Nederlandse samenvatting / Dutch summary

Vergelijkbare documenten
NEDERLANDSE SAMENVATTING

Chapter 10. Nederlandse samenvatting

NEDERLANDSE SAMENVATTING. Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting

Nederlandse Samenvatting

CHAPTER 9. Samenvatting

Nederlandse Samenvatting

Samenvatting in het Nederlands. Jeroen Hagendoorn

CHAPTER XII. Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting. Acknowledgements Curriculum Vitae

Nederlandse samenvatting voor niet-ingewijden

Inleiding. Chapter 11. Achtergrond en doel van het onderzoek

Chapter 8. Nederlandse samenvatting

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

NEDERLANDSE SAMENVATTING

Nederlandse samenvatting

Samenvatting van dr. J.J. Koornstra (maag-darm-leverarts) en prof. dr. R.M.W.Hofstra

Summary in Dutch (Nederlandse samenvatting voor leken)

Samenvatting (Summary in Dutch)

In search for biomarkers of aging: A proteomics approach Rinse Klooster

Chapter 9. Nederlandse Samenvatting (Dutch Summary)

Samenvatting. Samenvatting

NEDERLANDSE SAMENVATTING

Chapter 6. Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting

belangrijke cijfers over darmkanker

Nederlandse samenvatting

DE DIKKE DARM DE DIKKE DARM

Promotor: Prof. dr. E.J. Kuipers Prof. dr. E.W. Steyerberg. Co-promotors: Dr. W.N.M. Dinjes Dr. M.E. van Leerdam Dr. A. Wagner

NEDERLANDSE SAMENVATTING

Chapter 10. Nederlandse samenvatting voor niet- ingewijden

Nederlandse samenvatting

NEDERLANDSE SAMENVATTING

Nederlandse samenvatting

Chapter 8. Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting

De ziekte van Alzheimer. Diagnose

Amyloïd-bindende eiwitten bij de ziekte van Alzheimer

NEDERLANDSE SAMENVATTING

Nederlandse samenvatting. Inleiding

178 Chapter 10. Samenvatting

Chapter. Moleculaire diagnose van orale premaligne laesies. Samenvatting, discussie en perspectieven

Samenvating in het Nederlands

Nederlandse samenvatting

Ontwikkeling van genezende medicijnen tegen ouderdomsgerelateerde ziekten. Ad W. van Gorp, oprichter en CEO

Samenvatting CHAPTER9

NK cellen of Natural Killer cellen bieden een aangeboren bescherming tegen

Belangrijke kenmerken van tumoren in het spijsverteringskanaal. Nicole van Grieken, patholoog Amsterdam UMC, locatie VUmc

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Chapter 9. Nederlandse samenvatting. M.E. de Noo, A.M. Deelder, R.A.E.M. Tollenaar. Tijdschrift kanker. 2006; 30 (4): 20-26

Nederlandse Samenvatting

NEDERLANDSE 8 SAMENVAT TING VooR NIET-INGEWIJDEN PTER A H C

Reeks 12: De eeuwige mens

Chapter 9. Nederlandse Samenvatting

Samenvatting. Galectines als targets voor anti-angiogene kankertherapie

Nieuwsbrief juni 2016

Medische Publieksacademie

Phospoinositides and Lipid Kinases in Oxidative Stress Signalling and Cancer W.J.H. Keune

CHAPTER 10. Nederlandse samenvatting

Samenvatting. Samenvatting

What s New Klinische Chemie Bewogen biomarkers

NEDERLANDSE SAMENVATTING (DUTCH SUMMARY)

Basisbegrippen Oncologie

Voorspellende waarde van HE4 bij een complexe ovarium cyste ROELIEN VAN DE VRIE ARTS ONDERZOEKER

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation


Nederlandse samenvatting voor medisch niet-ingewijden

Deze folder bevat informatie over het Lynch-syndroom. Het beschrijft:

ipsc-derived insights into Motor Neuron Disease and Inflammatory Neuropaties Oliver Härschnitz

Docentenhandleiding. Niveau: expert. Lees de taal van de tumor Organisatieniveaus

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Nederlandse samenvatting CHAPTER 7

Nederlandse samenvatting. (summary in Dutch)

Minimal residual disease detection and monitoring in children with neuroblastoma Stutterheim, J.

Nederlandse samenvatting. Baarmoederhalskanker en het humaan papillomavirus

Samenvatting. Inleiding

Samenvatting voor niet-ingewijden

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting en toekomstperspectieven

TRIPLE NEGATIEF BORSTKANKER. Nieuwe ontwikkelingen en onderzoek. Rianne Oosterkamp, internist-oncoloog Medisch Centrum Haaglanden

NEDERLANDSE SAMENVATTING

Darmkanker. darmkanker nederland. lotgenotencontact voorlichting belangenbehartiging

Kanker. Inleiding. Wat is kanker. Hoe ontstaat kanker

De indicatoren omtrent borstkanker, die in kader van het VIP²-project worden opgevolgd zijn :

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Darmkankeronderzoek vanaf 2014 bij 1,9 miljoen Vlamingen

Summary in Dutch. Chapter 14

Epigenetische veranderingen betrokken bij het ontstaan van baarmoederhalskanker

Samenvatting 95 SAMENVATTING

Stereotactische radiotherapie voor stadium I niet-kleincellig longcarcinoom: Uitkomsten op patiënten- en populatieniveau.

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Nederlandse samenvatting

NEDERLANDSE SAMENVATTING

Nederlandse samenvatting

100 jaar Antoni van Leeuwenhoek

Transcriptie:

Eiwitbiomarkers voor klinische toepassingen in dikkedarmkanker Kanker van de dikke darm en de endeldarm (colorectaal carcinoom; CRC) vormt wereldwijd een belangrijk gezondheidsprobleem vanwege de hoge incidentie en sterftecijfers. De prognose van een CRC patiënt is afhankelijk van het stadium van de ziekte op het moment van de diagnose. Helaas wordt bij de meerderheid van de patiënten de diagnose pas gesteld als de tumor al is uitgezaaid naar de lymfeklieren of andere organen; in dat stadium is nog maar een minderheid van de patiënten te genezen. Daarom is vroege opsporing van CRC, door middel van bijvoorbeeld een bevolkingsonderzoek (zoals dit jaar in Nederland van start gaat), de beste methode om het aantal sterfgevallen terug te dringen. De huidige testen die gebruikt kunnen worden voor vroege opsporing, het voorspellen van de prognose, het volgen het ziektebeloop en het bepalen van de beste (chemo)therapie kunnen echter nog wel verbeterd worden. De ontwikkeling van CRC begint met de vorming van een colon adenoom (een goedaardige tumor) als gevolg van een verstoring in de balans tussen celdeling en celdood. Zo n adenoom kan zich verder ontwikkelen tot kanker. Het risico dat dit gebeurt wordt van oudsher ingeschat door de histopathologische kenmerken van de tumor te bepalen, zoals de omvang, villeuze architectuur en de ernst van dysplasie (afwijking van de weefselstructuur). Een adenoom groter dan 1 cm en/of met een villeuze component en/of ernstige dysplasie wordt een voortgeschreden adenoom genoemd. Een voortgeschreden adenoom wordt in het algemeen beschouwd als een voorstadium met een hoog risico om kwaadaardig te worden. Maar lang niet alle adenomen ontwikkelen zich tot kanker. Op basis van de kans op het vinden van kwaadaardige cellen in adenomen wordt dat risico geschat op slechts ongeveer 5%. CRC ontstaat door afwijkingen in het DNA van een cel. Deze afwijkingen verstoren allerlei biologische processen in de cel, waardoor deze zich kan ontwikkelen tot kankercel. DNA vormt een code die informatie geeft over hoe eiwitten gemaakt kunnen worden. Daarom zullen afwijkingen in het DNA ook afwijkingen in eiwitten of verschillen in het expressieniveau (hoeveelheid) van eiwitten tot gevolg hebben. Proteomics is een onderzoeksveld dat zich richt op het bestuderen van alle eiwitten die aanwezig zijn in biologische samples. In het kankeronderzoek worden proteomics methodes (zoals massaspectrometrie) gebruikt om eiwitbiomarkers te vinden. Deze eiwitbiomarkers weerspiegelen de moleculaire processen die ten grondslag liggen aan de ontwikkeling van CRC en verdere uitzaaiing van de ziekte. Eiwitbiomarkers kunnen potentieel gebruikt worden in klinische testen voor vroege opsporing, het voorspellen van de prognose, het volgen van het ziektebeloop en het bepalen van de beste (chemo)therapie, en daarmee de zorg voor CRC patiënten verbeteren. Het doel van dit onderzoek was 203

om kanker-geassocieerde eiwitten te identificeren die kunnen fungeren als biomarkers voor verschillende klinische toepassingen. Hoofdstuk 1 van dit proefschrift bevat een algemene inleiding, zoals hierboven kort samengevat. Hoofdstuk 2 bevat een overzicht van de toepassingen van eiwitbiomarkers in verschillende stadia van dikke darmkanker. In dit hoofdstuk wordt de huidige literatuur betreffende proteomics studies gericht op de identificatie van eiwitbiomarkers voor CRC besproken. In de afgelopen jaren heeft proteomics zich ontpopt als een geschikte strategie voor het identificeren van CRC biomarkers. De meeste van de nieuwe biomarkers die in de afgelopen jaren zijn ontdekt moeten nog verder gevalideerd worden. Dit wordt gehinderd door het gebrek aan geschikte testen en klinische samples om deze validatie uit te voeren. Er wordt echter verwacht dat verdere technologische ontwikkelingen grootschalige studies met veel klinische samples mogelijk zullen gaan maken. Met name verbeteringen in massaspectrometrie technieken, waardoor gerichter naar eiwitten gezocht kan worden, en grootschalige productie van antilichamen, waarmee specifieke eiwitten gemeten kunnen worden, zullen validatie in de toekomst sneller laten verlopen. In hoofdstuk 3 wordt de identificatie van nieuwe kandidaat biomarkers voor vroege opsporing van CRC beschreven. Hierbij werd gekeken naar eiwitten die uitgescheiden worden door weefsel van normale dikke darm en CRC weefsel afkomstig van muizen. Deze uitgescheiden eiwitten zijn in het bijzonder interessant voor biomarker toepassingen, omdat ze mogelijk te detecteren zijn in bloed of ontlasting. In totaal werden er 2172 eiwitten geïdentificeerd met LC-MS/MS (een massaspectrometrie techniek waarmee eiwitten geïdentificeerd kunnen worden) waarvan 192 eiwitten significant meer werden uitgescheiden door de tumorweefsels dan door de normale weefsels. In deze studie is er een selectie gemaakt van in totaal 52 topkandidaten, waaronder S100A9, MCM4, en vier andere eiwitten die al eerder zijn beschreven als kandidaat biomarkers voor vroege opsporing van CRC en voor het volgen van het ziektebeloop. Bovendien werd de biomarker kandidaat CHI3L1 geverifieerd met gebruik van ELISA analyse (een techniek om eiwitniveaus in bloed te meten). Hierbij werd een toename van het eiwit in bloed van patiënten met voortgeschreden adenomen en CRC waargenomen ten opzichte van de hoeveelheid eiwit in bloed van controle individuen. Een mogelijk nadeel van deze studie was dat de tumoren afkomstig waren van muizen en daarom niet geheel representatief waren voor de diversiteit van menselijke colon tumoren. Derhalve werd een soortgelijk onderzoek uitgevoerd met menselijk weefsel, beschreven in hoofdstuk 4. In hoofdstuk 4 werden de eiwitten uitgescheiden door weefsel van normale dikke darm en CRC weefsel afkomstig van vier verschillende patiënten geanalyseerd. Hierbij werden 2703 eiwitten geïdentificeerd met LC-MS/MS waarvan er 409 significant meer uitgescheiden werden door de CRC weefsels 204 Chapter 11

dan door de normale weefsels. In deze studie werden ook eiwitten geanalyseerd die door CRC cellen werden uitgescheiden om te kunnen bepalen welke kandidaat markers afkomstig zijn van tumorcellen en welke van bijvoorbeeld onstekingscellen die ook in het weefsel rondom een tumor aanwezig zijn. Overlapanalyse met de dataset van de muis CRC weefsels (die een vroeg tumorstadium representeren) resulteerde in een lijst met kandidaat eiwitbiomarkers die mogelijk gebruikt kunnen worden voor vroege opsporing van CRC. De toegenomen expressie van één van deze kandidaten (MCM5) werd bevestigd met immunohistochemie (een techniek waarmee je eiwitten in weefsels kan aankleuren). Ook in deze studie werden meerdere eiwitten gevonden die al eerder beschreven werden als kandidaat biomarkers voor vroege detectie van CRC en voorspelling van prognose van CRC patiënten. Dit ondersteunde onze bevindingen en leidde tot de conclusie dat de eiwitten geïdentificeerd in deze studie potentieel bruikbaar zijn in testen die op bloed of ontlasting gebaseerd zijn, bijvoorbeeld voor vroege opsporing van CRC. Deze eiwitten wachten nu op verdere validatie. Een methode om te selecteren welke eiwitten mogelijk geschikt zouden zijn voor zo n test is om eiwitten in bloed of ontlasting te identificeren. In hoofdstuk 5 hebben we daarom de eiwitten aanwezig in ontlasting bestudeerd. In totaal werden in de ontlasting van 10 controle-individuen en van 12 CRC patiënten 830 humane eiwitten geïdentificeerd met LC-MS/MS. Van deze 830 eiwitten waren er 134 significant verrijkt in de ontlasting van CRC patiënten ten opzichte van die van de controle-individuen. Uit deze lijst hebben we 33 kandidaat biomarkers geselecteerd voor verdere validatie met gerichte massaspectrometrie (SRM, een techniek waarmee specifieke eiwitten in een monster gedetecteerd en gekwantificeerd kunnen worden). Onder deze 33 kandidaten waren eiwitten die onderscheid konden maken tussen patiënten met voortgeschreden adenomen en/of CRC en controle-individuen of patiënten met niet-voortgeschreden adenomen. SRM analyse van een eerste selectie van 13 eiwitten in een onafhankelijke set ontlastingmonsters gaf vergelijkbare resultaten als die eerder behaald waren met LC-MS/MS, en bevestigde dat deze benadering kan worden gebruikt voor grootschalige validatie van deze kandidaat biomarkers zonder dat er testen met antilichamen nodig zijn in dit stadium. Onze doelstelling in hoofdstuk 6 was om eiwitten te identificeren die specifiek aanwezig zijn op het oppervlak van cellen van adenomen met een hoog risico op progressie naar kanker en CRC cellen. Deze eiwitten zouden gebruikt kunnen worden als targets voor nieuwe moleculaire beeldvormende technieken, zoals optische beeldvorming, 19F-MRI-scans en positron emissie tomografie. In totaal werden 2609 eiwitten geïdentificeerd met LC-MS/MS en van deze hebben we 44 eiwitten als meest veelbelovende celoppervlak kandidaat biomarkers voor adenoom-naar-carcinoom progressie geselecteerd. Vervolgens werd immunohistochemie toegepast om verhoogde eiwitexpressie 205

in hoog-risico adenomen en CRCs in vergelijking met laag-risico adenomen voor de eiwitten GLUT1 en PrPC te bevestigen. Aanwezigheid op het celoppervlak en overexpressie van GLUT1 en PrPC werden op deze manier geverifieerd. Dit is ook een bevestiging dat onze benadering voor de identificatie van adenoom-naar-carcinoom progressie geassocieerde biomarkers succesvol was. In de toekomst moet door verdere validatie bepaald worden in hoeverre GLUT1 en PrPC en de andere kandidaat biomarkers geschikt zijn voor verschillende klinische toepassingen. Uit eerdere data bleek dat de lumican en versican genen meer tot expressie komen in CRCs in vergelijking met adenomen. In hoofdstuk 7 werd de eiwitexpressie van lumican en versican onderzocht met behulp van immunohistochemie in colon adenomen en CRCs. Lumican expressie was verhoogd in adenomen ten opzichte van CRCs en versican expressie in het tumor stroma (het bind- en steunweefsel van tumoren) was verhoogd in vergelijking met adenomen. Derhalve zijn zowel lumican en versican mogelijk betrokken bij adenoom-naar-carcinoom progressie. Verder onderzoek is nodig om de specifieke functie van deze eiwitten in het tumor stroma en in de tumorcellen zelf én hun rol in adenoom-naar-carcinoom progressie op te helderen. In hoofdstuk 8 werd onderzocht in hoeverre het mogelijk was om op basis van lumican en versican expressie de prognose van CRC patiënten te voorspellen in stadium II (lokale ziekte) en III (uitzaaiing naar de lymfeklieren). Versican expressie in cellen aan de rand van de tumor was geassocieerd met een langere ziektevrije overleving nadat de tumor operatief was verwijderd in zowel stadium II en III patiënten samen als in een aantal specifieke patiëntengroepen zoals stadium III patiënten met microsatelliet-instabiele tumoren. Lumican expressie in tumorcellen was geassocieerd met een langere ziektevrije overleving van stadium II patiënten en in microsatelliet-stabiele stadium II patiënten ook met een langere ziekte-specifieke overleving. Deze resultaten ondersteunen daarom een tumor onderdrukkende rol voor lumican zoals ook al eerder is beschreven. Versican expressie in het tumor stroma werd eerder geassocieerd met een slechtere uitkomst van de ziekte, wat te verklaren is door de invloed van versican op cel-hechting, -groei, -migratie en de vorming van nieuwe bloedvaten. Aangezien uit onze resultaten blijkt dat versican in de tumorcellen geassocieerd is met een langere ziektevrije overleving kan dit erop wijzen dat versican een andere rol speelt in de tumorcellen. In hoofdstuk 9 wordt het SATB2 eiwit beschreven als een eiwit dat specifiek in darmweefsel tot expressie komt. Met behulp van immunohistochemie werd de mate van expressie van SATB2 in 1882 primaire en uitgezaaide CRCs onderzocht. Onze resultaten tonen aan dat SATB2 een gevoelige en zeer specifieke marker is voor CRC die in 85% van alle CRC s aanwezig was, en in combinatie met CK20 was 97% van de CRC s positief. Deze specifieke expressie van SATB2 in een grote meerderheid van de CRC s suggereert dat SATB2 gebruikt kan worden voor de diagnose van uitgezaaide carcinomen van onbekende 206 Chapter 11

oorsprong. Een grote (prospectieve) studie zal nodig zijn om het volledige potentieel van SATB2 als een diagnostische biomarker voor uitgezaaide kanker van onbekende primaire oorsprong te ontrafelen. Concluderend, de resultaten die beschreven zijn in dit proefschrift betreffen nieuwe kandidaat biomarkers voor vroege opsporing, diagnose en prognose, die mogelijk de ontwikkeling van nieuwe testen en beeldvorming kunnen ondersteunen om daarmee de klinische zorg voor CRC patiënten te verbeteren. 207