -3º Met dit kompas worden ook de peilingen genomen. Verder zijn de volgende instrumenten onder meer aan boord: - Een log - Een Navtex - Een echolood/dieptemeter - Een GPS-ontvanger - Een VHF (marifoon) - Een laptop met elektronische kaarten, gekoppeld aan AIS/GPS -ontvangers Gebruikte afkortingen: BB = Bakboord BT = Boordtijd BTW = Bearing To Waypoint BWK = Behouden Ware Koers COG = Course Over Ground (Grondkoers) CPA = Closest Point of Approach (kortste naderingsafstand) DR = Gispositie ETA = Estimated Time of Arrival (Geschatte tijd van aankomst) GrK = Grondkoers (Course Over Ground) KK = Kompaskoers KP = Kompaspeiling MK = Magnetische Koers MP = Magnetische Peiling MWS = Meest Waarschijnlijke Standplaats SB = Stuurboord SOG = Speed Over Ground (Vaart over de grond) TCPA = Time to Closest Point of Approach (de tijdsduur tot het CPA is bereikt) UKC = Under Keel Clearence (Afstand van onderkant kiel tot de zeebodem) Watersportverbond Nieuwegein Voorbeeldexamen TKN 2017 pag 2

3 UTC Vgr VMG VSS WK WP XTE = Universal Time Coördinated = Vaart over de grond (Speed Over Ground) = Velocity Made Good = Verkeersscheidingsstelsel = Ware Koers = Ware Peiling = Cross Track Error Bijlagen Bijlage 1 : Tabel Geografische dracht Bijlage 7 : getijkromme Vlissingen Bijlage 2 : Lichtenlijst Bijlage 8 : getijtafel Zeebrugge Bijlage 3 : Lichtenlijst Bijlage 9 : getijkromme Zeebrugge Bijlage 4 : getijtafel Hoek van Holland Bijlage.10: illustratie vraag 39 en 40 Bijlage 5 : getijkromme Hoek van Holland Bijlage.11: illustratie vraag 25 Bijlage 6 : getijtafel Vlissingen Watersportverbond Nieuwegein Voorbeeldexamen TKN 2017 pag 3

4 Er wordt gebruik gemaakt van de Nederlandse (oefen)kaarten 1630 en 1801 Tenzij anders vermeld: - is het jaar 2017; tijdzone MEZT (Midden Europese Zomertijd), deze tijd wordt ook aangehouden als boordtijd (BT) - zijn er gemiddelde atmosferische omstandigheden, - staan de voor berekeningen benodigde gegevens in de kaart of in de bijlagen. In dit examen wordt er van uitgegaan dat de stroomgegevens in de tabel op de kaart (behorend bij de ruitjes/wybertjes) gelden van 30 minuten voor tot 30 minuten na de gegeven tijdstippen. DEEL A Inleiding 1 (cursieve tekst ook voor verkort) U bent op de terugreis van een zeiltocht naar Engeland met uw zeilschip (lengte 12 m, diepgang 2 m). Op maandag 24 april (springtij) vertrekt u 's ochtends vroeg voor de oversteek van de Engelse kust naar Blankenberge. Na de passage van boei S Galloper (positie ca. 51º 44' N, 001º 56' E) vaart u kaart 1630 op, met een zuidoostelijke koers. 1. Kaart 1630 en kaart 1801 zijn in Mercator-projectie. Wat betekent dit voor de staande randdelen? A. Deze worden groter met toenemende breedte. B. Deze worden kleiner met toenemende breedte. C. Deze blijven gelijk met toenemende breedte. D. Deze hebben geen relatie met de Mercator-projectie. Antwoord.. (1) 2. Wanneer is er in dit gedeelte van de kaart (rondom 51º 45' N, 002º E) voor het laatst een survey uitgevoerd? A B C D Welk reductievlak wordt er gebruikt in dit deel (rondom 51º 45' N, 002º E) van de kaart? A. Lowest Astronomical Tide (LAT). B. Ongeveer Lowest Astronomical Tide (LAT). C. Gemiddeld laaglaagwaterspring (MLLWS). D. Het middenstandsvlak (ML). Watersportverbond Nieuwegein Voorbeeldexamen TKN 2017 pag 4

5 4. Om 13:05 uur passeerde u met een zuidoostelijke koers boei S Galloper (positie ca. 51º 44' N, 001º 56' E) Let op: deze boei staat dus niet op kaart 1630! Het topteken van deze boei bestaat uit twee kegels met de punten naar beneden; u kon de kleuren echter niet onderscheiden. Wat is dit voor boei en aan welke kant moest u deze passeren? A. Dit is een veilig vaarwaterboei die aan beide zijden gepasseerd kan worden. B. Dit is een laterale boei maar omdat de kleur niet zichtbaar was kan geen uitspraak worden gedaan over de zijde waar deze gepasseerd moest worden. C. Dit is een S-cardinale boei die aan stuurboord gehouden moest worden. D. Dit is een S-cardinale boei die aan bakboord gehouden moest worden. 5. (deze vraag ook voor verkort) Tijdens de oversteek naar Blankenberge moet u het verkeersscheidingsstelsel (VSS) North Hinder South oversteken. Uw zeilschip heeft een gemiddelde logvaart van 5.5 kn. De wind is overwegend NE, 3-4 Bft, hetgeen resulteert in een drift van 5º. Om 14:45 uur bent u bij uw waypoint op positie 51º 39.4' N, 002º10.8' E. Daarvandaan wilt u conform de regels van het BVA - het gehele VSS oversteken met een WK die loodrecht staat op de noordwestelijke grens daarvan. U verwacht twee uur over de oversteek te doen. 5a. Op welke positie verwacht u het VSS te verlaten? Let op: zowel het antwoord voor breedte als lengte moet goed zijn! Breedte... Lengte... (5) 5b. Wat wordt uw KK tijdens de gehele oversteek van het VSS? 6. Wat is de betekenis van het kaartsymbool op positie 51º 36.3' N, 002º 23.0' E? A. Een wrak met minst gelode diepte. B. Een wrak met aangegeven diepte, afgedregd met een dregtuig of door een duiker. C. Een wrak met onbekende diepte, maar waarvan een veilige diepte als aangegeven verwacht mag worden. D. Een wrak met gerapporteerde maar niet bevestigde waterdiepte. Antwoord.. (1) 7. Wat is de betekenis van het kaartsymbool op 51º 27.5' N, 002º 47.0' E? A. Dit is loodsstation Wandelaar. B. Dit is een radiomeldingspositie. C. Dit symbool geeft de grens van de verkeersbegeleiding aan. D. Dit is een AIS-radarbaken. Antwoord.. (1) Watersportverbond Nieuwegein Voorbeeldexamen TKN 2017 pag 5

6 8. (deze vraag ook voor verkort) Volgens de titel van kaart A is de schaal hiervan 1: In de titel van kaart 1630 staat dat deze de schaal 1: heeft. Wat is het verschil in zeemijlen als u 10 M uit past op de 1630 en gebruikt op de A? A. 5 M. B. 3 M. C. 8 M. D. 7 M. 9. Rond 21:15 uur BT bevindt u zich in de buurt van wybertje B (kaart A, positie 51º 23.0' N, 003º 00.0' E). Wat is daar op dat moment de stroomrichting en -sterkte? Let op: zowel het antwoord voor stroomrichting als stroomsterkte moet goed zijn! Stroomrichting... Stroomsterkte... (2) 10. U bevindt zich in de buurt van vierkantje a. Op welke afstand komt tijdens LW op 24 april de vuurtoren van Blankenberge (pos. 51º18.8 N, 003º 06.9 E ) in zicht vanuit uw jacht op 2 m ooghoogte? A. 14,3 M. B. 13,9 M. C. 14,7 M. D. 20,0 M. Antwoord.. (3) 11. (deze vraag ook voor verkort) Voor aankomst in Blankenberge, in het donker, besluit u de GPS te controleren door een positie te bepalen door middel van zichtpeilingen. Uw voorliggende KK is 132º. U peilt de volgende punten: - De vuurtoren van Oostende (pos. 51º 14.2' N, 002º 55.8' E): KP = 201º. - De vuurtoren van Zeebrugge (pos. 51º 20.9' N, 003º 12.2' E): KP = 120º. - De vuurtoren van Westkapelle (pos. 51º 31.8' N, 003º 26.8' E): KP = 070º. Wat is uw MWS? Let op: zowel het antwoord voor breedte als lengte moet goed zijn! Breedte... Lengte... (4) 12. Wat betekent het symbool "#" op pos. 51º 22.4' N, 003º 08.6' E? A. Wrak met onbekende minste diepte maar bij laagwater potentieel gevaarlijk voor bepaalde scheepvaart. B. Obstructie, diepte onbekend. C. Plek waar mogelijk visnetten staan. D. Vuile grond; niet gevaarlijk voor scheepvaart. Watersportverbond Nieuwegein Voorbeeldexamen TKN 2017 pag 6

7 13. Varend naar Blankenberge ziet u, vooruitkijkend, de lichten van de lichtenlijn als volgt: Hoe corrigeert u om in de lichtenlijn te komen? A. U zit links van de lijn en moet bakboord uit. B. U zit links van de lijn en moet stuurboord uit. C. U zit rechts van de lijn en moet bakboord uit. D. U zit rechts van de lijn en moet stuurboord uit. Antwoord.. (3) 14. (deze vraag ook voor verkort) Varend in de lichtenlijn van Blankenberge peilt u de lichtenlijn op 140º. Bereken de deviatie. N.B. het is niet de bedoeling dat u hier de stuurtafel van pagina 2 gebruikt. A. +4º. B. -4º. C. +6º. D. -6º. Antwoord.. (3) Inleiding 2 (cursieve tekst ook voor verkort) Op maandagavond 24 april om 23:35 uur meert u af in de jachthaven van Blankenberge. Na een aankomstdrankje gaat u samen met de bemanning de reis voor de volgende dag, dinsdag 25 april, voorbereiden: van Blankenberge naar Vlissingen. U gebruikt hiervoor kaart A De verwachte weeromstandigheden zijn ZW 3, zicht goed. 15. U controleert nogmaals of uw kaart wel is bijgewerkt (verbeterd). Waar kunt u de gegevens voor deze wijzigingen en correcties vinden? A. Berichten aan Zeevarenden. B. Berichten der Hydrografie. C. Berichten aan de Scheepvaart. D. Gebruikelijke VHF-kanalen. Antwoord.. (1) 16. Behalve een papieren kaart, heeft u ook een elektronische kaart op uw laptop. Hoe moet deze bijwerken? A. Elektronische kaarten zijn per definitie up-to-date en hoeven niet bijgewerkt te worden. B. Elektronische kaarten worden automatisch bijgewerkt met de officiële hydrografische gegevens zodra er verbinding is met het Internet. C. Afhankelijk van de leverancier van de kaarten of het plottersysteem worden er regelmatig updates uitgegeven die u moet installeren. D. Voor elektronische kaarten worden de zogeheten ENC-meldingen uitgegeven die u handmatig moet verwerken in de elektronische kaarten. Watersportverbond Nieuwegein Voorbeeldexamen TKN 2017 pag 7

8 Inleiding 3 (cursieve tekst ook voor verkort) U bereidt uw tocht van dinsdag 25 april voor op basis van de volgende uitgangspunten: Uw route van Blankenberge naar Vlissingen bestaat uit 3 delen (legs): Leg 1: van de havenhoofden Blankenberge naar WP 1 (pos ' N, ' E) bij de groene boei Z; Leg 2: van WP 1 onder langs de groene tonnenrij tot WP 2 (pos ' N, ' E) bij ton Songa; Leg 3: van WP 2 naar het groene licht bij de ingang van de Michiel de Ruyterhaven in Vlissingen (pos. 51⁰ 26.3' N, 003⁰ 34.6' E). U verwacht een gemiddelde snelheid van 4 kn door het water te kunnen behouden. 17. (deze vraag ook voor verkort) De keersluis van de Michiel de Ruyterhaven heeft een drempel. De waterdiepte bedraagt daar 330 cm onder NAP. In de almanak vindt u voor Vlissingen: LAT = NAP 256 cm. U wilt een UKC van minimaal 50 cm aanhouden. De diepgang van uw schip bedraagt 2,0 m. Van hoe laat tot hoe laat op 25 april in de middag/avond kunt u de keersluis passeren? Gebruik de grafische methode. Antwoord: van.. uur tot.. uur. (4) 18. (deze vraag ook voor verkort) Op uw tocht wilt u zoveel mogelijk profijt hebben van de stroom. Daarom baseert u uw berekening op het gegeven dat u bij WP 2 wilt zijn om 17:20 uur (net na HW Vlissingen). Bij een wind ZW3 gaat u uit van een gemiddelde logsnelheid van 4 kn. U gebruikt voor leg 2 de gegevens van Wybertje C springtij. In hoeveel minuten zult u op basis van deze gegevens leg 2 afleggen? Antwoord..minuten (4) 19. (deze vraag ook voor verkort) Bereken nu de tijd die u nodig hebt om leg 1 af te leggen. De logsnelheid blijft 4 knopen en u hebt 1 knoop stroom mee. In hoeveel minuten zult u op basis van deze gegevens leg 1 afleggen? Antwoord..minuten (2) 20. (deze vraag ook voor verkort) Op welke tijd op 25 april verlaat u Blankenberge en vaart u tussen de havenhoofden van die stad om ervoor te zorgen dat u om 17:20 uur op WP 2 kunt zijn en een zo kort mogelijke reistijd hebt? A. op een tijdstip tussen 12:30 t/m 13:15 uur. B. op een tijdstip tussen t/m 13:45 uur. C. op een tijdstip tussen 14:00 t/m 14:45 uur. D. op een tijdstip tussen 14:45 t/m 15:30 uur. Watersportverbond Nieuwegein Voorbeeldexamen TKN 2017 pag 8

9 21. (deze vraag ook voor verkort) Nu moet u nog controleren of vertrek op dit moment wel mogelijk is. De haveningang van Blankenberge is namelijk al jaren sterk aan verzanding onderhevig. Om die reden vinden er ieder voorjaar baggerwerkzaamheden plaats. Omdat u zo vroeg in het seizoen deze haven bezoekt, is er nog niet gebaggerd. U kunt dus niet vertrouwen op de gegevens in de kaart. De diepgang van uw schip is 2.0 m en u wilt een veilige UKC aanhouden van 0.5 m. Toen u gisteravond (24 april) om 23:30 de haven invoer, zag u op de dieptemeter dat u op het ondiepste gedeelte van de havengeul minimaal 0.5 m onder de kiel overhield. U gebruikt deze waarneming om te bepalen hoe laat u de haven op 25 april overdag weer veilig volgens dezelfde route uit kunt varen. Vanaf welk van de onderstaande tijdstippen kunt u voor het eerst weer veilig uitvaren? Gebruik de getijgegevens van Zeebrugge. A. vanaf 10:45 uur. B. vanaf 11:15 uur. C. vanaf 11:45 uur. D vanaf 12:15 uur. Antwoord.. (3) 22. (deze vraag ook voor verkort) Op enig moment bij slecht zicht bevindt u zich vlak naast de MOW1- meetpaal (ca. 51º 21.6 N, 003º 07.1 E). U hoort regelmatig signalen met een periode van 30 seconden van een misthoorn. Wat is de bron van dit geluid? A. Het mistsein van een groot containerschip. B. Het mistsein bij de ingang van de haven van Blankenberge. C. Het mistsein op de kop van de pier van Zeebrugge. D. Het mistsein van een baggervaartuig. Antwoord.. (3) 23. Bij Breskens staat de vuurtoren van Nieuwe Sluis (pos N, E) Wat is de nominale dracht in zeemijlen van de groene sector? A. 14. B. 11. C. 10. D Het karakter van het licht van de vuurtoren van Nieuwe Sluis is Oc WRG 10s. Wat betekent dit? A. De verschillende kleuren branden om beurten elk 10 seconden. B. Het licht is beurtelings 10 seconden aan en 10 seconden uit. C. De periode van licht en donker samen is 10 seconden; het is langer licht dan donker. D. De periode van licht en donker samen is 10 seconden; het is langer donker dan licht. Einde deel A Watersportverbond Nieuwegein Voorbeeldexamen TKN 2017 pag 9

10 Deel B Wetten en regelgeving 25. (deze vraag ook voor verkort) Door de hoogte van de havenhoofden van Zeebrugge is het vanuit uw positie niet mogelijk om zicht te hebben op het uitgaande verkeer, maar op het beeldscherm van uw elektronische kaart met AIS kunt u zien dat een Ferry bezig is het Albertdok te verlaten. Verder koerst van zee een RoRo-schip op de havenmonding aan. In bijlage 11 is het beeldscherm afgedrukt met daarop de belangrijkste data. Wat moet u volgens het goede zeemanschap doen? A. U bent uitwijkplichtig en moet bakboord uitgaan om een mogelijke aanvaring met beide schepen te voorkomen. B. Gezien de CPA en TCPA van de andere schepen is er geen gevaar voor aanvaring; u kunt derhalve gewoon voorlangs. C. U wacht tot Amadine voorlangs is gegaan. Direct daarna passeert u de havenmond; waarna Pride of Hull achter u langs gaat. D. U wacht tot beide schepen gepasseerd zijn en vervolgt uw voorgenomen passage. 26. Voorschrift 12 van de BVA regelt het gedrag van zeilschepen die in zicht van elkaar zijn. Wat wordt in dit voorschrift verstaan onder de loefzijde? A. De andere zijde dan die waarover het grootzeil wordt gevoerd. B. De andere zijde dan die waarover de meeste zeilen worden gevoerd. C. De zijde waar de wind vandaan komt. D. De zijde waar de wind naar toe gaat. 27. Op weg naar Vlissingen houdt u, conform voorschrift 9 van de BVA, stuurboordzijde van het vaarwater. In dit zeegebied zijn de regels van het BVA van kracht. Achter u bevindt zich een schip dat een fluitsein geeft bestaande uit twee lange stoten gevolgd door één korte. Wat is de betekenis van dit sein? A. Ik ben beperkt manoeuvreerbaar; u dient maatregelen te nemen om aanvaring te voorkomen. B. Ik ben onmanoeuvreerbaar; u dient maatregelen te nemen om aanvaring te voorkomen. C. Ik ben voornemens u op te lopen aan uw stuurboordzijde. D. Ik ben aan de grond gelopen; u dient maatregelen te nemen om een aanvaring te voorkomen. 28. Op zee ziet u een vaartuig dat in de mast onder elkaar twee zwarte bollen met daartussen een zwarte ruit voert. Wat is de betekenis van dit dagmerk? A. Vissersschip vissend. B. Groot (zeil)schip voor anker. C. Schip bezig met baggeren. D. Beperkt manoeuvreerbaar schip. Watersportverbond Nieuwegein Voorbeeldexamen TKN 2017 pag 10

11 29. (deze vraag ook voor verkort) U vaart op de motor. Vanaf uw schip neemt u recht vooruit de lichten van een ander schip zoals weergegeven in de figuur hiernaast. U stelt vast dat er gevaar voor aanvaring bestaat. Hoe dient u en hoe dient het andere schip te handelen? A. U dient koers naar stuurboord te veranderen; het andere schip dient koers naar stuurboord te veranderen. B. U dient koers naar bakboord te veranderen; het andere schip dient koers naar bakboord te veranderen. C. U dient koers en vaart te behouden; het andere schip dient koers naar stuurboord te veranderen. D. U dient koers te veranderen naar bakboord; het andere schip dient koers en vaart te behouden. 30. Varend in de richting van de Westerschelde ziet u de lichten zoals weergegeven in de figuur hiernaast. Welk soort vaartuig neemt u waar? A. Een schip bezig met de uitoefening van de visserij, niet zijnde treilvisserij. B. Een schip bezig met de uitoefening van de treilvisserij. C. Een loodsvaartuig dat varende is en vaart door het water loopt. D. Een loodsvaartuig dat bezig is een loods op een te beloodsen schip af te zetten. 31. (deze vraag ook voor verkort) Voor de aanloop naar Vlissingen ligt het voorzorgsgebied. Volgens het Scheepvaartreglement Westerschelde gelden hier enkele bijzondere bepalingen. Wat betekent dit voor een zeilschip van 12 meter lengte? A. Niets; dit voorzorgsgebied heeft alleen betekenis voor zeeschepen. B. Het voorzorgsgebied is uitsluitend bedoeld voor zeeschepen en verboden voor schepen kleiner dan 20 m. C. U mag niet ankeren in het voorzorgsgebied en moet bij een oostelijke koers zoveel mogelijk in het zuidelijke deel varen. D. U mag in het voorzorgsgebied geen andere schepen oplopen. Navigatie-instrumenten en -systemen Watersportverbond Nieuwegein Voorbeeldexamen TKN 2017 pag 11

12 32. (deze vraag ook voor verkort) Tijdens de kentering op zee wilt u met het kompas en de GPS de winddrift bepalen. Hoe kunt u deze bepalen? A. Het verschil nemen van de gemiddelde KK en de gemiddelde COG. B. Het verschil nemen van de gemiddelde WK en de gemiddelde COG. C. Het verschil nemen van de gemiddelde BWK en de gemiddelde COG. D. Het verschil nemen van de gemiddelde MK en de gemiddelde COG. 33. Varend naar het volgende waypoint is de peiling (BTW) 280. De heersende stroom is 010 met 2 kn. U corrigeert voortdurend de WK naar de BTW. Hoe komt u nu bij dit waypoint aan? A. In koers 280 op korte afstand van dit waypoint. B. In koers 100 op korte afstand van dit waypoint. C. In koers 190 op korte afstand van dit waypoint. D. In koers 010 op korte afstand van dit waypoint. 34. Op welke koersen is de hellingfout van een magnetisch kompas minimaal? A. Koersen NE SW. B. Koersen NW SE. C. Koersen N S. D. Koersen E W. 35. Uw GPS-ontvanger geeft op de display aan dat de XTE 0.3 M bedraagt. Wat betekent dit? A. De afstand tot het volgende waypoint bedraagt 0.3 M. B. De afstand loodrecht op de koerslijn bedraagt 0.3 M. C. De nauwkeurigheid van de positie bedraagt 0.3 M. D. De geschatte positiefout bedraagt 0.3 M. 36. Een AIS-zender aan boord van een schip zendt met regelmatige tussenpozen afwisselend op beide kanalen o.a. de positie, koers, snelheid en MMSI-nummer uit. Deze informatie wordt door schepen in de nabijheid worden ontvangen. Wat is MMSI? A. Het Callsign. B. Het ladingnummer. C. Het identiteitsnummer. D. Het typenummer van de AIS-installatie. Watersportverbond Nieuwegein Voorbeeldexamen TKN 2017 pag 12

13 37. (deze vraag ook voor verkort) Het Solas V verdrag stelt specifieke eisen aan het pleziervaartuig en de bemanning. Welke van onderstaande verplichtingen is niet van toepassing? A. Er moet een reisplanning zijn. B. Het schip moet beschikken over een effectieve radarreflector. C. De schipper is vaarbewijsplichtig. D. Aan boord is een kaart van officiële noodsignalen. Meteorologie 38. Op basis van de bewolking en de neerslag die u waarneemt stelt u vast dat u een warmtefront passeert. Welk type bewolking heeft u als voorbode kunnen waarnemen? A. Cirrocumulus. B. Altostratus. C. Nimbostratus. D. Cirrus. 39. (deze vraag ook voor verkort) In bijlage 10 ziet u een kaartje met GRIB-files dat is gedownload van internet. Waar ligt de kern van het lagedrukgebied dat het weer voor de kust van Zeeland thans beïnvloedt? A. Op positie Z. B. Op positie X. C. Op positie Y. D. Op positie W. 40. Wat is op basis van de symbolen de richting en de kracht van de wind op een positie ca 20 M voor de Zeeuwse kust zoals deze d.m.v. de GRIB-files op het kaartje van bijlage 10 wordt voorspeld? A. SE 3 Bft. B. NW 6 Bft. C. SE 6 Bft. D. SE 7 Bft. 41. In welke periode is de kans op mist in het oostelijk deel van de Noordzee het grootst? A. Tijdens het voorjaar bij zeewind. B. Tijdens het najaar bij zeewind. C. Tijdens de zomer bij landwind. D. Tijdens de winter bij landwind. Watersportverbond Nieuwegein Voorbeeldexamen TKN 2017 pag 13

14 42. (deze vraag ook voor verkort) Op 25 april ontvangt u in het Nederlands kustgebied om 18:15 UTC van Cullercoats Radio (UK) een weerbericht. Hoe laat is dat in Nederlandse zomertijd? A. 20:15 uur. B. 19:15 uur. C. 18:15 uur. D. 17:15 uur. Communicatie 43. Voor de ingang van de haven van Dover komt een vaartuig dat er officieel uitziet naast u varen. Er wordt bijgaande vlag gehesen en u hoort een fluitsignaal lang-kort-lang. Wat is de boodschap die wordt overgebracht? A. I am altering my course to port. B. You should stop your vessel instantly. C. You are running into danger. D. I wish to communicate with you. 44. (deze vraag ook voor verkort) Varend voor de Belgische kust hebt u op de Navtex het volgende bericht ontvangen: ZCZC TE UTC APR OOSTENDERADIO - WX 04/27 THAMES, DOVER AND BELGIAN COAST: NW-LY TO N-LY STRONG BREEZE OR NEAR GALE 6-7, TONIGHT DECREASING TO FRESH TO STRONG BREEZE 5-6. VARIABLE CLOUDINESS WITH SHOWERS. RISK OF STRONG GUST AND THUNDER. MAINLY GOOD VISIBILITY. NNNN Welke weersituatie wordt hier beschreven? A. Er is in de afgelopen 3 uur een warmtefront gepasseerd. B. Er is in de afgelopen 3 uur een koufront gepasseerd. C. Er ligt een hogedrukgebied boven Zuid-Scandinavië. D. Er ligt een lagedrukgebied boven Schotland. Antwoord..(2) Einde deel B Watersportverbond Nieuwegein Voorbeeldexamen TKN 2017 pag 14

15 bijlage1 Watersportverbond Nieuwegein Voorbeeldexamen TKN 2017 pag 15

16 bijlage 2 Nr. Naam/Plaats N/O Karakter-Lichtsterkte Elevatie Bereik Beschrijving / hoogte in m. Aanvullende gegevens mistsein m. Blankenberge BELGIE - NOORDZEE 0022 Comte Jean Jetty 51 18'.8 Fl(2) W 8s Witte toren met zwarte fl 1.33; ec 1.34; fl 1.33; fl 4.0 B0112 SE van haveningang 3 06'.9 top Zichtbaar: 065º - 245º( 180 ) Storm seinen 0024 W van havengeul 51 18'.7 F R 7 3 Rood dagmerk X op mast B0113 Geleidelichten ' Laag 0026 Hoog 51 18'.7 F R Rood dagmerk X op mast B m van lage licht 3 06' Kop W havenhoofd 51 18'.9 F G Witte ronde toren Versterkt: ( 225 ) B ' Onversterkt: 290º- 335º( 45 ) G 3.39 G Kop E havenhoofd 51 18'.9 F R Witte ronde toren Zichtbaar: 290º - 245º( 315 ) B '.6 R Bell (2) 15s Kop wandelpier 51 19'.3 Fl(3) Y 20s 10 4 IJzeren lichtopstand B ' Zeebrugge 0034 Buitenhaven 51 20'.9 Oc WR 15s 22 W 20 Grijze ronde toren ec 3 B0122 Kop Leopold II dam 3 12'.2 R º - W - 145º -R - 212º - W - W º - Ob - 068º R Verkeersseinen pauze 6; pauze Horn (3+1) 90s Stoot 2; pauze 6; stoot 2 stoot 2; pauze 33 stoot 6; 0035 Kop E golfbreker 51 21'.8 Oc R 7s 31 7 Ronde betonnen toren Zichtbaar: 087º - 281º( 194 ) B '.9 Boven land halve lichtsterkte Rode TL verlichting aan zeezijde van toren.. Bell 25s Kop W golfbreker 51 21'.7 Oc G 7s 31 7 Ronde betonnen toren Zichtbaar: 057º - 267º( 210 ) B '.2 Boven land halve lichtsterkte Groene TL verlichting aan zeezijde van toren pauze 5;.. Horn (3) 30s stoot 3; pauze 5; stoot 3; stoot 3; pauze 11. Watersportverbond Nieuwegein Voorbeeldexamen TKN 2017 pag 16

17 0036 Brittaniadok ZO-zijde 51 20'.7 Oc W 5s 24 8 RWHS mast ec 1 B0124 Geleidelichten '.1 Synchroon met hoog licht Laag DagLicht: 000º - 360º( 360 ) MONDING WESTERSCHELDE 0046 B066.1 Nieuwe Sluis Zeedijk 51 24' '.3 Oc WRG 10s W R 2.75 G W 14 R 11 G 10 WZHS toren ec 3. R R W R W W G Ob G.. G.. W. Watersportverbond Nieuwegein Voorbeeldexamen TKN 2017 pag 17

18 bijlage 3 Nr. Naam/Plaats N/O Karakter-Lichtsterkte Elevatie Bereik Beschrijving / hoogte in m. Aanvullende gegevens mistsein m Noorderhoofd 51 32'.4 Oc WRG 10s 20 W 13 Rode toren met witte band 008º - G - 029º - W - 169º - Ob - B N van westkapelle 3 26'.2 R º - R - 008º Geleidelichten W 6.00 G 10 Laag R 1.50 G Westkapelle 51 31'.8 Fl W 3s Vierkante toren met rode fl 0.1 B0174 Hoog 3 26'.8 bovenbouw Rondom zichtbaar voorzover niet 1352 m van lage licht blind achter de duinen 0056 Sergeant 51 30'.3 F R Rode bakstenen toren Zichtbaar: 321º - 352º( 31 ) B Zoutelande 3 28' Molenhoofd 51 31'.6 Oc WRG 6s 11.. RWHS mast ec 2 B0176 Westkapelle 3 26' º - G º - W º - G º - W - 169º - R - 198º - Ob - 306º- R - 329º - W - 349º - R - 008º 0060 Kaapduinen 51 28'.5 Oc W 5s RGlHS toren ec 1 B0184 Geleidelichten ' Zichtbaar: 115º - 145º( 30 ) Laag 5.60 Synchroon met hoog licht 0062 Hoog 51 28'.4 Oc W 5s RGlHS toren ec 1 B m van lage licht 3 31' Zichtbaar: 107.5º º( 45 ) 5.60 NOORDZEE-AANLOOP OOSTERSCHELDE 0324 Wester-Schouwen 51 42'.5 Fl(2+1) W 15s Stenen toren, met rood- fl 0.2; ec 2.4; fl 0.2; ec 6; fl 0.2 ec 6 B0500 Schouwen 3 41'.5 witte diagonale band AANLOOP HOEK VAN HOLLAND 0982 Europlatform 51 59'.8 4xMo W 15s 17.. RWHS platform B '.5.. Horn Mo(U) 30s Goeree 51 55'.5 Fl(4) W 20s RWGb lichteiland. OrR B '.1 helikopterdek Horn (4) 30s stoot 2; pauze 3; stoot 2 pauze 3; stoot 2; pauze 3 stoot 2; pauze 13 Maasmond ROTTERDAMSCHE WATERWEG 0988 Kop splitsingsdam 51 58'.9 Iso W 4s WZHS toren Zichtbaar: 101º - 123º( 22 ) B0637 Geleidelichten '.9 Synchroon met hoog licht. Laag Nacht W Hartlijn geul voor zeer Dag W diepgaande schepen 0990 Hoog 51 58'.7 Iso W 4s WZHS toren Zichtbaar: 101º - 123º( 22 ) B m van lage licht 4 05'.8 Nacht W Dag W Kop Noorderdam 51 59'.7 F R RWHS toren met Zichtbaar: 278º - 255º( 337 ) Watersportverbond Nieuwegein Voorbeeldexamen TKN 2017 pag 18

19 B '.8 helikopterplatform Kop Zuiderdam 51 59'.1 F G GWHS toren met Zichtbaar: 330º - 307º( 337 ) B '.5 helikopterplatform Watersportverbond Nieuwegein Voorbeeldexamen TKN 2017 pag 19

20 bijlage 4 Watersportverbond Nieuwegein Voorbeeldexamen TKN 2017 pag 20

21 bijlage 5 Watersportverbond Nieuwegein Voorbeeldexamen TKN 2017 pag 21

22 bijlage 6 Tijdzone = Tijden in MET + 1 uur NEDERLAND - VLISSINGEN 51º 27' N 003º 36' E TIJDEN EN HOOGTES VAN HW EN LW tijd m tijd m tijd m tijd m tijd m tijd m , , , , , , , , , , , ,9 ZA ,2 ZO ,1 MA ,1 DI ,1 DO ,9 VR , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,9 ZO ,2 MA ,0 DI ,1 WO ,0 VR ,8 ZA , , , , , , , , , , , , , , , ,8 MA ,1 DI ,6 WO ,9 DO ,5 ZA ,0 ZO , , , , , , , , , , , , , , , , ,8 DI ,5 WO ,7 DO ,8 VR ,6 ZO ,1 MA , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,7 WO ,8 DO ,8 VR ,0 ZA ,7 MA ,1 DI , , , , ,7 M ,4 F , , , , , , , , , , , , ,7 DO ,1 VR ,8 ZA ,2 ZO ,8 DI ,1 WO , , ,7 M ,5 F , , , , , , , , , , , , , , ,7 VR ,2 ZA ,8 ZO ,2 MA ,8 WO ,0 DO ,8 M ,5 F , , , , , , , , , , , , , , , , ,7 ZA ,3 ZO ,9 MA ,2 DI ,9 DO ,9 VR , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,8 ZO ,3 MA ,9 DI ,1 WO ,8 VR ,7 ZA , , , , , , , , , , , , , , , , ,8 MA ,1 DI ,8 WO ,9 DO ,7 ZA ,8 ZO , , , , , , , , , , , , , , , , , ,7 DI ,9 WO ,7 DO ,6 VR ,6 ZO ,0 MA , , , , , , , , , , , , , , , , ,6 WO ,5 DO ,6 VR ,7 ZA ,9 MA ,1 DI , , , , , , , , , , , , , , , , , ,5 DO ,7 VR ,9 ZA ,9 ZO ,0 DI ,2 WO , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,5 VR ,9 ZA ,0 ZO ,1 MA ,0 WO ,2 DO , , , , , , ,4 15 APRIL , , , , , , , , , , , ,6 ZA ,1 ZO ,1 MA ,1 DI ,1 DO ,1 VR , , , , , , MEI , ,4 WO , , JUNI ALLEEN VOOR LESDOELEINDEN bron: Watersportverbond Nieuwegein Voorbeeldexamen TKN 2017 pag 22

23 bijlage 7 Watersportverbond Nieuwegein Voorbeeldexamen TKN 2017 pag 23

24 bijlage 8 Watersportverbond Nieuwegein Voorbeeldexamen TKN 2017 pag 24

25 bijlage 9 Watersportverbond Nieuwegein Voorbeeldexamen TKN 2017 pag 25

26 bijlage 10 Watersportverbond Nieuwegein Voorbeeldexamen TKN 2017 pag 26

27 bijlage 11 watersportverbond voorbeeldexamen TKN 2017 blz. 27